Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 3 april 2025, nr. IENW/BSK-2024/288087, tot wijziging van onder meer de Regeling kentekens en kentekenplaten in verband met de registratie- en kentekenplicht van bijzondere bromfietsen [KetenID 8890]

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 36, achtste lid, 40, derde lid, 62, vierde lid, en 71, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en 5, tweede en derde lid, 58y, vierde lid, van het Kentekenreglement;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling kentekens en kentekenplaten wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 3, zevende lid, wordt na ‘volgens de modellen 30.3A tot en met 30.4D’ ingevoegd ‘en 31.1 en 31.5 van de bijlage’.

B

Aan artikel 7 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 11. In afwijking van het vierde lid wordt een kentekenplaat bij aangewezen bromfietsen als bedoeld in artikel 20b van de wet, geplaatst op een door de Dienst Wegverkeer te bepalen plaats, indien plaatsing op de in het vierde lid genoemde plaats naar het oordeel van de Dienst Wegverkeer niet mogelijk is of leidt tot een verkeersonveilige situatie.

  • 12. De Dienst Wegverkeer maakt aantekening in het kentekenregister van toepassing van het elfde lid.

C

Aan de bijlage bij de regeling worden twee modellen toegevoegd, luidende:

Model 31.1

Model 31.1

of

Model 31.5

Model 31.5

ARTIKEL II

De Regeling voertuigen wordt als volgt gewijzigd.

A

Aan artikel 3.4.1. wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van de in het eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 13°, genoemde bijlage XIV van verordening (EU) 44/2014, is de ruimte voor een kentekenplaat bij een bijzondere bromfiets 100 mm breed en 120 mm hoog.

B

Artikel 5.6a.1 wordt als volgt gewijzigd.

1. De leden worden vernummerd tot de leden 2 tot en met 4.

2. Voor het tweede lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. De bijzondere bromfiets moet in overeenstemming zijn met de op de voor het voertuig afgegeven kentekencard, dan wel het kentekenbewijs en in het kentekenregister vermelde gegevens omtrent het voertuig.

3. In de tweede kolom van het eerste lid (nieuw) wordt de tekst ‘Leden 1 tot en met 5: visuele controle’ toegevoegd.

4. In de tweede kolom van het tweede lid (nieuw) vervalt ‘Leden 1 tot en met 3: visuele controle.’

5. Na het vierde lid (nieuw) worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 5. De kentekenplaat is voorzien van het in artikel 5 van het Kentekenreglement voorgeschreven goedgekeurde soort merk en moet deugdelijk aan de achterzijde van het voertuig zijn bevestigd.

  • 6. Het kenteken is goed leesbaar en de kentekenplaat is niet afgeschermd.

  • 7. Het vijfde lid is niet van toepassing op aangewezen bijzondere bromfietsen, als bedoeld in artikel 20b van de wet, waarvoor het kenteken op een andere plaats dan de achterzijde is geplaatst als gevolg van artikel 7, elfde lid, van de Regeling kentekens en kentekenplaten.

6. In de tweede kolom wordt bij het zesde lid ingevoegd:

Visuele controle, waarbij de letters en cijfers volledig zichtbaar zijn indien de waarnemer staat op een afstand van 20,00 m achter het midden van de bijzondere bromfiets.

C

In artikel 5.6a.57 wordt ‘Een bijzondere bromfiets mag voorzien zijn van één of twee dagrijlichten.’ vervangen door

‘Een bijzondere bromfiets mag voorzien zijn van:

  • a. één of twee dagrijlichten;

  • b. achterkentekenplaatverlichting.’.

ARTIKEL III

Aan artikel 13, derde lid, onderdeel b, van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • 3°. voor zover de inschrijving betrekking heeft op een aangewezen bromfiets als bedoeld in artikel 20b van de wet, behoren tot het type waarvoor aan het erkende bedrijf dat de inschrijving vraagt een aanwijzing als bedoeld in artikel 20b van de wet is verleend en waarvoor overeenkomstig artikel 3.11.3 van de Regeling voertuigen positief is beslist op een verzoek als bedoeld in dat artikel;.

ARTIKEL IV

Artikel 4 van de Regeling tenaamstelling en kentekenbewijzen komt te luiden:

Artikel 4 Gegevens bij aanvraag inschrijving en tenaamstelling bijzondere bromfietsen

De gegevens, bedoeld in artikel 58y, vierde lid, van het Kentekenreglement, die bij een aanvraag voor inschrijving en tenaamstelling als bedoeld in artikel 58x, eerste lid, van het Kentekenreglement worden verstrekt zijn:

  • a. het voertuigidentificatienummer, bedoeld in artikel 2.1 van de Regeling voertuigen;

  • b. het nummer van de aanwijzing, bedoeld in artikel 20b van de wet, die voor dat voertuig is verleend indien de aanvrager daarover beschikt;

  • c. het bouwjaar, merk en type van het voertuig;

  • d. foto’s waarop de kenmerken van het voertuig, waaronder in ieder geval het voertuigidentificatienummer, zichtbaar zijn.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding en aanleiding

Met deze wijzigingsregeling zijn de Regeling voertuigen, de Regeling kentekens en kentekenplaten, de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad en de Regeling tenaamstelling en kentekenbewijzen gewijzigd. Deze wijzigingen zijn nodig in verband met de invoering van de registratie- en kentekenplicht van bijzondere bromfietsen, die is geregeld met het Besluit tot wijziging van het Kentekenreglement in verband met de registratie- en kentekenplicht bijzondere bromfietsen (hierna aangeduid als Besluit registratie- en kentekenplicht BB1). Een bijzondere bromfiets is een voertuig, anders dan een gehandicaptenvoertuig, elektrische fiets met trapondersteuning of bromfiets, dat niet harder kan rijden dan 25 kilometer per uur en dat een elektromotor heeft met een maximumvermogen van maximaal 4kW. Het Besluit registratie- en kentekenplicht BB regelt dat deze bijzondere bromfietsen, op grond van het nieuwe hoofdstuk 9c van het Kentekenreglement, vanaf 1 juli 2025 moeten worden geregistreerd in het kentekenregister en dat deze moeten worden voorzien van een kentekenplaat. Voor bromfietsen die al in gebruik zijn is voorzien in een overgangsperiode van een jaar.

Met deze wijzigingsregeling is vastgelegd welke kentekenplaat voor bijzondere bromfietsen wordt gebruikt. In beginsel wordt de kentekenplaat op de achterzijde van een voertuig aangebracht, maar als gevolg van deze wijzigingsregeling kan de Dienst Wegverkeer (hierna aangeduid als RDW) bepalen dat deze op een andere plaats wordt aangebracht, indien het plaatsen op de achterzijde niet mogelijk is of wanneer dat tot verkeersonveilige situaties zou leiden. Dit is een overgangsregime dat nodig kan zijn voor bijzondere bromfietsen waarvoor ten tijde van de productie niet de verplichting gold om te zorgen voor ruimte voor een kentekenplaat.

Verder wordt vastgelegd welke gegevens door de eigenaar of de houder van een bijzondere bromfiets moeten worden verstrekt aan de RDW voor registratie in het kentekenregister.

2. Hoofdlijnen van de regeling

2.1 Verschijningsvorm kentekens bijzondere bromfietsen

Voor bijzondere bromfietsen geldt vanaf 1 juli 2025 een registratie- en kentekenplicht. Die verplichting geldt zowel voor bijzondere bromfietsen waarvoor bij het produceren een verplichting gold om op de achterzijde plaats te maken voor een kentekenplaat als voor voertuigen waarvoor die verplichting niet gold, maar die op het moment van kracht worden van de verplichting al legaal in de handel waren of al in gebruik waren.

Op dit moment geldt er al een registratie- en kentekenplicht voor brom- en snorfietsen, voertuigen waarvoor een AM-rijbewijs en helm verplicht zijn. In sommige gevallen lijken snor- en bromfietsen op bijzondere bromfietsen waarvoor deze eisen niet gelden. Een onderscheidend kenteken is nuttig om de verschillende eisen voor het gebruik op de weg tussen brom- en snorfietsen en bijzondere bromfietsen zichtbaar te maken voor handhavers (met name de politie en het Openbaar Ministerie), gebruikers en medeweggebruikers.

De RDW heeft diverse verschijningsvormen onderzocht en adviseert voor bijzondere bromfietsen als standaardmodel een kentekenplaat te hanteren dat kleiner is dan het model dat voor snorfietsen wordt gebruikt. Het door de RDW voorgestelde model is afgeleid van de standaardkentekenplaat voor brom- en snorfietsen en is inpasbaar in de bestaande productie, afgifte en innamesystematiek van de kentekenplaatketen. Daardoor blijven de kosten zo laag mogelijk voor de burger en is de fraudebestendigheid van dit proces gelijk aan die van andere kentekenplaten.

Met de keuze voor het kleinere model wordt grotendeels voldaan aan de wensen van de politie, producenten en brancheorganisaties om voor bijzondere bromfietsen te kiezen voor een model van een kentekenplaat dat onderscheidend is ten opzichte van de plaat voor de snorfiets. Naast een ander formaat is er ook voor gekozen de letter ‘E’ als eerste vaste beginletter op de kentekenplaat op te nemen. Hiermee wordt aangeduid dat het een kenteken voor een bijzondere bromfiets betreft. Hiermee is nog een onderscheidend kenmerk aangebracht, binnen de mogelijkheden van de bestaande systematiek van de kentekening.

De kleur van de kentekenplaat (blauw) komt overeen met de snorfietsplaat en de plaat die voor taxi’s wordt gebruikt. De kleurovereenkomst wordt door de betrokken uitvoeringsorganisaties beschouwd als praktisch werkbaar, zeker gelet op het feit dat de vaste beginletter ‘E’ en het formaat onderscheidend zijn. De werkwijze van de vaste beginletter is staande praktijk voor motorvoertuigen met een gele kentekenplaat met zwarte letters. Zo is de beginletter bij motorfietsen een ‘M’, voor bedrijfsauto’s een ‘B’ of ‘V’ en aanhangers een ‘O’ of ‘W’. Een afwijkende kleur is overwogen, maar daarvoor is niet gekozen, omdat dit een langere voorbereiding zou vergen van producenten en hogere kosten voor gebruikers met zich brengt. Spoedige invoering van kentekening op een wijze die betaalbaar is voor gebruikers wordt daarom verkozen boven de beperkte voordelen van een afwijkende kleur.

Gelet op het voorgaande is dus gekozen voor de kleurstelling die wordt gebruikt voor snorfietsen. Bijzondere bromfietsen worden voorzien van voor een blauwe kentekenplaat met een kenmerkend formaat van 10 x 12 cm met witte letters en vaste beginletter ‘E’, zodat de voertuigen kunnen worden onderscheiden van de snorfietsen. De kentekenplaat moet zijn voorzien van het goedkeuringsmerk waarmee wordt aangetoond dat die plaat voldoet aan de eisen die daaraan zijn gesteld in de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000.

2.2 Maatwerk voor bijzondere bromfietsen die bij productie niet zijn voorzien van ruimte voor een kentekenplaat

Bijzondere bromfietsen die op het moment van het van kracht worden van de kentekenplicht al geproduceerd zijn (hierna aangeduid als aangewezen bijzondere bromfietsen) hebben niet altijd ruimte om een kentekenplaat van 10 x 12 cm op de achterzijde van het voertuig aan te brengen. Deze regeling biedt daarom de mogelijkheid om hieraan invulling te geven door de kentekenplaat in plaats van op de achterzijde aan de voorzijde van het voertuig aan te brengen. De RDW publiceert op zijn site voor welke aangewezen soorten bijzondere bromfietsen dit geldt. Bij de inschrijving wordt door de RDW vastgesteld dat de voorgeschreven kentekenplaat in het geheel niet of niet op veilige wijze op de achterzijde van het voertuig kan worden aangebracht. In dat geval tekent de RDW in het kentekenregister aan dat de kentekenplaat op een andere plaats op het voertuig aangebracht mag worden.

Als gevolg van een eerdere wijziging van de Regeling voertuigen is per 1 januari 2024 in die regeling opgenomen dat alleen goedkeuring voor het in de handel brengen van het voertuig kan worden verleend indien op het voertuig ruimte wordt aangebracht voor een kentekenplaat. Maatwerk is voor voertuigen die op basis van een dergelijke goedkeuring zijn verleend dus nooit nodig.

2.3 Gegevens voor registratie in kentekenregister

Met Besluit kentekenreglement BB is met ingang van 1 juli 2025 het Kentekenreglement gewijzigd. Met die wijziging is vastgelegd dat de gegevens die bij een aanvraag voor inschrijving en tenaamstelling van aangewezen bijzondere bromfietsen over het desbetreffende voertuig moeten worden verstrekt, zijn vastgesteld bij ministeriële regeling. Met deze wijzigingsregeling wordt in de Regeling tenaamstelling en kentekenbewijzen vastgelegd welke gegevens het betreft. Het gaat om gegevens over het voertuig die nodig zijn om vast te stellen welk voertuig het betreft, zoals voertuigidentificatienummer en bouwjaar.

3. Toezicht en handhaving

De politie houdt toezicht op de regels voor voertuigen die op de openbare weg worden gebruikt. Dat geldt ook voor het controleren of voertuigen al of niet zijn goedgekeurd voor gebruik op de weg. Het voeren van een kenteken is een belangrijke indicatie dat sprake is van een goedgekeurd voertuig. Om die reden is de kentekening voor bijzondere bromfietsen door de politie positief ontvangen, mits op basis van de kentekenplaat in een oogopslag duidelijk is om wat voor soort voertuig het gaat. Het ontwerp van de gekozen kentekenplaat is voorgelegd aan de politie. Op basis daarvan heeft de politie aangegeven dat het onderscheid met snorfietsen voldoende duidelijk is.

4. Gevolgen

Deze regeling heeft geen andere gevolgen voor de administratieve lasten of de nalevingskosten dan die al eerder zijn beschreven in hoofdstuk 6 in de nota van toelichting bij de algemene maatregel van bestuur waarmee hoofdstuk 9c in het Besluit registratie- en kentekenplicht BB is gevoegd. In deze regeling is vastgelegd welke gegevens bij de inschrijving en tenaamstelling van een voertuig moeten worden overgelegd. De regeldrukeffecten daarvan zijn al meegenomen in paragraaf 6.3.2.3. van de nota van toelichting bij het Besluit registratie- en kentekenplicht BB.

De kosten waarmee kentekening gepaard gaat moeten proportioneel zijn voor de gebruiker. Daarom is zo dicht mogelijk aangesloten bij de bestaande productieprocessen. Een kentekenplaat wordt aangeschaft bij een commerciële partij. De kosten van de nieuwe kentekenplaat worden derhalve door de markt bepaald. Naar verwachting kost een kentekenplaat zoals voorgeschreven in deze regeling circa € 18.

Alle bijzondere bromfietsen die al in gebruik zijn moeten binnen een jaar na het invoeren van de kentekenplicht worden voorzien van een kenteken. Gedurende die conversieperiode bedragen de totale kosten voor het kenteken per voertuig € 18,–, exclusief BTW, voor de inschrijving en tenaamstelling door de RDW en de kosten voor de kentekenplaat, naar verwachting circa € 18,–, in totaal ongeveer € 36,–. Naar verwachting gaat het ongeveer om 5000 voertuigen, en dus om eenmalige kosten van in totaal € 180.000.

MKB-toets

Er is een MKB-toets uitgevoerd in de vorm van twee panelgesprekken met organisaties die in enige vorm betrokken zijn bij bijzondere bromfietsen, met name de BSO-bus. Uit deze gesprekken blijkt dat deelnemers aan die gesprekken de voordelen van kentekening onderschrijven en dat de vragen vooral gaan over de kosten, implementatie, vormgeving van de kentekenplaat, de overgangstermijn om een kenteken aan te vragen en de communicatie hierover richting eigenaars, houders en eindgebruikers. Ten aanzien van de inhoud van deze regeling is door de aanwezige partijen vooral gewezen op het belang om de kosten voor de gekozen kentekens zo laag mogelijk te houden.

5. Consultatie en advies

Advies RDW over verschijningsvorm kenteken

De RDW heeft een externe partij een onderzoek laten uitvoeren naar de gevolgen van verschillende opties voor de uitvoeringspraktijk. Onder meer op basis van dat onderzoek heeft de RDW geadviseerd om voor de processen rondom kentekening van de bijzondere bromfietsen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande processen voor brom- en snorfietsen, alsmede de wijze van kentekening. Hierdoor blijft de impact op de andere betrokken partijen beperkt. Het gaat om partijen die de kentekenplaat fabriceren, partijen die kentekenplaten lamineren en houders van een erkenning om kentekenplaten te verkopen. Hogere kosten voor deze partijen belanden uiteindelijk bij gebruikers van bijzondere bromfietsen via de kosten voor een kentekenplaat.

Gelet op het voorgaande adviseerde de RDW voor de bijzondere bromfietsen en eerste instantie een blauwe snorfietskentekenplaat (14,5 x 12,5 cm of 10 x 17,5 cm) met witte letters, met beginletter ‘E’ in het kenteken, vanwege de wens voor een onderscheidend kenmerk ten opzichte van de snorfiets. Deze vorm is opgenomen in het concept dat voor internetconsultatie openbaar is gemaakt.

Uitvoeringstoets RDW

Verschijningsvorm

In een uitvoeringstoets heeft de RDW een oplossing uitgewerkt voor de modellen aangewezen bijzondere bromfietsen waarop het standaardformaat van de snorfietskentekenplaat niet kan worden aangebracht op het voertuig. Na onderzoek samen met de erkende kentekenplaatfabrikanten werd voorgesteld om voor enkele situaties een kleiner formaat kentekenplaat (10 x 12 cm) aan te brengen.

Tijdens de internetconsultatie is onder meer opgemerkt dat een kentekenplaat met de afmetingen voor een snorfiets niet passen op sommige modellen bijzondere bromfietsen. Gelet daarop en gelet op de wens van de politie voor een onderscheidende kentekenplaat voor bijzondere bromfietsen ten opzichte van snorfietsen, is de RDW opnieuw in overleg gegaan met de erkende kentekenplaatfabrikanten om de mogelijkheden te onderzoeken tot het invoeren van een nieuw standaardmodel kentekenplaat van 10 x 12 cm voor alle bijzondere bromfietsen. Hieruit blijkt dat het mogelijk is een nieuw standaardmodel, dat voldoet aan de echtheidskenmerken van de bestaande brom- en snorfietskentekenplaat en is voorzien van een duplicaatcode, te produceren tegen vergelijkbare kosten als de bestaande snorfietsplaat. Het kleinere formaat kan worden geproduceerd met behoud van dezelfde grondstoffen, materialen, matrijzen en voldoet aan de lettergrootte en herkenbaarheid voor handhavers en evt. ANPR-herkenning. Voor het produceren van een kentekenplaat is een stans-matrijs nodig, waarmee de aluminiumplaat de juiste vorm krijgt. Vanwege de gewijzigde afmetingen van de kentekenplaat moet een nieuwe stans-matrijs voor de blanco-kentekenplaat voor bijzondere bromfietsen gemaakt worden. Daarnaast is een bestaande kentekenplaathouder beschikbaar.

De RDW adviseert daarom in de uitvoeringstoets een nieuw model kentekenplaat met een afmeting van 10x 12 cm in te voeren voor bijzondere bromfietsen en ruimte te laten voor maatwerk bij voertuigen waarbij tijdens de productie geen rekening is gehouden met het plaatsen van een kentekenplaat.

Advisering en toetsing regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Internetconsultatie

Over het ontwerp van deze regeling heeft een internetconsultatie plaatsgevonden van 24 januari tot en met 22 februari 2024. Er zijn in totaal tien reacties ingediend, deze zijn openbaar. Indieners zijn onder andere brancheorganisaties, (belangenvertegenwoordigers van) fabrikanten en particulieren.

De reacties bevatten algemene noties over lichte elektrische voertuigen en kentekening. Daarnaast hebben (belangenvertegenwoordigers van) fabrikanten en verkopers gereageerd op het formaat en de kleurstelling van de kentekenplaat. De algemene reacties over toelating en kentekening van lichte elektrische voertuigen en fatbikes vallen buiten het bereik van deze regeling. De opmerkingen over het formaat van de plaat, de snorfietsplaat waar in eerste instantie van uit was gegaan, gaf mede aanleiding om een kleiner formaat plaat uit te werken dat toepasbaar is op alle bijzondere bromfietsen.

6. Notificatie

Het ontwerp van deze wijzigingsregeling is op 1 juli 2024 voorgelegd aan de Europese Commissie ter voldoening aan het bepaalde in artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241; notificatienummer 2024/0350/NL).

Op grond van artikel 6, eerste lid, van de voornoemde richtlijn, is vervolgens een standstilltermijn van drie maanden in acht genomen. Naar aanleiding van de notificatie zijn geen opmerkingen ingediend.

7. Inwerkingtreding

Deze wijziging treedt, gelijktijdig met de wijzigingen die met Besluit registratie- en kentekenplicht BB in het Kentekenreglement worden aangebracht, in werking op 1 juli 2025. Dit is in overeenstemming met het kabinetsbeleid voor de vaste verandermomenten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I (wijziging Regeling kentekens en kentekenplaten)

Onderdeel A en C

Met onderdeel A is artikel 3 van de Regeling kentekens en kentekenplaten gewijzigd. Artikel 3 schrijft voor welke modellen voor kentekens mogen worden gebruikt op voertuigen. Voor bijzondere bromfietsen wordt model 31.1 gebruikt als standaardmodel. Model 31.5 is het model voor het handelaarskenteken bij bijzondere bromfietsen. Hierbij is de volgorde van de nummering van de modellen aangehouden die ook wordt gehanteerd modellen voor andere voertuigen, waarbij model X.5 telkens het handelaarskenteken betreft.

Artikel 3 is zodanig gewijzigd dat die modellen in artikel 3, zevende lid, wordt toegevoegd aan de opsomming van te gebruiken modellen. Met onderdeel C worden de genoemde modellen toegevoegd aan de bijlage bij de regeling. In de volgorde van de nummering is aangesloten bij de volgorde voor andere voertuigen.

De RDW geeft voor aangewezen bijzondere bromfietsen telkens een kenteken af dat de vaste beginletter ‘E’ heeft. Ook dat is zonder aanpassing mogelijk op basis van artikel 3 van de Regeling kentekens en kentekenplaten.

Voor een beschrijving van de kenmerken van het model dat voor bijzondere bromfietsen wordt gebruikt en de overwegingen die daarin leidend zijn geweest wordt verwezen naar paragraaf 2.1 van het algemene deel van deze toelichting.

Onderdeel B

Artikel 7 van de Regeling kentekens en kentekenplaten regelt waar een kenteken op een voertuig moet worden geplaatst. Het vierde lid bevat voor bromfietsen de hoofdregel, namelijk dat een kenteken op de achterzijde moet worden geplaatst. Met deze regeling wordt aan dat artikel een nieuw elfde lid toegevoegd waarin is geregeld dat door de RDW een andere plaats mag worden gekozen indien het plaatsen op de achterzijde niet mogelijk is of wanneer dat tot verkeersonveilige situaties zou leiden.

Zoals ook het bij plaatsen van een afwijkend model kentekenplaat het geval is, maakt de RDW in het kentekenregister een aantekening dat er afgeweken mag worden van de gebruikelijk plaats van de kentekenplaat.

Artikel II (wijziging Regeling voertuigen)

De Regeling voertuigen bevat de goedkeuringseisen (hoofdstuk 3) en de zogenaamde permanente (gebruiks)eisen (hoofdstuk 5) voor bijzondere bromfietsen. Met artikel II van deze regeling zijn deze eisen aangepast in verband met de verplichte kentekening van deze voertuigen.

Onderdeel A

Voor bijzondere bromfietsen is een nationale typegoedkeuring verplicht. De eisen voor een degelijke goedkeuring worden in nationaal recht vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij internationale goedkeuringseisen. In artikel 3.4.1 van de Regeling voertuigen worden goedkeuringseisen voor andere soorten voertuigen van overeenkomstige toepassing verklaard op bijzondere bromfietsen. Dat geldt onder meer voor Europese verordening (EU) 44/2014, waarin in bijlage XIV eisen worden gesteld aan de ruimte die op een voertuig beschikbaar moet zijn voor een kentekenplaat. De afmetingen die in die bijlage zijn genoemd komen niet overeen met de afmetingen van het model dat met deze wijzigingsregeling in de Regeling voertuigen wordt toegevoegd. Daarom wordt artikel 3.4.1 gewijzigd en wordt daarin bepaald dat op een voertuig ruimte moet worden gelaten voor een kentekenplaat van 10 x 12 cm.

Onderdeel B

Met dit onderdeel is aan artikel 5.6a.1 toegevoegd dat een kentekenplaat aan de achterzijde moet worden aangebracht en dat op de kentekenplaat het goedkeuringsmerk moet zijn aangebracht. Met het goedkeuringsmerk wordt aangetoond dat de plaat voldoet aan de eisen die zijn gesteld in de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000. Die eisen hebben onder meer betrekking op de plaatdikte en de te gebruiken materialen.

Een kentekenplaat mag bij een aangewezen bijzondere bromfiets op een andere plaats zijn aangebracht indien de RDW heeft geoordeeld dat een andere plaats noodzakelijk is, gelet op de verkeersveiligheid of omdat het plaatsen aan de achterzijde niet mogelijk is. Die beoordeling vindt plaats op grond van artikel 7, elfde lid, van de Regeling kentekens en kentekenplaten. Daarom wordt naar dat artikellid verwezen.

Onderdeel C

Met dit onderdeel is aan artikel 5.6a.57 de mogelijkheid toegevoegd om achterkentekenplaatverlichting op een bijzondere bromfiets aan te brengen.

Artikel III (wijziging Regeling erkenning bedrijfsvoorraad)

Op grond van artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994 kan aan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon een erkenning worden verleend die het mogelijk maakt om een voertuig in de bedrijfsvoorraad op te nemen. Een houder van een erkenning voor een bedrijfsvoorraad kan gebruik maken van de bevoegdheid tot versneld inschrijven van een voertuig, zonder afzonderlijk aan het voertuig of onderzoek naar het voldaan hebben aan de af te dragen belastingen. In de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad zijn de eisen vastgelegd waaraan moet worden voldaan om een erkenning te krijgen en de voorwaarden die aan de erkenning zijn verbonden. Die regeling wordt gewijzigd om ook het versneld inschrijven van nog niet op de markt aangeboden en in de handel gebrachte aangewezen bijzondere bromfietsen mogelijk te maken.

Dat is mogelijk wanneer inschrijving wordt verzocht door degene aan wie de aanwijzing of nationale typegoedkeuring op grond waarvan de bromfiets is geproduceerd is verleend.

Verder moet voor de aangewezen bijzondere bromfietsen ook sprake zijn van een bijzondere bromfiets die is opgenomen in de restantvoorraad. Daarna moet voor het desbetreffende type voertuig een goedkeuring zijn verleend. Artikel 3.11.3 van de Regeling voertuigen regelt de wijze waarop een voertuig in de restantvoorraad wordt opgenomen.

Artikel IV (wijziging Regeling tenaamstelling en kentekenbewijzen)

In het Kentekenreglement is met het Besluit kentekening BB een periode geïntroduceerd waarbinnen bestaande bijzondere bromfietsen eenvoudig en goedkoper kunnen worden ingeschreven. De artikelen in hoofdstuk 9c van het Kentekenreglement regelen de wijze van inschrijving en tenaamstelling van bijzondere bromfietsen die tot 1 januari 2024 zijn geproduceerd op basis van een aanwijzing op grond van artikel 20b van de Wegenverkeerswet 1994. Op grond van artikel 58y, vierde lid, van het Kentekenreglement moet degene die inschrijving en tenaamstelling aanvraagt bij de aanvraag gegevens verstrekken die bij ministeriële regeling voorgeschreven. Met artikel IV van deze regeling wordt in de Regeling kentekens en kentekenbewijzen een artikel 4 ingevoegd waarin wordt geregeld welke gegevens bij een dergelijke aanvraag moeten worden gevoegd.

Het gaat om het voertuigidentificatienummer, het nummer van de aanwijzing op basis waarvan de bijzondere bromfiets is geproduceerd en het bouwjaar van de bijzonder bromfiets. Verder moeten foto’s worden overgelegd waarop de kenmerken van het voertuig zichtbaar zijn en waaruit dus bijvoorbeeld het merk, type, kleur en aantal wielen blijkt. Het zal dus moeten gaan om een foto waarop primair het voertuig in beeld is gebracht en niet een foto waarop het voertuig onderdeel is van een groter geheel of waarop slechts een deel van het voertuig te zien is. Verder is een foto nodig waaruit kan worden opgemaakt dat het voertuigidentificatienummer bij het desbetreffende voertuig hoort. Voor deze werkwijze is aangesloten bij de introductie van de kentekenplicht voor landbouwvoertuigen waarbij het overleggen van foto’s van het gehele voertuig en het voertuigidentificatienummer ook werd gevraagd. Deze foto’s zijn nodig om vast te kunnen stellen dat het voertuig waarvoor registratie wordt gevraagd inderdaad overeenkomt met het vervoertuigidentificatienummer dat daaraan is gekoppeld en dat als gevolg daarvan sprake is van het juiste voertuig.

De werkwijze geldt alleen voor de kentekening van voertuigen die nog geen kenteken hebben. Nieuw geproduceerde voertuigen kunnen al worden ingeschreven bij de RDW door de fabrikant of importeur, op basis van een verleende typegoedkeuring of nog bestaande aanwijzing. Voor de consument die een dergelijk voertuig aanschaft geldt dan dat het voertuig al voorzien is van een kenteken.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

Naar boven