Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2025, 12617 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2025, 12617 | ander besluit van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Gelet op artikel 21b, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;
Gehoord de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal;
Besluit:
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 9 april 2025
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie en Veiligheid, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag.
Met dit besluit wordt Vught op grond van artikel 21b, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) als overige zittingsplaats van de rechtbank Oost-Brabant en het gerechtshof ’s-Hertogenbosch aangewezen in verband met de realisatie van een zittingszaal in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught. De aanwijzing van Vught als overige zittingsplaats is in beginsel voor onbepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft in het kader van artikel 21b, tweede lid, Wet RO tevens de bevoegdheid om de aanwijzing van Vught als overige zittingsplaats weer op te heffen, mochten hiervoor in de toekomst redenen zijn.
In de PI Vught is de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) gesitueerd. Gedetineerden die verblijven in de EBI in Vught hebben een hoog risicoprofiel. Dit betekent onder andere dat zij vluchtgevaarlijk kunnen zijn en dat er hoge risico’s op dreiging van buitenaf kunnen zijn, bijvoorbeeld door een gewelddadige poging tot bevrijding of liquidatie.1 Het vervoer en het verblijf van deze gedetineerden buiten de penitentiaire inrichting, bijvoorbeeld tijdens een zittingsdag op een andere locatie, is om die redenen kwetsbaar. Het Bijzonder Ondersteuningsteam (BOT) vervoert deze gedetineerden voor hun strafzaak naar de zittingslocatie. Deze verplaatsingen zorgen voor ernstige verkeersoverlast voor de inwoners van Vught.2 Daarnaast zorgen deze vervoersbewegingen voor een verhoogd risico op incidenten tijdens het transport. Het gaat hierbij met name om het vervoer van gedetineerden uit de EBI naar de zwaarbeveiligde rechtbank in Amsterdam Nieuw-West, genaamd De Bunker.
In het kader van de inzet van het kabinet om de ondermijnende impact van georganiseerde criminaliteit tegen te gaan, is een set maatregelen genomen om de vervoersbewegingen van en naar de PI Vught te beperken met als doel de veiligheid in en rond de PI Vught te vergroten. De realisatie van een kleine zittingszaal in de PI Vught is het sluitstuk van deze set maatregelen. Deze zittingszaal maakt de behandeling van (onderdelen van) strafzaken mogelijk die niet via videoverhoor mogelijk is of niet aangewezen is om per videoverbinding te houden. Per zaak zal worden bekeken of het mogelijk en nodig is dat onderdelen in Vught worden behandeld. Dit besluit is uiteindelijk aan de rechter, die daarbij rekening moet houden met bijzondere aspecten, zoals het aantal verdachten en de eventuele aanwezigheid van beschermde getuigen. Indien de behandeling in Vught kan plaatsvinden, zullen in dat geval de rechters en andere procespartijen naar Vught afreizen.
De zittingszaal in Vught bevindt zich binnen de muren van de PI Vught en heeft om die reden niet dezelfde publieke voorzieningen als andere rechtbanken. Een voor het publiek toegankelijke griffie zal dan ook geen onderdeel uitmaken van de zittingsplaats Vught. Om die reden wordt gekozen voor de aanwijzing van Vught op grond van artikel 21b, tweede lid, van de Wet RO. Artikel 21b, tweede lid, van de Wet RO biedt de mogelijkheid om – naast de al bestaande zittingsplaatsen in het land – overige, al dan niet tijdelijke, zittingsplaatsen aan te wijzen. Bij de aanwijzing of opheffing van zittingsplaatsen, gaat het om een afweging van een veelheid van belangen, waarbij steeds twee criteria een overheersende rol spelen: een goede toegankelijkheid van rechtspraak en een goede bedrijfsvoering van het gerecht.3 In het onderhavige geval ligt de nadruk op een goede bedrijfsvoering van het gerecht, waarbij onder goede bedrijfsvoering moet worden verstaan, het scheppen van de benodigde voorwaarden en voorzieningen om de veiligheid van de procespartijen en de omgeving tijdens de terechtzitting te waarborgen. Vught wordt voor onbepaalde tijd aangewezen omdat de zittingszaal een structurele voorziening is die past binnen het pakket aan maatregelen die het kabinet treft in de aanpak van de ondermijnende criminaliteit.
Na het Justitieel Complex Schiphol is Vught de tweede locatie in Nederland waar berechting en detentie op één plek samenkomen. Door het combineren van een gevangenis en een zittingslocatie in een hoog beveiligde omgeving kan een deel van de gedetineerden met een hoog risicoprofiel in één veilige omgeving worden gedetineerd en berecht, waardoor zij minder vaak met een beveiligd transport naar de rechtbank of het gerechtshof hoeven te worden gebracht. Het aantal justitiële complexen met een extra beveiligde zittingszaal wordt in de toekomst verder uitgebreid.
Artikel 1 van dit besluit ziet op de aanwijzing van Vught als overige zittingsplaats van de rechtbank Oost-Brabant, die rechtszaken in eerste aanleg behandelt. Artikel 2 van dit besluit ziet op aanwijzing van Vught als overige zittingsplaats van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, dat rechtszaken in tweede aanleg (hoger beroep) behandelt.
Nu Vught als overige zittingsplaats is aangewezen, kan – na overleg met de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal – door middel van een aanvullende aanwijzing ex artikel 21b, derde lid, Wet RO bepaald worden dat de terechtzitting in een zaak die aanhangig is bij een ander gerecht dan de rechtbank Oost-Brabant of het gerechtshof ’s-Hertogenbosch in de zittingszaal in de PI Vught wordt gehouden door het gerecht waar de zaak aanhangig is. Hiervoor is vereist dat de behandeling in Vught noodzakelijk is in verband met de veiligheid van personen of andere zwaarwegende omstandigheden. De beslissing om – via de Raad voor de rechtspraak – te verzoeken om een aanwijzing ex artikel 21b, derde lid, Wet RO is aan de rechter die de zaak behandelt.
Gelet op art 21b, tweede lid, van de Wet RO zijn de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal gehoord. Daaruit zijn geen bezwaren naar voren gekomen.
’s-Gravenhage, 9 april 2025
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken
De trend in de afgelopen jaren is dat alle GVM (gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel)-categorieën gestaag stijgen. Ook het aantal GVM-gedetineerden met het profiel ‘hoog’ en ‘extreem’ dat is gehuisvest in Vught, stijgt.
Dit wordt versterkt doordat er de komende jaren omvangrijke rijksinfraprojecten in Vught plaatsvinden, waardoor de PI Vught minder goed bereikbaar wordt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-12617.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.