U bekijkt een publicatie met

Toon versie van document

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 25 maart 2025, nr. IENW/BSK-2025/78760, houdende enkele wijzigingen van bijlage V bij de Omgevingsregeling in verband met emissiefactoren voor stalsystemen (KetenID WGK027268)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4.3, vierde lid, van de Omgevingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Omgevingsregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage V wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

BIJLAGE V BIJ DE ARTIKELEN 4.5, 4.6, 4.7, EERSTE EN TWEEDE LID, 6.14, VIERDE EN VIJFDE LID, 7.124, TWEEDE LID, 8.31, VIERDE EN VIJFDE LID, EN 9.3, DERDE LID, VAN DEZE REGELING (HUISVESTINGSSYSTEMEN EN EMISSIEFACTOREN)

Code

Beschrijving huisvestingssysteem

Nummer systeembeschrijving

Emissiefactor per dierplaats

ammoniak

(kg NH3/jaar)

geur

(ouE/sec)

fijnstof

(g PM10/jaar)

HOOFDCATEGORIE A: RUNDVEE

HA1

Diercategorie melk- en kalfkoeien van 2 jaar en ouder (inclusief kalveren jonger dan 14 dagen)

 
 
 
 

HA1.1

Grupstal met drijfmest

OW 1993.09.V1

5,7

81

HA1.2

Ligboxenstal met hellende vloer en giergoot

OW 1993.03.V1,

OW 1993.04.V1,

OW 1993.05.V1,

OW 1993.06.V1,

OW 1994.08.V1

10,2

148

HA1.3

Ligboxenstal met hellende vloer en spoelsysteem

OW 1994.03.V1

9,2

148

HA1.4

Ligboxenstal met hellende vloer en giergoot met spoelsysteem of roostervloer met spoelsysteem

OW 2001.28.V1

10,2

148

HA1.5

Ligboxenstal met dichte geprofileerde hellende vloer

OW 2009.11.V1

11,0

148

HA1.6

Ligboxenstal met dichte hellende vloer met rubber toplaag

OW 2009.22.V1

11,0

148

HA1.7

Ligboxenstal met sleufvloer

OW 2010.14.V1,

OW 2010.24.V1

11,8

148

HA1.8

Ligboxenstal met roostervloer met bolle rubber toplaag en afdichtflappen in roosterspleten waarvoor voor 12 april 2017 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2010.30.V1

6,0

148

HA1.9

Ligboxenstal met roostervloer met bolle rubber toplaag

OW 2010.31.V1

7

148

HA1.10

Ligboxenstal met geprofileerde vloer met hellende sleuven en regelmatige mestafstorten waarvoor voor 20 juli 2018 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2010.32.V1

11,8

148

HA1.11

Ligboxenstal met geprofileerde vloer met hellende sleuven en regelmatige mestafstorten waarvoor voor 20 juli 2018 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2010.33.V1

12,2

148

HA1.12

Ligboxenstal met roostervloer met cassettes in de roosterspleten

OW 2010.34.V1

7

148

HA1.13

Ligboxenstal met geprofileerde vloer met hellende sleuven en regelmatige mestafstorten met afdichtflappen

OW 2010.35.V1

7

148

HA1.14

Ligboxenstal met geprofileerde vloer met hellende sleuven en regelmatige mestafstorten met afdichtkleppen waarvoor voor 20 juli 2018 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2010.36.V1

10,3

148

HA1.15

Ligboxenstal met V-vormige vloer met gietasfalt in combinatie met een gierafvoerbuis en met mestschuif waarvoor voor 20 juli 2018 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2012.01.V1

11,7

148

HA1.16

Mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem waarvoor voor 20 juli 2018 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2012.02.V1

5,1

148

HA1.17

Ligboxenstal met V-vormige vloer van geprofileerde vloerelementen in combinatie met een gierafvoerbuis

OW 2012.04.V1

8

148

HA1.18

Ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd met afdichtkleppen in roosterspleten

OW 2012.05.V1

11

148

HA1.19

Ligboxenstal met geprofileerde hellende vloer met perforaties waarvoor voor 6 mei 2020 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2012.08.V1

10,1

148

HA1.20

Ligboxenstal met geprofileerde vloer met hellende sleuven en regelmatige mestafstorten met afdichtingen

OW 2013.01.V1

7

148

HA1.21

Ligboxenstal met sleufvloer met in doorsteken, wachtruimte en doorlopen een roostervloer met bolle rubber toplaag en afdichtflappen in roosterspleten

OW 2013.03.V1

11

148

HA1.22

Ligboxenstal met geprofileerde vloer met hellende sleuven met urineafvoergat of met regelmatige mestafstorten met afdichtkleppen

OW 2013.04.V1

6

148

HA1.23

Ligboxenstal met geprofileerde vloer met hellende sleuven, aaneengesloten of met regelmatige mestafstorten met afdichtflappen

OW 2013.05.V1

7

148

HA1.24

Ligboxenstal met vloer met geprofileerde rubber matten met hellend profiel en regelmatige mestafstorten met afdichtflappen waarvoor voor 6 mei 2020 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2013.06.V1

10,3

148

HA1.25

Ligboxenstal met hellende vloer met geprofileerde rubber matten en centrale giergoot

OW 2013.07.V1

8

148

HA1.26

Ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd met afdichtkleppen in roosterspleten en vernevelsysteem

OW 2014.02.V1

8

148

HA1.27

Ligboxenstal met roostervloer met rubber matten en composietnokken met hellend profiel en cassettes in roosterspleten

OW 2015.05.V1

6

148

HA1.28

Ligboxenstal met geprofileerde hellende vloer met holtes voor gieropvang en -afvoer aan zijkant waarvoor voor 1 januari 2019 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2015.06.V1

9,9

148

HA1.29

Ligboxenstal met roostervloer met bolle rubber toplaag

OW 2017.06.V1

8

148

HA1.30

Ligboxenstal met sleufvloer met geprofileerde rubber tegels waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2018.02.V1

8,1

148

HA1.31

Ligboxenstal met vlakke betonnen vloerplaten met sleuven, voorzien van profiel met 1% hellende groeven richting een centrale giergoot met giergaten en mestverwijdering waarvoor voor 1 december 2022 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2018.03.V1

9,1

148

HA1.32

Ligboxenstal met geprofileerde rubber oplegsleufvloer met hellende sleuven met gierafvoergaatjes waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2018.06.V1

7,1

148

HA1.33

Ligboxenstal met dichte geprofileerde vloer met rubbermatten en composietnokken met hellend profiel waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2018.07.V1

9,0

148

HA1.34

Ligboxenstal met vlakke vloer met rubber sleufvloer, vlakke langssleuven en geprofileerd rubber (hellende V-vorm), groeven en nopjes tussen de langssleuven met vingermestschuif waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of waarvoor tussen 1 januari 2024 en 26 april 2024 een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit is verleend, of, als een vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor 26 april 2024

OW 2019.01.V1

8,3

148

HA1.35

Ligboxenstal met urineopvangstation waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of waarvoor tussen 1 januari 2024 en 2 juni 2024 een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit is verleend, of, als een vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor 2 juni 2024

OW 2021.05.V1V2

8,46

148

HA1.36

Ligboxenstal met een indrukbare drainerende loopvloer voorzien van een mestschuif, waarbij de urine en mest direct worden gescheiden en apart worden opgeslagen, waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of waarvoor tussen 1 januari 2024 en 2 oktober 2024 een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit is verleend, of, als een vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor 2 oktober 2024

OW 2021.06.V1

6,4

148

HA1.37

Ligboxenstal voorzien van geprofileerde rubberen oplegmatten met ruitprofiel onder 2% afschot naar een centrale giergoot en frequente mestverwijdering met vaste mestschuif, waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of waarvoor tussen 1 januari 2024 en 2 oktober 2024 een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit is verleend, of, als een vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor 2 oktober 2024

OW 2021.07.V1

8,9

148

HA1.38

Natuurlijk geventileerde ligboxenstal met een roostervloer voorzien van inlays met urineafvoergaatjes in de roosterspleten, frequent bevochtigen en schoonzuigen van de vloer door een mestverzamelrobot en een mechanische kelderluchtafzuiging met een chemisch luchtwassysteem (95% emissiereductie)

OW 2021.08.V1V2

3

-

148

HA1.39

Ligboxenstal met V-vormige vloer van geprofileerde vloerelementen in een helling van 3,5% in combinatie met een gierafvoerbuis, waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of waarvoor tussen 1 januari 2024 en 9 maart 2026 een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit is verleend, of, als een vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor 9 maart 2026

OW 2022.01.V1

6,2

-

148

HA1.100

Overige huisvestingssystemen

 

13

148

 
 
 
 
 
 

HA2

Diercategorie vrouwelijk jongvee jonger dan 2 jaar, diercategorie fokstieren jonger dan 2 jaar

 
 
 
 

HA2.100

Overige huisvestingssystemen

 

4,4

38

 
 
 
 
 
 

HA3

Diercategorie vleeskalveren jonger dan 1 jaar

 
 
 
 

HA3.1

Stal met hellende roostervloer in combinatie met hellende schijnvloer onder roostervloer waarvoor voor 6 mei 2020 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2012.09.V1

2,5

35,6

33

HA3.2

Stal met volledige roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag en afdichtkleppen in de roosterspleten waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2018.04.V1

1,9

31,2

22

HA3.100

Overige huisvestingssystemen

 

3,5

35,6

33

 
 
 
 
 
 

HA4

Diercategorie zoogkoeien van 2 jaar en ouder (inclusief ongespeende kalveren)

 
 
 
 

HA4.100

Overige huisvestingssystemen

 

4,1

86

 
 
 
 
 
 

HA5

Diercategorie overig vleesvee vanaf spenen en jonger dan 2 jaar

 
 
 
 

HA5.100

Overige huisvestingssystemen

 

5,3

35,6

170

 
 
 
 
 
 

HA6

Diercategorie overig rundvee van 2 jaar en ouder

 
 
 
 

HA6.100

Overige huisvestingssystemen

 

6,2

170

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE B: SCHAPEN

 
 
 
 

HB1

Diercategorie schapen van 1 jaar en ouder (inclusief lammeren)

 
 
 
 

HB1.100

Overige huisvestingssystemen (beweiden)

 

0,7

7,8

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE C: GEITEN

 
 
 
 

HC1

Diercategorie geiten van 1 jaar en ouder

 
 
 
 

HC1.100

Overige huisvestingssystemen

 

1,9

18,8

19

 
 
 
 
 
 

HC2

Diercategorie geiten vanaf 61 dagen tot 1 jaar

 
 
 
 

HC2.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,8

11,3

10

 
 
 
 
 
 

HC3

Diercategorie geiten tot 61 dagen

 
 
 
 

HC3.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,2

5,7

10

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE D: VARKENS

 
 
 
 

HD1

Diercategorie gespeende biggen minder dan 25 kg

 
 
 
 

HD1.1

Vlakke gecoate keldervloer met mestschuif

OW 1993.01.V1

0,20

5,4

56

HD1.2

Gedeeltelijk rooster met spoelgotensysteem

OW 1994.09.V1,

OW 1997.01.V1

0,24

7,8

74

HD1.3

Mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof

 
 
 
 

HD1.3.1

Volledig rooster

OW 1996.05.V1

0,18

7,8

56

HD1.3.2

Gedeeltelijk rooster

OW 1996.05.V1

0,25

7,8

74

HD1.4

Mestband in mestkanaal met metalen driekantrooster

OW 1996.06.V1

0,23

5,4

74

HD1.5

Ondiepe mestkelders met water- en mestkanaal

 
 
 
 

HD1.5.1

Oppervlakte mestkanaal ten hoogste 0,13 m2 per dierplaats

OW 1996.01.V1

0,26

5,4

74

HD1.5.2

Oppervlakte mestkanaal ten hoogste 0,19 m2 per dierplaats

OW 2001.14.V1

0,33

7,8

74

HD1.6

Schuine putwand

 
 
 
 

HD1.6.1

Emitterende mestoppervlakte ten hoogste 0,07 m2 per dierplaats, ongeacht groepsgrootte

OW 2001.13.V1

0,17

5,4

74

HD1.6.2

Emitterende mestoppervlakte 0,07–0,10 m2 per dierplaats in groepen tot 30 dieren

OW 2004.06.V1

0,21

5,4

74

HD1.6.3

Emitterende mestoppervlakte 0,07–0,10 m2 per dierplaats in groepen vanaf 30 dieren zonder spoelgoten

OW 2010.04.V1

0,18

5,4

74

HD1.6.4

Emitterende mestoppervlakte 0,07–0,10 m2 per dierplaats in groepen vanaf 30 dieren met spoelgoten

OW 1999.05.V1,

OW 1999.06.V1

0,18

7,8

74

HD1.7

Gedeeltelijk rooster met verkleinde mestoppervlakte

OW 2001.16.V1

0,39

7,8

74

HD1.8

Mestopvang in water met mestafvoersysteem

OW 2006.07.V1

0,15

5,4

56

HD1.9

Volledig rooster met water- en mestkanaal

OW 2010.05.V1

0,20

5,4

56

HD1.10

Koeldeksysteem (150% koeloppervlakte)

OW 2010.12.V1

0,17

5,4

56

HD1.11

Hok met conditionering van de ligvloertemperatuur, mestkelders met water- en mestkanaal, voerbak en watervoorziening boven het waterkanaal, mestkanaal met metalen driekant roostervloer met mestspleet, beide kanalen voorzien van een pan met watervulsysteem, dagelijkse mestafvoer uit het mestkanaal en een emitterend mestoppervlakte van ten hoogste 0,062 mper dierplaats waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of, als deze vergunning niet nodig was, dat rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum

OW 2019.02.V1

0,21

5,4

56

HD1.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,69

7,8

74

 
 
 
 
 
 

HD2

Diercategorie kraamzeugen (inclusief biggen tot spenen)

 
 
 
 

HD2.1

Spoelgotensysteem, spoelen met dunne mest

OW 1993.12.V1,

OW 1999.02.V1

3,3

27,9

160

HD2.2

Kunststof schijnvloer met schuif onder rooster

OW 1994.02.V1

3,7

27,9

160

HD2.3

Vlakke gecoate keldervloer met mestschuif

OW 1994.06.V1

4,0

27,9

160

HD2.4

Hellende gecoate keldervloer met giergoot en mestschuif

OW 1994.07.V1

3,1

27,9

160

HD2.5

Ondiepe mestkelders met mest- en waterkanaal

OW 1995.08.V1

4,0

27,9

160

HD2.6

Mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof

OW 1996.04.V1

3,1

27,9

160

HD2.7

Mestkanaal en hellende (schijn)vloer onder roostervloer

OW 2001.17.V1

5,0

27,9

160

HD2.8

Schuiven in mestgoot

0W 2001.18.V1

2,5

27,9

160

HD2.9

Waterkanaal met afgescheiden mestkanaal of mestbak

OW 2004.07.V1

2,9

27,9

160

HD2.10

Mestpan

OW 2006.08.V1

2,9

27,9

160

HD2.11

Mestgoot met mestafvoersysteem

OW 2010.06.V1

3,2

27,9

160

HD2.12

Mestpan met water- en mestkanaal

OW 2010.07.V1

2,9

27,9

160

HD2.13

Mestpan met water- en mestkanaal en koelsysteem

OW 2018.01.V1

1,3

27,9

160

HD2.14

Koeldeksysteem (150% koeloppervlakte)

OW 2010.15.V1

2,4

27,9

160

HD2.100

Overige huisvestingssystemen

 

8,3

27,9

160

 
 
 
 
 
 

HD3

Diercategorie guste en dragende zeugen

 
 
 
 

HD3.1

Smalle ondiepe mestkanalen met metalen driekantrooster en rioleringssysteem (individuele huisvesting)

OW 1995.02.V1

2,4

18,7

175

HD3.2

Mestgoot met combinatierooster en frequente mestafvoer (individuele huisvesting)

OW 1995.05.V1

1,8

18,7

175

HD3.3

Spoelgotensysteem met dunne mest

 
 
 
 

HD3.3.1

Individuele huisvesting

OW 1995.07.V1

2,5

18,7

175

HD3.3.2

Groepshuisvesting

OW 1998.01.V1,

OW 1999.03.V1

2,5

18,7

175

HD3.4

Mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof

 
 
 
 

HD3.4.1

Individuele huisvesting

OW 1996.03.V1

1,8

18,7

175

HD3.4.2

Groepshuisvesting

OW 1998.02.V1

1,8

18,7

175

HD3.5

Schuiven in mestgoot (individuele huisvesting)

OW 2001.19.V1

2,2

18,7

175

HD3.6

Mestband in mestkanaal met metalen driekantrooster

OW 2008.11.V1

2,2

18,7

175

HD3.7

Koeldeksysteem

 
 
 
 

HD3.7.1

115% koeloppervlakte (individuele huisvesting)

OW 2010.16.V1

2,2

18,7

175

HD3.7.2

135% koeloppervlakte (groepshuisvesting)

OW 2010.17.V1

2,2

18,7

175

HD3.8

Groepshuisvesting zonder strobed met voerligboxen of voerstations en schuine putwanden in mestkanaal

 
 
 
 

HD3.8.1

Met metalen driekantrooster

OW 2010.08.V1

2,3

18,7

175

HD3.8.2

Met anders dan metalen driekantrooster

OW 2006.09.V1

2,5

18,7

175

HD3.9

Rondloopstal met voerstation en strobed

OW 2010.09.V1

2,6

18,7

175

HD3.10

Hok met kelders met water- en mestkanaal, vloervoedering, mestkanaal met metalen driekant roostervloer met mestspleet, mest- en watergoot met schuine puntwanden, koelsysteem en watervul- en spoelsysteem in mestgoot, dagelijkse mestafvoer en een emitterend mestoppervlakte van ten hoogste 0,3 m2 per dierplaats waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of, als deze vergunning niet nodig was, dat rechtmatig in gebruik is genomen voor 1 januari 2023

OW 2019.03.V1

1,5

18,7

175

HD3.100

Overige huisvestingssystemen (groepshuisvesting)

 

4,2

18,7

175

HD3.101

Overige huisvestingssystemen (individuele huisvesting)

 

4,2

18,7

175

 
 
 
 
 
 

HD4

Diercategorie dekberen van 7 maanden en ouder

 
 
 
 

HD4.100

Overige huisvestingssystemen

 

5,5

18,7

180

 
 
 
 
 
 

HD5

Diercategorie vleesvarkens van 25 kg en meer, diercategorie opfokberen van 25 kg en meer en jonger dan 7 maanden

diercategorie opfokzeugen van 25 kg en meer

 
 
 
 

HD5.1

Scharrelvleesvarkens in beddenstal

OW 2001.30.V1

1,9

23,0

153

HD5.2

Gehele dierplaats onderkelderd zonder stankafsluiter

OW 2001.23.V1

4,5

23,0

153

HD5.3

Mestopvang in en spoelen met ammoniakarme vloeistof (inclusief aanzuren)

OW 1993.10.V1,

OW 1993.11.V1,

OW 1995.03.V1,

OW 2001.24.V1

1,6

17,9

153

HD5.4

Metalen driekantrooster met mestopvang in met formaldehyde behandelde mestvloeistof

OW 1995.01.V1

1,0

17,9

153

HD5.5

Metalen driekantrooster met mestopvang in water

OW 1995.06.V1

1,3

17,9

153

HD5.6

Spoelgotensysteem met metalen driekantrooster

OW 1998.03.V1

1,2

23,0

153

HD5.7

Spoelgotensysteem met rooster

OW 1998.04.V1,

OW 1999.04.V1

1,7

23,0

153

HD5.8

Water- en mestkanaal

OW 2001.03.v1

1,7

23,0

153

HD5.9

Mestkanaal met schuine putwand (en waterkanaal)

 
 
 
 

HD5.9.1

Met metalen driekantrooster op mestkanaal

 
 
 
 

HD5.9.1.1

Emitterende mestoppervlakte ten hoogste 0,18 m2 per dierplaats met spoelgoten

OW 1997.04.V1

1,0

23,0

153

HD5.9.1.2

Emitterende mestoppervlakte ten hoogste 0,18 m2 per dierplaats zonder spoelgoten

OW 2004.03.V1

1,0

17,9

153

HD5.9.1.3

Emitterende mestoppervlakte 0,18–0,27 m2 per dierplaats met spoelgoten

OW 1997.04.V1

1,4

23.0

153

HD5.9.1.4

Emitterende mestoppervlakte 0,18–0,27 m2 per dierplaats zonder spoelgoten

OW 2004.04.V1

1,4

17,9

153

HD5.9.2

Met anders dan metalen driekantrooster op mestkanaal

 
 
 
 

HD5.9.2.1

Emitterende mestoppervlakte ten hoogste 0,18 m2 per dierplaats

OW 2004.05.V1

1,5

17,9

153

HD5.9.2.2

Emitterende mestoppervlakte 0,18–0,27 m2 per dierplaats

OW 2010.10.V1

1,9

23,0

153

HD5.10

Koeldeksysteem (200% koeloppervlakte)

 
 
 
 

HD5.10.1

Met metalen driekantrooster

 
 
 
 

HD5.10.1.1

Emitterende mestoppervlakte ten hoogste 0,5 m2 per dierplaats

OW 2004.08.V1

1,2

17,9

153

HD5.10.1.2

Emitterende mestoppervlakte ten hoogste 0,8 m2 per dierplaats

OW 2010.19.V1

1,5

17,9

153

HD5.10.2

Met anders dan metalen driekantrooster

 
 
 
 

HD5.10.2.1

Emitterende mestoppervlakte ten hoogste 0,6 m2 per dierplaats

OW 2010.20.V1

1,6

17,9

153

HD5.10.2.2

Emitterende mestoppervlakte 0,6–0,8 m2 per dierplaats

OW 2001.01.V1

2,4

23,0

153

HD5.11

Koeldeksysteem (170% koeloppervlakte) met metalen driekantrooster

 
 
 
 

HD5.11.1

Emitterende mestoppervlakte mestkanaal groter dan 0,5 m2, maar ten hoogste 0,67 m2 per dierplaats

OW 2001.25.V1

1,7

23

153

HD5.11.2

Emitterende mestoppervlakte mestkanaal ten hoogste 0,5 m2 per dierplaats

OW 2019.05.V1

1,4

17,9

153

HD5.12

Bollevloerhok met betonnen morsrooster en metalen driekantrooster

 
 
 
 

HD5.12.1

Emitterende mestoppervlakte ten hoogste 0,22 m2 per dierplaats

OW 2001.27.V1

1,4

17,9

153

HD5.12.2

Emitterende mestoppervlakte ten hoogste 0,33 m2 per dierplaats

OW 2001.27.V1

2,0

23,0

153

HD5.13

Mestband in mestkanaal met metalen driekantrooster

OW 2008.11.V1

1,1

17,9

153

HD5.14

Hok met mestkelders met water- en mestkanaal, voerbak en watervoorziening boven het waterkanaal, mestkanaal met metalen driekant roostervloer, mestgoot met schuine putwanden, koelsysteem en watervul- en spoelsysteem, dagelijkse mestafvoer en een emitterende mestoppervlakte van ten hoogste 0,08 m2 per dierplaats waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of, als deze vergunning niet nodig was, dat rechtmatig in gebruik is genomen voor 1 januari 2023

OW 2019.04.V1

0,77

17,9

153

HD5.100

Overige huisvestingssystemen

 

3,0

23,0

153

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE E: KIPPEN

 
 
 
 

HE1

Diercategorie opfokhennen en -hanen van legkippen jonger dan 18 weken

 
 
 
 

HE1.1

Kooihuisvesting

 
 
 
 

HE1.1.1

Batterij met mestband

OW 1993.07.V1

0,020

0,18

2

HE1.1.2

Batterij met mestbandbeluchting

 
 
 
 

HE1.1.2.1

Beluchting 0,2 m3/uur per dierplaats

OW 1993.08.V1

0,020

0,18

2

HE1.1.2.2

Beluchting 0,4 m3/uur per dierplaats

OW 1997.03.V1

0,006

0,18

2

HE1.1.3

Batterij met mestbandbeluchting en bovenliggende droogtunnel

OW 1999.01.V1

0,010

0,18

2

HE1.1.4

Batterij met mestschuiven en centrale mestband

OW 1995.04.V1

0,011

0,18

2

HE1.1.5

Batterij met open mestopslag

OW 2001.04.V1

0,045

0,18

2

HE1.1.6

Batterij met mest- en luchtkanaal

OW 2001.05.V1

0,208

0,18

2

HE1.1.7

Koloniehuisvesting met mestbandbeluchting 0,7 m3/uur per dierplaats

OW 2009.10.V1

0,016

0,18

8

HE1.2

Grondhuisvesting

 
 
 
 

HE1.2.1

Strooiselvloer (eventueel met roostervloer)

OW 2001.06.V1

0,170

0,18

30

HE1.2.2

Warmteheaters en ventilatoren

OW 2009.14.V1

0,088

0,18

30

HE1.2.3

Verhoogde roostervloer met daarboven oplierbare en/of opklapbare roosters

OW 2015.03.V1

0,110

0,18

30

HE1.2.4

Warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag

OW 2011.13.V1

0,088

0,18

30

HE1.3

Volièrehuisvesting

 
 
 
 

HE1.3.1

Ten minste 50% rooster met mestband

OW 2005.02.V1

0,050

0,18

23

HE1.3.2

65–70% rooster en mestbandbeluchting 0,3 m3/uur per dierplaats

OW 2005.03.V1

0,030

0,18

23

HE1.3.3

45–55% rooster en mestbandbeluchting

 
 
 
 

HE1.3.3.1

Beluchting 0,1 m3/uur per dierplaats

OW 2006.10.V1

0,030

0,18

23

HE1.3.3.2

Beluchting 0,3 m3/uur per dierplaats

OW 2006.10.V1

0,023

0,18

23

HE1.3.4

30–35% rooster en mestbandbeluchting 0,4 m3/uur per dierplaats

OW 2006.11.V1

0,014

0,18

23

HE1.3.5

55-60% rooster en mestbandbeluchting 0,4 m3/uur per dierplaats

OW 2006.12.V1

0,020

0,18

23

HE1.100

Overige huisvestingssystemen (niet-batterijhuisvesting)

 

0,170

0,18

30

HE1.101

Overige huisvestingssystemen (batterijhuisvesting)

 

0,045

0,18

30

 
 
 
 
 
 

HE2

Diercategorie legkippen van 18 weken en ouder, diercategorie ouderdieren van legkippen van 18 weken en ouder

 
 
 
 

HE2.1

Kooihuisvesting

 
 
 
 

HE2.1.1

Verrijkte kooien met mestbandbeluchting

OW 2005.11.V1

0,030

0,35

23

HE2.1.2

Koloniehuisvesting met mestbandbeluchting

OW 2009.10.V1

0,030

0,35

23

HE2.2

Grondhuisvesting

 
 
 
 

HE2.2.1

Circa 1/3 strooiselvloer en circa 2/3 roostervloer

OW 2001.09.V1

0,402

0,34

84

HE2.2.2

Met beluchting onder gedeeltelijk verhoogde roostervloer

OW 2010.21.V1

0,110

0,34

84

HE2.2.3

Met mestbeluchting via buizen onder beun

OW 2001.10.V1

0,125

0,34

84

HE2.2.4

Met enkele buis onder beun aan beide zijden van legnest

OW 2011.09.V1

0,150

0,34

84

HE2.2.5

Met mestbeluchting via verticale ventilatiekokers

OW 2011.10.V1

0,150

0,34

84

HE2.2.6

Twee verdiepingen met mestbanden onder roosters

OW 2004.11.V1

0,068

0,34

84

HE2.2.7

Met frequente mest- en strooiselverwijdering

OW 2004.12.V1

0,106

0,34

84

HE2.3

Volièrehuisvesting

 
 
 
 

HE2.3.1

Ten minste 50% rooster met mestband

OW 2004.09.V1

0,090

0,34

65

HE2.3.2

45–55% roosters en mestbandbeluchting

 
 
 
 

HE2.3.2.1

Beluchting ten minste 0,2 m3/uur per dierplaats

OW 2004.10.V1

0,055

0,34

65

HE2.3.2.2

Beluchting ten minste 0,5 m3/uur per dierplaats

OW 2004.10.V1

0,042

0,34

65

HE2.3.3

30–35% roosters en mestbandbeluchting 0,7 m3/uur per dierplaats

OW 2005.04.V1

0,025

0,34

65

HE2.3.4

55–60% roosters en mestbandbeluchting 0,7 m3/uur per dierplaats

OW 2005.05.V1

0,037

0,34

65

HE2.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,315

0,34

84

 
 
 
 
 
 

HE3

Diercategorie ouderdieren van vleeskuikens in opfok jonger dan 19 weken

 
 
 
 

HE3.1

Mixluchtventilatie

OW 2005.10.V1

0,114

0,18

23

HE3.2

Warmteheaters en ventilatoren

OW 2009.14.V1

0,129

0,18

23

HE3.3

Warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag

OW 2011.13.V1

0,129

0,18

23

HE3.4

Luchtmengsysteem voor droging strooisellaag met warmtewisselaar

OW 2010.13.V1

0,077

0,18

23

HE3.5

Buizenverwarming waarvoor voor 1 december 2022 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum en die is toegepast in een dierenverblijf dat nadien niet is vervangen of uitgebreid

OW 2017.01.V1

0,044

0,18

23

HE3.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,250

0,18

23

 
 
 
 
 
 

HE4

Diercategorie ouderdieren van vleeskuikens van 19 weken en ouder

 
 
 
 

HE4.1

Groepskooi met mestband en geforceerde mestdroging

OW 1995.09.V1,

OW 1996.07.V1,

OW 2009.23.V1

0,080

0,93

8

HE4.2

Volièrehuisvesting

 
 
 
 

HE4.2.1

Met geforceerde mestdroging

OW 2010.22.V1

0,170

0,93

43

HE4.2.2

Met geforceerde mest- en strooiseldroging

OW 2010.23.V1

0,130

0,93

43

HE4.3

Perfosysteem op gedeeltelijk verhoogde roostervloer

OW 1998.05.V1

0,230

0,93

43

HE4.4

Grondhuisvesting met mestbeluchting

 
 
 
 

HE4.4.1

Van bovenaf

OW 2004.13.V1

0,250

0,93

43

HE4.4.2

Met verticale slangen in mest

OW 2004.14.V1

0,435

0,93

43

HE4.4.3

Via buizen onder beun

OW 2010.03.V1

0,435

0,93

43

HE4.4.4

Via verticale ventilatiekokers

OW 2010.37.V1

0,435

0,93

43

HE4.5

Grondhuisvesting met mestbanden onder de roosters

OW 2007.10.V1

0,245

0,93

43

HE4.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,580

0,93

43

 
 
 
 
 
 

HE5

Diercategorie vleeskuikens

 
 
 
 

HE5.1

Zwevende vloer met strooiseldroging

OW 1993.02.V1,

OW 1994.05.V1,

OW 1996.02.V1,

OW 1996.09.V1

0,004

0,33

22

HE5.2

Geperforeerde vloer met strooiseldroging

OW 1994.04.V1,

OW 1996.08.V1

0,012

0,33

22

HE5.3

Etagesysteem met volledige roostervloer en mestbandbeluchting

OW 1997.02.V1

0,004

0,33

22

HE5.4

Grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling

OW 2001.11.V1

0,038

0,33

22

HE5.5

Mixluchtventilatie

OW 2005.10.V1

0,031

0,33

22

HE5.6

Etagesysteem met mestband en strooiseldroging

OW 2006.13.V1

0,017

0,33

22

HE5.7

Warmteheaters en ventilatoren

OW 2009.14.V1

0,035

0,33

22

HE5.8

Luchtmengsysteem voor droging strooisellaag met warmtewisselaar

OW 2010.13.V1

0,021

0,33

22

HE5.9

Luchtmengsysteem voor droging strooisellaag met warmteheaters

OW 2011.13.V1

0,035

0,33

22

HE5.10

Buizenverwarming

OW 2017.01.V1

 
 
 

HE5.10.1

Huisvestingssysteem waarvoor voor 1 december 2022 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, dat rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum en dat is toegepast in een dierenverblijf dat nadien niet is vervangen of uitgebreid

 

0,012

0,33

22

HE5.10.2

Huisvestingssysteem dat niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in rij HE5.10.1

 

0,021

0,33

22

HE5.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,068

0,33

22

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE F: PARELHOENDERS

 
 
 
 

HF1

Diercategorie vleesparelhoenders

 
 
 
 

HF1.1

Zwevende vloer met strooiseldroging

OW 1993.02.V1,

OW 1994.05.V1,

OW 1996.02.V1

OW 1996.09.V1

0,004

0,33

22

HF1.2

Geperforeerde vloer met strooiseldroging

OW 1994.04.V1,

OW 1996.08.V1

0,012

0,33

22

HF1.3

Etagesysteem met volledige roostervloer en mestbandbeluchting

OW 1997.02.V1

0,004

0,33

22

HF1.4

Grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling

OW 2001.11.V1

0,038

0,33

22

HF1.5

Mixluchtventilatie

OW 2005.10.V1

0,031

0,33

22

HF1.6

Etagesysteem met mestband en strooiseldroging

OW 2006.13.V1

0,017

0,33

22

HF1.7

Warmteheaters en ventilatoren

OW 2009.14.V1

0,035

0,33

22

HF1.8

Luchtmengsysteem voor droging strooisellaag met een warmtewisselaar

OW 2010.13.V1

0,021

0,33

22

HF1.9

Warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag

OW 2011.13.V1

0,035

0,33

22

HF1.10

Buizenverwarming

OW 2017.01.V1

 
 
 

HF1.10.1

Huisvestingssysteem waarvoor voor 1 december 2022 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, dat rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum en dat is toegepast in een dierenverblijf dat nadien niet is vervangen of uitgebreid

 

0,012

0,33

22

HF1.10.2

Huisvestingssysteem dat niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in rij HF1.10.1

 

0,021

0,33

22

HF1.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,068

0,33

22

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE G: KALKOENEN

 
 
 
 

HG1

Diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen jonger dan 6 weken

 
 
 
 

HG1.1

Verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren

OW 2009.14.V1

0,08

0,29

23

HG1.2

Warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag

OW 2011.13.V1

0,08

0,29

23

HG1.3

Luchtmengsysteem voor droging strooisellaag met warmtewisselaar

OW 2010.13.V1

0,05

0,29

23

HG1.4

Buizenverwarming

OW 2017.01.V1

 
 
 

HG1.4.1

Huisvestingssysteem waarvoor voor 1 december 2022 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of, als deze vergunning niet nodig was, dat rechtmatig in gebruik is genomen voor die datum en dat is toegepast in een dierenverblijf dat nadien niet is vervangen of uitgebreid

 

0,03

0,29

23

HG1.4.2

Huisvestingssysteem dat niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in rij HG1.4.1

 

0,05

0,29

23

HG1.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,15

0,29

23

 
 
 
 
 
 

HG2

Diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 6 weken en ouder en jonger dan 30 weken

 
 
 
 

HG2.1

Verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren

OW 2009.14.V1

0,24

1,55

163

HG2.2

Warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag

OW 2011.13.V1

0,24

1,55

163

HG2.3

Luchtmengsysteem voor droging strooisellaag met warmtewisselaar

OW 2010.13.V1

0,15

1,55

163

HG2.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,47

1,55

163

 
 
 
 
 
 

HG3

Diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder

 
 
 
 

HG3.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,59

1,55

207

 
 
 
 
 
 

HG4

Diercategorie vleeskalkoenen

 
 
 
 

HG4.1

Gedeeltelijk verhoogde strooiselvloer

OW 2001.12.V1

0,36

1,55

86

HG4.2

Mechanisch geventileerde stal met frequente strooiselverwijdering

OW 2005.07.V1

0,26

1,55

86

HG4.3

Verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren

OW 2009.14.V1

0,35

1,55

86

HG4.4

Warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag

OW 2011.13.V1

0,35

1,55

86

HG4.5

Luchtmengsysteem voor droging strooisellaag met warmtewisselaar

OW 2010.13.V1

0,21

1,55

86

HG4.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,68

1,55

86

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE H: EENDEN

 
 
 
 

HH1

Diercategorie ouderdieren van vleeseenden

 
 
 
 

HH1.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,320

0,49

182

 
 
 
 
 
 

HH2

Diercategorie vleeseenden

 
 
 
 

HH2.1

Binnen mesten

 
 
 
 

HH2.1.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,210

0,49

84

HH2.2

Buiten mesten (per afgeleverd dier)

 

0,019

0,49

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE I: STRUISVOGELS

 
 
 
 

HI1

Diercategorie struisvogels jonger dan 4 maanden

 
 
 
 

HI1.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,3

 
 
 
 
 
 

HI2

Diercategorie struisvogels van 4 maanden en ouder en jonger dan 12 maanden

 
 
 
 

HI2.100

Overige huisvestingssystemen

 

1,8

 
 
 
 
 
 

HI3

Diercategorie struisvogels van 12 maanden en ouder

 
 
 
 

HI3.100

Overige huisvestingssystemen

 

2,5

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE K: KONIJNEN

 
 
 
 

HK1

Diercategorie voedster

 
 
 
 

HK1.1

Mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine

OW 2005.08.V1

0,77

HK1.2

Mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine in een ‘deeppit’-systeem

OW 2024.01.V1

0,5

HK1.100

Overige huisvestingssystemen

 

1,20

-

 
 
 
 
 
 

HK2

Diercategorie vlees- en opfokkonijnen tot dekleeftijd

 
 
 
 

HK2.1

Mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine

OW 2005.09.V1

0,12

HK2.2

Mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine in een ‘deeppit’-systeem

OW 2024.01.V1

0,12

HK2.100

Overige huisvestingssystemen

 

0,20

 
 
 
 
 
 

HOOFDCATEGORIE L: PAARDEN

 
 
 
 

HL1

Diercategorie paarden van 3 jaar en ouder

 
 
 
 

HL1.100

Overige huisvestingssystemen

 

5,0

 
 
 
 
 
 

HL2

Diercategorie paarden jonger dan 3 jaar

 
 
 
 

HL2.100

Overige huisvestingssystemen

 

2,1

 
 
 
 
 
 

HL3

Diercategorie pony's van 3 jaar en ouder

 
 
 
 

HL3.100

Overige huisvestingssystemen

 

3,1

 
 
 
 
 
 

HL4

Diercategorie pony's jonger dan 3 jaar

 
 
 
 

HL4.100

Overige huisvestingssystemen

 

1,3

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT - OPENBAAR VERVOER EN MILIEU,

C.A. Jansen

Toelichting

Inleiding

Met deze regeling wordt bijlage V van de Omgevingsregeling op drie punten gewijzigd. In bijlage V staan per huisvestingssysteem emissiefactoren voor ammoniak, geur en fijnstof. Aan de hand van de emissiefactoren wordt onder meer vastgesteld of wordt voldaan aan de in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) opgenomen emissiegrenswaarden voor stallen.

Inhoud van de wijziging

Emissiefactor ligboxenstal met urineopvangstation rundvee

Voor het huisvestingssysteem HA1.35 (ligboxstal met urineopvangstation) is een emissiefactor voor ammoniak bepaald. Die bepaling heeft plaatsgevonden door middel van metingen in drie stallen met het betreffende systeem. Vervolgens heeft de Technische adviespool (TAP) van RVO de meetrapporten beoordeeld en op basis van de uitkomsten emissiefactoren voor ammoniak en fijnstof voorgelegd aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).

Twee stallen betreffen proefstallen waar de ammoniakemissie gedurende een jaar is gemeten conform het geldende meetprotocol 2013a. De derde stal betreft een case-control meting in twee afdelingen waarbij de omstandigheden vergelijkbaar waren. Het enige verschil tussen de case-afdeling en de control-afdeling was dat bij de case-afdeling een urine-opvangstation aanwezig was.

Naar aanleiding van de beoordeling van de meetresultaten is de emissiefactor voor ammoniak aangepast. De emissiefactor voor fijnstof wordt niet gewijzigd. Naar aanleiding van de beoordeling zijn ook enkele wijzigingen aangebracht in de uitvoerings- en gebruikseisen op de systeembeschrijving. Het gaat om een aantal verduidelijkingen, waardoor de werking van de urine-opvangstations beter geborgd en gecontroleerd kan worden. De gebruiker is verantwoordelijk voor de dagelijkse controle en het uitvoeren van de nodige onderhoudshandelingen.

Uitbreiden toepassingen ligboxenstal met roostervloer en luchtwassysteem rundvee

Voor het huisvestingssysteem HA1.38 (ligboxenstal met roostervloer en luchtwassysteem) is de beschrijving gewijzigd. Het versienummer van de systeembeschrijving is aangepast naar V2. Met de wijziging wordt het mogelijk gemaakt om salpeterzuur toe te passen in het luchtwassysteem. Het systeem kan worden gecombineerd met een ander vloertype. Daardoor kan het systeem bij meer staltypen worden toegepast. Ook kan het waswater uit de luchtwasser beter benut worden voor bemesting. Hierdoor ontstaat een meer circulaire bedrijfsvoering.

Emissiefactor deeppit-systeem konijnen

Voor het deeppit-stalsysteem voor konijnen (HK 1.2 voor voedsters en HK 2.2 voor vlees- en opfokkonijnen tot dekleeftijd) wordt een emissiefactor voor ammoniak vastgelegd. Het gaat om: “Mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine in een ‘deeppit’-systeem”. In voldoende proefstallen met het betreffende systeem zijn metingen verricht. Vervolgens heeft de Technische adviespool (TAP) van RVO de meetrapporten beoordeeld en op basis daarvan een emissiefactor voorgesteld aan het ministerie van IenW.

Gevolgen

- Administratieve lasten

Deze regeling bevat geen meldings-, registratie- of andere informatieverplichtingen en leidt niet tot een verhoging van administratieve lasten bij bedrijven.

- Effecten voor het bedrijfsleven

Ligboxenstal met urineopvangstation

Deze wijziging heeft tot gevolg dat veehouders deze emissiearme techniek kunnen gebruiken in de vergunningaanvraag. Hiermee kan worden voldaan aan de huidige emissiegrenswaarde. Veehouders krijgen dus een extra mogelijkheid ten opzichte van de huidige situatie.

Ligboxenstal met roostervloer en luchtwassysteem

Veehouders die dit huisvestingssysteem willen toepassen kunnen het systeem bij meerdere staltypen toepassen en het waswater uit de luchtwasser kan beter benut worden voor bemesting.

Deeppit-systeem konijnen

Met deze wijziging van bijlage V wordt een extra mogelijkheid erkend voor konijnenhouders om hun emissies omlaag te brengen.

- Lasten voor de overheid

Er is geen sprake van stijging van de bestuurlijke lasten voor gemeenten die bevoegd gezag zijn.

- Effecten voor het milieu

Ligboxenstal met urineopvangstation

Melkvee dat in een stal met een urineopvangsysteem wordt gehouden heeft minder ammoniakemissie tot gevolg dan vee dat traditioneel wordt gehouden. Dit heeft een positieve invloed op het milieu en de natuur, en de gezondheid van melkvee, veehouders en omwonenden.

Ligboxenstal met roostervloer en luchtwassysteem

Het luchtwassysteem heeft een positief effect op het milieu, omdat het ammoniakemissie reduceert. Het systeem kan gebruikt worden bij meerdere typen vloeren. Hierdoor kunnen meer bedrijven gebruik maken van dit systeem, en zo hun ammoniakemissies reduceren. Dit is positief voor het milieu. Ook kunnen de mest en urine beter worden benut, waardoor er een meer circulaire bedrijfsvoering ontstaat.

Deeppit-systeem konijnen

De ammoniakemissie van een konijnenstal met een deeppit-systeem is lager dan die van een traditioneel stalsysteem voor konijnen. Het systeem heeft een positieve invloed op het milieu, natuur en gezondheid van konijnen, veehouders en omwonenden.

Consultatie

- Internetconsultatie

De wijziging heeft van 17 januari 2025 tot en met 14 februari 2025 open gestaan voor openbare internetconsultatie. Vijf reacties zijn binnengekomen, een daarvan is een informatieverzoek.

In de vier inhoudelijke reacties worden voornamelijk zorgen geuit over dierenwelzijn en dierwaardigheid bij ingebruikname van deze emissiearme stalsystemen. Voor 2040 wordt door de minister van LVVN een omwenteling naar dierwaardige veehouderij voorzien, waarvoor nieuwe wetgeving wordt opgesteld1. De partijen waarschuwen dat deze stalsystemen mogelijk niet zullen voldoen aan nieuwe wetgeving op dit terrein. De stalsystemen zijn beoordeeld aan de hand van de kaders van de huidige wetgeving en het is op het moment van deze wijziging onbekend hoe de vereisten van dierwaardige veehouderij eruit gaan zien.

De ministeries van LVVN en IenW werken samen aan een nieuw stelsel van stalbeoordeling, waarbij aandacht is voor de integraliteit van de beoordeling. Dit nieuwe stelsel zal naar verwachting over enkele jaren ingaan, waarbij de dan geldende kaders voor dierenwelzijn en dierwaardigheid worden meegenomen voor het beoordelen van stalsystemen, staltechnieken en managementmaatregelen.

Ook is de regeling aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd ter toetsing en is een stelselcheck gedaan door BZK.

Inwerkingtreding, minimuminvoeringstermijn en vaste verandermomenten

Deze regeling wordt gepubliceerd voor 1 april 2025. Binnen het stelsel van de Omgevingswet geldt een minimuminvoeringstermijn van drie maanden. Inwerkingtreding is voorzien op 1 juli 2025.

Artikelsgewijs deel

Artikel I

Met artikel I wordt bijlage V bij de Omgevingsregeling aangepast.

Ligboxenstal met urineopvangstation

In regel HA1.35 worden de volgende wijzigingen aangebracht: De beschrijving van het huisvestingssysteem wordt: “Ligboxenstal met urineopvangstation”. Het zinsdeel “waarvoor voor 1 januari 2024 een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of waarvoor tussen 1 januari 2024 en 2 juni 2024 een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit is verleend, of, als een vergunning niet nodig was, die rechtmatig in gebruik is genomen voor 2 juni 2024” wordt geschrapt. De emissiefactor voor ammoniak wordt: “6”.

Ook is de verwijzing naar de systeembeschrijving aangepast. “OW 2021.05.V1” wordt “OW 2021.05.V2”.

Ligboxenstal met roostervloer en luchtwassysteem

In regel HA1.38 wordt de verwijzing naar de systeembeschrijving aangepast: “OW 2021.08.V1” wordt “OW 2021.08.V2”.

Deeppit-systeem konijnen

In de hoofdcategorie “Konijnen” worden de regels HK1.2 (deeppit-systeem voor voedsters) en HK2.2 (deeppit-systeem voor vlees- en opfokkonijnen tot dekleeftijd) toegevoegd, betreffende de mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine in een ‘deeppit’-systeem. Daarbij wordt een verwijzing toegevoegd naar de systeembeschrijving. Ook wordt een emissiefactor voor ammoniak vastgesteld. Voor systeembeschrijving HK1.2 wordt de emissiefactor voor ammoniak “0,5”. Voor systeembeschrijving HK2.2 wordt de emissiefactor voor ammoniak “0,12”. Emissiefactoren voor geur en fijnstof zijn niet van toepassing.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1juli 2025. Dit is een van de vaste verandermomenten voor ministeriële regelingen als bedoeld in Aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT - OPENBAAR VERVOER EN MILIEU,

C.A. Jansen

Naar boven