Besluit van de Minister van Asiel en Migratie van 2 april 2025, nummer WBV 2025/7, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister van Asiel en Migratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B1/3.4.1.4 is gewijzigd en komt te luiden:

3.4.1.4 Beslistermijn

Aanvragen van een erkende referent

De IND streeft ernaar om binnen een termijn van twee weken na ontvangst te beslissen op een door een erkende referent ingediende aanvraag met het oog op afgifte van een mvv of op een aanvraag tot het verlenen, verlengen van de geldigheidsduur of wijziging van de beperking van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.

De IND beslist niet binnen twee weken op voornoemde aanvragen als sprake is van één van de volgende gevallen:

  • de aanvraag is niet op de voorgeschreven wijze en voorzien van de benodigde gegevens ingediend;

  • een nader onderzoek is vereist;

  • het betreft een aanvraag voor een vergunning voor verblijf en arbeid;

  • het betreft een aanvraag voor een verblijfsvergunning waarvoor een TWV is vereist; of

  • de aanvraag wordt niet aan de hand van de eigen verklaringen van de erkende referent beoordeeld, maar aan de hand van de onderliggende gegevens.

Aanvragen voor verblijf als gezinslid van een vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 28, is verleend

De IND kan de beslistermijn van een mvv-aanvraag op grond van artikel 2u Vw in bijzondere omstandigheden eenmalig verlengen.

De IND merkt in geval van een mvv-aanvraag die verband houdt met gezinshereniging bij een statushouder de volgende omstandigheden in ieder geval aan als bijzondere omstandigheid:

  • gecombineerde aanvragen (bijvoorbeeld nareis en 8 EVRM) voor verschillende gezinseenheden;

  • ernstige crisis in land van herkomst die de toegang tot administratieve gegevens bemoeilijkt;

  • veiligheidsproblemen in het land van herkomst of geselecteerde land van afgifte mvv waardoor er moeilijkheden zijn bij het organiseren van nader onderzoek met gezinsleden

  • problemen bij de vaststelling van het ouderlijk gezag. Hieronder vallen in ieder geval zaken met:

    • aanvullend onderzoek na (ontbrekende of onvolledige) toestemmingsverklaring;

    • vermiste/overleden ouder; en

    • pleegkinderen.

  • zaken met contra-indicaties waardoor aanvullend onderzoek nodig is; hieronder vallen in ieder geval zaken met:

    • valse documenten;

    • negatieve DNA uitslag;

    • indicaties van polygamie; en

    • een onderzoek voor nationale veiligheid, 1F of openbare orde.

  • zaken waarin referent of gezinsleden, zonder tijdige afmelding, niet komen opdagen voor hun nader onderzoek.

B

Paragraaf C1/2.13 is gewijzigd en komt te luiden:

2.13. Het geven van de beschikking

2.13.1 Beslistermijn algemeen

Beslistermijn

De IND neemt binnen zes maanden na indiening van de aanvraag voor verlening of verlenging van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd een beslissing op de aanvraag. Deze termijn kan op grond van artikel 42 Vw worden verlengd.

Met ingang van inwerkingtreding van WBV 2022/22 op 27 september 2022 heeft de IND gebruik gemaakt van de in artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, Vw neergelegde bevoegdheid om in asielzaken de termijn met negen maanden te verlengen. Dat betekent dat de IND de wettelijke beslistermijn van alle aanvragen voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd met negen maanden heeft verlengd, in zaken waarin de wettelijke beslistermijn van een aanvraag nog niet was verstreken op de datum van inwerkingtreding van WBV 2022/22. Deze verlenging van de beslistermijn geldt voor zaken ingediend voor 1 januari 2023.

Op grond van het WBV 2022/22 is de wettelijke beslistermijn nog niet verstreken, als de asielaanvraag:

  • minder dan zes maanden voor de inwerkingtreding van WBV 2022/22 is ingediend;

  • minder dan zes maanden voor de inwerkingtreding van WBV 2022/22 is opgenomen in de nationale procedure; of

  • langer dan zes maanden geleden is ingediend of opgenomen in de nationale procedure, maar waarvan de beslistermijn nog niet is verlopen vanwege een verlenging van de beslistermijn op grond van artikel 42, vierde lid, Vw, artikel 43 Vw of vanwege opschorting van de beslistermijn op grond van artikel 4:15, tweede lid, onder c, Awb.

Met de publicatie van het WBV 2023/3 geldt de verlenging van de beslistermijn met negen maanden ook voor asielaanvragen die worden ingediend vanaf 1 januari 2023 tot uiterlijk 1 januari 2024.

Met de publicatie van het WBV 2023/26 geldt de verlenging van de beslistermijn met negen maanden ook voor asielaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2024 tot uiterlijk 1 januari 2025.

Met de publicatie van het WBV 2025/4 geldt de verlenging van de beslistermijn met negen maanden ook voor asielaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2025 tot uiterlijk 1 januari 2026.

De publicatie van deze gewijzigde paragraaf in de Staatscourant geldt als een algemene kennisgeving dat de beslistermijn is verlengd.

Artikel 42, aanhef en onder a en c, Vw biedt ook de mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen. Onder complexe feitelijke en juridische kwesties zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder a, Vw kan in ieder geval worden verstaan dat onderzoek moet worden gedaan door of advies moet worden gevraagd aan:

  • een Nederlands ministerie;

  • het Openbaar Ministerie;

  • de autoriteiten van derde landen;

  • de UNHCR;

  • het BMA, voor zover zij voor het onderzoek gebruik maakt van externe deskundigen;

  • Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (Toelt), voor zover zij voor het onderzoek gebruik maakt van externe deskundigen; en

  • het NFI.

Er is ook sprake van een complexe feitelijke en juridische kwestie zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder a, Vw als er 1F-indicaties zijn.

De IND neemt in de verlengde asielprocedure in ieder geval aan dat de vertraging van de behandeling van de aanvraag aan de vreemdeling is toe te schrijven als bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder c, Vw, wanneer:

  • het (eventuele) aanvullend gehoor op verzoek of door toedoen van de vreemdeling verzet wordt;

  • er bepaalde omstandigheden in het leven van de vreemdeling spelen, zoals langdurige ziekte;

  • de vreemdeling een contra-expertise laat uitvoeren;

  • of de vreemdeling kort voor het verstrijken van de beslistermijn met omvangrijke nieuwe stukken komt.

Wijze van bekendmaken

In de beschikking vermeldt de IND naast de wettelijk vereiste gegevens, de termijn waarin de vreemdeling Nederland moet verlaten (indien van toepassing).

Als de IND de beschikking aan de vreemdeling bekend maakt vermeldt de IND in de verzendopdracht in INDIGO of op het bij de beschikking gevoegde aanbiedingsformulier:

  • de datum en het tijdstip van bekend maken; en

  • de naam van de ambtenaar die de beschikking uitreikt (indien van toepassing).

De beschikking in de algemene asielprocedure

De IND zendt de beschikking aan de gemachtigde van de vreemdeling.

In de volgende situaties reikt de IND de beschikking aan de vreemdeling uit:

  • van de vreemdeling is geen gemachtigde bekend;

  • indien het een afwijzing van een tweede of volgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd betreft die binnen de ééndagstoets asiel wordt behandeld, geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is en de vreemdeling aanwezig is op het aanmeldcentrum (zie paragraaf C1/2.9);

  • in de afwijzende beschikking wordt tevens een inreisverbod uitgevaardigd met de rechtsgevolgen van artikel 66a, zesde lid, Vw;

  • de DT&V, COA, Vreemdelingenpolitie, Koninklijke Marechaussee en/of IND hebben wanneer dit nodig is in onderlinge samenspraak vastgesteld dat uitreiking in persoon aangewezen is, bijvoorbeeld omdat onmiddellijk vertrek uit Nederland wordt aangezegd.

Als bij de IND geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is, en het niet mogelijk is de beschikking in persoon aan de vreemdeling uit te reiken, wordt op de daarvoor bestemde plek in het aanmeldcentrum een melding van terinzagelegging opgehangen. De IND stelt een rapport van bevindingen op waarin wordt vastgelegd welke handelingen zijn verricht om de beschikking bekend te maken.

De beschikking in de verlengde asielprocedure

De IND stuurt de beschikking aan de gemachtigde van de vreemdeling. Als er bij de IND geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is, stuurt de IND de beschikking aangetekend naar het laatst bekende adres van de vreemdeling.

Als de IND er niet in slaagt de beschikking aan de vreemdeling kenbaar te maken, geeft de IND in een rapport van bevindingen aan welke handelingen zijn verricht om de beschikking aan de vreemdeling kenbaar te maken.

De inwilliging

Als de IND de aanvraag inwilligt op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw, motiveert de IND waarom niet is ingewilligd op grond van artikel 29, eerste lid, onder a, Vw. Als de IND de aanvraag inwilligt op grond van artikel 29, tweede lid, Vw, motiveert de IND waarom niet is ingewilligd op grond van artikel 29, eerste lid, onder a en b, Vw. De IND beperkt deze motivering tot het benoemen van de (on)geloofwaardige relevante elementen en, indien van toepassing, de redenen waarom deze niet kwalificeren voor vluchtelingenstatus en/of de subsidiaire beschermingsstatus. De IND brengt in deze situatie geen voornemen uit, maar motiveert dit in de inwilligende beschikking.

2.13.2 Beslistermijn nareis

Voor wat betreft de mogelijkheid van om de beslistermijn van een mvv nareis bij bijzondere omstandigheden te verlengen wordt verwezen naar paragraaf B1/3.4.1.4 Vc.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 april 2025

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, R. Maas directeur-generaal IND

TOELICHTING

A, B

Op 28 maart 2025 is de wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken in werking getreden (Staatsblad 2025, 79 van 27 maart 2025). Gelet op artikel 2u, vierde lid, Vw, dient de beslissing op een aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf voor verblijf als gezinslid van een vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 28, is verleend, zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen negen maanden na indiening van de aanvraag bekend wordt gemaakt. Deze wijziging regelt dat de termijn in geval van bijzondere omstandigheden die verband houden met het complexe karakter van de aanvraag of de (beperkte) toegang tot de relevante gegevens verlengd worden.

Naar aanleiding van deze wijziging van de Vreemdelingenwet zijn de individuele verlengingsgronden nader uitgewerkt in paragraaf B1/3.4.1.4 Vc. In paragraaf C1/2.13.2 Vc is bovendien een verwijzing opgenomen naar paragraaf B1/3.4.1.4 Vc.

Voor deze uitwerking van deze individuele verlengingsgronden is aangesloten bij de mededeling van de commissie van 3 april 2014 aan de raad en het Europees Parlement betreffende richtsnoeren voor de toepassing van Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging (COM(2014) 210), onder verwijzing naar paragraaf 3.3 van deze richtsnoeren.

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, R. Maas directeur-generaal IND

Naar boven