Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 maart 2025, kenmerk 4055328-1078653-OBP, houdende de vaststelling van het Organisatiebesluit VWS 2025

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALING

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. ministerie:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

c. ressorteren:

vallend onder het gezagsbereik van de genoemde functionaris;

d. pSG:

plaatsvervangend Secretaris-Generaal;

e. SG:

Secretaris-Generaal;

f. budgethouder:

functionaris die verantwoordelijk is voor een rechtmatig en doelmatig financieel beheer van de aan hem toegewezen budgetten;

g. budget:

aan een budgethouder toegewezen verplichtingen- en kasbedrag(en) alsmede de te realiseren ontvangsten ter uitvoering van de gehele of een deel van de VWS-begroting.

HOOFDSTUK 2. HOOFDSTRUCTUUR VAN DE ORGANISATIE

Artikel 2

Het Ministerie bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

  • a. de Algemene Leiding;

  • b. het Directoraat-Generaal Volksgezondheid (DGV);

  • c. het Directoraat-Generaal Curatieve Zorg (DGCZ);

  • d. het Directoraat-Generaal Langdurige zorg (DGLZ);

  • e. de (staf)directies;

  • f. de diensten en instellingen;

  • g. de secretariaten van raden en commissies.

HOOFDSTUK 3. ALGEMENE LEIDING

Artikel 3

  • 1. De Algemene Leiding ressorteert onder de Minister.

  • 2. De Algemene Leiding bestaat uit:

    • a. de Secretaris-Generaal (SG);

      Onder de SG ressorteren de volgende onderdelen:

      • 1. de directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt (MEVA);

      • 2. de directie Financieel-Economische Zaken (FEZ);

    • b. de plaatsvervangend Secretaris-Generaal (pSG);

      De pSG is belast met de interne organisatie en het beheer van het Ministerie en vervangt de SG bij diens afwezigheid. Onder de pSG ressorteren de volgende onderdelen:

      • 1. de directie Bestuurlijke en Politieke Zaken (BPZ);

      • 2. de directie Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel (OBP);

      • 3. de directie Informatiebeleid-CIO (DI/CIO);

      • 4. de directie Communicatie (DCo);

      • 5. de directie Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ);

      • 6. de directie Eenheid Secretariaten Tuchtcolleges en Toetsingscommissies (ESTT);

      • 7. de programmadirectie PGB;

      • 8. de directie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland (ZJCN);

      • 9. de programmadirectie Openbaarheid (per 1-4-2025 directie Open Overheid)

    • c. de Directeur-Generaal Volksgezondheid (DGV);

      Onder de DGV ressorteren de volgende onderdelen:

      • 1. de directie Publieke Gezondheid (PG);

      • 2. de directie Sport en Bewegen (SB);

      • 3. de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP);

      • 4. de directie Internationale Zaken (IZ);

      • 5. de directie Infectieziektenbeleid (IZB);

    • d. de Directeur-Generaal Curatieve Zorg (DGCZ);

      Onder de DGCZ ressorteren de volgende onderdelen:

      • 1. de directie Curatieve Zorg (CZ);

      • 2. de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (GMT);

      • 3. de directie Patiënt en Zorgordening (PZo);

      • 4. de programmadirectie Weerbare Zorg;

      • 5. de programmadirectie Medische Isotopen

      • 6. De programmadirectie Integraal Zorg Akkoord (IZA).

    • e. de Directeur-Generaal Langdurige Zorg (DGLZ);

      Onder de DGLZ ressorteren de volgende onderdelen:

      • 1. de directie Langdurige Zorg (LZ);

      • 2. de directie Zorgverzekeringen (Z);

      • 3. de directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO);

      • 4. de directie Jeugd (DJ).

Artikel 4

Onder de SG ressorteert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ);

De volgende diensten en instellingen ressorteren onder de pSG:

  • 1. de baten-lastendienst Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM);

  • 2. de baten-lastendienst agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (aCBG);

  • 3. de baten-lastendienst CIBG;

  • 4. de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I);

  • 5. het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Artikel 5

De volgende secretariaten van raden en commissies maken deel uit van het Ministerie.

Onder de pSG ressorteren:

  • 1. het secretariaat van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS);

  • 2. het secretariaat van de Gezondheidsraad (GR);

  • 3. het secretariaat van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO);

  • 4. het secretariaat van de Nederlandse Sportraad (NLsportraad).

Artikel 6

  • 1. Het RIVM, het Directoraat-Generaal Volksgezondheid, het Directoraat-Generaal Curatieve Zorg en het Directoraat-Generaal Langdurige Zorg ressorteren onder een Directeur-Generaal.

  • 2. De IGJ staat onder leiding van een Inspecteur-Generaal.

  • 3. De directies, de stafdirecties, het agentschap CBG en SCP staan onder leiding van een directeur.

  • 4. Het CIBG en DUS-I staan onder leiding van een Algemeen Directeur.

  • 5. De programma’s en programmadirecties staan onder leiding van een programmamanager of programmadirecteur.

HOOFDSTUK 3A. FINANCIËLE ORGANISATIE

Artikel 6a

  • 1. De SG is budgethouder.

  • 2. De pSG en de Directeuren-Generaal van het kernministerie zijn budgethouder voor de hen door de SG toegewezen budgetten. De SG, pSG en Directeuren-Generaal kennen aan de onder hen ressorterende hoofden de budgetten toe waarover zij kunnen beschikken.

  • 3. De directeuren van het kernministerie zijn budgethouder voor de hen door de SG, pSG of Directeuren-Generaal toegewezen budgetten.

HOOFDSTUK 4. SECRETARIS GENERAAL

Artikel 7

De directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt bestaat uit de volgende afdelingen:

  • a. Arbeidsmarkt;

  • b. Algemeen Economisch Beleid;

  • c. Beroepen en Innovatie;

  • d. Opleidingen en Juridisch Beleidsadvies;

  • e. MEVA Programma’s;

  • f. Financiën & Beleidsondersteuning

Artikel 8

De directie Financieel-Economische Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Advies en control

  • b. Begrotingszaken

  • c. Financieel beheer en administratie

HOOFDSTUK 5. DE PLAATSVERVANGEND SECRETARIS GENERAAL

Artikel 9

De directie Bestuurlijke en Politieke Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Bedrijfsvoering, Kabinet en Protocol

  • b. Beveiligingsautoriteit

  • c. Functionaris Gegevensbescherming

  • d. Politiek adviseurs

  • e. Bestuurlijke advisering

  • f. Eigenaarsadvisering

  • g. Managementondersteuning

  • h. Stukkenstroom

Artikel 10

De directie Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Bedrijfsbureau;

  • b. Afdeling Personeel en Organisatie;

  • c. Afdeling Werkomgeving, Inkoop, Strategie en Proces;

  • d. Afdeling Informatievoorziening;

  • e. Afdeling VWS Flex.

Artikel 11

De directie Informatiebeleid-CIO bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Cluster iStaf;

  • b. Cluster iBeleid team A;

  • c. Cluster iBeleid team B;

  • d. Cluster iBeleid team C

  • e. Cluster CIO-Office

  • e. Cluster i.Regie

  • f. Cluster i-Realisatie.

Artikel 12

De directie Communicatie bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Media;

  • b. Advies;

  • c. Corporate.

Artikel 13

De directie Wetgeving en Juridische Zaken staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 14

De directie Eenheid Secretariaten Tuchtcolleges en Toetsingscommissies bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. EST (Eenheid Secretariaten Tuchtcolleges);

  • b. RTE (Regionale Toetsingscommissies Euthanasie).

Artikel 15

De programmadirectie PGB bestaat uit de volgende onderdelen:

  • 1. Beleid en parlementair;

  • 2. Staf en bestuur.

Artikel 16

De directie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Zorg;

  • b. Sociaal & Jeugd;

  • c. Landen.

Artikel 17

De programmadirectie Openbaarheid (tot 1 april 2025) staat onder leiding van een programmadirecteur.

Artikel 18

De directie Open Overheid (met ingang 1 april 2024) staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

HOOFDSTUK 6. DIRECTORAAT-GENERAAL VOLKSGEZONDHEID

Artikel 19

De directie Publieke Gezondheid staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 20

De directie Sport en Bewegen staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 21

De directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 22

De directie Internationale Zaken staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 23

De directie Infectieziektenbeleid staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.

HOOFDSTUK 7. DIRECTORAAT-GENERAAL CURATIEVE ZORG

Artikel 24

De directie Curatieve Zorg staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 25

De directie Geneesmiddelen en Medische Technologie staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 26

De directie Patiënt en Zorgordening staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 27

De programmadirectie Medische Isotopen staat onder leiding van een programmadirecteur die stuurt op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.

Artikel 28

De programmadirectie Weerbare Zorg staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de (programma)directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.

Artikel 29

De programmadirectie Integraal Zorg Akkoord (IZA) staat onder leiding van een (programma)directeur. Deze stuurt op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.

HOOFDSTUK 8. DIRECTORAAT-GENERAAL LANGDURIGE ZORG

Artikel 30

De directie Langdurige Zorg staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het collegiaal managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de dienst.

Artikel 31

De directie Zorgverzekeringen staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 32

De directie Maatschappelijke Ondersteuning staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

Artikel 33

De directie Jeugd staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de directie.

De Jeugdautoriteit ressorteert onder de directie Jeugd.

HOOFDSTUK 9. DE DIENSTEN EN INSTELLINGEN

Artikel 34

  • 1. Het agentschap College Beoordeling Geneesmiddelen staat onder leiding van een Directeur.

  • 2. Onder de directeur ressorteren:

    • a. Het divisiehoofd Beoordelen & Vergunning Verlenen;

    • b. Het divisiehoofd Europa, Geneesmiddelengebruik & Veterinair;

    • c. Het divisiehoofd Bedrijfsvoering, Juridische zaken & Communicatie.

  • 3. Onder het divisiehoofd Beoordelen & Vergunning Verlenen ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Regulatory Datamanagement;

    • b. Casemanagement & Implementatiegroep;

    • c. Farmacotherapeutische-groep I;

    • d. Farmacotherapeutische-groep II;

    • e. Farmacotherapeutische-groep III;

    • f. Farmacotherapeutische-groep IV;

    • g. Geneesmiddelenbewaking;

    • h. Kwaliteit 1 (CFB, Veterinair & BNV);

    • i. Kwaliteit 2 (CFB & Stoffen);

    • j. Kwaliteit 3 (CFB & BTG);

    • k. Farmacologie, Toxicologie en Kinetiek.

  • 4. Onder het divisiehoofd Europa, Geneesmiddelengebruik & Veterinair ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Europese Vertegenwoordiging;

    • b. Bureau Diergeneesmiddelen;

    • c. Wetenschap;

    • d. Bestuurlijke Zaken & Geneesmiddelgebruik.

  • 5. Onder het divisiehoofd Bedrijfsvoering, Juridische zaken & Communicatie ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Corporate communicatie;

    • b. Informatievoorziening;

    • c. Financiën, Inkoop, Kwaliteit en Control;

    • d. Human Resource Management & Ontwikkeling;

    • e. Facilitair en Managementondersteuning;

    • f. Juridische Zaken & Public Assessment Report.

Artikel 35

  • 1. Het CIBG staat onder leiding van een Algemeen Directeur.

  • 2. Onder de Algemeen Directeur ressorteren:

    • a. de directeur Operationele Zaken/COO;

    • b. de directeur Informatiemanagement/CIO;

    • c. de directeur Bedrijfsvoering/CFO;

    • d. de stafafdeling Account-, Project- en Kwaliteitsmanagement;

    • e. de stafafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken.

  • 3. Onder de directeur Operationele Zaken/COO ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Authenticatie en Gegevensverstrekking (A&G);

    • b. Toelating en Toezicht (T&T);

    • c. Publieke Knooppunten en Registers;

    • d. Farmatec;

    • e. Klant en Communicatie;

    • f. Projectbureau LCH (tot 1 maart 2025);

    • g. Bureau Buitenlandse Zorgverleners (BBZ).

  • 4. Onder de directeur Informatiemanagement/CIO ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. CIO Office;

    • b. Functioneel Beheer;

    • c. Delivery;

    • d. Applicatie- en Servicemanagement.

  • 5. Onder de directeur Bedrijfsvoering/CFO ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Financiën en Inkoop

    • b. Control en Risicobeheer

    • c. Facilitair;

    • d. HRM en Managementondersteuning.

Artikel 36

  • 1. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd staat onder leiding van een inspecteur-generaal (IG).

  • 2. Onder de IG ressorteren:

    • a. de Hoofdinspecteurs die belast zijn met bepaalde gebieden van de zorg en tevens aangewezen kunnen worden als plaatsvervangend IG:

      • 1°. de Hoofdinspecteur Cure en GMT;

      • 2°. de Hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg en Jeugd;

      • 3°. de Project Hoofdinspecteur Front-office.

    • b. de directeur Strategie en Organisatie;

    • c. de directeur Bedrijfsvoering;

    • d. de Programmadirecteur Toezicht Sociaal Domein.

  • 3. Onder de Hoofdinspecteur Cure en GMT ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Medisch Specialistische Zorg 1;

    • b. Medisch Specialistische Zorg 2;

    • c. Medische Technologie;

    • d. Eerstelijnszorg

    • e. Farmaceutische Producten.

  • 4. Onder de Hoofdinspecteur Jeugd en Maatschappelijke Zorg ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Jeugd

    • b. Geestelijke Gezondheidszorg;

    • c. Gehandicaptenzorg;

    • d. Netwerkzorg en Preventie.

  • 5. Onder de Project Hoofdinspecteur ressorteert het volgende onderdeel:

    • a. Informatie en Meldingen Centrum.

  • 6. Onder de directeur Strategie en Organisatie ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Bestuursondersteuning, Beleid en Strategie;

    • b. Juridische Zaken;

    • c. Communicatie;

    • d. Bureau Opsporing en Boetes.

  • 7. Onder de directeur Bedrijfsvoering ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Financiën, Kwaliteit en Control;

    • b. Personeel en Organisatie;

    • c. Risicodetectie en Ontwikkeling;

    • d. Informatie en ICT;

    • e. Facilitaire Ondersteuning.

Artikel 37

  • 1. De baten-lastendienst Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu staat onder leiding van een Directeur-Generaal (DG). De Chief Financial Officer (CFO) is tevens plaatsvervangend Directeur-Generaal (pDG) en is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering.

  • 2. Onder de DG ressorteren:

    • a. de directeur Bedrijfsvoering/CFO (pDG);

    • b. de directeur Volksgezondheid en Zorg;

    • c. de directeur Centrum Infectieziektebestrijding;

    • d. de directeur Milieu en Veiligheid;

    • e. de directeur Informatievoorziening;

    • f. de directeur (kwartiermaker) van de Tijdelijke werkorganisatie.

  • 3. Onder de directeur Bedrijfsvoering/CFO (pDG) ressorteren:

    • a. de stafeenheid Bureau Directieraad;

    • b. de stafeenheid Communicatie en Documentaire Informatievoorziening;

    • c. de stafeenheid Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel;

    • d. de stafeenheid Finance, Control & Inkoop;

    • e. het Projectbureau Nieuwe Huisvesting RIVM.

  • 4. Onder de directeur Volksgezondheid en Zorg ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Centrum Gezondheid en Maatschappij;

    • b. Centrum Gezondheidsbescherming;

    • c. Centrum Voeding, Preventie en Zorg.

  • 5. Onder de directeur Centrum Infectieziektebestrijding ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten;

    • b. Centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding;

    • c. Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Laboratorium Surveillance;

    • d. Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie;

    • e. Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins.

  • 6. Onder de directeur Milieu en Veiligheid ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Centrum Veiligheid van Stoffen en Producten;

    • b. Centrum Duurzaamheid, Milieu en Gezondheid;

    • c. Centrum Milieukwaliteit;

    • d. Centrum Veiligheid.

  • 7. Onder de directeur Informatievoorziening ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. de stafeenheid CIO-office, Kwaliteit & Support;

    • b. de stafeenheid Applicaties en databases;

    • c. de stafeenheid Generieke ICT-Voorzieningen;

    • d. de stafeenheid Onderzoek en Datadiensten;

    • e. de stafeenheid IV-advies & Regie.

  • 8. Onder de directeur Preventieprogramma’s en Opschaling ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Centrum voor Bevolkingsonderzoek;

    • b. Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s;

    • c. Landelijke Functie Opschaling Infectieziektebestrijding

Artikel 38

De Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen staat onder leiding van het collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur stuurt het collegiaal managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de dienst.

Artikel 39

Het Sociaal en Cultureel Planbureau staat onder leiding van een directeur en een adjunct-directeur.

Het Planbureau werkt met een flexibele programmastructuur en kent daarnaast de volgende vaste onderdelen:

  • a. Afdeling Bedrijfsvoering;

  • b. Afdeling Methodologie;

  • c. Afdeling Communicatie.

HOOFDSTUK 10. DE SECRETARIATEN VAN DE RADEN EN COMMISSIES

Artikel 40

Het secretariaat van de Gezondheidsraad staat onder leiding van de Algemeen Secretaris en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Wetenschappelijke staf team 1;

  • b. Wetenschappelijke staf team 2;

  • c. Bedrijfsvoering;

  • d. Communicatie en Redactie.

Artikel 41

Het secretariaat van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving staat onder leiding van een Directeur/Algemeen secretaris.

Artikel 42

Het Secretariaat van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek staat onder leiding van een Algemeen Secretaris en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Bedrijfsvoering;

  • b. Landelijk Bureau;

  • c. Bureau CCMO.

Artikel 43

Het Secretariaat van de Nederlandse Sportraad staat onder leiding van een Algemeen Secretaris.

Artikel 44

Het secretariaat van de Commissie Genetische Modificatie staat onder leiding van een secretaris en is ambtelijk ondergebracht bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

HOOFDSTUK 11. SLOTBEPALINGEN

Artikel 45

De directeur Organisatie, Bedrijfsvoering en Personeel is belast met het beheer van dit besluit.

Artikel 46

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2025.

  • 2. Het Organisatiebesluit VWS 2023 wordt ingetrokken.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit VWS 2025.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

TOELICHTING

1. Algemeen

Sinds de laatste update van het organisatiebesluit van VWS hebben zich opnieuw wijzigingen voor gedaan met betrekking tot de inrichting van het Ministerie, waaronder de naamgeving en/of de structuur van enkele (programma)directies, raden en instellingen. Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele redactionele verbeteringen door te voeren.

2. Wijzigingen Organisatiebesluit VWS 2023

Artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst schrijft voor dat Onze Ministers de organisatie en formatie van hun Ministerie vaststellen. Met het vaststellen van het onderhavige organisatiebesluit geeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hieraan gevolg.

In artikel 1 is onder andere vastgelegd wat onder ressorteren wordt verstaan: vallend onder het gezagsbereik van de genoemde functionaris. Dit laat natuurlijk onverlet dat de Secretaris-Generaal eindverantwoordelijk blijft, zoals geregeld in het Koninklijk Besluit van 18 oktober 1988 (Staatsblad 1988, 499), houdende regeling van de functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal.

In artikel 2 is de hoofdstructuur van het Ministerie beschreven met inbegrip van de diensten en instellingen en de secretariaten van raden en commissies. In artikel 3 is de verantwoordelijkheidsverdeling binnen de algemene leiding aangegeven. Bepaald is dat een Secretaris-Generaal (SG), plaatsvervangend Secretaris-Generaal (pSG), dan wel Directeur-Generaal (DG) inhoudelijk verantwoordelijk is voor een beleidsdomein en beheersmatig voor een aantal onderdelen (directies, diensten) voor zover die behoren tot diens werkterrein. Hier hebben enkele wijzigingen in plaatsgevonden die tot wijzigingen in het organisatiebeleid hebben geleid.

Project- of programma-organisaties waaraan ambtenaren vanuit hun eigen directie deelnemen en die meer het karakter hebben van een samenwerkingsverband zijn niet opgenomen in het organisatiebesluit. Project- en programmaorganisaties die werken met speciaal daarvoor aangetrokken of vrijgesteld personeel en die niet zijn ingebed in de organisatie van een bestaande directie zijn wel opgenomen in het organisatiebesluit. Bij de instelling van deze organisaties wordt steeds bepaald wie als bevoegd gezag wordt aangemerkt.

In de Mandaatregeling VWS, de Volmachtregeling VWS en de Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019 zijn de bevoegdheden van de in dit besluit opgenomen functionarissen nader geregeld.

Aan het Organisatiebesluit VWS 2023 worden in het kader van de financiële herinrichting definities van budgethouder en van budget toegevoegd.

Door het opnemen van een hoofdstuk over de financiële organisatie wordt de werkwijze betreffende het financieel beheer binnen het Ministerie van VWS geformaliseerd. Met deze wijziging komt de regie over het financieel beheer bij de leden van de bestuursraad te liggen en ontstaat meer duidelijkheid over de financiële verantwoordelijkheid van een budgethouder. Aangezien de aanpassingen zien op de wijze waarop het financieel beheer binnen het ministerie is georganiseerd, is ervoor gekozen om dit hoofdstuk in het Organisatiebesluit VWS op te nemen.

3. Wijzigingen in verband met ingetrokken Organisatiebesluit VWS 2023

Met de publicatie en inwerkingtreding van het Organisatiebesluit VWS 2025 is het Organisatiebesluit VWS 2023 ingetrokken.

4. Inwerkingtreding

De regeling treedt in principe per 1 maart 2025 in werking. De meeste tussentijdse organisatiewijzigingen zijn reeds opgenomen in bijzondere besluiten van de Secretaris-Generaal, waardoor het niet nodig is de gehele regeling met terugwerkende kracht inwerking te laten treden. Waar nodig, is aangegeven welke onderdelen van de regeling toch met een afwijkende datum in werking treden.

Indien de publicatie van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, onverhoopt plaatsvindt na 1 maart 2025, treedt de regeling de dag na publicatie van de Staatscourant in werking.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

Naar boven