Regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 april 2025, nr. WJZ/ 97876157 tot wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 in verband met de openstelling van de subsidiemodule High-performance computing-projecten en tot wijziging van een subsidieplafond van de Regeling stimulering deelname Europees Defensiefonds

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en artikel 5 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In de tabel behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 wordt aan Titel 3.25 de volgende rij toegevoegd:

artikel 3.25.2, eerste lid

European Quantum Excellence Centres in applications for science and industry

01-05-2025 t/m 31-05-2025

€ 1.000.000

ARTIKEL II

Artikel 8, eerste lid, van de Regeling stimulering deelname Europees Defensiefonds, komt te luiden:

• 1. Het subsidieplafond voor subsidie als bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel a, bedraagt € 0 per openstellingsperiode als bedoeld in artikel 6, tweede lid.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 april 2025

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts

TOELICHTING

1. High-performance computing projecten

Met de subsidiemodule High-performance computing projecten (HPC-projecten), die is opgenomen in titel 3.25 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES), wordt beoogd een stimulans te geven aan het ontwikkelen van nieuwe toepassingen op het gebied van High-performance computing (HPC). HPC is geaggregeerde (super) computerkracht waarbij het geheel veel meer is dan de som van een aantal pc’s. HPC is van belang voor de aanpak van een grote verscheidenheid aan wetenschappelijke, industriële en maatschappelijke uitdagingen. HPC biedt mogelijkheden om grote hoeveelheden data te verwerken en ingewikkelde berekeningen uit te voeren, zoals het gebruik van HPC in simulaties (van het bedrijfsleven) voor lucht- en ruimtevaart, mobiliteit, energie en de maakindustrie, alsook het gebruik van HPC in klimaatonderzoek met klimaatsimulaties en -prognoses. Deze subsidiemodule wordt opnieuw opengesteld met een openstellingsperiode van 1 mei 2025 tot en met 31 mei 2025 en met een subsidieplafond van € 1.000.000, ten behoeve van het in Nederland opzetten van een kwantumexcellentiecentrum voor wetenschappelijke en industriële toepassingen.

2. Regeling stimulering deelname Europees Defensiefonds

Met betrekking tot de Regeling stimulering deelname Europees Defensiefonds (hierna: EDF-regeling) wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om in artikel 8, eerste lid, van deze regeling, een aanpassing door te voeren. In de jaren 2021, 2022, 2023 en 2024 was de EDF-regeling opengesteld voor de verstrekking van subsidie aan (1) een ondernemer die een ontwikkelactiviteit verrichtte in het kader van een actie als bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel b, van de EDF-regeling (hierna: ontwikkelactiviteiten) en (2) een MKB-ondernemer, die in het kader van deelname aan een consortium een externe consultant inhuurde als bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel a, van de EDF-regeling (hierna: consultancyactiviteiten).

Voor de ontwikkelactiviteiten zal (vooralsnog) in het jaar 2025 geen openstelling van de EDF-regeling plaatsvinden en voor de daaropvolgende jaren wordt nog bezien of openstelling mogelijk is. Voor ontwikkelactiviteiten zijn en blijven de laatst gepubliceerde subsidieplafonds die van de jaren 2023 en 2024 (welke de subsidieplafonds van de jaren 2021 en 2020 eerder al vervangen hadden).

Voor consultancyactiviteiten is sinds 2021 standaard een subsidieplafond in de EDF-regeling opgenomen dat gekoppeld is aan Europese calls (en dus niet aan een kalenderjaar). Het subsidieplafond voor consultancyactiviteiten staat hierdoor automatisch open binnen de termijn voorafgaand aan een Europese call, genoemd in artikel 6, tweede lid, van de EDF-regeling.

Vanwege het nauwe verband tussen de voorgaande activiteiten is het echter niet de bedoeling dat er subsidie verstrekt zal worden aan consultancyactiviteiten in het geval er geen subsidie verstrekt wordt aan ontwikkelactiviteiten. Om die reden zorgt deze wijzigingsregeling ervoor dat vanaf de datum van inwerkingtreding hiervan er geen subsidieplafond (meer) beschikbaar is voor consultancyactiviteiten.

3. Staatssteun

De subsidie op grond van titel 3.25 van de RNES wordt gerechtvaardigd door artikel 25 quater van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (hierna: agvv). De nieuwe openstelling heeft geen staatssteunrechtelijke gevolgen.

De aanpassing in de EDF-regeling heeft slechts betrekking op het niet beschikbaar stellen van budget, en heeft dus geen invloed op de steunintensiteiten, maximum subsidiebedragen, subsidiabele kosten en andere voorwaarden betreffende staatsteun.

4. Regeldruk

De voorgaande openstelling van titel 3.25 van de RNES, en de aanpassing in de EDF-regeling, leiden niet tot een toename van de administratieve lasten, omdat deze geen betrekking hebben op een inhoudelijke wijziging van de subsidieregels of een aanpassing van informatieverplichtingen. De aanpassing van de EDF-regeling heeft ook slechts betrekking op het niet beschikbaar stellen van budget voor een subsidieplafond.

5. Vaste verandermomenten

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Voor potentiële aanvragers is dit geen probleem omdat de wijzigingen alleen betrekking hebben op een openstelling respectievelijk een wijziging van een subsidieplafond en er geen aanvullende (inhoudelijke) eisen in de subsidieregelingen worden opgenomen.

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts