Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Mondriaan Fonds | Staatscourant 2025, 11652 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Mondriaan Fonds | Staatscourant 2025, 11652 | ander besluit van algemene strekking |
Het bestuur van het Mondriaan Fonds,
Gelet op artikel 10, vierde lid, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;
Na goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 maart 2025;
Besluit:
De Deelregeling Collectieprogramma’s wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 komt te luiden:
1. Een bijdrage kan worden toegekend aan een Nederlandse publiekstoegankelijke instelling die ingeschreven staat in het Museumregister en die museale collecties beheert waaronder een collectie moderne beeldende kunst en/of vormgeving van (inter-)nationaal belang of aan meerdere instellingen gezamenlijk welke aan deze criteria voldoen.
2. De aanvrager is coulant in het bruikleenverkeer ten opzichte van Nederlandse instellingen.
3. De aanvrager dient te beschikken over een aankoopbudget van ten minste het in de toelichting bij het aanvraagformulier genoemde bedrag per jaar.
4. Ten minste de helft van het door het Mondriaan Fonds toegekende bedrag moet besteed worden aan de aankoop van Nederlandse beeldende kunst en/of vormgeving.
5. Als onderdeel van het aankoopplan kan bij de aanvraag een opdracht aan een kunstenaar worden gevoegd.
6. Indien de aanvraag een opdracht aan een beeldend kunstenaar bevat, dient de financiële bijdrage die de aanvrager levert in een aanvaardbare verhouding te staan tot de bijdrage van het fonds. In de begroting dient een reëel honorarium voor de kunstenaar voor rekening van de aanvrager te zijn opgenomen.
7. Het behoud van de aangekochte objecten wordt gewaarborgd door adequate bouwkundige voorzieningen, klimaatbeheersing en beveiliging.
8. De aankopen zijn direct of zo spoedig mogelijk zichtbaar voor het publiek.
9. Geen bijdrage kan worden toegekend aan instellingen die gericht zijn op het kunstvakonderwijs, particuliere musea, postacademische instellingen en sectorinstituten zonder museale functie.
10. Geen bijdrage kan worden verstrekt voor restauratie van objecten, actieve en passieve conservering, transportkosten, documentatie en digitalisering van de collectie of aankopen die reeds met rijkscultuurmiddelen worden ondersteund.
11. In de toelichting bij het aanvraagformulier zijn het maximale bedrag van de bijdrage van het fonds en de hoogte van de eigen bijdrage genoemd.
12. De aankopen maken duurzaam deel uit van de Collectie Nederland. Bij afstoten wordt het bepaalde in de Erfgoedwet en de Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO) gevolgd en waar mogelijk het waardestellend kader van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
B
Artikel 3 komt te luiden:
Naast het bepaalde in het Algemeen Reglement, het aanvraagformulier en de toelichting daarop dient de aanvraag vergezeld te gaan van:
• een motivering waarin de aanvrager een toelichting geeft op het collectiebeleid in samenhang met de aankoopplannen. Daarin dient te worden aangegeven waarom het voorgenomen aankoopprogramma een belangrijke plaats inneemt in de Collectie Nederland en de relatie die dit programma heeft met de collectie van de aanvrager,
• een presentatieplan, waarin wordt toegelicht op welke wijze de collectie (digitaal) zal worden ontsloten en hoe het publiek wordt betrokken,
• een inzicht in de totaal voor aankoop beschikbare middelen,
• indien de aanvraag een opdracht aan een kunstenaar bevat; een begroting met een reëel honorarium voor de kunstenaar.
C
Artikel 4, tweede lid, komt te luiden:
2. Bij de beoordeling van een aanvraag voor een collectieprogramma geeft het bevoegd adviesorgaan een oordeel over het belang van het collectie- en aankoopplan voor de beeldende kunst en/of de vormgeving en de Collectie Nederland en de relevantie daarvan voor het publiek. Daarbij betrekt het bevoegd adviesorgaan de volgende aspecten in zijn oordeel:
• de kwaliteit van het collectie- en aankoopplan en het belang ervan voor de collectie van de instelling en de Collectie Nederland,
• het belang en de reputatie van de instelling,
• de kwaliteit van het presentatieplan en de mate van zichtbaarheid.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
De stichting Mondriaan Fonds, E. van der Lingen directeur-bestuurder
In artikel 2 ‘Toepasselijkheid’ zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd. Om de leesbaarheid van het wijzigingsbesluit te waarborgen is het gehele artikel vervangen. Hieronder zullen alle wijzigingen kort worden toegelicht;
• Het verplichte deel dat moet worden besteed aan de aankoop van Nederlandse beeldende kunst en/of vormgeving wordt niet meer berekend op basis van het gehele aankoopbudget van de aanvrager, maar op basis van het toegekende bedrag. Deze wijziging sluit aan op de huidige werkwijze.
• Opdrachten aan kunstenaars worden onderdeel van het aankoopplan en functioneren niet langer als losse onderdelen die apart getoetst en beoordeeld worden. De noodzaak voor de aparte toetsing en beoordeling is geruime tijd geleden komen te vervallen aangezien er niet langer budget vanuit de regeling Kunst Opdracht wordt gebruikt voor de toekenning van opdrachten die worden verstrekt in het kader van de regeling Collectie Programma’s. In de gehele regeling wordt de toetsing en beoordeling van aankopen van werken die in opdracht worden gemaakt gelijkgetrokken met die van aankopen van bestaande werken. De aanvullende voorwaarden die enkel gelden voor werken die in opdracht worden gemaakt en die betrekking hebben op de kunstenaar waaraan de opdracht wordt verstrekt worden losgelaten.
• Aan het artikel zijn de volgende voorwaarden toegevoegd; het behoud van de aangekochte objecten wordt gewaarborgd door adequate bouwkundige voorzieningen, klimaatbeheersing en beveiliging, de aankopen zijn direct of zo spoedig mogelijk zichtbaar voor het publiek en aankopen maken duurzaam onderdeel uit van de Collectie Nederland.
• Aan het artikel zijn de volgende weigeringsgronden toegevoegd; geen bijdrage kan worden verstrekt aan particuliere musea en geen bijdrage kan worden verstrekt voor restauratie van objecten, actieve en passieve conservering, transportkosten, documentatie en digitalisering van de collectie of aankopen die reeds met rijkscultuurmiddelen worden ondersteund.
• In plaats van een minimale bijdrage van het fonds, wordt een maximale bijdrage in de toelichting bij het aanvraagformulier bekend gemaakt.
In artikel 3 ‘Aanvraag’ is verduidelijkt dat de aanvrager inzicht dient te verschaffen in de wijze waarop publiek wordt betrokken en is de term ‘passend publiek’ losgelaten omdat deze verouderd is.
In artikel 4 ‘Beoordeling’ is de formulering van de criteria vereenvoudigd en is het aantal criteria verminderd door de criteria die met elkaar samenhangen in een criterium op te nemen. Daarnaast is het aparte criterium voor de beoordeling van de werken die in opdracht worden gemaakt en betrekking hebben op de kwaliteit van het werk, de plannen en het cultureel ondernemerschap van de betrokken kunstenaar komen te vervallen. De beoordeling van aankopen van bestaande werken en werken die in opdracht worden gemaakt is hiermee gelijkgetrokken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-11652.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.