Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 maart 2025, nr. 2025-0000056299, houdende wijziging van de Regeling financiële educatie voor onderwijsinstellingen in verband met verlenging van het aanvraagtijdvak en uitbreiding van de aanvragers voor de subsidie voor po-scholen [KetenID WGK027640]

De Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling financiële educatie voor onderwijsinstellingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, derde lid, wordt ‘31 maart 2025’ vervangen door ’12 mei 2025’.

B

In artikel 6, derde lid, wordt ‘7 juli 2028’ vervangen door ’18 augustus 2028’.

C

Artikel 11, derde lid, komt te luiden:

• 3. De subsidieaanvraag voor een po-school kan worden ingediend door een po-school die niet ligt in een gemeente die deelneemt aan het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid als bedoeld in de Regeling kansrijke wijk, waarbij voor een basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs daarnaast als voorwaarde geldt dat voor die school voor het jaar 2024 de uitkomst van de formule A – B, bedoeld in artikel 18, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO 2022, meer is dan 0.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel C, terug tot en met 25 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

TOELICHTING

Deze wijzigingsregeling wijzigt de Subsidieregeling financiële educatie voor onderwijsinstellingen (hierna: de regeling). Deze wijzigingsregeling wijzigt de regeling op de volgende onderdelen, die hieronder worden toegelicht:

• toevoeging speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs als subsidie-aanvrager.

• verlenging aanvraagperiode derde tijdvak (primair onderwijs);

Toevoeging speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs als subsidie-aanvrager

De regeling bevat een definitie van po-school. Po-scholen zijn basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en scholen of instellingen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra. Artikel 11, derde lid, van de regeling schrijft voor welke po-scholen een subsidieaanvraag kunnen indienen. Dat is, in overleg met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), een afgebakende groep, namelijk scholen met een onderwijsachterstandsscore boven de drempelwaarde. Echter, de scholen die in de praktijk een onderwijsachterstandsscore kunnen hebben, zijn uitsluitend basisscholen. Speciale scholen voor basisonderwijs en scholen of instellingen voor speciaal onderwijs hebben geen onderwijsachterstandsscore. Dat betekent dat zij geen aanvraag konden indienen, terwijl dat wel bedoeld was. Deze wijzigingsregeling herstelt dat door artikel 11, derde lid opnieuw vast te stellen. Die regelt nu dat een aanvraag kan worden ingediend door po-scholen die niet liggen in een gemeente die deelneemt aan het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid als bedoeld in de Regeling kansrijke wijk. Deze voorwaarde geldt dus voor basisscholen, speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs. Voor basisscholen geldt daarnaast een extra voorwaarde. Zij kunnen enkel een aanvraag indienen als zij een onderwijsachterstandsscore hebben. Dit is in lijn met het doel van de regeling, namelijk het ondersteunen van kwetsbare kinderen.

Verlenging aanvraagperiode derde tijdvak (primair onderwijs)

Meerdere scholen gaven aan dat de aanvraagperiode te kort is. Onder andere omdat er tegelijk met deze subsidieregeling nog andere subsidieregelingen lopen waar scholen ook een aanvraag voor willen indienen. De aanvraagperiode van dit derde tijdvak is met deze wijzigingsregeling met zes weken verlengd. Scholen die vallen onder de doelgroep kunnen tot en met 12 mei 2025, 17.00 uur, een aanvraag indienen. In het verlengde daarvan is ook projectperiode met 6 weken verlengd tot 18 augustus 2028.

Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel C, terug tot en met 25 januari 2025. Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en een minimum invoeringstermijn voor regelgeving, zoals voorgeschreven in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Het is noodzakelijk dat de wijzigingen zo snel mogelijk in werking treden, omdat het einde van de aanvraagperiode nadert en de wijziging anders niet het gewenste effect heeft. Aan de wijziging van artikel I, onderdeel C, is terugwerkende kracht toegekend tot 25 januari 2025, het moment waarop artikel 11, derde lid, in werking trad. Daarmee wordt de omissie in de doelgroep hersteld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel