Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II

14-11-2024

Next Step

Partijen:

1. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer, hierna te noemen: VRO;

2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark, hierna te noemen: BZK;

3. De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma, hierna te noemen: LVVN;

4. De Minister van Justitie en Veiligheid; D.M. van Weel, hierna te noemen: JenV;

5. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen, hierna te noemen: IenW

Partijen genoemd onder 1 tot en met 5, ieder handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna samen te noemen: het Rijk;

6. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee, namens deze: mevrouw A. Grootenboer, burgemeester, hierna te noemen: Gemeente Goeree-Overflakkee;

7. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard, namens deze: de heer F.D. van Heijningen, wnd. burgemeester, hierna te noemen: Gemeente Hoeksche Waard;

8. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard, namens deze: de heer F. van Oosten, burgemeester, hierna te noemen: Gemeente Nissewaard;

9. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorne aan Zee, namens deze: de heer A.R.C. Scheepers, burgemeester, hierna te noemen: Gemeente Voorne aan Zee;

10. Het dagelijks bestuur van Recreatieschap Voorne-Putten, namens deze: de heer R. van der Kooi, voorzitter, hierna te noemen Recreatieschap VP;

11. Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, namens deze: de heer A.W. Kolff, commissaris van de Koning, hierna te noemen: Provincie Zuid-Holland.

Partijen genoemd onder 6 tot en met 11, ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: de Regio

Alle Partijen hierna allen tezamen te noemen: Partijen.

Partners:

  • Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Hollandse Delta;

  • Het college van bestuur van Albeda; tevens vertegenwoordiger voor:

    • a. Het college van bestuur van Zadkine

    • b. Het college van bestuur van Lentiz

    • c. Het college van bestuur van DaVinci

    • d. Het college van bestuur van STC

  • Het college van bestuur van Hogeschool Rotterdam

  • Het college van bestuur van Hogeschool InHolland (nog in overleg);

  • Het bestuur van de ondernemersvereniging MKB Rotterdam Rijnmond;

  • Het bestuur van de Ondernemingsvereniging Hoeksche Waard;

  • Het bestuur van de Federatie Ondernemingsverenigingen Goeree-Overflakkee.

Begripsbepaling:

In dit convenant wordt verstaan onder:

  • Leven Lang Ontwikkelen (LLO): ontwikkelmethodiek gebaseerd op het (pro)actief ontplooien van kwaliteiten op basis van motieven en mogelijkheden, gedurende het gehele leven;

  • Next Step: benaming van deze Regio Deal, om aan te geven dat dit een doorontwikkeling is van de Regio Deal ZHD I;

  • Partner: organisatie die door Partijen betrokken is bij de Regio Deal, maar de Deal niet aangaat en waarvoor geen specifieke actie in de Regio Deal kan staan;

  • Regio Deal: convenant dat door de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, eventueel een andere minister/staatssecretaris en één of meer regionale Partijen is gesloten om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers in een regio te verbeteren;

  • Regio Deal Zuid-Hollandse Delta I: Regio Deal tussen de regio Zuid-Hollandse Delta en het Rijk met looptijd van 2022–2025;

  • Regio Envelop: het bedrag van € 900 miljoen dat het kabinet Rutte IV beschikbaar heeft gesteld om in de periode van 2022–2025 nieuwe Regio Deals af te sluiten;

  • Regiokassier: publieke regionale Partij, zijnde een provincie, gemeente of openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen of een van de openbare lichamen Bonaire Sint-Eustatius of Saba, die ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal de taak van kassier vervult of zal vervullen;

  • Regionale private financiering: voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een private regionale Partij;

  • Regionale publieke financiering: voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een publieke regionale Partij, niet zijnde een specifieke uitkering, opdracht of subsidie van het Rijk;

  • Samenwerkingsovereenkomst: een document waarin de rollen en verantwoordelijkheden van regionale partijen en partners nader zijn omschreven.

  • Specifieke uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals: betreft de specifieke uitkering waarin de juridische- en financiële kaders en verplichtingen voor het toekennen van de rijksmiddelen uit de Regio Envelop aan een regiokassier door het Rijk staan;

  • Steunverklaring: een schriftelijke verklaring van een Partner van steun aan de Regio Deal die als bijlage bij het convenant wordt gevoegd;

  • Triple helix: staat voor de samenwerking tussen overheid, ondernemingen en onderwijs (kennisinstellingen). De samenwerking, zeker ook Triple helix sturing in een stuurgroep, bevordert zowel het vergaren, het delen als het toepassen van kennis. Waar mogelijk worden ook inwoners betrokken bij de samenwerking;

Algemene overwegingen

  • 1. Rijk en Regio werken samen in Regio Deals aan complexe, regionale opgaven gericht op het vergroten van de kwaliteit van leven, wonen en werken in de Regio (‘brede welvaart’).

  • 2. Regio Deals beogen de samenwerking tussen overheden, onderwijs, bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners in de Regio en tussen Rijk en Regio te versterken.

  • 3. Voor de Regio Deals zijn middelen beschikbaar uit de Regio Envelop, waarbij vanuit het partnerschap vertrekpunt is dat de rijksbijdrage gepaard gaat met minimaal eenzelfde bijdrage aan regionale (publieke en/of private) financiering.

  • 4. De Regio Deals onderscheiden zich door hun integrale en gezamenlijke programmatische aanpak met lerend en adaptief karakter en met financiering van zowel Rijk als Regio van reguliere beleidsinstrumenten.

  • 5. De Regio Deals zijn bedoeld als een tijdelijke impuls voor regionale ontwikkeling met een duurzaam effect, waarbij geleerde lessen en structurele exploitatiekosten van lange termijn- investeringen worden geborgd.

  • 6. De middelen uit de Regio Envelop voor de Regio Deals vijfde tranche worden door VRO beschikbaar gesteld als specifieke uitkering op grond van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche.

Specifieke overwegingen

Kenmerken Regio

  • 1. De Regio Zuid-Hollandse Delta beslaat het grondgebied van de gemeenten Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, Nissewaard en Voorne aan Zee. Deze kustregio bestaat uit drie eilanden, de Voordelta en het Haringvliet. Water is daardoor een verbindend element. Het is een diverse Regio met polderlandschappen, kust- en natuurgebieden, pittoreske dorpjes, historische stadjes en enkele stedelijke kernen met de daarbij behorende voorzieningen.

  • 2. De grootstedelijke omgeving van de stad Rotterdam met de Rotterdamse wereldhaven is nabij. Daardoor is de Regio Zuid-Hollandse Delta het ‘schakelgebied’ tussen stad, land en haven.

  • 3. De Regio is ogenschijnlijk een zorgeloze plek voor de ruim 300.000 inwoners om er met plezier te wonen, werken en recreëren. Maar de brede welvaart staat onder druk. Een deel van de Regio is economisch relatief kwetsbaar door onvoldoende onderwijsmogelijkheden, de economische structuur, demografische ontwikkelingen en regionale afhankelijkheid. Die kwetsbaarheid pakken Partijen samen aan.

Opgaven

Opgave 1: Economie

  • 4. De Regio kent mede door vergrijzing en ontgroening een tekort op de regionale arbeidsmarkt en binnen het onderwijs. Dit brengt risico’s met zich mee voor de vitaliteit van het regionale midden- en kleinbedrijf (mkb) maar ook voor die van de nabijgelegen wereldhaven van Rotterdam.

  • 5. Het aandeel van vernieuwende sectoren blijft achter ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde.1 Een mogelijke oplossing voor een tekort op de arbeidsmarkt – het verhogen van de arbeidsproductiviteit2 dankzij innovatie – gaat daarom niet op voor de Zuid-Hollandse Delta.

  • 6. Het gemiddeld opleidingsniveau in de Regio is lager dan in vergelijkbare regio’s.3 De grote transitie-opgaven vragen andere kennis of vaardigheden bij zowel ondernemers als werknemers. Dat vraagt om investeringen in bereikbaar onderwijs en Leven Lang Ontwikkelen*. In de Regio Zuid-Hollandse Delta bevinden zich geen instellingen voor hoger beroepsonderwijs (hbo) of wetenschappelijk onderwijs (wo). Evenals in andere regio’s kampt het onderwijs met een tekort aan leraren op alle onderwijsniveaus. De aansluiting tussen arbeidsmarkt en het onderwijs verdient extra aandacht.

  • 7. De Zuid-Hollandse Delta is voor een groot deel agrarisch gebied. De Regio kent grote opgaven op het gebied van de doorontwikkeling van het landelijk gebied en de ontwikkelingen in de energietransitie.

  • 8. De Regio kent daarnaast een belangrijk maritiem- en visserijcluster met een grote transitieopgave.

Opgave 2: Leefbaarheid

  • 9. De Zuid-Hollandse Delta vergrijst sterker dan gemiddeld in Nederland4. Mede door het ontbreken van onderwijs- en huisvestingsmogelijkheden verlaten jongeren, aan de vooravond van hun (beroeps)opleiding of carrière, de Regio. Dit betekent in de kleinere kernen steeds minder draagvlak voor maatschappelijke voorzieningen. Daarbij komt dat door tekorten aan leraren, schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel goed onderwijs onder druk staat. Partijen moeten voorkomen dat de Regio in een neerwaartse spiraal belandt.

  • 10. In de stedelijke kernen Spijkenisse en Hellevoetsluis zijn in de jaren ’70 en ’80 in korte tijd veel woningen gebouwd die vrijwel allemaal tegelijk aan transformatie of vernieuwing toe zijn. De benodigde middelen en de ontwikkelkracht ontbreken, waardoor de sociaaleconomische problemen toenemen.

  • 11. De verkeersintensiteit binnen de Regio neemt toe door een forse en groeiende uitgaande onderwijs- en werkpendel. Openbaar vervoer is met name op Goeree-Overflakkee en in de Hoeksche Waard niet altijd even adequaat. De regionale bereikbaarheid is vanwege de grote hoeveelheid tunnels en bruggen kwetsbaar. Banen, onderwijs en voorzieningen zijn steeds moeilijker bereikbaar.

  • 12. De aanwezigheid van de vele (jacht)havens, recreatieparken, bedrijventerreinen en toenemende leegstand van agrarisch vastgoed geeft uitdagingen op het gebied van criminaliteit, ondermijning en de veiligheidsbeleving van inwoners.

Opgave 3: Landschap

  • 13. De regio is in het landelijk gebied onvoldoende voorbereid op de effecten van klimaatverandering en de doorontwikkeling en transitie van de landbouw.

  • 14. Door de ligging aan de kust en in de rivierendelta groeit de kans op wateroverlast, verdroging, verzilting en verzanding. Het Waterschap Hollandse Delta geeft in zijn Watervisie5 aan dat waterkwaliteit (verzilting) en waterkwantiteit (verdroging) al binnen 15 jaar de toekomstige ruimtelijke inrichting van de Regio stuurt.

  • 15. Beschikbaarheid van zoetwater voor inwoners, landbouw en natuur is in de nabije toekomst geen vanzelfsprekendheid meer.

  • 16. De biodiversiteit staat onder druk als gevolg van verschillende ontwikkelingen6.

  • 17. De landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit van de Regio staat onder druk, mede door ruimtevragen vanuit de omliggende gebieden.

Opgave 4 Regionale Triple helix samenwerking

  • 18. De Regio Deal Zuid-Hollandse Delta I was de start van een gerichte samenwerking tussen de regiopartijen en externe stakeholders. Met ondersteuning van het Rijk zijn mooie projecten binnen de vier programmalijnen gerealiseerd. Ondanks de successen van de eerste Regio Deal zijn er zorgen over de vitaliteit van de Regio, zoals hierboven geschetst. De opgaven dienen meer integraal te worden aangepakt en de kennisdeling moet beter.

  • 19. Bij de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta I waren met name de gemeenten trekkend, sturend en besluitvormend. Bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld voelden zich niet sterk gecommitteerd. Het opbouwen van het in 2020 overeengekomen duurzaam partnerschap blijkt meer tijd nodig te hebben. De doelconsensus en het onderling vertrouwen binnen de Triple helix moeten groeien. Het lerend en organiserend vermogen van de Regio heeft dringend versterking nodig. De Regio gaat daarom door op de ingezette koers maar zet de komende jaren met name in op het versterken en verstevigen van de samenwerking tussen overheden, ondernemers en onderwijs.

  • 20. De Triple helix samenwerking moet zich verder ontwikkelen. Dat geldt eveneens voor de samenwerking tussen de regionale Triple helix partijen en waterschap, provincie en het Rijk. Zonder nieuwe Regio Deal wordt de Regio teruggeworpen naar een ‘ieder voor zich’-situatie waarin de regionale partijen elkaar wellicht pas weer over minimaal 10 jaar weten te vinden.

Aansluiting op diverse nationale en provinciale opgaven

  • 21. ZH-Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG). Binnen de provinciale opgave ZH-PLG7 is de Zuid-Hollandse Delta – inclusief het eiland van Dordt en het eiland IJsselmonde – een kerngebied. De landbouwsector speelt een belangrijke rol bij het behalen van de doelen op het gebied van natuur, stikstof, water en klimaat. Maar de landbouwtransitie is breder. Naast het behalen van de ZH-PLG-doelen gaat het ook om innovatie, toekomstbestendige bedrijfsvoering en aanpakken van sociaaleconomische problemen die samenhangen met de landsbouwtransitie.

  • 22. Deltaprogramma. Doel van het Deltaprogramma8 is dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust ingericht moet zijn. Thema’s binnen het Deltaprogramma zijn waterveiligheid, zoetwater en ruimtelijke adaptatie. De uitwerking van deze thema’s vindt gebiedsgericht plaats.

  • 23. GALA/IZA. Binnen het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)9 wordt ingezet op het stimuleren van gezondheid, sport en bewegen en het versterken van de sociale basis. Een voorbeeld is de inzet op bewegen in de fysieke omgeving en het opzetten van een preventieve infrastructuur voor een gezond leven in de wijken en dorpen en vitaal ouder worden. Bij het Integraal Zorgakkoord (IZA)10 wordt ook ingezet op preventie en ligt de focus op de zorgtransformatie. Inzet op toegankelijkheid, de kwaliteit en betaalbaarheid van zorg in de wijken en dorpen.

  • 24. LEADER-ZHE11: een Europees subsidieprogramma, gericht op samenwerking en ontwikkeling van plattelandsgebieden. De doelstellingen van Leader ZHE en de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II komen deels overeen. Er is nauwe afstemming met Leader-ZHE om kansrijke voorstellen zo goed mogelijk te faciliteren.

  • 25. Nationaal Klimaatakkoord12 en Nationaal Klimaat Platform13: versnellen naar een economie en samenleving zonder uitstoot van broeikasgassen.

  • 26. Nationaal Programma Circulaire Economie 2023–203014: maatregelen die leiden tot het zuiniger omgaan met grondstoffen en hergebruiken van afval.

  • 27. Provinciale programma’s als Human Capital Agenda15 Zuid-Holland, Innovatief Zuid-Holland, MKB-deals, Groeiagenda Zuid-Holland, Circulair Zuid-Holland, Natuurrijk Zuid-Holland etc.

  • 28. LVVN en IenW onderschrijven de doelen en de aanpak van de Regio Deal die passen bij de nationale doelstellingen op hun beleidsterreinen en zullen als Partij concreet bijdragen aan bepaalde onderdelen van deze Regio Deal. Deze bijdrage(n) en de daarbij behorende inzet worden bij de betreffende onderdelen van de Regio Deal expliciet weergegeven.

Komen het volgende overeen:

1. Doelen, aanpak en resultaten Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II

Artikel 1 – Doelen

  • 1. Economie:

    • a. Werken aan een toekomstbestendige, vitale en circulaire regionale economie, waarbij het onderwijs aansluit bij de regionale arbeidsmarkt, het bedrijfsleven verduurzaamt en de economie en ecologie in balans zijn.

    • b. Stimuleren van innovatie, energietransitie, voedselzekerheid en -veiligheid en het bevorderen van lokale productie en korte ketens door een toekomstgerichte en duurzame landbouwstructuur en visserijsector.

    • c. Beter benutten van bestaande bedrijventerreinen.

    • d. Aanpakken van ondermijning op bedrijventerreinen en in het landelijkgebied door samenwerking in de veiligheidsketen.

    • e. Zorgen voor een stabiele energievoorziening door regionale energyhubs, met lokale energieopwekking, -opslag en -gebruik.

    • f. Versterking van het visserij-innovatiecentrum en het maritiem cluster.

  • 2. Leefbaarheid:

    • a. Het bieden van een vitale, groene veilige leefomgeving, die uitnodigt tot een gezonde leefstijl en ontmoeting, waarbij de zogenaamde Blue Zones16 een inspiratie zijn.

    • b. Een meer evenwichtige bevolkingsopbouw binnen de Regio door ontwikkeling van adequate huisvestings-, onderwijs en ontmoetingsmogelijkheden in de kernen.

    • c. Een verbeterde bereikbaarheid van banen, onderwijs en voorzieningen.

    • d. Zorgen voor een goed en veilig leefklimaat, zowel in de meer kwetsbare wijken en kernen als rondom werklocaties.

  • 3. Landschap:

    • a. Verbetering van de balans tussen economie en de ecologie, in een gebied met veel agrarische bedrijvigheid, verstedelijking, een sterke toeristische sector én met waardevolle natuur en een karakteristiek landschap.

    • b. Het blijven behouden en waar mogelijk versterken van de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteiten waar mogelijk versterkt dankzij verbetering van waterkwaliteit, waterbeschikbaarheid, waterveiligheid en de biodiversiteit.

    • c. Het zoeken naar duurzame vormen van landbouw, visserij, natuurbeheer, recreatie en toerisme binnen de landschappelijke waarden. Waarbij recreatiegebieden worden versterkt ter bevordering van het welzijn van inwoners en bezoekers.

  • 4. Regionale Triple helix samenwerking:

    • a. De Regio kent een integrale aanpak van transities en maatschappelijk opgaven, omdat er bij Partijen sprake is van doelconsensus, onderling vertrouwen en bereidheid tot samenwerking in een lerend regionaal ecosysteem.

    • b. Partijen bouwen aan een hechte gebiedsgerichte samenwerking waarbij regionale externe stakeholders (ondernemers, maatschappelijke organisaties en onderwijs) door Partijen worden beschouwd als gelijkwaardige partners bij de aanpak.

Artikel 2 – Aanpak

Centrale aanpak/

  • 1. Partijen zien deze Regio Deal als een doorontwikkeling van de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta I. Partijen hanteren een programmatische aanpak en werken met jaarschijven en jaarplannen.

    Leer- en ontwikkelpunten vanuit deze eerdere Regio Deal zijn:

    • een meer programmatische aanpak van de opgaven,

    • integraliteit door het leggen van verbindingen tussen de programma’s,

    • nadrukkelijk aandacht voor kennisdeling en versterking van de Triple helix samenwerking, (ook doorwerkend in de besluitvormingsstructuur).

Besluitvorming binnen de Deal

  • 2. De vier hoofddoelen van de Regio Deal worden uitgewerkt in verschillende programmalijnen. Met een programmatische aanpak werkt de Regio met publieke en private partners de hoofddoelen en subdoelen verder uit naar een concrete uitvoeringsagenda. Daarbij wordt gewerkt met jaarschijven voor financiering op basis van jaarplannen. Dat betekent dat gaandeweg het projectportfolio wordt ontwikkeld. De beoogde uitvoeringsagenda’s bouwen waar mogelijk en wenselijk door op initiatieven uit de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta I, zodat eerdere resultaten geborgd en versterkt worden. Waar mogelijk sluit de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II (sterker dan bij de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta I) aan op provinciale en landelijke ontwikkelingen. Daarmee neemt de Regio mede-verantwoordelijkheid voor de regio-overstijgende opgaven en transities.

1. Programmalijn Economie

  • a. Voldoende en goed opgeleid personeel is de belangrijkste factor voor een vitale regionale economie en het regionale mkb. Ingezet wordt op het behouden, ontwikkelen en aantrekken van adequaat personeel, met talentontwikkeling, Levenlang Leren en Ontwikkelen (LLO) en activiteiten die de toeleiding tot de arbeidsmarkt ondersteunen.

  • b. De Regio ondersteunt de ontwikkeling van relevante opleidingen voor de regionale arbeidsmarkt, met de doorontwikkeling van de regionale campussen zoals de Zorgcampus en Techniekcampus.

  • c. Partijen ondersteunen de onderwijssector bij de aanpak van het lerarentekort en bij de ontwikkeling van de aansluiting en doorstroom tussen primair- en voortgezet onderwijs (PO/VO), mbo en hbo/wo.

  • d. Partijen stimuleren en ondersteunen initiatieven van ondernemers die innovatieve oplossingen voor regionale opgaven of het verhogen van de arbeidsproductiviteit willen verkennen of realiseren.

  • e. De agrarische sector is volop bezig met de doorontwikkeling van de sector om zo een toekomstbestendige bedrijfsvoering te realiseren. In aanvulling op het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) ondersteunen Partijen binnen de Regio Deal de agrarisch ondernemers bij deze verdere ontwikkelingen. In de Regio wordt ingezet op versterking van de overgang van traditionele landbouw naar regeneratieve landbouw, optimalisatie van het energiemanagement bij en rond landbouwbedrijven en zo zorgvuldig mogelijk om te gaan met water. Projecten die bijdragen aan minder watergebruik, minder bemesting en gewasbestrijdingsmiddelen, verwaarding van reststromen en versterking biodiversiteit worden door de Regio gefaciliteerd.

  • f. De Regio ondersteunt samenwerking tussen landbouw, natuurbeheer, recreatie en toerisme, bijvoorbeeld bij de aanleg van voedselbossen, natuurvijvers en educatiemogelijkheden.

  • g. Partijen werken samen aan een klimaat-neutrale en circulaire economie. Het gaat daarbij met name om versterking van korte ketens, regionaal energiemanagement en circulariteit. Bedrijventerreinen worden beter benut en de Regio faciliteert bedrijvencollectieven die willen werken aan gezamenlijke energienetwerken.

  • h. Partijen ondersteunen en stimuleren kennisverwerving en vooral ook kennisdeling in de Regio. De mogelijkheid voor het opzetten van een Regionaal Kennisknooppunt (RKK) wordt onderzocht.

  • i. Bijzondere aandacht heeft het versterken en beter benutten van de informatiepositie over (mogelijk) ondermijnende activiteiten op met name bedrijventerreinen en in het buitengebied.

  • j. Partijen ondersteunen de verduurzaming van de regionale bedrijventerreinen en werklocaties. Met innovatieve projecten waarin diverse betrokkenen samenwerken, worden door de Regio energyhubs opgezet en wordt door de Regio de netcongestie aangepakt. In aansluiting op de projecten in Regio Deal Zuid-Hollandse Delta I stimuleert de Regio onderzoek naar en gebruik van waterstof als energiedrager.

  • k. Partijen onderzoeken en beoordelen (op korte termijn) de specifieke manier waarop het visserij-innovatiecentrum en het maritiem cluster het beste kunnen worden ondersteund, en de uitvoerende partners die daarbij horen.

2. Programmalijn Leefbaarheid

  • a. Binnen deze programmalijn stimuleert de Regio initiatieven die stad en land met elkaar verbinden en wordt ingezet op robuuste natuur in de stad. Dat vergroot de mogelijkheden voor gezondheidspreventie en natuurbeleving van inwoners van de meer stedelijke wijken. Tegelijkertijd is dit van belang voor klimaatadaptatie en versterking van de biodiversiteit.

  • b. Blue Zones (zie toelichting onder artikel 2) bieden inspiratie voor de versterking van de Regio Zuid-Hollandse Delta.

  • c. Partijen stimuleren initiatieven die de wijken en kernen vitaal houden. Initiatieven voor jongerenhuisvesting en wonen met zorg dragen bij aan een meer evenwichtige bevolkingsopbouw. Projecten die bijdragen aan versterking van het voorzieningenniveau, de sociale cohesie, veiligheid en veiligheidsbeleving worden ondersteund.

  • d. Partijen zoeken naar optimale benutting van bestaande verbindingen, versterking van de interne bereikbaarheid binnen de Regio, innovaties en alternatieven en verkennen oplossingen voor nieuwe mogelijkheden om het openbaar vervoer een aantrekkelijker alternatief te laten zijn voor de auto. Daarnaast wordt ingezet op een duurzamer mobiliteitspatroon en structurele gedragsverandering.

  • e. De Regio veronderstelt dat een goed en veilig leefklimaat mensen en bedrijven aantrekt, zorgt voor sociale cohesie en veiligheid en ondermijnende activiteiten voorkomt. Dit kan leiden tot economische groei, hetgeen nieuwe kansen biedt voor voorzieningen, onderwijs en innovatie. Daarnaast resulteert de aanpak van ondermijning ook in een gezond en veilig ondernemersklimaat. Een onderneming die witwast is immer oneerlijke concurrentie voor legale nabijgelegen ondernemers. In het kader van ondermijning werken Partijen aan de versterking van de informatiepositie en datavolwassenheid bij gemeenten, waardoor interventies gerichter en effectiever worden uitgevoerd.

IenW wil samen met de Regio werken aan de uitvoering van deze programmalijn Leefbaarheid. Voor zover mogelijk wordt bij het inrichten van een adequaat publiek vervoersysteem binnen de Regio Zuid-Hollandse Delta aangesloten bij het IenW-programma Publiek Vervoer. Zo kan IenW samen met de Regio werken aan het opzetten van een slim mobiliteitssysteem dat is toegespitst op alle reizigersgroepen.

JenV zal binnen deze programmalijn toezien op samenwerking met het RIEC en andere relevante partners. Wat betreft het dashboard kan JenV de verbinding maken met het dashboard ‘Zicht op ondermijning’ en/of met RIEC Rotterdam, die ervaring hebben met het ontwikkelen van een lokaal dashboard. Ook kan JenV inhoudelijk meedenken over andere veiligheidsthema’s die mogelijk aan de orde komen binnen deze programmalijn.

Leefbaarheid, woningbouw en economie zijn sterk met elkaar verbonden. Een leefomgeving die uitnodigt om gezond te leven en een adequaat woonaanbod voor de verschillende doelgroepen inwoners in een aantrekkelijke en veilige leefomgeving zijn onderdeel van een goed vestigingsklimaat voor bedrijven. Met de woningcorporaties wordt gezocht naar aanknopingspunten bij deze Regio Deal.

3. Programmalijn Landschap

  • a. Partijen mitigeren de effecten van klimaatverandering met klimaat adaptieve maatregelen in stad en platteland en door het borgen van de beschikbaarheid van zoetwater voor de verschillende doelgroepen in de Regio. De voorstellen voor waterberging en verhoging van de waterkwaliteit ondersteunen de doorontwikkeling en verdere innovatie in de agrarische sector. Versterking van de biodiversiteit zorgt voor verbetering van de water- en bodemkwaliteit en helpt bij de aanpassing aan de klimaatverandering.

  • b. Met het Waterschap Zuid-Hollandse Delta en de Deltaprogramma’s Zuidwestelijke Delta en Rotterdam-Drechtsteden (DPRD) werkt de Regio aan uitvoeringsmaatregelen op het gebied van klimaatadaptatie, waterveiligheid, waterkwaliteit, waterbeschikbaarheid en waterbewustzijn.

  • c. Partijen zien water als een verbindend element binnen de delta. Daarom wordt de lijn vanuit de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta I doorgezet en werken Partijen aan de beleving van het water en de verbinding over het water. Partijen geven invulling aan een vitale en veilige Haringvlietmonding en een aantrekkelijke kustzone.

  • d. Partijen onderschrijven het belang van de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit van de Regio. Partijen waken samen voor aantasting van deze kwaliteit door een zorgvuldige regionale afweging van belangen bij ruimtevragen.

  • e. De Regio kent veel mogelijkheden voor verblijfsrecreatie, watersport en kustrecreatie. Partijen gaan er van uit dat gebruik van deze voorzieningen de mentale (en fysieke) gezondheid van de inwoners en bezoekers ten goede komt. Partijen stimuleren de realisatie van innovatieve verblijfs- en recreatiemogelijkheden, waarbij zij ervoor waken dat de ecologie niet lijdt onder de toenemende recreatiedruk.

  • f. Partijen veronderstellen dat er in natuur- en recreatiegebieden nog veel te verbeteren is aan de toegankelijkheid. Partijen ondersteunen daarom initiatieven voor optimale toegankelijkheid voor mensen met een beperking.

LVVN zet zich in om de beoogde resultaten van de programmalijnen 1, 2 en 3 te bereiken, waarbij voedselzekerheid, innovatie en het halen van internationaal afgesproken doelen zoals voor natuur, biodiversiteit, water en klimaat elkaar versterken. Dit kan onder andere inhoudelijke ondersteuning betreffen zoals kennisuitwisseling over relevante beleidsinitiatieven, programma’s en instrumenten of zorg te dragen voor een goede aansluiting daarop.

4. Programmalijn Regionale Triple helix samenwerking

Bij alle Regiopartijen is er het groeiend besef dat ze elkaar nodig hebben om de economie, ecologie en de kernen en wijken vitaal te houden. Met het oog op de brede welvaart en deels vanuit welbegrepen eigenbelang moeten en willen overheden, onderwijs, maatschappelijke organisaties en ondernemers samenwerken. Randvoorwaarden voor deze netwerksamenwerking zijn doelconsensus, onderling vertrouwen en netwerkcompetenties. Binnen de programmalijn Regionale Triple helix samenwerking gaan Partijen daar de komende jaren aan werken. Om dit op een gestructureerde wijze te kunnen doen en monitoren wordt de methodiek van Theory of Change (ToC) gebruikt. In de voorbereidingsfase van dit Convenant is met het Pon-Telos een ToC Zuid-Hollandse Delta opgesteld. Dit helpt de Regio bij de evaluatie en monitoring en bij de weging van projectvoorstellen in de verschillende jaarschijven. Binnen deze programmalijn willen Partijen het lerend en organiserend vermogen van de Regio versterken. Belangrijke randvoorwaarden voor de netwerksamenwerking zijn doelconsensus, onderling vertrouwen en netwerkcompetenties.

  • a. Opgavegerichte Triple helix samenwerking is een nieuwe werkwijze voor de Regio. Partijen stellen een leerlijn Triple Helix samenwerking op. Samen werken de Partijen aan de ontwikkeling van netwerkcompetenties en bouwen zij door ontmoeting aan het onderling vertrouwen. Zij zoeken hierbij samenwerking met andere Regio Deals die een soortgelijk leerdoel hebben

  • b. De regionale Triple helix samenwerkingsstructuur in de Regio wordt geoptimaliseerd. Partijen betrekken – meer dan voorheen – het regionale mkb en de maatschappelijke organisaties zoals woningcorporaties en zorginstellingen bij de ambities en opgaven voor de Regio. Zij organiseren werksessies en netwerkbijeenkomsten. Waar mogelijk worden ook inwoners betrokken.

  • c. Vanuit leerervaringen uit de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta I wordt de governance van de Regio Deal aangepast waarbij Partners een gelijkwaardige positie binnen het besturingssysteem krijgen.

  • d. Regionale dataverzameling en -duiding geven richting aan de opgavengerichte samenwerking door partijen. De verschillende programmalijnen worden zo veel mogelijk met elkaar verbonden waardoor ze elkaar versterken.

  • e. Partijen zetten in op versterking van het bestuurlijk, economisch en maatschappelijk ecosysteem. Bijvoorbeeld door het realiseren c.q. versterken van eilandelijke Economic Boards en vooral ook de verbinding daartussen.

Artikel 3 – Beoogde resultaten

Partijen hebben grote ambities voor de versterking van de brede welvaart in de regio Zuid-Hollandse Delta. Gezamenlijk zetten Partijen zich in om de komende jaren met een programmatische en projectmatige aanpak concrete resultaten te bereiken. Daarbij realiseren Partijen zich dat versterking van de brede welvaart een zaak is van de lange termijn, die bovendien door meer factoren wordt beïnvloed dan de inzet vanuit deze Regio Deal. Met inachtneming daarvan worden onderstaand de beoogde (lange termijn) resultaten benoemd.

1. Beoogde resultaten programmalijn Economie

  • a. Meer mensen zijn aan het werk in de Regio. Het onbenut potentieel wordt zoveel mogelijk ingezet voor werk of maatschappelijke bijdragen, de uitgaande onderwijs- en werkpendel vermindert en nieuwe mensen gaan aan de slag in de Regio. Er zijn minder onvervulbare vacatures in de Regio.

  • b. De regionale onderwijsinstellingen hebben voldoende personeel en bieden in samenspraak met het bedrijfsleven relevante opleidingen voor de regionale arbeidsmarkt.

  • c. Regionale ondernemers bieden en gebruiken meer innovatieve oplossingen voor de schaarste op de arbeidsmarkt zoals robotisering en AI.

  • d. Bestaande bedrijventerreinen worden beter benut.

  • e. Meer landbouwgrond wordt gebruikt voor duurzame en volhoudbare landbouw.

  • f. De positie van het maritieme cluster en het visserij-innovatiecluster zijn versterkt.

  • g. De Regio wekt meer duurzame energie op voor de regionale behoefte en energyhubs zorgen voor een stabieler regionaal energienetwerk.

2. Beoogde resultaten programmalijn Leefbaarheid

  • a. Wijken en kernen zijn vergroend, er is meer natuur dichtbij en beleefbaar en de biodiversiteit is versterkt.

  • b. De fysieke en mentale gezondheid en gezondheidsbeleving is gestegen door maatschappelijke investeringen in sport en bewegen.

  • c. Wijken en kernen zijn vitaler, door realisatie van wijkondersteuningspunten, nieuwe woonzorgconcepten en huisvestingsmogelijkheden voor met name jongeren en ouderen (wonen met zorg).

  • d. De tevredenheid over de bereikbaarheid van werk en voorzieningen is verbeterd door versterking van (alternatieve vormen van) openbaar vervoer en innovatieve vervoersmogelijkheden.

  • e. De informatiepositie en de datavolwassenheid bij gemeenten is versterkt waardoor gerichter en effectiever interventies worden uitgevoerd. Een dashboard ondermijning wordt ontwikkeld dat op basis van data inzicht biedt in risicogebieden en zogenaamde 'red flags'.

  • f. De veiligheid en de veiligheidsbeleving van inwoners is gestegen.

3. Beoogde resultaten Programmalijn Landschap

  • a. Het waterbewustzijn bij inwoners, ondernemers en (natuur)organisaties wordt bevorderd: inkomend water wordt meer geborgen, het waterverbruik vermindert, de waterkwaliteit stijgt.

  • b. De biodiversiteit op land en in het water wordt beschermd en versterkt.

  • c. De kustzone is veiliger, aantrekkelijker voor toeristen en economisch interessanter voor ondernemers.

  • d. Toeristische verblijfsvoorzieningen zijn uitgebreid, innovatiever en verduurzaamd.

  • e. De recreatieve voorzieningen zijn meer toegankelijk, ook voor mindervaliden.

  • f. Bezoekersaantallen en het aantal overnachtingen stijgen door goede aansluiting bij de eisen van milieu- en klimaatbewuste toeristen.

4. Beoogde resultaten Programmalijn Regionale Triple helix samenwerking

  • a. Bij Partijen zijn doelconsensus, de perceptie op onderling vertrouwen, gedeeld begrip en goodwill en netwerkcompetenties gegroeid;

  • b. De samenwerkings- en besluitvormingsstructuur binnen de Regio Zuid-Hollandse Delta II is heringericht, waarbij Triple helix samenwerking en gedeeld eigenaarschap het uitgangspunt is.

  • c. Regionale partijen werken vaker samen aan gemeenschappelijke opgaven, ook buiten de Regio Deal om.

  • d. Het monitoringsysteem is heringericht, waarbij de regio-specifieke monitoring beter aansluit bij de landelijke monitoring van Brede Welvaart.

2. Inzet middelen Regio Envelop voor uitvoering Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II

Artikel 4 – Uitgangspunten

  • 1. Partijen beogen een gecoördineerde beleidsmatige inzet van hun gezamenlijke financiële middelen op basis van de afspraken in deze Regio Deal. De Regio geeft met die middelen uitvoering aan de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II zoals het initiëren en/of realiseren van programma’s en projecten en andere uitvoeringsactiviteiten in het kader van de doelen en interventies van de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II zoals bedoeld in artikelen 1 tot en met 3. Op deze wijze zetten Partijen zich in om de regionale opgave van de Regio Zuid-Hollandse Delta te realiseren.

  • 2. VRO reserveert maximaal € 10 miljoen inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als rijksbijdrage voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid, volgens de in de onderstaande tabel opgenomen indicatieve onderverdeling. Hierin zijn ook de uitvoeringskosten oftewel VAT-kosten (Voorbereiding, Administratie en Toezicht) opgenomen, waarbij uitgegaan wordt van maximaal 3% van de rijksbijdrage. De Regio reserveert minimaal een bedrag van in totaal € 10 miljoen aan regionale financiering voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid volgens de in de onderstaande tabel opgenomen indicatieve onderverdeling:

    Uitvoeringsactiviteiten

    Maximale rijksbijdrage1

    Regionale financiering

    Totaal bedrag

    1. Programmalijn Economie

    € 5,0 mln.

    € 5,0 mln.

    € 10,0mln.

    2. Programmalijn Leefbaarheid

    € 2,0 mln.

    € 2,0 mln.

    € 4,0 mln.

    3. Programmalijn Landschap

    € 2,0 mln.

    € 2,0 mln.

    € 4,0 mln.

    4. Programmalijn Regionale Samenwerking

    € 0,7 mln.

    € 0,7 mln.

    € 1,4 mln.

    Uitvoeringskosten (VAT)

    € 0,3 mln.

    € 0,3 mln.

    € 0,6 mln.

    Bijdragen totaal maximaal

    € 10,0 mln.

    € 10,0 mln.

    € 20,0 mln.

    X Noot
    1

    Dit bedrag is inclusief eventueel verschuldigde BTW.

  • 3. De verdeling opgenomen in de tabel in het tweede lid geldt als uitgangspunt. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen. Partijen beogen een meer programmatische, integrale en lerende aanpak van de regionale opgaven. Daardoor zal binnen de uitvoeringsagenda’s veelal sprake zijn van een gezamenlijke inzet vanuit verschillende programmalijnen. Daarnaast gebeurt de inzet van de gezamenlijke financiële middelen in verschillende jaarschijven waarbij ook per jaarschijf een bepaalde focus op een of meerdere programmalijnen kan worden gelegd. Hierdoor kan de in artikel 2 opgenomen onderverdeling naar programmalijnen wijzigen. De in artikel 2 opgenomen onderverdeling is daarom indicatief. Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, een gewijzigde verdeling over de programmalijnen afspreken. Op deze wijziging van Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II is artikel 11 van toepassing.

Artikel 5 – Regiokassier

Partijen spreken af dat in het kader van de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II gemeente Nissewaard de rol zal vervullen van regiokassier. De regiokassier draagt zorg voor het nakomen van de voorwaarden en verplichtingen, zoals verwoord in de Specifieke uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.

3. Governance uitvoering Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II

Artikel 6 – Rijk-Regio-overleg

  • 1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II en met andere publieke en/of private samenwerkingspartners. Dit Rijk-Regio-overleg ziet toe op de uitvoering van Regio Deal zoals beschreven in dit convenant.

  • 2. Het Rijk-Regio-overleg vergadert tenminste eenmaal per jaar, over de voortgang van, en eventuele knelpunten of risico’s in, de uitvoering van de Regio Deal en andere actualiteiten in de Regio.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde Rijk-Regio-overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:

    • a. vanuit de ministeries van het Rijk:

      • i. Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

      • ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties;

      • iii. Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;

      • iv. Justitie en Veiligheid;

      • v. Infrastructuur en Waterstaat;

    • b. vanuit de Regio vertegenwoordigers vanuit:

      • i. Regiobureau Zuid-Hollandse Delta;

      • ii. Gemeente Goeree-Overflakkee;

      • iii. Gemeente Hoeksche Waard;

      • iv. Gemeente Nissewaard;

      • v. Gemeente Voorne aan Zee;

      • vi. Provincie Zuid-Holland;

      • vii. Recreatieschap Voorne-Putten.

      desgewenst aangevuld met vertegenwoordiging vanuit de partners:

      • viii. Waterschap Zuid-Hollandse Delta;

      • ix. Albeda;

      • x. Hogeschool InHolland;

      • xi. MKB Rotterdam Rijnmond;

      • xii. Hogeschool Rotterdam;

      • xiii. Federatie Ondernemersverenigingen Goeree-Overflakkee;

      • xiv. Ondernemersvereniging Hoeksche Waard

  • 4. Het Rijk-Regio-overleg voorziet in zijn eigen werkwijze, waarbij het uitgangspunt is dat de Regio bij het organiseren, uitnodigen en verslagleggen de lead heeft.

  • 5. Het Rijk-Regio-overleg spreekt een escalatieregeling af.

  • 6. Betrokken partijen zien zelf toe op een adequate verantwoording aan achterbannen en/of volksvertegenwoordigers.

  • 7. De regionale Partijen en Partners stellen een Samenwerkingsovereenkomst op, waarin de rollen en verantwoordelijkheden van deze regionale Partijen en Partners nader worden uitgewerkt.

  • 8. In het kader van de aanpassing van de governance worden mogelijk ook andere, externe partners betrokken.

4. Evaluatie, voortgang en communicatie Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II

Artikel 7 – Evaluatie en voortgang

  • 1. De Regio brengt de beginsituatie van de regionale opgave in kaart. Daarnaast bepaalt de Regio een evaluatie-aanpak waarmee bijgehouden kan worden of de afgesproken aanpak (artikel 2) bijdraagt aan de doelen (artikel 1) van de Regio Deals. Ook hierbij wordt gebruik gemaakt van ervaringen en kennis bij andere Regio Deals. De beginsituatie en evaluatie-aanpak zijn beschreven in het voorjaar van 2025.

  • 2. De Regio stelt éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op, met daarin:

    • a. de voortgang van de initiatieven en projecten;

    • b. in hoeverre partijen op schema liggen om de beoogde resultaten (artikel 3) te behalen.

  • 3. De jaarlijkse voortgangsrapportage wordt in concept voor 15 juni van ieder jaar voorgelegd aan Partijen, gelet op indiening voor 15 juli bij de Minister van VRO in het kader van de specifieke uitkering.

  • 4. De Regio kan met de jaarlijkse voortgangsrapportage de betrokken gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen informeren. VRO gebruikt de jaarlijkse voortgangsrapportage als input voor de periodieke voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

  • 5. VRO draagt zorg voor onderzoek, betreffende het geheel van de Regio Deals (o.m. de resultaten en effecten van de Deals voor brede welvaart). De Regio verleent haar medewerking hieraan.

  • 6. BZK verzamelt binnen het geheel van de Regio Deals lessen en kennis over de (door)ontwikkeling van Regionale samenwerking binnen het stelsel van openbaar bestuur, waarmee mede uitvoering wordt gegeven aan de Actieagenda Sterk Bestuur.17

Artikel 8 – Communicatie

  • 1. Partijen zien toe op een gezamenlijke communicatiestrategie en -plan, waarbij de Regio in de lead is.

  • 2. Partijen communiceren eenduidig over de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II. Hiertoe wordt een kernboodschap opgesteld.

  • 3. De communicatie over de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta verloopt primair vanuit de Regio via het Programmabureau Zuid-Hollandse Delta.

  • 4. De Regio ziet er op toe dat bij communicatie over projecten die deel uitmaken van de uitvoering van de Regio Deal kenbaar wordt gemaakt dat het project mede mogelijk is gemaakt in samenwerking tussen Rijk en Regio.

5. Slotbepalingen

Artikel 9 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht

De afspraken van deze Regio Deal en/of de daaruit voortvloeiende maatregelen worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd en uitgewerkt in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.

Artikel 10 – Gegevensuitwisseling

  • 1. De in het kader van (de uitvoering van) deze Regio Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheimhouden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Regio Deal.

  • 2. Partijen dragen er zorg voor dat concurrentiegevoelige en/of privacygevoelige informatie uitsluitend wordt gedeeld voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders. Zij kunnen hiertoe nadere afspraken vastleggen.

Artikel 11 – Wijzigingen

  • 1. Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij het verzoek kenbaar heeft gemaakt bij VRO. VRO informeert de overige Partijen over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.

  • 3. Nadat alle Partijen aan VRO kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan dit convenant gehecht.

Artikel 12 – Opzegging

  • 1. Elke Partij kan de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze Regio Deal billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.

  • 2. Wanneer een Partij deze Regio Deal opzegt, blijft de Regio Deal voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

  • 3. Ingeval van beëindiging van de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II krachtens opzegging is geen van de Partijen jegens een andere Partij schadeplichtig.

Artikel 13 – Toetreding nieuwe partijen

  • 1. In overeenstemming met alle Partijen kunnen anderen tijdens de looptijd van de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II als nieuwe partijen toetreden tot deze Regio Deal. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de Regio Deal voortvloeien te aanvaarden.

  • 2. Het schriftelijke verzoek tot toetreding met daarbij de concrete bijdrage aan de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II wordt gericht aan VRO. VRO informeert Partijen en vraagt hen om instemming.

  • 3. Zodra alle Partijen aan VRO schriftelijk kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II en gelden voor die partij de voor haar uit de deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.

  • 4. Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II gehecht.

Artikel 14 – Ongeldigheid

Indien een bepaling van de Regio Deal in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, bijvoorbeeld wegens strijdigheid met het Besluit Specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche (zoals deze luidt op het moment dat de strijdigheid zich voordoet of alsdan in bestuursrechtelijke zin is vastgesteld), wordt die bepaling, voor zover nodig, uit de Regio Deal verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. De overige bepalingen van de Regio Deal blijven in een dergelijke situatie ongewijzigd en onverminderd geldig.

Artikel 15 – Publiekrechtelijke medewerking en toepasselijk recht

  • 1. De in het kader van Regio Deal door Partijen te verlenen (publiekrechtelijke) medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van Partijen onverlet.

  • 2. Op deze Regio Deal is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

Artikel 16 – Nakoming

De Regio Deal is niet in rechte afdwingbaar. Partijen kunnen elkaar aanspreken op tekortkomingen in de nakoming van de Regio Deal in het Rijk-Regio overleg.

Artikel 17 – Ondertekening in verschillende exemplaren

De Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II kan worden ondertekend door Partijen in verschillende exemplaren, die samengevoegd hetzelfde rechtsgevolg hebben alsof deze Regio Deal is ondertekend door alle Partijen in één exemplaar.

Artikel 18 – Citeertitel

Deze Regio Deal kan worden aangehaald als Regio Deal Zuid-Hollandse Delta II.

Artikel 19 – Inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Deze Regio Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2028.

  • 2. Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, de looptijd van de Regio Deal wijzigen, conform de procedure van artikel 11. De regiokassier zal rekening houden met de samenhang tussen de wijziging van de looptijd van de Regio Deal en de verleende specifieke uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.

Artikel 20 – Publicatie

  • 1. Deze Regio Deal zal net als andere Regio Deals openbaar worden gemaakt door publicatie in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de Regio Deals.

  • 2. VRO rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.


X Noot
16

Blue Zones zijn (wereldwijd) afgebakende gebieden waarvan de bevolking een specifieke levensstijl en leefomgeving deelt en waar de mensen meetbaar langer gezond leven.

X Noot
17

Met de Actieagenda Sterk Bestuur (2022, zie overheid.nl) richt het Ministerie van BZK zich op het versterken van de samenwerking binnen het Rijk en de samenwerking tussen Rijk, medeoverheden en niet-overheidspartners.

* Leven Lang Ontwikkelen

Vanuit SZW wordt gestimuleerd dat mensen zich blijven ontwikkelen om goed inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt. Maar leren en ontwikkelen is ook belangrijk om als bedrijf wendbaar en concurrerend te blijven. Daarom ondersteunt het Rijk leren en ontwikkelen onder andere met een aantal subsidiemogelijkheden.

Naar boven