Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 20 december 2024, nr. BZ2411067, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en tot wijziging van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 23 maart 2022, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Vierde openstelling, subsidieplafond en wijziging beleidsregels Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,

Gelet op artikel 6 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 7.2, eerste lid, onderdeel c, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

Aanvragen voor subsidie in de vierde openstelling van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 voor 2025 worden ingediend vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025, 15.00 uur Nederlandse tijd.

Artikel 2

  • 1. Voor subsidieverlening in het kader van de vierde openstelling van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2026 een subsidieplafond van € 3 miljoen.

  • 2. Indien na toepassing van het eerste lid een deel van het subsidieplafond resteert, wordt dit toegevoegd aan het subsidieplafond voor de vijfde openstelling van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026.

Artikel 3

De bijlage bij het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 23 maart 2022 tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026)1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In paragraaf 4.4.1. Deelname aan een (digitale) handelsmissie of collectieve beursinzending in het buitenland komt de eerste alinea als volgt te luiden:

Het gaat hierbij om een (digitale) collectieve, promotionele activiteit in een doelland, die primair een handelsbevorderend doel heeft. Dat wil zeggen dat de activiteit gericht is op:

  • (i) het vinden van potentiële afnemers, samenwerkingspartners of investeerders in een doelland, en

  • (ii) bevordering van export van Nederlandse producten en diensten naar, dan wel investeringen van Nederlandse MKB-ondernemingen in een doelland.

B

Paragraaf 4.4.4. Coaching komt als volgt te luiden:

4.4.4. Exporttraining en Coaching

Het gaat hierbij om a) het volgen van een door een externe deskundige gegeven exporttraining of b) het sparren met en leren van een coach over de organisatie van export naar een specifiek doelland. Onder het volgen van een door een externe deskundige gegeven exporttraining wordt verstaan:

Het volgen van een door een externe deskundige gegeven exporttraining

  • om kennis over internationaal ondernemen te vergroten, waarbij thema’s zoals Business Knowledge en Tax and Legal en interne organisatie (gerelateerd aan export) aan de orde komen; en/of

  • gericht op het verkrijgen van exportvaardigheden om kennis van internationaal ondernemen te vergroten.

De aanvraag dient te zijn gericht op een van beide activiteiten (a of b).

4.4.4.1 Exporttraining

De exporttraining moet voldoen aan de volgende vereisten:

  • het betreft een externe één- of meerdaagse training of een interne incompany training voor meerdere medewerkers van een onderneming;

  • de training is openbaar gepubliceerd en toegankelijk voor iedereen;

  • de training is collectief, dat wil zeggen dat meer dan 2 deelnemers vanuit één of meerdere ondernemingen eraan deelnemen, waarbij in geval van een incompany training dit 1 onderneming betreft waar meer dan 2 medewerkers deelnemen.

De externe deskundige die de exporttraining verzorgt moet voldoen aan de volgende vereisten:

  • beschikt over ten minste hbo werk- en denkniveau;

  • heeft aantoonbaar ervaring in het geven van trainingen gericht op exportvaardigheden en heeft ervaring opgedaan binnen het bedrijfsleven met betrekking tot het vakgebied dat wordt gedoceerd;

  • geeft de training namens een organisatie die dienstverlening aanbiedt op het terrein van export en daarmee ervaring heeft, of geeft de training namens een organisatie die trainingen aanbiedt via een platform dat zich richt op het ondersteunen van Nederlandse MKB-ondernemers met een internationaliseringsstrategie, zoals bijvoorbeeld de International Business Academy, of een kwaliteitskeurmerk heeft voor het geven van opleidingen, zoals bijvoorbeeld Cedeo;

  • is niet de indiener van de aanvraag, is niet werkzaam bij of werkzaam voor de organisatie die de aanvraag indient en evenmin anderszins verbonden aan de indiener van de aanvraag.

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de door de externe deskundige in de offerte opgenomen subsidiabele kosten tot een maximum van € 2.500. De offerte dient niet ouder dan 3 maanden te zijn op moment van indienen van de aanvraag.

4.4.4.2 Coaching

De coaching moet voldoen aan de volgende vereisten:

  • De coaching omvat minimaal 3 gesprekken van 2 uur, waarvan gespreksverslagen worden gemaakt;

  • Het doel van de gesprekken met de coach is dat de ondernemer na afloop van de gesprekken een inhoudelijk stappenplan heeft waaruit blijkt welke concrete effectieve stappen de ondernemer kan zetten op de doelmarkt.

De coach die wordt ingezet moet voldoen aan de volgende vereisten:

  • beschikt over tenminste hbo denk- en werkniveau;

  • is werkzaam voor een organisatie die exportadvies als kerntaak heeft;

  • heeft aantoonbaar ten minste 3 jaar praktijkervaring in het uitvoeren van exportactiviteiten in het doelland;

  • is niet de indiener van de aanvraag, is niet werkzaam bij of werkzaam voor de organisatie die de aanvraag indient en evenmin anderszins verbonden aan de indiener van de aanvraag.

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de door de coach in de offerte opgenomen subsidiabele kosten voor het opleveren van een eindverslag tot een maximum van € 1.000. De offerte dient niet ouder dan 3 maanden te zijn op moment van indienen van de aanvraag.

C

Paragraaf 4.4.5. Kennis en vaardigheden wordt als volgt gewijzigd:

1. De eerste zin van de eerste alinea komt als volgt te luiden:

Het gaat hierbij om a) het verwerven van internationale juridische en fiscale kennis, of b) het laten verrichten van marktonderzoek voor het positioneren van de MKB-onderneming met betrekking tot voor de onderneming nieuwe activiteiten in een doelland.

2. De volgende passage vervalt:

  • ‘c. Het volgen van een door een externe deskundige gegeven exporttraining:

    • om kennis over internationaal ondernemen te vergroten, waarbij thema’s zoals Business Knowledge en Tax and Legal en interne organisatie (gerelateerd aan export) aan de orde komen; en/of

    • gericht op het verkrijgen van exportvaardigheden om kennis van internationaal ondernemen te vergroten.

    De externe deskundige die de exporttraining verzorgt moet voldoen aan de volgende vereisten:

    • beschikt over ten minste hbo werk- en denkniveau;

    • heeft aantoonbaar ervaring in het geven van trainingen gericht op exportvaardigheden;

    • geeft de training namens een organisatie die dienstverlening aanbiedt op het terrein van export en daarmee ervaring heeft, of geeft de training namens een organisatie die trainingen aanbiedt via een platform dat zich richt op het ondersteunen van Nederlandse MKB-ondernemers met een internationaliseringsstrategie, zoals bijvoorbeeld de International Business Academy, of een kwaliteitskeurmerk heeft voor het geven van opleidingen, zoals bijvoorbeeld Cedeo;

    • is niet de indiener van de aanvraag, is niet werkzaam bij of werkzaam voor de organisatie die de aanvraag indient en evenmin anderszins verbonden aan de indiener van de aanvraag.’

D

De tweede alinea van paragraaf 6.1 Vereisten komt als volgt te luiden:

Een aanvrager kan niet meer dan 1 keer in aanmerking komen voor subsidie voor dezelfde subsidiabele activiteit voor hetzelfde doelland, met uitzondering van de subsidiabele activiteit onder paragraaf 4.4.1. Deelname aan een (digitale) handelsmissie of collectieve beursinzending in het buitenland en 4.4.2 Zelfstandige deelname aan een buitenlandse (digitale) vakbeurs, waarvoor een maximum van 2 subsidies per aanvrager geldt.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat de bijlage bij het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 23 maart 2022 tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026) zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit van toepassing blijft op reeds ingediende aanvragen, en vervalt met ingang van 1 januari 2027.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, namens deze, de Directeur-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen, M. Sweers

TOELICHTING

Met dit besluit wordt de vierde aanvraagronde opengesteld voor subsidieaanvragen in het kader van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026. Er is in totaal € 3 miljoen beschikbaar voor het verlenen van subsidies voor aanvragen ingediend in de vierde openstelling.

Voor de beoordeling en selectie van aanvragen in de vierde openstelling gelden grotendeels dezelfde criteria als in de eerste openstelling. Op enkele punten is evenwel op grond van de ervaringen die zijn opgedaan in de voorgaande openstellingen van het subsidieprogramma een bijstelling wenselijk vanaf 2025. Het betreft een aantal inhoudelijke wijzigingen.

Om in aanmerking te komen voor subsidie voor deelname aan een (digitale) handelsmissie of collectieve beursinzending in het buitenland (paragraaf 4.4.1.) geldt dat er sprake moet zijn van een handelsbevorderend doel. Dat betekent dat de aanvrager moet motiveren dat het vinden van potentiële partners en investeerders een hoofddoel is.

Het onderdeel exporttrainingen is van de paragraaf kennis en vaardigheden (4.4.5.) verplaatst naar de paragraaf voor coaching (4.4.4.) omdat het daar beter past.

Ook de voorwaarden om in aanmerking te komen voor subsidie voor een exporttraining zijn aangepast naar een externe één- of meerdaagse training voor meerdere ondernemingen of een interne incompany training voor meerdere medewerkers van een aanvrager. En deze dient openbaar gepubliceerd en toegankelijk voor iedereen te zijn en collectief te zijn, dat wil zeggen dat meer dan 2 ondernemingen eraan deelnemen. In het geval van een incompany training betreft dit 1 onderneming waar meer dan 2 medewerkers aan deelnemen. Een aanvullende voorwaarde voor de externe deskundige die de exporttraining gaat verzorgen is dat de ervaring ervoor moet zijn opgedaan in het bedrijfsleven.

Daarnaast geldt voor coaching dat er niet maximaal, maar minimaal 3 gesprekken van 2 uur moeten plaatsvinden. En daarbij is het doel van de gesprekken dat de ondernemer na afloop van de gesprekken een inhoudelijk stappenplan heeft waaruit blijkt welke concrete effectieve stappen de ondernemer kan zetten op de doelmarkt.

Tot slot geldt er in zijn algemeenheid een maximum van 1 keer subsidie voor dezelfde activiteit in hetzelfde doelland, en alleen voor deelname aan een handelsmissie of collectieve beursinzending of zelfstandige deelname aan een beurs in hetzelfde doelland geldt een maximum van 2 keer subsidie (paragraaf 6.1.).

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, namens deze, de Directeur-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen, M. Sweers

Naar boven