Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 maart 2025, kenmerk 4076729-1080418-GMT, houdende een tussentijdse wijziging van de bijlage bij de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2 van de Wet geneesmiddelenprijzen;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage behorende bij artikel 1 van de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

a. bij productgroep ‘FONDAPARINUX-2,5-MG-INJ.VLOEISTOF, WWSP’ wordt de maximumprijs van ‘4,871365 per stuk’ vervangen door ‘5,60207 per stuk’;

b. bij productgroep ‘NADROPARIN-3800-IE-INJ.VLOEISTOF, WWSP’ wordt de maximumprijs van ‘3,172454 per stuk’ vervangen door ‘3,648322 per stuk’;

c. bij productgroep ‘NADROPARIN-15200-IE-INJ.VLOEISTOF, WWSP’ wordt de maximumprijs van ‘10,453090 per stuk’ vervangen door ‘12,021053 per stuk’;

d. bij productgroep ‘NADROPARIN-19000-IE-INJ.VLOEISTOF, WWSP’ wordt de maximumprijs van ‘11,281115 per stuk’ vervangen door ‘12,973282 per stuk’;

e. bij productgroep ‘NADROPARIN-9500-IE-INJ.VLOEISTOF, WWSP’ wordt de maximumprijs van ‘5,774389 per stuk’ vervangen door ‘6,640548 per stuk’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) zijn bij ministeriële regeling maximumprijzen voor geneesmiddelen vastgesteld. De onderhavige regeling betreft een wijziging van de bijlage bij de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen (Rmg), zoals vastgesteld bij regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, houdende wijziging van de bijlage bij de Rmg in verband met het actualiseren van de maximumprijzen voor geneesmiddelen (Stcrt. 2025, 6900). Met die wijziging, die op 1 april 2025 in werking treedt, worden de maximumprijzen voor de 56e keer geactualiseerd. In die 56e herijking zijn ook de gehonoreerde verzoeken op grond van de Tijdelijke beleidsregel maximumprijzen geneesmiddelen 2024 (hierna: Tijdelijke beleidsregel) verwerkt die tijdens de eerste vijf weken van de terinzagelegging van de ontwerpregeling (Scrt. 2024, 40360) zijn ingediend.

Met deze wijzigingsregeling wordt een gehonoreerd verzoek op grond van de Tijdelijks beleidsregel die een aantal dagen na de eerste vijf weken van de terinzagelegging van de ontwerpregeling is ingediend wegens bijzondere omstandigheden meegenomen met de 56e herijking. Hierbij wordt toepassing gegeven aan het evenredigheidsbeginsel uit artikel 4:84 Awb. Reden hiervoor is dat het verzoek op grond van de Tijdelijke beleidsregel betrekking heeft op productgroepen die zijn ontstaan naar aanleiding van een zienswijze. Doordat ik gedurende een groot deel van de vijf weken periode, waarin het verzoek ingediend had moeten worden, in gesprek was met de leverancier over de zienswijze, had de leverancier in de praktijk een zeer korte termijn om het verzoek in te dienen. Voor één productgroep geldt bovendien dat deze nieuwe productgroep voortkomt uit een splitsing van een productgroep waarvoor reeds een verzoek op grond van de Tijdelijke beleidsregel was gehonoreerd. Ik vind de nadelige gevolgen voor de leverancier, namelijk het gedurende enkele maanden niet kunnen voeren van de verhoogde maximumprijs, in dit specifieke geval daarom zwaarder wegen dan het toepassen van de termijnen uit artikel 6 van de Tijdelijke beleidsregel. Met deze wijzigingsregeling wordt de opslag van 15% voor de vijf betreffende productgroepen verwerkt in de 56e herijking.

Deze regeling treedt op 1 april 2025 in werking, direct nadat de wijzigingsregeling voor de 56e herijking (Stcrt. 2025, 6900) in werking is getreden, en wijzigt daarmee vijf maximumprijzen uit de daarin opgenomen bijlage.

Beroepsmogelijkheid

Uit bijlage 2, artikel 4, Awb volgt dat tegen een besluit tot vaststelling van een maximumprijs beroep kan worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), te Den Haag. Degene wiens belang rechtstreeks is betrokken bij deze regeling kan daartegen dus binnen zes weken na de dag waarop deze regeling tot wijziging van de Rmg in de Staatscourant is geplaatst, beroep instellen bij het CBb. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten de naam en adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden waarop het beroep berust. Van de indiener van een beroepschrift wordt griffierecht geheven. Nadere informatie over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betalen wordt door de griffie van het CBb verstrekt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

Naar boven