Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit

De raad van bestuur van de kansspelautoriteit,

gelet op artikelen 35a en 35b van de Wet op de kansspelen en artikel 30 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in samenhang met artikel 13 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en artikelen 4:81 en 5:46, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht,

heeft besloten de volgende beleidsregel vast te stellen met betrekking tot het bepalen van de hoogte van bestuurlijke boetes:

Paragraaf 1. Definities en toepassing

Artikel 1 Definities

In het kader van dit beleid wordt verstaan onder:

a. aanbieder van kansspelen:

degene die gelegenheid geeft om mede te dingen naar prijzen of premies, waarbij de aanwijzing van winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen;

b. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

c. basisbedrag:

het in artikel 4 vastgestelde basisbedrag voor overtredingen van bepalingen die zijn ingedeeld in de categorieën I tot en met V;

d. Bbbfs:

Besluit bestuurlijke boetes financiële sector;

e. boete:

bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 5:40, eerste lid, van de Awb;

f. bruto-omzet:

opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon, waaronder bij een aanbieder van kansspelen wordt verstaan het brutospelresultaat;

g. brutospelresultaat:

de som van ontvangen inzetten en hetgeen anders dan als inzet ontvangen is voor het geven van gelegenheid tot deelneming aan kansspelen, verminderd met de ter beschikking gestelde prijzen en de wettelijke afdracht;

h. Kansspelautoriteit:

raad van bestuur van de kansspelautoriteit als bedoeld in artikel 33a van de Wok;

i. omvang van de overtreder:

de bruto-omzet van de overtreder;

j. omzetgerelateerde boete:

boete op basis van een percentage van de bruto-omzet van de overtreder;

k. recidive:

omstandigheid dat ten tijde van het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verstreken sinds het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder voor eenzelfde overtreding;

l. standaardboete:

boete van ten hoogste een bij wet vastgesteld bedrag;

m. verkregen voordeel:

inkomsten van de overtreder door de overtreding minus zijn uitgaven, alsook door de overtreding vermeden verliezen of door de overtreding voorkomen uitgaven, die in directe relatie staan tot de overtreding;

n. voordeelgerelateerde boete:

boete van ten hoogste tweemaal het bedrag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkregen als bedoeld in artikel 32a van de Wwft;

o. wettelijke afdracht:

bedrag dat de overtreder bij of krachtens de Wok of een vergunning afdraagt ten behoeve van een bij of krachtens de Wok of een vergunning bepaalde bestemming van algemeen belang;

p. Wok:

Wet op de kansspelen;

q. Wwft:

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Artikel 2 Toepassing

Voor zover de Kansspelautoriteit voor bepaalde overtredingen specifiek boetebeleid heeft vastgesteld, past de Kansspelautoriteit dat specifieke boetebeleid toe bij het bepalen van de hoogte van de boete voor die overtredingen.

Artikel 3 Boeteregime

De Kansspelautoriteit hanteert bij het opleggen van een boete op basis van deze beleidsregel één van de volgende drie boeteregimes:

  • 1. een standaardboete;

  • 2. een omzetgerelateerde boete; of

  • 3. een voordeelgerelateerde boete.

Paragraaf 2. Standaardboete

Artikel 4 Categorieën

De Kansspelautoriteit heeft in de bijlage van deze beleidsregel de wettelijke bepalingen waar de Kansspelautoriteit toezicht op houdt gerangschikt in categorie I, II, III, IV of V. Daarbij wordt de volgende indeling gebruikt:

Categorie

Boetebandbreedte

Basisbedrag

Categorie I

€ 0 t/m € 500

€ 500

Categorie II

€ 0 t/m € 10.000

€ 10.000

Categorie III

€ 0 t/m € 200.000

€ 100.000

Categorie IV

€ 0 t/m € 1.000.000

€ 500.000

Categorie V

€ 0 t/m € 4.000.000

€ 2.000.000

Artikel 5 Stappen

  • 1. In het kader van dit boeteregime hanteert de Kansspelautoriteit een stappenplan voor het vaststellen van een boete wegens een overtreding van een wettelijke bepaling die is ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Voor het vaststellen van een boete wegens een overtreding van een bepaling die is ingedeeld in categorie I of II, gelden alleen stappen 1, 6 en 9 van het stappenplan. Voor het vaststellen van een boete wegens een overtreding van een bepaling uit de Wwft die is ingedeeld in categorie II geldt ook stap 2.

  • 3. De stappen zijn als volgt:

    Stap 1: basisbedrag

    De Kansspelautoriteit stelt het toepasselijke basisbedrag voor de boete vast.

    Stap 2: recidive

    Indien sprake is van recidive, verdubbelt de Kansspelautoriteit het basisbedrag.

    Stap 3: ernst

    • a. De Kansspelautoriteit verlaagt of verhoogt het basisbedrag met maximaal 50%, als de ernst van de overtreding een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt. De Kansspelautoriteit past deze verlaging of verhoging toe met in beginsel 25%.

    • b. Bij de toepassing van deze stap kan de Kansspelautoriteit onder meer rekening houden met de volgende omstandigheden, al dan niet in onderlinge samenhang bezien:

      • de omvang van de overtreding;

      • de duur van de overtreding;

      • de norm is eerder door de overtreder overtreden, zonder dat voor deze overtreding een bestuurlijke sanctie is opgelegd;

      • de overtreding heeft geleid of heeft kunnen leiden tot negatieve gevolgen voor derden, in het bijzonder voor deelnemers aan kansspelen, meer in het bijzonder kwetsbare groepen;

      • de overtreding heeft geleid of heeft kunnen leiden tot maatschappelijk negatieve gevolgen;

      • de overtreding heeft geleid tot integriteitsrisico’s.

    Stap 4: verwijtbaarheid

    • a. De Kansspelautoriteit verlaagt of verhoogt het basisbedrag met maximaal 50%, indien de verwijtbaarheid van de overtreder een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt. De Kansspelautoriteit past deze verlaging of verhoging toe met in beginsel 25%.

    • b. Bij de toepassing van deze stap kan de Kansspelautoriteit onder meer rekening houden met de volgende omstandigheden, al dan niet in onderlinge samenhang bezien:

      • de Kansspelautoriteit heeft in algemene zin gewaarschuwd of de overtreder anderszins gewezen op dezelfde, een gelijke of vergelijkbare norm;

      • de Kansspelautoriteit heeft aan de overtreder eerder een bestuurlijke sanctie opgelegd wegens overtreding van dezelfde, een gelijke of vergelijkbare norm;

      • de Kansspelautoriteit heeft een bestuurlijke sanctie aan een ander dan de overtreder wegens overtreding van dezelfde, een gelijke of vergelijkbare norm openbaar gemaakt;

      • de overtreder is een professionele marktpartij;

      • de vaste werkwijze, het bedrijfsmodel en/of de bedrijfscultuur van de overtreder heeft bijgedragen aan de overtreding;

      • de overtreder heeft uit financieel gewin gehandeld en andere door hem te respecteren belangen daaraan ondergeschikt gemaakt.

    Stap 5: omvang van de overtreder

    • a. De Kansspelautoriteit neemt bij het bepalen van de hoogte van de boete de omvang van de overtreder in acht. Daarbij wordt op het na stappen 1 tot en met 4 berekende boetebedrag het volgende boetepercentage toegepast:

      Omvang overtreder

      Boetepercentage

      Bruto-omzet vanaf € 10.000.000

      100%

      Bruto-omzet vanaf € 7.500.000

      80%

      Bruto-omzet vanaf € 5.000.000

      60%

      Bruto-omzet vanaf € 2.500.000

      40%

      Bruto-omzet vanaf € 1.000.000

      20%

      Bruto-omzet minder dan € 1.000.000

      10%

    • b. Indien de boete aan een natuurlijke persoon wordt opgelegd, wordt op het na stappen 1 tot en met 4 berekende boetebedrag in beginsel een boetepercentage van 5% toegepast.

    • c. Als de Kansspelautoriteit de omvang van de overtreder niet in voldoende mate kan vaststellen, maakt de Kansspelautoriteit een redelijke schatting van de omvang van de overtreder. Als een redelijke schatting niet mogelijk is, stelt de Kansspelautoriteit het boetepercentage vast op 100%.

    • d. Indien de boete wordt opgelegd aan een rechtspersoon die onderdeel uitmaakt van een groep met een geconsolideerde jaarrekening, kan de Kansspelautoriteit bij de berekening van de omvang de geconsolideerde bruto-omzet hanteren uit de geconsolideerde jaarrekening van de groep.

    Stap 6: bijzondere omstandigheden

    De Kansspelautoriteit kan het op basis van de stappen 1 tot en met 5 berekende boetebedrag verlagen op grond van bijzondere omstandigheden, al dan niet in onderlinge samenhang bezien. De Kansspelautoriteit past deze toe in stappen van in beginsel 5% per te betrekken omstandigheid, met in beginsel een maximum van in totaal 25%.

    Opstelling overtreder

    De Kansspelautoriteit kan rekening houden met de opstelling van de overtreder voordat hij bekend was met het onderzoek van de Kansspelautoriteit naar de overtreding. De Kansspelautoriteit kan daarbij onder meer de volgende omstandigheden, al dan niet in onderlinge samenhang bezien, betrekken:

    • De overtreder heeft de overtreding aan de Kansspelautoriteit gemeld, zonder dat hij daartoe bij of krachtens de Wok of de Wwft was gehouden;

    • De overtreder heeftuit eigen beweging en zo spoedig mogelijk nadat hij van de overtreding kennis nam concrete, specifieke en effectieve maatregelen getroffen om de overtreding te beëindigen;

    • De overtreder heeft volledig, onafhankelijk en adequaat onderzoek verricht of laten verrichten naar de overtreding en de uitkomsten daarvan vrijwillig met de Kansspelautoriteit gedeeld;

    • De overtreder heeft uit eigen beweging en zo spoedig mogelijk nadat hij van de overtreding kennis nam, de gevolgen van de overtreding ongedaan gemaakt.

    Stap 7: boetecumulatie

    • a. Indien sprake is van verschillende, met elkaar samenhangende overtredingen, waarvoor twee of meer afzonderlijke boetes worden opgelegd, beoordeelt de Kansspelautoriteit of het totaal aan boetes dat voor deze samenhangende overtredingen wordt opgelegd, passend is.

    • b. De Kansspelautoriteit berekent eerst het boetebedrag per afzonderlijke overtreding. De berekende boetebedragen worden vervolgens in hun totaliteit bezien. Indien de Kansspelautoriteit van oordeel is dat het totaal aan boetes niet passend is, laat de Kansspelautoriteit de hoogste boete in stand en matigt de Kansspelautoriteit de andere boete(s) zodanig dat het totaal aan boetes passend is.

    • c. Indien een natuurlijk persoon als feitelijke leidinggever wordt beboet naast de organisatie zelf en door het totaal aan boetes onevenredig in zijn vermogen wordt geraakt, kan de Kansspelautoriteit de hoogte van de aan de feitelijke leidinggever of aan de organisatie opgelegde boete zodanig matigen dat het totaal aan boetes passend is.

    Stap 8: verkregen voordeel

    Indien het verkregen voordeel hoger is dan het na stap 7 berekende boetebedrag, verhoogt de Kansspelautoriteit het boetebedrag tot in ieder geval het bedrag van dat verkregen voordeel.

    Stap 9: financiële draagkracht

    • a. De Kansspelautoriteit houdt zo nodig rekening met de financiële draagkracht van de overtreder. De Kansspelautoriteit verstrekt op verzoek van de overtreder een formulier waarmee hij zijn financiële draagkracht kan onderbouwen.

    • b. De Kansspelautoriteit matigt de boete niet verder dan tot een bedrag dat de overtreder redelijkerwijs kan voldoen, zo nodig met een betalingsregeling. Verder matigt de Kansspelautoriteit de boete in beginsel niet tot een lager bedrag dan het verkregen voordeel.

    • c. Een boete voor een bepaling die is ingedeeld in categorie III, IV of V wordt in beginsel niet vastgesteld op een bedrag lager dan € 10.000,– voor rechtspersonen en € 5.000,– voor natuurlijke personen.

Paragraaf 3. Boeteregime op basis van een omzetgerelateerde boete

Artikel 6 Omzetgerelateerde boete

  • 1. De Kansspelautoriteit kan voor overtredingen van bepalingen die zijn ingedeeld in categorie IV een omzetgerelateerde boete opleggen als de wet hiervoor een grondslag biedt en een standaardboete geen passende bestraffing oplevert.

  • 2. Indien een omzetgerelateerde boete wordt opgelegd, stelt de Kansspelautoriteit de boete vast aan de hand van het stappenplan als bedoeld in artikel 5.3, met uitzondering van stap 1 en stap 5. In dat geval komt stap 1 als volgt te luiden:

    Stap 1: basisbedrag

    De Kansspelautoriteit stelt het basisbedrag van de boete vast op 3% van de bruto-omzet van de overtreder.

  • 3. Indien het bedrag van de omzetgerelateerde boete na stap 9 geen passende bestraffing oplevert, kan de Kansspelautoriteit zonder berekening van enig basisbedrag de boete vaststellen op ten hoogste het bij wet vastgestelde maximum voor een omzetgerelateerde boete.

Paragraaf 4. Boeteregime op basis van een voordeelgerelateerde boete

Artikel 7 Voordeelgerelateerde boete

  • 1. De Kansspelautoriteit kan voor overtredingen van bepalingen die zijn ingedeeld in categorie IV en V een voordeelgerelateerde boete opleggen als artikel 32a van de Wwft hiervoor een grondslag biedt en een standaardboete geen passende bestraffing oplevert.

  • 2. De Kansspelautoriteit legt een voordeelgerelateerde boete op als het verkregen voordeel meer bedraagt dan het toepasselijke basisbedrag.

  • 3. Indien een voordeelgerelateerde boete wordt opgelegd, stelt de Kansspelautoriteit de boete vast aan de hand van het stappenplan als bedoeld in artikel 5.3, met uitzondering van stap 8. In dat geval komt stap 8 als volgt te luiden:

    Stap 8: verhoging met bedrag behaalde voordeel

    De Kansspelautoriteit verhoogt het na stap 7 berekende boetebedrag met het verkregen voordeel.

  • 4. Indien toepassing van artikel 7.3 geen passende bestraffing oplevert, kan de Kansspelautoriteit de boete vaststellen op ten hoogste het bij wet vastgestelde maximum voor de voordeelgerelateerde boete.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 8 Afronding boetebedragen

Op grond van dit beleid vastgestelde boetes worden als volgt naar beneden afgerond:

  • i. boetes tot € 1.000.000 op een veelvoud van € 1.000;

  • ii. boetes tussen € 1.000.000 en € 5.000.000 op een veelvoud van € 10.000;

  • iii. boetes vanaf € 5.000.000 op een veelvoud van € 50.000.

Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

Dit beleid wordt aangehaald als: Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit en treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

’s-Gravenhage 17 december 2024

De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, M.C.J. Groothuizen Voorzitter

BIJLAGE – INDELING BOETECATEGORIEËN

Wet op de kansspelen

Soort norm

Boetecategorie

Artikel 1, eerste lid, onder a en b

Economisch delict; marktregulering; consumentenbescherming

IV

Artikel 1, eerste lid, onder c

Marktregulering; kanalisatie legaal aanbod.

I

Artikel 1, eerste lid, onder d

Economisch delict; marktregulering; consumentenbescherming

IV

Artikel 1, tweede lid

Vergunningvoorschriften

IV

Artikel 1b

Consumentenbescherming; marktregulering

IV

Artikel 4a

Verslavingspreventie; consumentenbescherming

IV

Artikel 7

Geen zelfstandige normstelling

IV

Artikel 7c

Economisch delict; marktregulering

II

Artikel 10

Vergunningvoorschriften

IV

Artikel 13

Economisch delict; marktregulering

IV

Artikel 14

Economisch delict; marktregulering

IV

Artikel 14c

Vergunningvoorschriften

IV

Artikel 14d, eerste lid

Bescherming minderjarigen

IV

Artikel 20, eerste lid

Bescherming minderjarigen

IV

Artikel 21

Vergunningvoorschriften

IV

Artikel 25

Vergunningvoorschriften

IV

Artikel 27

Economisch delict; marktregulering

IV

Artikel 27c

Vergunningvoorschriften

IV

Artikel 27e, eerste lid

Bescherming minderjarigen

IV

Artikel 27i

Vergunningvoorschriften

IV

Artikel 27j, eerste lid

Bescherming minderjarigen, verslavingspreventie

IV

Artikel 27ja

Verslavingspreventie;

IV

Artikel 30h, eerste lid

Economisch delict; marktregulering

III

Artikel 30j, eerste lid

Vergunningvoorschriften

III

Artikel 30m, eerste lid

Economisch delict; marktregulering

III

Artikel 30q, derde lid

Vergunningvoorschriften; marktregulering

III

Artikel 30r, derde en vierde lid

Marktregulering

III

Artikel 30t, eerste, tweede en vijfde lid

Economisch delict; marktregulering

III

Artikel 30u, eerste lid

Bescherming minderjarigen, verslavingspreventie

IV

Artikel 30u, tweede lid

Bescherming minderjarigen, verslavingspreventie

I

Artikel 30v

Verslavingspreventie;

IV

Artikel 30z

Vergunningvoorschriften; marktregulering

IV

Artikel 31h

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 31i, eerste en tweede lid

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 31j

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 31k

Bescherming minderjarigen; verslavingspreventie

IV

Artikel 31l

Consumentenbescherming; integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 31m

Verslavingspreventie

IV

Artikel 34d

Waarborging toezicht

IV

Artikel 34k

Geen zelfstandige normstelling

IV

Artikel 34l

Geen zelfstandige normstelling

IV

Artikel 34n, tweede lid

Waarborging toezicht

IV

Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen

Soort norm

Boetecategorie

Artikel 2

Verslavingspreventie

IV

Artikel 2a

Verslavingspreventie

IV

Artikel 2ab

Consumentenbescherming;

Verslavingspreventie

IV

Artikel 3

Consumentenbescherming

IV

Artikel 3a

Verslavingspreventie

IV

Artikel 4

Voorschrift van administratieve aard.

III

Artikel 5

Consumentenbescherming

IV

Artikel 6

Verslavingspreventie

IV

Artikel 7

Verslavingspreventie

IV

Artikel 8

Consumentenbescherming

IV

Artikel 9

Consumentenbescherming

IV

Artikel 11

Verslavingspreventie;

voorschrift van administratieve aard

IV

Artikel 12

Voorschrift van administratieve aard

III

Artikel 13

Verslavingspreventie

IV

Artikel 14

Consumentenbescherming;

verslavingspreventie; voorschrift van administratieve aard

IV

Artikel 15

Verslavingspreventie

IV

Artikel 17

Voorschrift van administratieve aard

III

Artikel 18

Verslavingspreventie

IV

Artikel 19

Voorschrift van administratieve aard

III

Artikel 20

Consumentenbescherming; voorschrift van administratieve aard

IV

Artikel 22, derde en vierde lid

Gegevensbescherming

IV

Besluit kansspelen op afstand

Soort norm

Boetecategorie

Artikel 3.2

Voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 3.5

Integere bedrijfsvoering;

IV

Artikel 3.6

Integere bedrijfsvoering;

IV

Artikel 4.1

Verslavingspreventie; integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.2

Consumentenbescherming; integere bedrijfsvoering.

IV

Artikel 4.3

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering.

IV

Artikel 4.4

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering.

IV

Artikel 4.5

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.6

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.7

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.8

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.9

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.10

Voorschrift van administratieve aard

III

Artikel 4.11

Voorschrift van administratieve aard; consumentenbescherming

IV

Artikel 4.12

Voorschrift van administratieve aard; verslavingspreventie

IV

Artikel 4.13

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.14

Voorschrift van administratieve aard; verslavingspreventie

IV

Artikel 4.15

Voorschrift van administratieve aard; verslavingspreventie; consumentenbescherming.

IV

Artikel 4.16

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.17

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering

III

Artikel 4.18

Voorschrift van administratieve aard; verslavingspreventie

IV

Artikel 4.19

Voorschrift van administratieve aard; verslavingspreventie

IV

Artikel 4.21

Voorschrift van administratieve aard; consumentenbescherming

III

Artikel 4.22

Voorschrift van administratieve aard

III

Artikel 4.23

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering

III

Artikel 4.25

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4.26

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4.27

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4.28

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4.29

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4.30

Consumentenbescherming; voorschrift van administratieve aard

IV

Artikel 4.31

Consumentenbescherming; voorschrift van administratieve aard

IV

Artikel 4.32

Consumentenbescherming; voorschrift van administratieve aard

IV

Artikel 4.34

Consumentenbescherming; voorschrift van administratieve aard

IV

Artikel 4.35

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4.36

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4.37

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4.38

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4.40

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.41

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.42

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering

III

Artikel 5.1

Voorschrift van administratieve aard; waarborging toezicht

IV

Artikel 5.2

Voorschrift van administratieve aard; waarborging toezicht

IV

Artikel 5.3

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

IV

Artikel 5.4

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

IV

Kansspelenbesluit

Soort norm

Boetecategorie

Artikel 3

Consumentenbescherming

IV

Artikel 4

Consumentenbescherming

IV

Artikel 5

Consumentenbescherming

IV

Artikel 6

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 7

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 8

Integere bedrijfsvoering

IV

Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen

Soort norm

Boetecategorie

Artikel 2

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 3

Consumentenbescherming

III

Artikel 4

Bescherming minderjarigen; verslavingspreventie

IV

Artikel 5

Consumentenbescherming; verslavingspreventie

III

Artikel 6

Verslavingspreventie

IV

Artikel 7

Verslavingspreventie

III

Artikel 8

Integere bedrijfsvoering; verslavingspreventie

III

Artikel 9

Integere bedrijfsvoering; verslavingspreventie

III

Artikel 10

Integere bedrijfsvoering; verslavingspreventie

III

Artikel 11

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 12

Integere bedrijfsvoering; verslavingspreventie

IV

Artikel 13

Integere bedrijfsvoering; verslavingspreventie

III

Artikel 14

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 15

Verslavingspreventie; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 16

Verslavingspreventie; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 18

Verslavingspreventie

IV

Artikel 19

Verslavingspreventie

IV

Artikel 20

Verslavingspreventie; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 21

Verslavingspreventie; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 22

Verslavingspreventie; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 23

Verslavingspreventie; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 24

Voorschrift van technische aard; integere bedrijfsuitoefening; gegevensbescherming

IV

Artikel 26

Voorschrift van technische aard; integere bedrijfsuitoefening; gegevensbescherming

IV

Regeling kansspelen op afstand

Soort norm

Boetecategorie

Artikel 2.2

Marktregulering;

III

Artikel 2.3

Marktregulering;

IV

Artikel 3.1

Consumentenbescherming;

IV

Artikel 3.2

Consumentenbescherming;

IV

Artikel 3.2a

Consumentenbescherming;

IV

Artikel 3.3

Consumentenbescherming;

IV

Artikel 3.4

Consumentenbescherming;

IV

Artikel 3.5

Consumentenbescherming;

III

Artikel 3.6

Consumentenbescherming;

III

Artikel 3.7

Consumentenbescherming; voorschrift van technische aard

III

Artikel 3.8

Consumentenbescherming; voorschrift van technische aard

III

Artikel 3.9

Consumentenbescherming; voorschrift van technische aard

III

Artikel 3.9a

Consumentenbescherming; voorschrift van technische aard

III

Artikel 3.10

Integere bedrijfsvoering

III

Artikel 3.11

Integere bedrijfsvoering

III

Artikel 3.12

Integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 3.14

Integere bedrijfsvoering; marktregulering

III

Artikel 3.16

Integere bedrijfsvoering

III

Artikel 3.17

Integere bedrijfsvoering

III

Artikel 3.18

Verslavingspreventie; integere bedrijfsvoering

III

Artikel 3.19

Consumentenbescherming; marktregulering

IV

Artikel 3.19a

Verslavingspreventie

III

Artikel 3.19b

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.19c

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.19d

Verslavingspreventie

III

Artikel 3.19e

Verslavingspreventie

III

Artikel 3.19f

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.20

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.21

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.22

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.23

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.24

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.25

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.26

Consumentenbescherming

III

Artikel 3.27

Voorschrift van technische aard; integere bedrijfsuitoefening

III

Artikel 3.28

Integere bedrijfsuitoefening

III

Artikel 3.30

Voorschrift van technische aard; integere bedrijfsuitoefening

III

Artikel 4.1

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

IV

Artikel 4.2

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.3

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.4

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.5

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.6

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.7

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.8

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering

IV

Artikel 4.9

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering

III

Artikel 4.10

Voorschrift van administratieve aard; integere bedrijfsvoering

III

Artikel 4.11

Voorschrift van administratieve aard; consumentenbescherming

III

Artikel 4.12

Voorschrift van technische aard

III

Artikel 4.13

Voorschrift van administratieve aard;

IV

Artikel 4.14

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.15

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.16

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.17

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.18

Waarborging toezicht; voorschrift van administratieve aard;

III

Artikel 4.19

Waarborging toezicht; voorschrift van technische aard;

IV

Artikel 4.20

Waarborging toezicht; voorschrift van technische aard;

IV

Artikel 4.21

Waarborging toezicht; voorschrift van technische aard;

III

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

Boetecategorie

Artikel 2a

V

Artikel 2b

IV

Artikel 2c

IV

Artikel 2d

IV

Artikel 2f, eerste, tweede en vierde lid

IV

Artikel 3, eerste tot en met negende en elfde lid

V

Artikel 4, eerste lid, tweede lid, derde lid, tweede volzin

IV

Artikel 5, eerste en derde lid

V

Artikel 6

IV

Artikel 7, tweede lid

IV

Artikel 8

V

Artikel 9

IV

Artikel 10, tweede lid

II

Artikel 11

IV

Artikel 16

V

Artikel 17, tweede lid

IV

Artikel 20a

IV

Artikel 20b

IV

Artikel 23, eerste, tweede en vierde lid

IV

Artikel 23a

IV

Artikel 33

IV

Artikel 34

IV

Artikel 35

IV

Artikel 38

IV

Algemene wet bestuursrecht

Soort norm

Boetecategorie

Artikel 5:20

Waarborging toezicht

IV

TOELICHTING OP ALGEMEEN BOETEBELEID KANSSPELAUTORITEIT

1. Inleiding

De Kansspelautoriteit is belast met onder meer het toezicht op de naleving van (een deel van) de Wok, daarop gebaseerde vergunningen en de Wwft. In het kader van de handhaving van de Wok en daarop gebaseerde vergunningen beschikt de Kansspelautoriteit op grond van de artikelen 35a en 35b van de Wok over de bevoegdheid wegens overtreding van diverse voorschriften vastgesteld bij of krachtens de Wok een boete op te leggen. De Kansspelautoriteit beschikt op grond van artikel 30 van de Wwft over de bevoegdheid een boete op te leggen wegens overtreding van diverse voorschriften vastgesteld bij of krachtens de Wwft.

Bij de vaststelling van de hoogte van de boete neemt de Kansspelautoriteit onder meer de toepasselijke bepalingen uit hoofdstuk 5 van de Awb en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht. Specifiek voor de vaststelling van de hoogte van de boete op grond van de Wwft zal de Kansspelautoriteit ook onder meer het Bbbfs in acht nemen. Met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur beschikt de Kansspelautoriteit over beleidsruimte bij het vaststellen van de hoogte van de boete.

De Kansspelautoriteit geeft met het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit naar haar huidige inzichten invulling aan deze beleidsruimte. Een uitgangspunt is dat een overtreding niet lonend mag zijn. Het opleggen van een boete heeft daarom als eerste een punitief karakter: het begaan van een overtreding moet bestraft worden. Daarnaast heeft het opleggen van een boete een preventief karakter. De Kansspelautoriteit stelt de hoogte van de boete op een zodanig niveau vast dat deze, in het kader van specifieke preventie, een overtreder weerhoudt van het begaan van een volgende overtreding en, in het kader van algemene preventie, potentiële overtreders afschrikt. Het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit dient mede tegen de achtergrond van deze beoogde preventie te worden gezien.

2. Doel en reikwijdte boetebeleid

Het doel van het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit is tweeledig, namelijk:

  • om in elke zaak waar een boete passend en geboden is te komen tot een boete waarvan de hoogte, alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, evenredig is; en

  • om transparantie te geven over de wijze waarop de hoogte van de boete wordt vastgesteld.

Het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit geldt voor vrijwel alle boetes die de Kansspelautoriteit oplegt. Voor bepaalde overtredingen waarvoor specifiek boetebeleid is vastgesteld, is het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit niet van toepassing en past de Kansspelautoriteit dat specifieke boetebeleid toe.

3. Begrippen bruto-omzet en brutospelresultaat

Onder het begrip bruto-omzet wordt in de kansspelwereld veelal het brutospelresultaat verstaan. De term brutospelresultaat wordt voor de verschillende segmenten binnen de kansspelsector op verschillende manieren berekend. Om alle segmenten gelijk te behandelen hanteert de Kansspelautoriteit de volgende definitie van brutospelresultaat: het verschil tussen de ontvangen inzetten en hetgeen anders dan als inzet ontvangen is voor het geven van gelegenheid tot deelneming aan kansspelen en de ter beschikking gestelde prijzen, verminderd met de wettelijke afdracht.

In formulevorm is de definitie van brutospelresultaat als volgt:

ontvangen inzetten voor kansspelen + ontvangsten voor kansspelen anders dan inzet – prijzen – wettelijke afdracht = brutospelresultaat

De Kansspelautoriteit verstaat onder het begrip bruto-omzet de bruto-omzet die de overtreder wereldwijd maakt.

4. Begrip wettelijke afdracht

Verschillende kansspelaanbieders zijn wettelijk verplicht om een bepaald bedrag af te dragen aan bijvoorbeeld instellingen die goede doelen dienen of aan de Staat in het kader van het algemeen belang. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in de artikelen 9, tweede lid, 14b, tweede lid, 16, tweede lid, 25, tweede lid, onder c, 27b, tweede lid, 27h, tweede lid, en 31f van de Wok en artikel 2, onder b, van het Kansspelenbesluit. Onder de definitie wettelijke afdracht wordt tevens begrepen de bedragen die de kansspelaanbieder daadwerkelijk heeft afgedragen en eventueel boven het wettelijke minimum van een verplichte afdracht uitkomen. De Kansspelautoriteit rekent daaronder echter niet het deel van de kansspelheffing dat is bestemd voor het Verslavingspreventiefonds en ook niet bedragen die vergunninghouders moeten betalen vanwege de aanvraag of wijziging van een vergunning, aanvragen van merktekens, opgelegde sancties, opgelegde kansspelheffingen of andere bedragen die samenhangen met de taken van de Kansspelautoriteit.

5. Begrip verkregen voordeel

De Kansspelautoriteit licht de definitie van verkregen voordeel als volgt toe:

  • Slechts de kosten die in directe relatie staan tot de overtreding, gelden als kosten die voor aftrek in aanmerking komen. Het is aan de overtreder om onderbouwd (met gegevens en bescheiden) aannemelijk te maken dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt;

  • Ook bespaarde kosten zijn aan te merken als voordeel;

  • In beginsel zal worden uitgegaan van het verkregen voordeel vóór belastingen.

6. Standaardboete en stappenplan

In paragraaf 2 is het boeteregime op basis van een standaardboete opgenomen. Hiervan is sprake bij een boete van ten hoogste een bij wet vastgesteld bedrag.

De Kansspelautoriteit heeft de wettelijke bepalingen waarvoor zij een standaardboete kan opleggen in de bijlage gerangschikt in boetecategorie I, II, III, IV of V. Aan een boetecategorie is een basisbedrag en een boetebandbreedte verbonden. In het basisbedrag ligt de ernst van de aard van die overtreding en de standaardverwijtbaarheid besloten. Bij het opleggen van een standaardboete mag het vastgestelde boetebedrag de boetebandbreedte niet overschrijden.

Boetecategorieën II, IV en V corresponderen met de categorie-indeling uit artikel 31, tweede lid, van de Wwft. In de bijlage zijn de bepalingen uit de Wwft gerangschikt met de corresponderende boetecategorieën uit het Bbbfs.

Bij het opleggen van een standaardboete hanteert de Kansspelautoriteit een stappenplan om de hoogte van de bestuurlijke boete vast te stellen. Voor het vaststellen van een boete wegens een overtreding van een bepaling die is ingedeeld in categorie I of II, gelden alleen stappen 1, 6 en 9 van het stappenplan. Voor het vaststellen van een boete wegens een overtreding van een bepaling uit de Wwft die is ingedeeld in categorie II gelden naast stappen 1, 6 en 9 ook stap 2.

Stap 1: basisbedrag

In stap 1 stelt de Kansspelautoriteit de hoogte van de boete vast op het toepasselijke basisbedrag zoals deze volgt uit de tabel van artikel 4 van het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit en de categorie-indeling uit de bijlage van het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een bestuurlijke boete op voor een overtreding van artikel 4a van de Wok, omdat uit toezichtonderzoek volgt dat in meerdere spelersdossiers analyses van het speelgedrag tekortschieten en interventiemaatregelen niet passend zijn. Deze bepaling is op grond van de bijlage bij het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit ingedeeld in boetecategorie IV. Voor boetecategorie IV geldt op grond van artikel 4 van het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit een basisbedrag van € 500.000,–.

Stap 2: recidive

In stap 2 verdubbelt de Kansspelautoriteit het basisbedrag als sprake is van recidive. Daarvan is sprake als ten tijde van het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verstreken sinds het opleggen van een bestuurlijke boete door de Kansspelautoriteit aan de overtreder voor eenzelfde overtreding.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een boete op voor een overtreding van artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok. De Kansspelautoriteit heeft dezelfde overtreder drie jaar eerder een boete opgelegd voor een overtreding van dezelfde bepaling. Daarom is sprake van recidive en verdubbelt de Kansspelautoriteit het basisbedrag van € 500.000,– tot € 1.000.000,–.

Stap 3: ernst van de overtreding

In stap 3 kan de Kansspelautoriteit het basisbedrag met maximaal 50% verlagen of verhogen, als de ernst van de overtreding een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt. De Kansspelautoriteit past deze verlaging of verhoging toe in stappen van in beginsel 25% van het basisbedrag van stap 1.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een boete op voor een overtreding van artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok. Het na stap 2 vastgestelde bedrag is € 500.000,–. Omdat sprake is van omstandigheden die de ernst verder verhogen, bijvoorbeeld bijzonder grote nadelige gevolgen voor de spelers en een langdurige overtreding, verhoogt de Kansspelautoriteit het basisbedrag met 25%. Het na stap 3 vastgestelde bedrag wordt dan € 625.000,–.

Bij de toepassing van deze stap kan de Kansspelautoriteit onder meer rekening houden met een aantal omstandigheden die in de stap zijn genoemd, al dan niet in onderlinge samenhang bezien. De genoemde omstandigheden hoeven niet in iedere zaak stap voor stap afgelopen te worden, maar worden alleen betrokken indien daar sprake van is. De percentages van de verhoging die in de bepaling zijn vermeld (stappen van 25%, maximaal 50%) gelden voor het totaal van de relevante omstandigheden en vormen geen verhogingen per omstandigheid. Het betreft geen limitatieve opsomming van omstandigheden.

Hieronder worden enkele omstandigheden die bij deze stap zijn opgenoemd, uitgelicht:

  • de omvang van de overtreding: bijvoorbeeld het aantal bij de overtreding betrokken deelnemers aan kansspelen, het financieel voordeel van de overtreding en het al dan niet structurele karakter van de overtreding;

  • de duur van de overtreding: de periode dat de overtreding heeft voortgeduurd;

  • de overtreding is eerder begaan: de Kansspelautoriteit heeft vastgesteld dat de overtreder eerder dezelfde overtreding heeft begaan, maar voor deze overtreding is geen bestuurlijke sanctie opgelegd;

  • de overtreding heeft geleid of heeft kunnen leiden tot maatschappelijk negatieve gevolgen: de overtreding heeft schade veroorzaakt aan de sociale kring van de speler en/of de overtreding heeft de lasten voor de samenleving vanwege bijvoorbeeld kansspelgerelateerde criminaliteit of zorg vergroot;

  • de overtreding heeft geleid tot integriteitsrisico’s: de overtreding heeft het vertrouwen in de aanbieder van kansspelen en/of de kansspelmarkt geschaad.

Stap 4: verwijtbaarheid van de overtreder

In stap 4 kan de Kansspelautoriteit het basisbedrag met maximaal 50% verlagen of verhogen, als de verwijtbaarheid van de overtreder een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt. De Kansspelautoriteit past deze verlaging of verhoging toe met in beginsel 25% van het basisbedrag van stap 1.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een boete op voor een overtreding van artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok. Daarvoor geldt een basisbedrag van € 500.000,–. Het na stap 3 vastgestelde bedrag is al € 625.000,– vanwege verhoogde ernst. Omdat de Kansspelautoriteit aan de overtreder eerder een sectorbrede waarschuwingsbrief heeft gestuurd naar de overtreder, is de Kansspelautoriteit van oordeel dat sprake is van verhoogde verwijtbaarheid en verhoogt de Kansspelautoriteit het basisbedrag met 25%. Het na stap 4 vastgestelde bedrag wordt dan € 750.000,–.

Bij de toepassing van deze stap kan de Kansspelautoriteit onder meer rekening houden met een aantal omstandigheden die in de stap zijn genoemd, al dan niet in onderlinge samenhang bezien. De genoemde omstandigheden hoeven niet in iedere zaak stap voor stap afgelopen te worden, maar worden alleen betrokken indien daar sprake van is. De percentages van de verhoging die in de bepaling zijn vermeld (stappen van 25%, maximaal 50%) gelden voor het totaal van de relevante omstandigheden en vormen geen verhogingen per omstandigheid. Het betreft geen limitatieve opsomming van omstandigheden.

Hieronder worden enkele omstandigheden die bij deze stap zijn opgenoemd, uitgelicht:

  • de Kansspelautoriteit heeft in algemene zin gewaarschuwd of de overtreder anderszins gewezen op dezelfde, een gelijke of vergelijkbare norm: de Kansspelautoriteit heeft voorafgaand aan de overtreding bijvoorbeeld voorlichting of guidance gegeven over de (toepassing van de) norm aan de kansspelmarkt en/of de overtreder;

  • de overtreder is een professionele marktpartij: de overtreder is een nationaal of internationaal opererende (rechts)persoon of organisatie wier werkzaamheden bijvoorbeeld mede zijn gericht op het aanbieden van kansspelen.

Stap 5: omvang van de overtreder

In stap 5 houdt de Kansspelautoriteit rekening met de omvang van de overtreder. Door toepassing van de omvangtabel wordt op voorhand rekening gehouden met de financiële draagkracht van een overtreder. Daarvoor gebruikt de Kansspelautoriteit een omvangtabel op basis van het de bruto-omzet van de overtreder. Bij een aanbieder van kansspelen wordt hieronder verstaan het brutospelresultaat.

In beginsel bepaalt de Kansspelautoriteit de omvang van de overtreder op basis van zijn bruto-omzet in het boekjaar voorafgaand aan het boetebesluit. De Kansspelautoriteit kan de bruto-omzet ook anders bepalen, bijvoorbeeld omdat de benodigde gegevens en bescheiden daarvoor niet beschikbaar of niet representatief zijn. De Kansspelautoriteit kan dan bijvoorbeeld een andere periode (die niet hoeft samen te vallen met een boekjaar) kiezen. Voor natuurlijke personen geldt dat steeds een percentage wordt gehanteerd van 5% van het boetebedrag dat na toepassing van de stappen 1 tot en met 4 is vastgesteld.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een boete op voor een overtreding van artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok. Het na stap 4 vastgestelde bedrag is € 750.000,–. Het brutospelresultaat van de overtreder is € 6.000.000,– en komt daarmee in de omvangtabel uit op een boetepercentage van 60%. Het na stap 5 vastgestelde bedrag wordt dan € 450.000,–.

Door toepassing van de omvangtabel wordt rekening gehouden met de objectieve draagkracht (namelijk op basis van de bruto-omzet) van een overtreder. Op die manier kan de Kansspelautoriteit rekening houden met het feit dat binnen één populatie van aanbieders van kansspelen sprake kan zijn van overtreders van zeer uiteenlopende omvang.

De Kansspelautoriteit kan de omvang van de overtreder onder andere op basis van gegevens van de overtreder zelf bepalen. Mochten de benodigde gegevens bijvoorbeeld niet beschikbaar of niet representatief zijn, dan kan de Kansspelautoriteit andere, bij haar reeds bekende of uit andere (openbare) bronnen verkregen gegevens gebruiken of een redelijke schatting van de omvang van de overtreder maken. Als een redelijke schatting niet mogelijk is, stelt de Kansspelautoriteit het boetepercentage vast op 100%.

Sub d van stap 5 geeft de Kansspelautoriteit de mogelijkheid om bij de berekening van de omvang de bruto-omzet te hanteren uit de geconsolideerde jaarrekening van de groep waartoe de overtreder behoort, als een boete wordt opgelegd aan een rechtspersoon die opgenomen is in een groep met een geconsolideerde jaarrekening. Dit is geen verplichting, maar kan in bepaalde gevallen aangewezen zijn, bijvoorbeeld als de bepaling van de bruto-omzet op het niveau van de overtreder niet mogelijk is.

Stap 6: bijzondere omstandigheden

In stap 6 van het stappenplan kan de Kansspelautoriteit het op basis van de stappen 1 tot en met 5 berekende boetebedrag verlagen op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval, al dan niet in onderlinge samenhang bezien. Het is aan de overtreder om bijzondere omstandigheden aannemelijk te maken. De Kansspelautoriteit past een verlaging wegens bijzondere omstandigheden toe in stappen van in beginsel 5% per te betrekken omstandigheid, met een maximum van in beginsel in totaal 25%.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een bestuurlijke boete op voor een overtreding van artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok. Het na stap 5 vastgestelde bedrag is € 450.000,–. Omdat de overtreder voordat hij bekend was met het onderzoek van de Kansspelautoriteit de overtreding aan de Kansspelautoriteit heeft gemeld, zonder dat hij daartoe bij of krachtens de Wok was gehouden, verlaagt de Kansspelautoriteit de boete met 5%. Omdat de overtreder voordat hij bekend was met het onderzoek van de Kansspelautoriteit ook uit eigen beweging en zo spoedig mogelijk nadat hij van de overtreding kennis nam, de overtreding heeft beëindigd, verlaagt de Kansspelautoriteit het bedrag met nogmaals 5%. Het na stap 6 vastgestelde bedrag wordt dan € 405.000,–.

Met een nadere uitwerking van bijzondere omstandigheden die zien op de opstelling van de overtreder in het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit, wil de Kansspelautoriteit partijen stimuleren om op een goede manier met de overtreding om te gaan. Dit kan onder meer door hun overtreding aan de Kansspelautoriteit te melden, de overtreding te beëindigen en de gevolgen van hun overtreding te ondervangen. Een aantal van de genoemde factoren onder ‘opstelling van de overtreder’ staan ook vermeld in het Bbbfs. Om in aanmerking te komen voor een verlaging is het noodzakelijk dat de overtreder uiteenzet wat hij hiertoe heeft ondernomen en wat het resultaat ervan is, en dit op objectieve wijze onderbouwt. Overkoepelend hierbij is ook van belang in hoeverre de overtreder daarmee méér heeft gedaan dan op grond van de wet al van hem mocht worden verwacht.

Stap 7: boetecumulatie

In stap 7 beoordeelt de Kansspelautoriteit of het totale bedrag aan boetes dat voor de samenhangende overtredingen wordt opgelegd passend is, indien sprake is van te onderscheiden, maar wel met elkaar samenhangende overtredingen waarvoor gelijktijdig twee of meer afzonderlijke boetes worden opgelegd door de Kansspelautoriteit.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een bestuurlijke boete op voor een overtreding van artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok vanwege gebrekkige analyses van het speelgedrag van deelnemers en niet-passende interventiemaatregelen. Het na stap 6 vastgestelde bedrag is € 405.000,–. Aan de overtreder wordt gelijktijdig een bestuurlijke boete opgelegd voor overtreding van artikel 31k, derde lid, van de Wok omdat de vergunninghouder de aanmeldingen van die deelnemers toestond terwijl hij redelijkerwijs moest vermoeden zij door onmatige deelname schade kunnen betrokkenen aan zichzelf of naasten. De Kansspelautoriteit acht in dat specifieke geval het totaal aan boetes, gelet op het geheel aan samenhangende gedragingen, als niet-passend. Omdat de boete voor overtreding van artikel 4a van de Wok het hoogst is, laat de Kansspelautoriteit deze boete in stand en matigt zij de boete vanwege overtreding van 31k, derde lid, van de Wok. Het na stap 7 vastgestelde bedrag blijft dan ook € 405.000,–.

De Kansspelautoriteit hanteert hierbij de volgende uitgangspunten:

  • De Kansspelautoriteit hoeft niet per individuele gedraging een boete op te leggen, maar kan afhankelijk van het geval een geheel van gedragingen van de overtreder als één overtreding aanmerken en daar één boete voor opleggen;

  • Indien de Kansspelautoriteit van oordeel is dat een natuurlijk persoon als feitelijke leidinggever door beboeting aan hemzelf en de onderneming door het totaal aan boetes onevenredig in zijn vermogen wordt geraakt, past de Kansspelautoriteit in beginsel een matiging toe van 33%;

  • Een natuurlijk persoon kan bijvoorbeeld onevenredig in zijn vermogen worden geraakt in het geval hij enig aandeelhouder of grootdeelaandeelhouder is van de beboete onderneming en hij als aandeelhouder moet bijstorten om de boete te voldoen of voor zijn inkomen volledig afhankelijk is van winstuitkering van de onderneming.

Stap 8: verkregen voordeel

In stap 8 verhoogt de Kansspelautoriteit het na stap 7 berekende boetebedrag tot het bedrag van het verkregen voordeel. Deze stap is alleen van toepassing als de Kansspelautoriteit het verkregen voordeel aannemelijk heeft gemaakt of daarvan een redelijke schatting heeft gemaakt. Deze stap in het bijzonder reflecteert het uitgangspunt van het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit dat een overtreding niet lonend zou mogen zijn.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een bestuurlijke boete op voor een overtreding van artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok. Het na stap 7 vastgestelde bedrag is € 405.000,–. De Kansspelautoriteit heeft het verkregen voordeel kunnen vaststellen op € 506.250,–, dit bedrag is hoger van het bedrag van € 405.000,–. Het na stap 8 vastgestelde bedrag wordt dan € 506.250,–.

Stap 9: financiële draagkracht

In stap 9 van het stappenplan wordt ingegaan op eventuele verlaging van de boete op grond van financiële draagkracht van de overtreder. Bij de vaststelling van de hoogte van de boete dient de Kansspelautoriteit rekening te houden met de financiële draagkracht van de overtreder in de mate waarin dat nodig is met het oog op een passende bestraffing.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een boete op voor een overtreding van artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok. Het na stap 8 vastgestelde bedrag is € 506.250,–. De overtreder doet een beroep op beperkte draagkracht, maar de Kansspelautoriteit is van oordeel dat de overtreder de boete met een betalingsregeling kan dragen. Het vastgestelde bedrag na het doorlopen van het stappenplan is € 506.250,–. De Kansspelautoriteit rondt dit bedrag op grond van artikel 8 af tot € 506.000,–.

Het is aan de overtreder om aannemelijk te maken dat de vastgestelde boete wegens beperkte draagkracht te hoog is. De overtreder dient hiervoor een volledig, correct en betrouwbaar inzicht te geven in zijn financiële situatie. Bij de beoordeling daarvan kan de Kansspelautoriteit rekening houden met onder andere de omstandigheden waaronder de beperkte draagkracht is ontstaan alsmede met te verwachten financiële resultaten van de overtreder. De Kansspelautoriteit kan een draagkrachtformulier op verschillende manieren beschikbaar stellen, bijvoorbeeld door dat op verzoek toe te zenden of dat op haar website te plaatsen.

7. Omzetgerelateerde boete

Op grond van artikel 35a, tweede lid, van de Wok beschikt de Kansspelautoriteit over de discretionaire bevoegdheid een boete op te leggen van ten hoogste 10% van de omzet als bedoeld in artikel 35a, tweede lid, van de Wok, van de overtreder in het boekjaar voorafgaande aan boetebesluit, indien dat meer is dan het bedrag van de zesde categorie, als bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

In het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit heeft de Kansspelautoriteit binnen haar beleidsvrijheid een omzetgerelateerde boete gereserveerd voor overtredingen van bepalingen die zijn ingedeeld in boetecategorie IV en waarvoor een standaardboete geen passende bestraffing oplevert. Bij de vraag of een omzetgerelateerde boete passend is, kan de Kansspelautoriteit onder meer de aard van de overtreding en de omvang van de overtreder betrekken. Een standaardboete kan bijvoorbeeld niet passend zijn wanneer de overtreding een hoge mate van ernst heeft of de boete ten opzichte van de omvang van de overtreder te klein zou zijn en daarom onvoldoende punitief effect zou hebben. Een omzetgerelateerde boete is dus alleen bedoeld voor de gevallen waarvoor een standaardboete te laag zou zijn.

Vanwege met name de duidelijkheid is in het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit ervoor gekozen om ook bij de omzetgerelateerde boete de hoogte van de boete vast te stellen aan de hand van het stappenplan uit artikel 5.3, met twee uitzonderingen. Ten eerste wordt het basisbedrag in stap 1 vastgesteld aan de hand van een vast percentage op 3% van de bruto-omzet van de overtreder. Ten tweede wordt stap 5 bij de omzetgerelateerde boete niet toegepast. Omdat bij de vraag of een omzetgerelateerde boete passend is ook de omvang van de overtreder van belang is, zal een omzetgerelateerde boete in beginsel alleen aan de orde zijn bij overtreders die in de omvangtabel op een boetepercentage van 100% uitkomen.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een boete op voor een overtreding van artikel 4a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok. De Kansspelautoriteit is van oordeel dat gelet op de ernst van de overtreding en de omvang van de overtreder uitsluitend een omzetgerelateerde boete een passende bestraffing oplevert. Het brutospelresultaat van de overtreder is € 40.000.000,–. De Kansspelautoriteit stelt in stap 1 het basisbedrag vast op 3% van het brutospelresultaat. Het basisbedrag is € 1.200.000,–.

In beginsel bepaalt de Kansspelautoriteit de bruto-omzet van de overtreder op basis van zijn bruto-omzet in het boekjaar voorafgaand aan het boetebesluit. De Kansspelautoriteit kan de bruto-omzet ook anders bepalen, bijvoorbeeld omdat de benodigde gegevens en bescheiden daarvoor niet beschikbaar of niet representatief zijn. De Kansspelautoriteit kan dan bijvoorbeeld een andere periode (die niet hoeft samen te vallen met een boekjaar) kiezen.

Tot slot houdt de Kansspelautoriteit in artikel 6.3 de ruimte om zonder berekening van enig basisbedrag en het doorlopen van een stappenplan de boete vast te stellen op ten hoogste het bij wet vastgestelde maximum voor een omzetgerelateerde boete. Dit betreft de categorie ‘zwaarste zaken’, waarin toepassing van een omzetgerelateerde boete als bedoeld in artikel 6.2 geen passende bestraffing oplevert.

8. Voordeelgerelateerde boete

Op grond van artikel 32a van de Wwft kan de Kansspelautoriteit in afwijking van artikel 31 of 32 van de Wwft een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste tweemaal het bedrag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkregen.

In het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit heeft de Kansspelautoriteit binnen haar beleidsvrijheid een voordeelgerelateerde boete gereserveerd voor gevallen waarin overtredingen van Wwft-bepalingen zijn begaan en waarvoor een standaardboete geen passende bestraffing is. De Kansspelautoriteit hanteert daarbij als uitgangspunt dat sprake is van ‘geen passende bestraffing’ als het verkregen voordeel meer bedraagt dan het toepasselijke basisbedrag en daarom het opleggen van een standaardboete onvoldoende punitief effect zou hebben.

Vanwege met name de duidelijkheid is in het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit ervoor gekozen om ook bij de voordeelgerelateerde boete de hoogte van de boete vast te stellen aan de hand van het stappenplan uit artikel 5.3, met één uitzondering. In stap 8 verhoogt de Kansspelautoriteit het na stap 7 berekende boetebedrag met het verkregen voordeel.

Bijvoorbeeld: de Kansspelautoriteit legt een bestuurlijke boete op voor een overtreding van artikel 3, eerste en tweede lid, van de Wwft. De Kansspelautoriteit stelt de hoogte van het verkregen voordeel vast op € 2.500.000,–, bestaande uit door de overtreding voorkomen uitgaven. Na het doorlopen van het stappenplan komt het na stap 7 berekende boetebedrag uit op € 3.000.000,–. In stap 8 verhoogt de Kansspelautoriteit dit bedrag met het verkregen voordeel. Het bedrag na stap 8 komt daarmee op € 5.500.000,–. Omdat dit hoger is dan het boetemaximum uit artikel 32a van de Wwft (namelijk ten hoogste tweemaal het verkregen voordeel) stelt de Kansspelautoriteit de boete vast op € 5.000.000,–.

Tot slot houdt de Kansspelautoriteit in artikel 7.4 de ruimte om zonder berekening van enig basisbedrag en het doorlopen van een stappenplan de boete vaststellen op ten hoogste het bij wet vastgestelde maximum voor een voordeelgerelateerde boete. Dit betreft de categorie ‘zwaarste zaken’, waarin toepassing van een voordeelgerelateerde boete als bedoeld in artikel 7.3 geen passende bestraffing oplevert.

9. Slot

In artikel 8 is ten slotte bepaald dat alle op grond van het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit vastgestelde boetes naar beneden worden afgerond. Hoe de afronding precies plaatsvindt, is afhankelijk van de hoogte van de boete vóór afronding.

Het Algemeen boetebeleid Kansspelautoriteit treedt direct na bekendmaking in werking en geldt voor overtredingen die op of na de datum van inwerkingtreding worden begaan of voortduren. De Kansspelautoriteit beschikte niet eerder over algemeen boetebeleid, zodat een overgangsregeling niet noodzakelijk is.

Naar boven