Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zorginstituut Nederland | Staatscourant 2025, 10571 | interne regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zorginstituut Nederland | Staatscourant 2025, 10571 | interne regeling |
De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,
Gelet op artikel 8, tweede lid, van het Bestuursreglement Zorginstituut Nederland,
heeft in zijn vergadering van 11 maart 2025 besloten:
Dit reglement verstaat onder:
de Wetenschappelijke Adviesraad, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van het Bestuursreglement Zorginstituut Nederland;
maatregel ter waarborging van advisering zonder vooringenomenheid;
een tijdelijke groep van tenminste twee leden van de adviesraad;
de leden van de adviesraad;
rapport, dossier, advies of agendapunt waar de adviesraad of de werkcommissies over vergaderen;
ieder belang dat niet behoort tot de belangen die de adviesraad uit hoofde van de hem opgedragen taak behoort te behartigen;
de plaatsvervangend secretaris van de adviesraad;
de plaatsvervangend voorzitter van de adviesraad;
de Raad van Bestuur van het Zorginstituut;
de secretaris van de adviesraad;
secretaris van de WAR CG, de WAR CC en de WAR CFK;
lid van een werkcommissie dat belast is met het technisch voorzitten van een vergadering van de werkcommissie;
de voorzitter van de adviesraad;
de werkcommissie Care & Cure;
de werkcommissie Farmacotherapeutisch Kompas;
de werkcommissie Geneesmiddelen;
een groep van ten minste zeven leden samengesteld uit de leden van de adviesraad, waaronder de voorzitter WAR;
Zorginstituut Nederland, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.
1. De adviesraad heeft tot taak:
a. het adviseren aan de Raad van Bestuur over het eenduidig uitleggen van de aard, inhoud en omvang van de prestaties, bedoeld in artikel 11 van de Zorgverzekeringswet;
b. het adviseren aan de Raad van Bestuur over het eenduidig uitleggen van de aard, inhoud en omvang van de aanspraken bedoeld in artikel 5.1.3 van de Wet langdurige zorg;
c. het adviseren aan de Raad van Bestuur ten behoeve van het Farmacotherapeutisch Kompas;
d. het adviseren aan de Raad van Bestuur over onderzoek dat nodig is voor het verzekerd pakket.
2. De adviesraad heeft verder tot taak om de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren op het terrein van zijn deskundigheid ten behoeve van andere taken van het Zorginstituut.
3. De adviesraad doet op een door de voorzitter van de Raad van Bestuur aangegeven wijze verslag van zijn taakuitoefening en die van de werkcommissies.
1. De adviesraad bestaat uit minimaal twintig leden en maximaal vijftig leden, waaronder de voorzitter WAR.
2. De Raad van Bestuur benoemt, schorst en ontslaat de leden van de adviesraad. Het lidmaatschap eindigt tussentijds door overlijden, ontslag op eigen verzoek of ontslag om zwaarwichtige redenen door de Raad van Bestuur.
3. De leden worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van de adviesraad.
4. De leden worden benoemd voor ten hoogste vier jaar. Herbenoeming kan eenmaal voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden.
5. De leden van de adviesraad oefenen hun taken uit zonder last of ruggespraak en op persoonlijke titel.
1. De adviesraad voert zijn taak uit met verschillende werkcommissies, die specifieke onderwerpen behandelen.
2. De vaste werkcommissies zijn:
a. De WAR CC;
b. De WAR CFK;
c. De WAR CG.
3. Een werkcommissie bestaat uit tenminste zeven leden, waaronder de voorzitter WAR.
4. De Raad van Bestuur wijst, op voorstel van de voorzitter WAR en de secretaris WAR, de leden van de werkcommissies aan. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat er voldoende deskundigheid in de werkcommissies aanwezig is.
5. De voorzitter WAR is belast met het bewaken van de kwaliteit en de consistentie tussen de adviezen van de werkcommissies.
De samenstelling van de adviesraad en de werkcommissies is te vinden op de website van het Zorginstituut, waarbij de termijn en de benoemingsperiode van de leden vermeld wordt.
1. De adviesraad kan, op initiatief van de voorzitter WAR, tijdelijke klankbordgroepen instellen waarvan de omvang, samenstelling en duur is afgestemd op het doel.
2. Een klankbordgroep is belast met de advisering over een specifiek onderwerp ten behoeve van medewerkers van het Zorginstituut.
3. De betreffende medewerkers maken een verslag van de advisering door de klankbordgroep. Dit verslag wordt gedeeld met de voorzitter WAR en secretaris WAR.
4. De voorzitter WAR is belast met het bewaken van de kwaliteit van de adviezen van de klankbordgroep.
1. De adviesraad en de werkcommissies worden ondersteund door een secretariaat.
2. Het secretariaat bestaat uit:
– de secretaris WAR;
– de plaatsvervangend secretaris WAR;
– de secretarissen van de werkcommissies; en
– de plaatsvervangende secretarissen van de werkcommissies.
3. De voorzitter van de Raad van Bestuur wijst in overleg met de voorzitter WAR de secretaris WAR en de plaatsvervangend secretaris WAR aan.
4. De verantwoordelijke manager wijst in overleg met de secretaris WAR de secretarissen en de plaatsvervangende secretarissen van de werkcommissies aan.
5. De secretaris WAR, de plaatsvervangend secretaris WAR, de secretarissen en plaatsvervangend secretarissen van de werkcommissies zijn geen lid van de adviesraad en de werkcommissies.
6. Het secretariaat stelt de dossiers voor de vergaderingen samen.
7. Het secretariaat zorgt ervoor dat elk dossier is voorzien van een voorlegger die een duidelijk en volledig overzicht biedt van het te behandelen onderwerp en de vragen van het Zorginstituut daarover aan de adviesraad.
8. Het secretariaat bereidt de vergaderingen voor in overleg met de voorzitter WAR.
9. Het secretariaat draagt zorg voor een zakelijke beschrijving van de adviezen van de adviesraad.
10. Van de overige agendapunten maakt het secretariaat een zakelijk verslag. Standpunten van de leden, waaronder de voorzitter WAR, worden geanonimiseerd weergegeven.
11. Het secretariaat kan, in overleg met de voorzitter WAR, medewerkers van het Zorginstituut uitnodigen een vergadering of een deel daarvan bij te wonen.
12. Het secretariaat kan, in overleg met de voorzitter WAR, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, andere personen of vertegenwoordigers van organisaties uitnodigen een vergadering of een deel daarvan bij te wonen.
13. Het secretariaat draagt ervoor zorg dat de samenstelling van de adviesraad op de website van het Zorginstituut te vinden is, waarbij de termijn en de benoemingsperiode van de leden vermeld wordt.
1. De adviesraad verricht zijn taak onpartijdig en zonder vooringenomenheid.
2. De uitgangspunten uit de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling van de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen worden toegepast overeenkomstig de daartoe door het Zorginstituut gestelde regels.
3. Alle leden vullen jaarlijks een belangenverklaring in die gepubliceerd wordt op de website van het Zorginstituut.
4. Tussentijdse wijzigingen worden gemeld aan de voorzitter WAR. Bij deze tussentijdse wijzigingen wordt de belangenverklaring geactualiseerd en opnieuw gepubliceerd op de website van het Zorginstituut.
5. De in het derde lid bedoelde belangenverklaring ziet op hoofd- en nevenfuncties, persoonlijke financiële belangen, persoonlijke relaties, extern gefinancierd onderzoek, intellectuele belangen en reputatie.
6. Uitgesloten van advisering en beraadslaging over een onderwerp zijn in ieder geval leden die:
a. betrokken zijn of zijn geweest bij het onderwerp;
b. bloed- of aanverwantschap tot en met de derde graad hebben met een persoon die betrokken is of is geweest bij het onderwerp;
c. het hebben gesloten van een (notarieel) samenlevingscontract met een persoon die betrokken is of is geweest bij het onderwerp.
7. Indien een lid een persoonlijk belang heeft bij een onderwerp, of bij een persoon die betrokken is of is geweest bij het onderwerp waarover de adviesraad of een werkcommissie namens de adviesraad advies uitbrengt, meldt hij dit onmiddellijk bij de voorzitter WAR en de secretaris WAR.
8. Indien het lid een persoonlijk belang heeft dat is uitgesloten op grond van artikel 4.1, zesde lid, neemt hij niet deel aan de beraadslaging over dat onderwerp en neemt hij geen kennis van de stukken over dat onderwerp.
9. Indien het lid een persoonlijk belang heeft dat niet is uitgesloten op grond van artikel 4.1, zesde lid, maakt het lid een expliciete afweging over de vraag of en onder welke voorwaarden deelgenomen kan worden aan de beraadslaging over het onderwerp. Het lid overlegt met de voorzitter WAR en secretaris WAR over het persoonlijke belang om na te gaan of met de voorgenomen beheersmaatregelen de onafhankelijkheid van de adviesraad is gewaarborgd.
1. Voorafgaand aan de voorbereiding van een onderwerp gaan de secretarissen, plaatsvervangend secretarissen en de overig betrokken medewerkers van het Zorginstituut na of zij een persoonlijk belang hebben bij dat onderwerp, als bedoeld in artikel 4.1. Indien een secretaris, plaatsvervangend secretaris of een overig betrokken medewerker van het Zorginstituut een persoonlijk belang heeft bij het onderwerp, meldt hij dit onmiddellijk bij zijn direct leidinggevende.
2. De leidinggevende neemt die beheersmaatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat de adviesraad zijn taak onpartijdig en zonder vooringenomenheid kan uitoefenen.
1. De adviesraad vergadert tenminste een maal per twee jaar over onderwerpen die de werkcommissies gezamenlijk aangaan. Verder belegt de voorzitter WAR een vergadering zo dikwijls hij dit nodig acht.
2. De adviesraad en de werkcommissies vergaderen achter gesloten deuren, tenzij de voorzitter WAR en bij afwezigheid de technisch voorzitter anders beslist.
3. De voorzitter WAR belegt in overleg met het secretariaat de vergaderingen van de werkcommissies en bepaalt de tijd, plaats en werkwijze van de vergaderingen.
4. De voorzitter WAR kan beslissen een extra vergadering te houden.
5. De voorzitter WAR kan in bijzondere gevallen besluiten om de leden schriftelijk te raadplegen.
1. Het secretariaat stelt in overleg met de voorzitter WAR en de technisch voorzitters de agenda voor de vergaderingen van de werkcommissies op.
2. Het secretariaat draagt zorg voor de verzending van de agenda en de overige voor de vergadering bestemde stukken.
3. Onderwerpen die niet op de agenda staan worden niet in behandeling genomen, tenzij de meerderheid van de aanwezige leden de behandeling ervan van eenvoudige of spoedeisende aard verklaart.
1. De technisch voorzitter van een werkcommissie leidt de vergadering en is belast met de handhaving van de orde in de vergadering.
2. Iedere vergadering vangt aan met een inventarisatie van persoonlijke belangen van de leden, als bedoeld in artikel 4.1. De werkcommissie beslist over deelname van leden met een persoonlijk belang alsmede over de geschiktheid van de beheersmaatregelen. De werkcommissie stelt daarna vast of zij haar werk onpartijdig en zonder vooringenomenheid kan verrichten.
3. Een werkcommissie kan slechts een advies uitbrengen als tenminste de helft plus één van de leden van de werkcommissie bij de vergadering aanwezig was. Indien een lid voorafgaand aan de vergadering zijn reactie op de vergaderstukken schriftelijk aan de leden van de werkcommissie kenbaar heeft gemaakt, kan hij als aanwezig bij de vergadering worden beschouwd.
4. Een werkcommissie kan een conceptadvies laten voorbereiden door een vergadering van een deel van de werkcommissie. Het conceptadvies wordt vervolgens besproken en vastgesteld in een vergadering van de werkcommissie.
5. De technisch voorzitter kan de beraadslagingen over een agendapunt aanhouden voor zover het spoedeisend belang zich daar niet tegen verzet.
6. De technisch voorzitter kan de beraadslagingen sluiten, zodra hij meent, dat een onderwerp voldoende is toegelicht.
1. De adviesraad adviseert de Raad van Bestuur.
2. De werkcommissies brengen namens de adviesraad adviezen uit aan de Raad van Bestuur.
3. Een advies aan de Raad van Bestuur wordt zo mogelijk in consensus uitgebracht. Een advies wordt tenminste ondersteund door de meerderheid van de aanwezige leden.
4. De WAR CG respectievelijk de WAR CC brengt een onderbouwd advies uit aan de Raad van Bestuur. De werkcommissie verstrekt daarbij een overzicht van de persoonlijke belangen van de leden en onderbouwt de wijze waarop de werkcommissie met de persoonlijke belangen is omgegaan.
5. De WAR CFK adviseert de Raad van Bestuur over de teksten in het Farmacotherapeutisch Kompas en daaraan gerelateerde onderwerpen.
6. De adviezen van de WAR CG en de WAR CC worden door de voorzitter WAR ondertekend.
7. De adviezen van de WAR CG en de WAR CC worden na ondertekening door de voorzitter toegezonden aan de Raad van Bestuur.
8. De adviezen van de WAR CG en de WAR CC zijn openbaar en worden op de website van het Zorginstituut bekend gemaakt.
1. De voorzitter WAR is in beginsel bij de vergaderingen van de werkcommissies aanwezig om de kwaliteit en de consistentie in de advisering van de werkcommissies te bewaken.
2. De voorzitter WAR heeft tenminste twee keer per jaar overleg met de technische voorzitters van de werkcommissies.
De voorzitter WAR heeft tenminste acht keer per jaar overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Voorzitter Raad van Bestuur M.J. Janssen
De adviesraad geeft onafhankelijke wetenschappelijke adviezen aan de Raad van Bestuur van het Zorginstituut over het verzekerd pakket in de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. Daarnaast adviseert de adviesraad aan de Raad van Bestuur ten behoeve van het Farmacotherapeutische Kompas en geeft de adviesraad advies over onderzoek dat nodig is voor het verzekerd pakket. Ook kan de adviesraad gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen op het terrein van zijn deskundigheid.
Dit reglement legt de taak, samenstelling en werkwijze van de adviesraad vast zodat de adviesraad zijn werk onpartijdig en zonder vooringenomenheid kan verrichten. Vanwege het belang van onafhankelijke advisering, wordt hier in het reglement nader op ingegaan.
In dit artikel zijn de belangrijkste begrippen van het reglement gedefinieerd.
De voorzitter WAR heeft een belangrijke functie in de adviesraad. De voorzitter WAR ziet erop toe dat de adviesraad zijn werkzaamheden onpartijdig en zonder vooringenomenheid kan vervullen. Daarnaast bewaakt de voorzitter WAR de kwaliteit en de consistentie van de adviezen. Naast de voorzitter WAR wijst de Raad van Bestuur een plaatsvervangend voorzitter aan die de voorzitter WAR bij afwezigheid kan vervangen.
De Raad van Bestuur wijst ook een plaatsvervangend secretaris WAR aan die de secretaris WAR bij afwezigheid kan vervangen.
In dit reglement wordt het begrip onderwerp gebruikt als verzamelnaam voor rapport, dossier, advies of agendapunt. Het betreft de onderwerpen waar de adviesraad of de werkcommissies over vergaderen.
In dit artikel is de taak van de adviesraad opgenomen. De adviesraad adviseert de Raad van Bestuur en kan gevraagd en ongevraagd advies geven over het verzekerd pakket voor de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. De advisering is mede gericht op de randvoorwaarden voor de verzekerde zorg. Voor het cyclisch pakketbeheer is monitoring van de verzekerde zorg van belang.
Ook adviseert de adviesraad ten behoeve van het Farmacotherapeutisch Kompas en geeft de adviesraad advies over onderzoek dat nodig is voor het verzekerd pakket.
Tot slot kan de adviesraad gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen op het terrein van zijn deskundigheid.
In dit artikel is de samenstelling, de benoeming en de vereiste deskundigheid van de adviesraad geregeld.
De adviesraad voert zijn adviestaak uit met drie verschillende werkcommissies, de WAR CG voor geneesmiddelen, de WAR CC voor adviezen over de Care & Cure en de WAR CFK voor adviezen over het Farmacotherapeutisch Kompas. Elk van de werkcommissies heeft een technisch voorzitter voor het leiden van de vergaderingen van de werkcommissie. De voorzitter WAR bewaakt de kwaliteit en de consistentie van de adviezen.
De Raad van Bestuur kan een nieuwe werkcommissie instellen en het reglement dienovereenkomstig wijzigen.
Omwille van de transparantie wordt de samenstelling van de adviesraad en de werkcommissies bekendgemaakt op de website van het Zorginstituut.
In dit artikel is geregeld dat de Minister van VWS een of twee waarnemers voor de adviesraad kan aanwijzen. Een waarnemer is geen lid van de adviesraad en heeft geen stemrecht.
Soms bestaat er bij medewerkers van het Zorginstituut behoefte aan wetenschappelijke advisering door (enkele leden van) de adviesraad. Dan kan de adviesraad op initiatief van de voorzitter WAR een tijdelijke klankbordgroep instellen, bestaande uit leden van de adviesraad. Zo'n klankborgroep adviseert niet aan de Raad van Bestuur maar aan de medewerkers van het Zorginstituut.
De voorzitter WAR bewaakt de kwaliteit van de adviezen van de klankbordgroep. Daarom worden er altijd verslagen gemaakt van de advisering door de klankbordgroep.
De adviesraad en de werkcommissies worden ondersteund door een secretariaat. In dit artikel wordt de samenstelling en de taak van het secretariaat geregeld.
In het zevende lid is geregeld dat het secretariaat ervoor zorgt dat elk dossier is voorzien van een voorlegger die een duidelijk overzicht biedt van het te behandelen onderwerp en de vragen daarover aan de adviesraad.
Omwille van de transparantie draagt de secretaris WAR ervoor zorg dat de samenstelling van de adviesraad bekendgemaakt wordt op de website van het Zorginstituut.
Dit artikel regelt dat de adviesraad zijn werk onpartijdig en zonder vooringenomenheid kan verrichten.
In het derde en vierde lid is met het oog op de vereiste transparantie en ter voorkoming van belangenverstrengeling bepaald dat alle leden jaarlijks een belangenverklaring invullen die gepubliceerd wordt op de website van het Zorginstituut. Wijzigingen worden tussentijds gemeld en de belangenverklaring wordt dan tussentijds geactualiseerd.
Deze belangenverklaring ziet op:
– hoofd- en nevenfuncties;
– persoonlijke financiële belangen;
– persoonlijke relaties;
– extern gefinancierd onderzoek;
– intellectuele belangen en reputatie.
Belangen van leden worden op verschillende momenten beoordeeld. Een eerste beoordeling van de belangen vindt plaats bij de benoeming tot lid van de adviesraad. Daarnaast vullen leden jaarlijks een belangenverklaring in. Verder vangt elke vergadering aan met een bespreking van de persoonlijke belangen van de aanwezige leden. Afhankelijk van de mate van betrokkenheid bij een onderwerp of persoon kan dat ertoe leiden dat het betreffende lid wordt uitgesloten van deelname aan de advisering en de beraadslaging van de adviesraad of werkcommissie over dat onderwerp.
In het zesde lid is bepaald welke belangen in de weg staan aan het adviseren en beraadslagen door het betreffende lid over een onderwerp. Bij de beoordeling of een lid is uitgesloten van advisering en beraadslaging wordt rekening gehouden met de aard van het onderwerp en de aard en de duur van de betrokkenheid bij het onderwerp. Dit geldt ook wanneer een partner of familielid betrokken is geweest bij het onderwerp. Een beëindigde activiteit van (de partner of het familielid van) een lid leidt niet automatisch tot uitsluiting. Bij deze afweging wordt in ieder geval betrokken hoe recent en in welke mate de betrokkenheid invloed zou kunnen hebben op een onafhankelijke advisering.
Bij persoonlijke belangen die niet op grond van het zesde lid zijn uitgesloten, wordt een expliciete afweging gemaakt of en onder welke voorwaarden deelgenomen kan worden aan de beraadslaging over dat onderwerp. Bij deze afweging worden in ieder geval in samenhang de volgende factoren meegenomen:
– aard van het persoonlijk belang;
– zwaarte van het persoonlijk belang;
– aantal leden (omvang werkcommissie);
– aanwezigheid van waarborgen binnen het proces.
In het zevende, achtste en negende lid is geregeld dat de leden bij een persoonlijk belang bij een onderwerp dit onmiddellijk bij de voorzitter WAR en de secretaris WAR melden. Als het om een persoonlijk belang gaat dat is uitgesloten op grond van het zesde lid, neemt hij niet deel aan de beraadslaging over dat onderwerp en neemt hij geen kennis van de stukken over dat onderwerp.
Als het om een persoonlijk belang gaat dat niet is uitgesloten op grond van het zesde lid, overlegt het lid met de voorzitter WAR en secretaris WAR over het persoonlijke belang om na te gaan of met de voorgenomen beheersmaatregelen de onpartijdigheid van de adviesraad is gewaarborgd.
Dit artikel ziet op de persoonlijke belangen van de medewerkers van het Zorginstituut. De secretarissen en de overig betrokken medewerkers van het Zorginstituut gaan voorafgaand aan de voorbereiding van een onderwerp na of zij een persoonlijk belang hebben bij dat onderwerp. Zo ja, dan meldt de medewerker dit onmiddellijk bij zijn direct leidinggevende. Vervolgens neemt de leidinggevende die beheersmaatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat de adviesraad zijn taak onpartijdig en zonder vooringenomenheid kan uitoefenen.
In dit artikel zijn enkele bepalingen over de vergaderingen van de adviesraad en de werkcommissie opgenomen. De vergaderingen van de gezamenlijke adviesraad zijn vooral gericht op onderwerpen die de werkcommissies gezamenlijk aangaan. Deze vergaderingen kunnen het karakter van een heidag met een vrije gedachtewisseling zonder vaste agenda hebben. Afhankelijk van het onderwerp kunnen bijvoorbeeld (leden van) andere adviescommissies van het Zorginstituut worden uitgenodigd.
Daarnaast is bepaald dat de adviesraad en de werkcommissies in beginsel achter gesloten deuren vergaderen. De voorzitter WAR of een technisch voorzitter kan indien daartoe aanleiding is anders beslissen.
In bijzondere gevallen kan de voorzitter WAR een schriftelijke raadpleging organiseren. Dit is bijvoorbeeld het geval als het Zorginstituut een spoedeisend belang heeft bij een advies van de adviesraad of van één van de werkcommissies en de eerstvolgende vergadering niet kan worden afgewacht. De voorzitter WAR kan in zulke gevallen de leden van de adviesraad dan wel de werkcommissies schriftelijk raadplegen.
Dit artikel regelt de agenda en de verzending van de stukken.
Dit artikel regelt de rol van de technisch voorzitter in de vergadering van de werkcommissies.
Van belang is dat elke vergadering van een werkcommissie aanvangt met de bespreking van de persoonlijke belangen en de geschiktheid van de beheersmaatregelen. De werkcommissie stelt daarna vast of zij haar werk onpartijdig en zonder vooringenomenheid kan verrichten.
Het is wenselijk dat de afwegingen die voor de advisering van belang zijn, in de vergadering worden besproken. Als een lid niet aanwezig kan zijn bij de vergadering en hij zijn inbreng wel van tevoren kenbaar heeft gemaakt, kan hij als aanwezig bij de vergadering worden beschouwd. Gezien het belang van de onderlinge gedachtewisseling is dat niet de standaard werkwijze.
In dit artikel is ook geregeld dat een werkcommissie een conceptadvies kan laten voorbereiden door een deel van de werkcommissie. Deze werkwijze maakt een doelmatige inzet van de commissieleden mogelijk, bijvoorbeeld als voor een bepaald advies vooral de expertise van enkele leden nodig is. Dit deel van de commissie overlegt mondeling over het conceptadvies om een integrale afweging van inzichten te waarborgen. Het conceptadvies wordt vervolgens na een toelichtende bespreking in de vergadering van de werkcommissie vastgesteld.
De adviesraad adviseert de Raad van Bestuur. In de praktijk brengen de werkcommissies de adviezen uit aan de Raad van Bestuur. De WAR CFK adviseert de Raad van Bestuur over de teksten in het Farmacotherapeutisch Kompas en daaraan gerelateerde onderwerpen. De WAR CG en de WAR CC brengen een onderbouwd advies uit over de verzekerde zorg in de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg aan de Raad van Bestuur. De advisering over het verzekerd pakket geschiedt aan de hand van de criteria voor de beoordeling van de Stand van de Wetenschap en Praktijk en de andere criteria die het Zorginstituut daarvoor heeft vastgesteld.
Ook is in dit artikel bepaald dat de werkcommissie bij het advies aan de Raad van Bestuur een overzicht verstrekt van de persoonlijke belangen van de leden. Voor het vierde lid geldt dat indien er geen persoonlijke belangen zijn, volstaan kan worden met de zin dat de leden bij dit advies geen persoonlijke belangen hebben.
De adviezen van de WAR CG en de WAR CC worden door de voorzitter WAR ondertekend.
Omwille van de transparantie zijn de adviezen van de WAR CG en de WAR CC openbaar. Deze adviezen worden op de website van het Zorginstituut bekend gemaakt.
Omdat veel van het werk van de adviesraad wordt verricht door de drie werkcommissies, is het van belang dat de eenheid van de advisering bewaard wordt. De voorzitter WAR heeft in het bewaken van de kwaliteit en consistentie van de advisering een belangrijke rol. Daarom is de voorzitter WAR in beginsel bij elke vergadering van de werkcommissies aanwezig.
Los van de reguliere vergaderingen heeft de voorzitter WAR geregeld overleg met de technische voorzitters van de werkcommissies.
Het is vanzelfsprekend dat het secretariaat en de voorzitter geregeld overleg voeren om een goede afstemming en voorbereiding te waarborgen. Naast een overleg voorafgaand aan elke vergadering, overleggen zij zo vaak als tussentijds nodig is.
De adviesraad geeft onafhankelijk wetenschappelijk advies aan de Raad van Bestuur, zonder last en ruggespraak en zonder inhoudelijke sturing door de Raad van Bestuur. Dat neemt niet weg dat periodiek overleg tussen de Raad van Bestuur en de voorzitter van de adviesraad gewenst is over alle aangelegenheden die de adviesraad betreffen. Gedacht kan in ieder geval worden aan de kwaliteit van de aan de adviesraad geboden stukken, de kwaliteit van de adviezen van de adviesraad en het gebruik van de adviezen door het Zorginstituut.
Artikel 6.1 en 6.2 bevatten de inwerkingtreding, de intrekking van het Reglement Wetenschappelijke adviesraad van 5 december 2016 en de citeertitel.
Voorzitter Raad van Bestuur M.J. Janssen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-10571.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.