Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 10093 | andere beschikking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2025, 10093 | andere beschikking |
Besluiten op basis van artikel 74 van de Wet op het primair onderwijs op de aanvragen voor bekostiging van een nieuwe school voor primair onderwijs met ingang van 1 augustus 2026 en verzelfstandiging voor primair onderwijs met ingang van 1 augustus 2025.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geeft kennis van de goedkeuring dan wel afwijzing van de volgende aanvragen die zijn ingediend voor 1 november 2024 in het kader van de procedure voor bekostiging van een nieuwe school voor basisonderwijs.
Als u belang hebt bij dit besluit, dan kunt u hiertegen binnen 6 weken, gerekend vanaf de verzenddatum van de onderstaande besluiten, bezwaar maken. Stuur uw bezwaarschrift naar DUO, Postbus 30205, 2500 GE Den Haag. U kunt uw bezwaar ook digitaal indienen op www.bezwaarschriftenocw.nl.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Ede
Naar aanleiding van de door u op 24 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “Katholieke Jenaplan basisschool de Kleine Prins”, te vestigen in het postcodegebied 6718 in de gemeente Ede.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 3 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 24 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 106 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 4408.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 12566,3.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 212.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Ede bedraagt 200. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 212, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 14 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Ede heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Groningen
Naar aanleiding van de door u op 30 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “Al Kitaab”, te vestigen in het postcodegebied 9742 in de gemeente Groningen.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 4 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 30 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 154 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 5568.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 13702,5.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 265.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Groningen bedraagt 220. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 265, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 13 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Groningen heeft een zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
De gemeente Groningen heeft een zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO. In de zienswijze deelt de gemeente Groningen haar zorgen over het voortbestaan van bestaande scholen en ziet zij een risico ten aanzien van sociale inclusie in het onderwijs door de komst van de nieuwe basisschool. Alhoewel er begrip bestaat voor de door de gemeente geuite zorgen, kunnen deze niet leiden tot een ander besluit aangezien die zorgen geen onderdeel uitmaken van het wettelijk omschreven toetsingskader.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een openbare basisschool te Gouda
Naar aanleiding van de door u op 25 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een openbare basisschool genaamd “OBS Het Schateiland”, te vestigen in het postcodegebied 2803 in de gemeente Gouda.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 18 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 25 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 171 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 7555.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 21717,6.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 344.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Gouda bedraagt 323. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 344, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 24 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Gouda heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Almere
Naar aanleiding van de door u op 30 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “Al Iman 2”, te vestigen in het postcodegebied 1326 in de gemeente Almere.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 20 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 30 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 157 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 7507.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 23713,6.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 347.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Almere bedraagt 277. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 347, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 13 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Almere heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Amsterdam
Naar aanleiding van de door u op 31 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “Elif Zuidoost”, te vestigen in het postcodegebied 1102 in de gemeente Amsterdam.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 24 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 31 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 185 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 14786.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 38721,8.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 339.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Amsterdam bedraagt 323. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 339, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 25 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Amsterdam heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een openbare basisschool te Tilburg
Naar aanleiding van de door u op 31 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een openbare basisschool genaamd “OBS Panta Rhei (locatie Don Sarto)”, te vestigen in het postcodegebied 5022 in de gemeente Tilburg.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 26 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 31 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 148 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 6171.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 17505,7.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 294.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Tilburg bedraagt 263. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 294, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 17 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Tilburg heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Reeve, gemeente Kampen
Naar aanleiding van de door u op 31 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “IKC Weidse Blik”, te vestigen in het postcodegebied 8269 in Reeve, gemeente Kampen.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 26 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 31 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 110 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 2397.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 6710,4.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 216.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Kampen bedraagt 200. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 216, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 24 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Kampen heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Gorinchem
Naar aanleiding van de door u op 12 september 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “ibs El Enbiya”, te vestigen in het postcodegebied 4205 in de gemeente Gorinchem.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 28 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 12 september 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 138 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 3842.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 11212,4.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 282.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Gorinchem bedraagt 278. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 282, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 24 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Gorinchem heeft een zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO. De gemeente geeft aan reeds een dekkend netwerk van primair onderwijs te hebben. Daarmee kan een extra school in Gorinchem leiden tot een herverdeling van leerlingen, met als mogelijk gevolg sluiting van kleinere reeds bestaande scholen en versplintering van het onderwijsaanbod. Een extra school legt eveneens druk op de capaciteit aan leerkrachten, huisvesting en financiële middelen van de gemeente. Dit ziet de gemeente met grote zorgen tegemoet. De gemeente benoemt nadrukkelijk het belang van samenwerking tussen alle schoolbesturen en andere stakeholders in de regio. De intentie tot samenwerking heeft ze echter gemist in het voortraject van de aanvraag, wat reden geeft tot zorgen hieromtrent.
Alhoewel er begrip bestaat voor de door de gemeente geuite zorgen, kunnen deze niet leiden tot een ander besluit aangezien die zorgen geen onderdeel uitmaken van het wettelijk omschreven toetsingskader.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Arnhem
Naar aanleiding van de door u op 31 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “Al Amana Arnhem”, te vestigen in het postcodegebied 6841 in de gemeente Arnhem.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 28 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 31 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 143 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 7532.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 21287,9.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 283.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Arnhem bedraagt 263. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 283, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 21 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Arnhem heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Culemborg
Naar aanleiding van de door u op 31 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “Al Amana Culemborg”, te vestigen in het postcodegebied 4102 in de gemeente Culemborg.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 28 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 31 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 120 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 2016.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 6170,6.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 257.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Culemborg bedraagt 228. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 257, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 21 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Culemborg heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Alphen aan den Rijn
Naar aanleiding van de door u op 31 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “IBS Hakiem”, te vestigen in het postcodegebied 2407 in de gemeente Alphen aan den Rijn.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 29 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 31 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 117 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 6405.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 18835,9.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 241.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Alphen aan den Rijn bedraagt 217. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 241, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 14 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Alphen aan den Rijn heeft een zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO. De gemeente heeft in principe een positieve grondhouding op nieuwe initiatieven. Wel stelt ze dat de locatiewens van de initiatiefnemer zich concentreert in de directe nabijheid van verschillende basisscholen waarbij de denominatie van de initiatiefnemer reeds is vertegenwoordigd. Naar mening van de gemeente kan dit leiden tot een onevenwichtige verdeling van leerlingen over de scholen, en kunnen de beschikbare onderwijsvoorzieningen in de gemeente hierdoor geraakt worden. Tevens had de gemeente graag meer specifieke duiding in de plannen van de aanvrager gezien.
Alhoewel er begrip bestaat voor de door de gemeente geuite zorgen, kunnen deze niet leiden tot een ander besluit aangezien die zorgen geen onderdeel uitmaken van het wettelijk omschreven toetsingskader.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Utrecht
Naar aanleiding van de door u op 31 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “Enderun Utrecht”, te vestigen in het postcodegebied 3544 in de gemeente Utrecht.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld op 30 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 31 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 214 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 15563.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 38098,7.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 367.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Utrecht bedraagt 318. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 367, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 18 februari 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Utrecht heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te Barneveld
Naar aanleiding van de door u op 29 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd “Basisschool Ariane”, te vestigen in het postcodegebied 3772 te Barneveld.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool met ingang van 1 augustus 2026 voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is aangemeld voor 1 juli 2024 en de aanvraag is ingediend op 29 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting aan de hand van ouderverklaringen is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift. Het aantal verkregen ouderverklaringen betreft 121 en 1 januari 2024 bedraagt het aantal 2- tot en met 4- jarigen in het voedingsgebied 5505.
Op 1 januari 2035 bedraagt – naar verwachting – het aantal leerlingen van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30% van het aantal leerlingen van 12 jaar, in het voedingsgebied 15174,7.
Rekening houdende met voornoemde aantallen en met een correctiefactor van 0,7 is het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035, aan de hand van de formule zoals genoemd in artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO, berekend op 233.
De stichtingsnorm voor basisscholen in de gemeente Barneveld bedraagt 200. Nu het aantal te verwachten leerlingen op 1 januari 2035 wordt berekend op 233, is aannemelijk gemaakt dat de gewenste school op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente van vestiging geldende stichtingsnorm.
Conform het bepaalde in artikel 75, eerste lid, van de WPO, heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) op 6 maart 2025 advies uitgebracht over deze aanvraag. Het oordeel van de inspectie is ten aanzien van alle deugdelijkheidseisen voldoende. Dat betekent dat het advies van de inspectie over de te verwachten onderwijskwaliteit positief is. Het advies is als bijlage bij dit besluit gevoegd. Voor de verdere motivering verwijs ik naar het advies. Het advies is zorgvuldig tot stand gekomen en de overwegingen kunnen de conclusie dragen.
Ik stel verder vast dat aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 74, tweede lid, onder c en d, van de WPO, is voldaan.
De gemeente Barneveld heeft geen zienswijze ingediend, als bedoeld in artikel 75, twaalfde lid, van de WPO.
Met betrekking tot de daadwerkelijke aanvang van de bekostiging zult u in het eerste kwartaal van het volgende jaar bericht ontvangen.
Aanvraag voor bekostiging van een basisschool op bijzondere grondslag te
Naar aanleiding van de door u op 31 oktober 2024 ingediende aanvraag voor bekostiging van een basisschool, zoals bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), en met inachtneming van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, bericht ik u als volgt.
De aanvraag betreft een bijzondere basisschool genaamd IBS Noah, te vestigen in het postcodegebied 3764 in de gemeente Soest.
BESLUIT
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 75, derde lid, van de WPO, en onder verwijzing naar onderstaande overwegingen, besluit ik hierbij dat de gewenste bijzondere basisschool niet voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht.
Overwegingen
Het initiatief is gemeld op 24 juni 2024 en de aanvraag is ingediend op 31 oktober 2024. De belangstellingsmeting is uitgevoerd aan de hand van ouderverklaringen. De belangstellingsmeting is uitgevoerd conform het wettelijk voorschrift en aan de hand van de daarvoor vereiste gegevens en de te hanteren formule zoals bedoeld artikel 74a, derde lid, onder a, van de WPO. Met de belangstellingsmeting is berekend dat het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari 2035 voldoet aan de stichtingsnorm.
Uitnodiging voor overleg
In artikel 74 tweede lid, onderdeel c, van de WPO en artikel 4, tweede lid, van de Regeling voorzieningenplanning po 2021 is bepaald dat u bij uw aanvraag dient aan te tonen dat onder meer de bevoegde gezagsorganen van de scholen en vestigingen binnen het voedingsgebied van de gewenste school door u zijn gevraagd om te overleggen over het voornemen tot het doen van een aanvraag om bekostiging. Bij de beoordeling van uw aanvraag heb ik geconstateerd dat u niet alle bevoegde gezagsorganen heeft uitgenodigd voor voornoemd overleg.
Op 30 januari 2025 heeft u in een gesprek toegelicht dat u wel alle bevoegde gezagsorganen heeft uitgenodigd, maar dat de volledige uitnodigingen per abuis niet bij de aanvraag waren gevoegd. Naar aanleiding van het gesprek heeft u deze uitnodigingen alsnog aan DUO overgelegd. U gaf aan dat DUO desgewenst navraag kon doen bij de bevoegde gezagsorganen waar de uitnodigingen aan waren gestuurd.
Navraag heeft aan het licht gebracht dat niet alle schoolbesturen door u zijn uitgenodigd voor een gesprek. Daarmee heeft u niet voldaan aan de wettelijke verplichting.
De WPO stelt nadrukkelijk dat een aanvrager de bevoegde gezagsorganen met een school of vestiging binnen het voedingsgebied van de school dient uit te nodigen. Hierin is door de wetgever geen onderscheid gemaakt tussen besturen met scholen van een bepaalde richting of samenstelling, of waar deze gelegen zijn in het voedingsgebied. Dit betekent dat het niet aan de aanvrager is om te bepalen welk bevoegd gezag zij relevant vindt om uit te nodigen, en welke niet. Ik stel vast dat u niet heeft voldaan aan de uitnodigingsplicht zoals voorgeschreven in artikel 74, tweede lid, onder c, van de WPO en artikel 4, tweede lid, van de Regeling voorzieningenplanning po 2021.
Geen advies inspectie noodzakelijk
In artikel 75, eerste lid, van de wet, is geregeld dat de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) de Minister adviseert of de aanvraag voldoet aan de verplichtingen in artikel 74, tweede lid, onderdeel b, WPO. Ik kan u hierover het volgende berichten.
Met betrekking tot uw aanvraag wordt niet voldaan aan één van de wettelijke bekostigingscriteria, hetgeen op zichzelf staand grond is voor afwijzing. Een aanvraag kan immers alleen worden goedgekeurd wanneer aan alle verplichtingen in de WPO en in de Regeling voorzieningenplanning po 2021 wordt voldaan. Wanneer niet wordt voldaan aan de verplichting van het overleggen over het voornemen tot het doen van een aanvraag om bekostiging, is het advies van de inspectie niet meer van invloed op het besluit en daardoor ook niet opportuun. Ik heb daarom de inspectie niet om advies gevraagd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-10093.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.