Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2025, 10074 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2025, 10074 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op Verordening (EU) 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1296/2013 (PbEU 2021, L 231) en de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;
Besluit:
De Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2d.1 komt te luiden:
Subsidieaanvragen met betrekking tot een project in het kader van dit hoofdstuk worden ingediend in het aanvraagtijdvak van:
a. 3 april 2023, 09.00 uur, tot en met 31 oktober 2023, 17.00 uur, voor de projectperiode, bedoeld in artikel 2d.6, onderdeel a;
b. 1 april 2025, 09.00 uur, tot en met 31 oktober 2025, 17.00 uur, voor de projectperiode, bedoeld in artikel 2d.6, onderdeel b.
B
Artikel 2d.2 komt te luiden:
C
Artikel 2d.6 komt te luiden:
1. Een project in het kader van dit hoofdstuk vindt plaats binnen een periode van maximaal 24 maanden en start op:
a. 3 april 2023, of, indien dat later is, op de datum van indiening van de volledige subsidieaanvraag, voor projecten ingediend in het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 2d.1, onderdeel a;
b. 1 april 2025, of, indien dat later is, op de datum van indiening van de volledige subsidieaanvraag, voor projecten ingediend in het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 2d.1, onderdeel b.
2. De in de subsidieaanvraag vermelde startdatum van het project ligt ten minste één dag na de einddatum, genoemd in de beschikking tot subsidieverlening, van een eerder project waarvoor aan de subsidieaanvrager op grond van dit hoofdstuk subsidie is verleend.
3. Op een daartoe strekkend verzoek van de subsidieaanvrager kan de Minister besluiten om, in plaats van de einddatum genoemd in de beschikking tot subsidieverlening, de einddatum genoemd in het verzoek tot vaststelling van de subsidie, als uitgangpunt te nemen voor de beoordeling, bedoeld in het tweede lid.
D
Artikel 2d.13 komt te luiden:
Het maximaal beschikbare bedrag voor het verlenen van subsidie in het kader van dit hoofdstuk is per centrumgemeente vastgelegd:
a. in bijlage 4 bij deze regeling, voor het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 2d.1, onderdeel a;
b. in bijlage 4a bij deze regeling, voor het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 2d.1, onderdeel b.
E
In het opschrift van bijlage 4 wordt ‘artikel 2d.13’ vervangen door ‘artikel 2d.13, onderdeel a’.
F
Na bijlage 4 wordt de bijlage behorende bij deze regeling ingevoegd.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel
Centrumgemeente |
Arbeidsmarktregio |
Aandeel |
Subsidieplafond |
---|---|---|---|
Doetinchem |
Achterhoek |
1,08% |
€ 205.996 |
Amersfoort |
Amersfoort |
1,09% |
€ 208.366 |
Dordrecht |
Drechtsteden |
1,73% |
€ 329.803 |
Emmen |
Drenthe |
1,84% |
€ 351.222 |
Almere |
Flevoland |
2,13% |
€ 406.404 |
Ede |
Food Valley |
1,19% |
€ 226.025 |
Leeuwarden |
Friesland |
4,54% |
€ 864.375 |
Hilversum |
Gooi en Vechtstreek |
0,81% |
€ 154.053 |
Gorinchem |
Gorinchem |
0,45% |
€ 84.825 |
Groningen |
Groningen |
6,27% |
€ 1.194.452 |
Amsterdam |
Groot Amsterdam |
10,55% |
€ 2.009.425 |
Den Haag |
Haaglanden |
7,41% |
€ 1.411.221 |
Helmond |
Helmond-De Peel |
1,10% |
€ 210.408 |
Leiden |
Holland Rijnland |
1,78% |
€ 339.741 |
Tilburg |
Midden-Brabant |
2,31% |
€ 439.378 |
Arnhem |
Midden-Gelderland |
3,10% |
€ 590.018 |
Gouda |
Midden-Holland |
0,74% |
€ 141.775 |
Roermond |
Midden-Limburg |
1,05% |
€ 199.661 |
Utrecht |
Midden-Utrecht |
3,47% |
€ 660.592 |
Alkmaar |
Noord-Holland Noord |
2,66% |
€ 507.386 |
Venlo |
Noord-Limburg |
1,25% |
€ 237.698 |
Den Bosch |
Noordoost-Brabant |
2,48% |
€ 473.246 |
Zwolle |
Regio Zwolle |
2,28% |
€ 435.168 |
Nijmegen |
Rijk van Nijmegen |
2,45% |
€ 466.450 |
Rotterdam |
Rijnmond |
12,62% |
€ 2.404.310 |
Tiel |
Rivierenland |
0,76% |
€ 144.140 |
Enschede |
Twente |
3,92% |
€ 747.291 |
Apeldoorn |
Veluwe Stedendriehoek |
2,84% |
€ 541.541 |
Breda |
West-Brabant |
3,15% |
€ 599.535 |
Zaanstad |
Zaanstreek/Waterland |
1,50% |
€ 285.256 |
Goes |
Zeeland |
1,70% |
€ 324.246 |
Zoetermeer |
Zuid-Holland Centraal |
1,40% |
€ 267.336 |
Haarlem |
Zuid-Kennemerland en IJmond |
1,71% |
€ 326.466 |
Heerlen |
Zuid-Limburg |
4,43% |
€ 843.806 |
Eindhoven |
Zuidoost-Brabant |
2,20% |
€ 418.388 |
Totaal |
100,00% |
€ 19.050.000 |
Met deze wijzigingsregeling wordt de Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 (hierna: de regeling) aangepast. In hoofdstuk 2d van de regeling wordt een nieuw tijdvak opengesteld gericht op het bevorderen van sociale inclusie in de 35 arbeidsmarktregio’s in Nederland.
De aanleiding voor de wijzigingen in hoofdstuk 2d is dat er een nieuw tijdvak moet worden opengesteld voor projecten die kunnen worden uitgevoerd in aansluiting op de periode waarin projecten van het vorige tijdvak zijn uitgevoerd. Op deze manier kan de ondersteuning aan de doelgroep van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie in de 35 arbeidsmarktregio’s, die is gestart met de openstelling van het vorige tijdvak, voortgezet worden als de projecten in dat vorige tijdvak aflopen. De maximale looptijd van de projecten in dit tijdvak is 24 maanden. Dit aanvraagtijdvak wordt opengesteld vanaf 1 april 2025, 9:00 uur, tot en met 31 oktober 2025, 17:00 uur. Het totaalbedrag aan subsidie vanuit het ESF+ voor dit tijdvak is € 19.050.000. Het maximaal beschikbare bedrag dat kan worden aangevraagd per centrumgemeente is vastgelegd in bijlage 4a bij de regeling.
Door Uitvoering Van Beleid (UVB) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is een UMO-toets uitgevoerd, met het doel de uitvoerbaarheid en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik van deze regeling in kaart te brengen. De toets bestaat uit twee delen; een toets op de uitvoering (U-deel) en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik (MO-deel).
In het U-deel zijn alle praktische zaken nader bekeken waaronder personele capaciteit, de ICT, de planning, politieke en maatschappelijke risico’s. UVB geeft met deze toets als uitvoerder inzicht in de praktische uitvoerbaarheid van de regeling.
In het MO-deel is de regeling artikelsgewijs getoetst op mogelijke uitvoeringsrisico’s en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik. Voor ieder geconstateerd risico is een inschatting gemaakt van de kans en de impact van het geconstateerde risico waarna er beheersmaatregelen aangedragen worden. Vervolgens is het restrisico berekend. Op basis van deze toets krijgen UVB en de opdrachtgever een helder beeld van met de regeling gepaard gaande risico’s en het effect van mogelijk beheersmaatregelen.
Uit de UMO-toets komt naar voren dat door UVB de nodige beheersmaatregelen zijn geformuleerd ten aanzien van bevindingen met betrekking tot mogelijke uitvoeringsrisico’s en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierdoor is de conclusie getrokken dat er geen significante restrisico’s overblijven.
Het benodigde budget is afkomstig uit het ESF+ (2021–2027)-budget voor de lidstaat Nederland en is met de goedkeuring van het Programmadocument door de Europese Commissie (EC) beschikbaar gekomen.
Met deze wijzigingsregeling wordt één aanvraagtijdvak geopend voor het volgende onderdeel en bijbehorend subsidieplafond:
Hoofdstuk 2d. Sociale inclusie: € 19.050.000
Voor hoofdstuk 2d geldt een subsidiepercentage van 40%. Subsidieontvangers zijn zelf verantwoordelijk voor de cofinanciering van (minimaal) 60%.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn voor regelgeving, zoals neergelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Het is van belang dat de gewijzigde voorwaarden, die begunstigend zijn, zo spoedig mogelijk in werking treden, zodat de voorwaarden voor (potentiële) aanvragers duidelijk zijn.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-10074.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.