Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 22 maart 2024, nummer WBN-BES 2024/1, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003, toegespitst op het gebruik in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap;

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 1 van de toelichting ad artikel 12, eerste lid, HRWN-BES is gewijzigd en komt te luiden:

Paragraaf 1. Namenreeks of naamsketen

Als sprake is van een namenreeks kan geen onderscheid worden gemaakt tussen de geslachtsnaam en de voornamen van de verzoeker.

Daarom moet in het kader van de optie- of naturalisatieprocedure naamsvaststelling plaatsvinden, als sprake is van een namenreeks.

Onder andere de volgende landen kunnen een zogenaamde namenreeks kennen:

  • Afghanistan;

  • Bahrein;

  • Bangladesh;

  • Democratische Republiek Congo;

  • Djibouti;

  • Egypte;

  • Eritrea;

  • Ethiopië;

  • India;

  • Indonesië;

  • Irak;

  • Jemen;

  • Jordanië;

  • Kuwait;

  • Myanmar (Birma);

  • Nepal;

  • Niger;

  • Pakistan;

  • Qatar;

  • Saoedi-Arabië;

  • Soedan;

  • Somalië;

  • Sri Lanka;

  • Tsjaad;

  • Verenigde Arabische Emiraten; en

  • Zuid-Soedan.

Voor verzoekers afkomstig uit een land waarin een namenreeks kan voorkomen (zie hierboven) bestaat een grote kans dat naamsvaststelling moet plaatsvinden. Oók wanneer hun namen met onderscheid tussen voornamen en geslachtsnaam in de basisregistratie zijn opgenomen. Voor verzoekers, afkomstig uit een land waarin een namenreeks kan voorkomen, die al in de basisregistratie met een voornaam en geslachtsnaam zijn geregistreerd op basis van een (gelegaliseerde) geboorteakte, hoeft niet alsnog naamsvaststelling plaats te vinden.

Als sprake is van een namenreeks moet een enkelvoudige geslachtsnaam te worden vastgesteld die overeenkomt met de naam van de (voor)ouder. Draagt verzoeker een namenreeks waarin niet een naam van een (voor)ouder voorkomt, dan dient één van zijn eigen namen te worden vastgesteld als geslachtsnaam en de andere eigen naam als voornaam.

Behoudens voorvoegsels (bijvoorbeeld Ben, El, Al, etc.) en achtervoegsels (bijvoorbeeld Zade(h) is het niet toegestaan om een dubbele of samengestelde geslachtsnaam vast te stellen. Staat de verzoeker, na schriftelijk in de gelegenheid te zijn gesteld door de Onze Minister (lees: IND-BES) om aan te geven welke enkelvoudige geslachtsnaam hij wenst, nog steeds op naturalisatie met een dubbele of samengestelde geslachtsnaam anders dan toegestaan in de voorgaande zin, dan wordt het naturalisatieverzoek om die reden afgewezen.

Voorbeeld

Een verzoeker komt uit Soedan en heeft de volgende namenreeks: ‘Mariam el Amin Mohamed Abbas’. Zij is meerderjarig en dient een verzoek om naturalisatie in. Aangezien Mariam uit Soedan komt en een namenreeks heeft, moet er bij naturalisatie vaststelling van haar namen plaatsvinden. Uit de gegevens uit de basisadministratie persoonsgegevens blijkt dat de namenreeks van haar vader ‘El Amin Mohamed Abbas Osman’ luidt. In dit geval mag Mariam iedere naam uit haar namenreeks als voorna(a)m(en) laten vaststellen. In het vaststellen van haar geslachtsnaam is zij beperkt, daarvoor kan zij alleen ‘El Amin’, ‘Mohamed’ of ‘Abbas’ kiezen. Deze namen komen immers zowel in haar eigen namenreeks als in de namenreeks van haar vader voor.

B

Model 2.22 HRWN-BES is gewijzigd en komt te luiden als in bijlage 1.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2024.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 maart 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

BIJLAGE 1

Model 2.22 HRWN-BES: Checklist naturalisatie Caribisch Nederland

TOELICHTING

ALGEMEEN

Met dit wijzigingsbesluit worden beleidswijzigingen, correcties en verduidelijkingen aangebracht in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Dit komt bijvoorbeeld door wijzigingen in hogere of aanpalende wetten en regelgeving, jurisprudentie of vragen vanuit de uitvoeringspraktijk.

ARTIKELSGEWIJS

A, B

Met WBN-BES 2023/4 is de landenlijst van landen, waar namenreeksen kunnen voorkomen (verder: de landenlijst) aangepast (zie paragraaf 1 van de toelichting op artikel 12 eerste lid, RWN). Zoals in de toelichting op dat WBN al is aangegeven is deze lijst zo compleet mogelijk gemaakt, maar niet-limitatief.

De tekst van paragraaf 1 van de toelichting op artikel 12, eerste lid, HRWN-BES is nu verder verduidelijkt, in die zin dat er bij verzoekers afkomstig uit landen, die voorkomen op de genoemde landenlijst, grote kans bestaat dat bij een optie- of naturalisatieverzoek naamsvaststelling moet plaatsvinden. De IND-CN mag ervoor kiezen om bij een verzoek van een persoon afkomstig uit een land van de landenlijst, een naamsvaststelling (model 1.15 of 2.6) mee te sturen.

Dat neemt niet weg dat het ook mogelijk is dat personen met een namenreeks afkomstig zijn uit een land dat niet voorkomt op deze landenlijst.

Ook is opgenomen dat naamsvaststelling niet nodig is, als een persoon afkomstig uit een land uit de landenlijst met namenreeksen, al in de basisregistratie is geregistreerd met een voor- en geslachtsnaam op basis van een (gelegaliseerde) geboorteakte.

Daarnaast zijn er in paragraaf 1 van de toelichting op artikel 12, eerste lid, HRWN-BES een aantal passages met betrekking tot adellijke titels, predicaten en godsdienstige toevoegingen, verwijderd die niet meer relevant zijn. Als deze titels al onderdeel uitmaken van de namenreeks, dan kunnen die ook als geslachtsnaam worden vastgesteld. De tekst van paragraaf 1 van de toelichting op artikel 12, eerste lid, HRWN-BES is daarmee gelijkgetrokken met de inhoud die is al veel langer is opgenomen in de HRWN-NL. Deze wijziging was abusievelijk niet doorgevoerd in de HRWN-BES en dit is nu gerepareerd.

In Model 2.22 van de HRWN-BES is de opsomming van landen waar naamsvaststelling kan zijn geboden verwijderd, omdat er geen uitputtende lijst is te maken van landen waar gebruik wordt gemaakt van een namenreeks of naamsketen. Wel is een verwijzing toegevoegd naar paragraaf 1 van de toelichting op artikel 12, eerste lid, RWN, waar is opgenomen wanneer naamsvaststelling nodig is.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven