Aanwijzing Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik n.a.v. aangenomen Tweede Kamermoties, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

27 december 2023

Geachte heer Wassenaar,

Op 17 oktober jl. en op 26 oktober jl. zijn in de Tweede Kamer drie moties aangenomen die betrekking hebben op de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik. Op 14 december jl. heb ik de Tweede Kamer laten weten dat ik de precieze invulling van de moties aan mijn ambtsopvolger wil laten.1 Zoals toegelicht in de Kamerbrief, geef ik u met deze brief een aanwijzing voor de handhaving van de regeling.

Op grond van artikel 2.1, eerste lid, van de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik is het met ingang van 1 januari 2024 verboden voor exploitanten van voedseluitgiftelocaties om kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik of kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik aan te bieden voor consumptie van dranken of voedsel binnen de voedseluitgiftelocatie.

Op grond van artikel 2.2, eerste lid, van de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik zijn exploitanten van voedseluitgiftelocaties sinds 1 juli 2023 verplicht om kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik of kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik voor consumptie van dranken of voedsel buiten de voedseluitgiftelocatie aan te bieden voor een meerprijs ten opzichte van de prijs van de drank of het voedsel zelf.

De moties vragen om aanpassing van deze twee passages in de Regeling. Zoals aangegeven in de genoemde Kamerbrief wil ik de precieze invulling van de moties aan mijn ambtsopvolger laten, en in de tussentijd geen onomkeerbare stappen zetten. Dit betekent dat ik de regeling niet aanpas, maar wel probeer de handhaving in lijn te brengen met de moties, totdat een nieuw kabinet een besluit neemt over of en hoe de moties worden uitgevoerd.

Ik geef u daarom, gelet op Aanwijzing 14 van de (Regeling vaststelling) Aanwijzingen inzake de Rijksinspecties, de aanwijzing om bij een eventueel geconstateerde overtreding van artikel 2.1, eerste lid, of artikel 2.2, eerste lid, van de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik, geen handhavingsbesluit te nemen.

De aanwijzing om af te zien van handhaving van een eventueel geconstateerde overtreding van artikel 2.1, eerste lid, geldt enkel voor zover sprake is van drinkbekers of voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik van papier of karton, die maximaal 5% kunststof bevatten en indien wordt voldaan aan de hierna vermelde voorwaarden:

  • de drinkbekers of voedselverpakkingen kunnen 100% gerecycled worden;

  • de exploitant van de voedseluitgiftelocatie zamelt aantoonbaar 75% van de aangeboden drinkbekers of voedselverpakkingen in voor recycling2;

  • de exploitant van de voedseluitgiftelocatie vangt niet eerder aan met het aanbieden van de drinkbekers of voedselverpakkingen voor consumptie van dranken of voedsel binnen de voedseluitgiftelocatie dan nadat hij dit aan de Minister heeft gemeld;

  • de exploitant van de voedseluitgiftelocatie maakt voor de melding gebruik van het modelformulier opgenomen in bijlage 2, deel A, bij de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik, met dien verstande dat bij de specificering van het materiaal wordt vermeld of de bekers maximaal 5% kunststof bevatten en of ze 100% gerecycled kunnen worden, dat ‘Contract met hoogwaardige recycler’ wordt gelezen als ‘Contract met recycler’ en dat de vraag over hoogwaardige recycling niet van toepassing is;

  • de exploitant van de voedseluitgiftelocatie houdt een administratie bij ten aanzien van de inzameling voor recycling in het kalenderjaar 2024 en bewaart deze administratie ten minste drie jaren na dit kalenderjaar. Desgevraagd zendt de exploitant een verslag over de inzameling voor recycling aan de Minister, welk verslag gedurende drie jaren na het kalenderjaar 2024 opvraagbaar is;

  • de exploitant van de voedseluitgiftelocatie maakt voor het verslag gebruik van het modelformulier opgenomen in bijlage 2, deel B en deel C, bij de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik, met dien verstande dat ‘hoogwaardige recycling’ wordt gelezen als ‘recycling’.

Deze aanwijzing om af te zien van handhaving onder de vermelde voorwaarden geldt tot en met 31 december 2024. Zoals toegelicht in de genoemde Kamerbrief is tegen die tijd – naar verwachting – mijn ambtsopvolger in een nieuw kabinet geïnstalleerd en is een geplande evaluatie van de regeling uitgevoerd. De aanwijzing zal zo spoedig mogelijk worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Ik heb in deze aanwijzing de door u opgebrachte punten in uw handhaafbaarheids-, uitvoerbaarheids- en fraudebestendigheidstoets zo veel mogelijk verwerkt. Een aantal punten vragen echter een aanpassing van de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik, wat op dit moment niet aan de orde is. Deze punten zullen meegenomen worden in de geplande evaluatie van de regeling in 2024.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
2

Recycling wordt als volgt gedefinieerd in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer: “nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel, met inbegrip van het opnieuw bewerken van organische afvalstoffen, en met uitsluiting van energieterugwinning en het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal”.

Naar boven