Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 maart 2024, nr. 2024-0000138862, houdende wijziging van de Kiesregeling in verband met de verkiezing van 6 juni 2024

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen J 7, derde lid, K 4, vierde lid, L 11, tweede lid, N 10, derde lid, Na 14, vijfde lid, Na 31, derde lid, O 7, derde lid, P 1f, zesde lid, P 22, derde lid, van de Kieswet en artikelen N 5, vierde lid en P 2a, derde lid van het Kiesbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 1 bij artikel 1 van de Kiesregeling wordt als volgt gewijzigd:

1. Model J 7 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het model, onder 6, wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel A van de bijlage bij deze regeling.

b. Onder vernummering van de nummers 7, 8, 9 en 10 tot 8, 9, 10 en 11, wordt na het model, onder 6, het model ingevoegd dat is opgenomen in onderdeel B van de bijlage bij deze regeling.

2. Model K 4 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het model, onder 3, wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel C van de bijlage bij deze regeling.

b. Onder vernummering van de nummers 4 en 5 tot 5 en 6, wordt na het model, onder 3, het model ingevoegd dat is opgenomen in onderdeel D van de bijlage bij deze regeling.

3. Model L 11 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het model, onder 4, wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel E van de bijlage bij deze regeling.

b. Onder vernummering van de nummers 5, 6, 7 en 8 tot 6, 7, 8 en 9 wordt na het model, onder 4, het model ingevoegd dat is opgenomen in onderdeel F van de bijlage bij deze regeling.

4. Model J 7-1 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel G van de bijlage bij deze regeling.

5. Model N 5 komt te vervallen.

6. Na model M 6b-2 wordt het model in onderdeel H van de bijlage bij deze regeling ingevoegd.

7. Model N 10-1 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel I van de bijlage bij deze regeling.

8. Model N 10-2 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel J van de bijlage bij deze regeling.

9. Model Na 14-1 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel K van de bijlage bij deze regeling.

10. Model Na 14-2 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel L van de bijlage bij deze regeling.

11. Model Na 31-1 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel M van de bijlage bij deze regeling.

12. Model Na 31-2 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel N van de bijlage bij deze regeling.

13. Model O 7 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel O van de bijlage bij deze regeling.

14. Model P 1f-1 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel P van de bijlage bij deze regeling.

15. Model P 2a wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel Q van de bijlage bij deze regeling.

16. Model P 22-1 wordt vervangen door het model dat is opgenomen in onderdeel R van de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

BIJLAGE BIJ DE REGELING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES VAN PM, HOUDENDE WIJZIGING VAN DE KIESREGELING IN VERBAND MET DE VERKIEZING VAN 6 JUNI 2024

A

  • 6. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van het Europees parlement luidt in het Europees deel van Nederland als volgt:

B

  • 7. Het model voor de stempas voor de verkiezing van de leden van het Europees parlement luidt in Bonaire, Sint Eustatius en Saba als volgt:

C

  • 3. Het model voor de kiezerspas voor de verkiezing van de leden van het Europees parlement luidt in het Europees deel van Nederland als volgt:

D

  • 4. Het model voor de kiezerspas voor de verkiezing van de leden van het Europees parlement luidt in Bonaire, Sint Eustatius en Saba als volgt:

E

  • 4. Het model voor het schriftelijk volmachtbewijs voor de verkiezing van de leden van het Europees parlement luidt in het Europees deel van Nederland als volgt:

F

  • 5. Het model voor het schriftelijk volmachtbewijs voor de verkiezing van de leden van het Europees parlement luidt in Bonaire, Sint Eustatius en Saba als volgt:

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

TOELICHTING

1. Inhoud van de regeling

Op 6 juni 2024 vindt de verkiezing plaats voor de Nederlandse leden van het Europees parlement. Met het oog hierop worden in artikel I, onderdelen 1, 2 en 3, van deze regeling voor deze verkiezing respectievelijk modellen voor de stempas, de kiezerspas en het volmachtbewijs vastgesteld. In onderdeel 4 van voormeld artikel worden de technische vereisten aan de stempas, de kiezerspas, het volmachtbewijs en het briefstembewijs opnieuw vastgesteld. Dit wordt gedaan omdat de technische vereisten aan de kiezerspas incorrect waren aangezien daar de technische vereisten aan de stempas vermeld stonden. Aangezien het niet mogelijk is de technische vereisten aan de kiezerspas afzonderlijk vast te stellen, worden ook de technische vereisten aan de stempas, het volmachtbewijs en het briefstembewijs vastgesteld.

Naast deze stembescheiden bevat deze regeling nog twaalf andere modellen, die in artikel I, onderdelen 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15, worden vastgesteld. Deze modellen worden aangepast, omdat uit de uitvoering blijkt dat de huidige modellen onoverzichtelijk zijn en onvoldoende aansluiten op de werkwijze van de verkiezingssoftware OSV2020. Gelet daarop is de Kiesraad verzocht om advies uit te brengen over het verbeteren van de modellen van de processen verbaal en de corrigenda. De Kiesraad heeft hier bij advies van 30 oktober 2023 gevolg aan gegeven.1 De Kiesraad raadt aan om de modellen in drie fases te vereenvoudigen. Fase 1 is reeds voltooid voorafgaand aan de verkiezing voor de leden van de Tweede Kamer van 22 november 2023.

De voorliggende regeling betreft de verwerking van fase 2; de inhoudelijke vereenvoudigingen die in de praktijk gebracht kunnen worden bij de Europees Parlementsverkiezing van 6 juni 2024.

De verwerking van fase 3 volgt op een later moment. Dit betreft wijzigingen die niet in de praktijk gebracht kunnen worden voor de aankomende verkiezing omdat hier een wetswijziging en/of doorontwikkeling van OSV2020 voor nodig is.

Voor de te wijzigen modellen, in artikel 1, onderdeel x tot en met y, geldt dat ze voorzien worden van een toelichting en dat evidente onjuistheden en onduidelijkheden in de tekst zijn verbeterd. De kopteksten zijn aangepast zodat daarin consequent dezelfde kerngegevens (datum en locatie) worden opgenomen en de terminologie in de verschillende modellen wordt geüniformeerd. De andere, inhoudelijke wijzigingen worden hieronder per model toegelicht. Daarnaast wordt in alle modellen die gebruikt worden om telresultaten in te noteren, in de betreffende kolommen afwisselend grijze en witte regels ingevoegd. Deze wijziging van de vormgeving verkleint de kans op invulfouten en vergroot het gebruiksgemak.

Er wordt een nieuw model N 5 vastgesteld voor een overdrachtsdocument waarmee de burgemeester/gezaghebber verantwoording aflegt over de opslag en het transport van de stembescheiden en de processen-verbaal van de (brief)stembureaus. Hierin wordt verduidelijkt dat dit proces-verbaal – behalve voor de overdracht aan een gemeentelijk stembureau – ook kan worden gebruikt voor de overdracht aan het stembureau voor het openbaar lichaam. Ten slotte wordt de plek van het model N 5 in de kiesregeling aangepast. Per abuis stond dit model tussen de modellen M6-5 en M6b-1. De juiste plek voor dit model is na M6b-2 en voor model N 10-1.

In de modellen N 10-1 (proces-verbaal van een stembureau bij decentrale stemopneming) en N 10-2 (proces-verbaal van een stembureau bij centrale stemopneming) wordt de titel aangepast ter verduidelijking van het onderscheid tussen deze modellen. In rubriek 3 en 4 wordt in beide modellen de instructie verduidelijkt, zodat voor de invuller helderder is welke stappen doorlopen moeten worden tijdens de stemopneming en dat geen hertelling hoeft plaats te vinden wanneer er een verschil wordt geconstateerd tussen het aantal toegelaten kiezers en het aantal uitgebrachte stemmen. Specifiek voor model N 10-1 geldt dat het vak, waarin het stembureau noteert welke controles zijn uitgevoerd, wordt uitgebreid en verhelderd.

In het model Na 14-1 (corrigendum bij het proces-verbaal van een stembureau) is de titel van de bijlage aangepast, zodat duidelijk is dat deze bijlage naast het aantal toegelaten kiezers en het aantal uitgebrachte stemmen, ook het aantal stemmen per lijst en per kandidaat bevat. In rubriek 2 van de bijlage wordt een fout hersteld; daar stond de instructie dat de verklaring voor het telverschil moet worden genoteerd in rubriek 3, terwijl rubriek 3 daar geen ruimte voor biedt. In rubriek 4 wordt op de plek waar het totaal aantal stemmen van een lijst wordt genoteerd, ruimte toegevoegd om de lijstnaam te noteren zodat in één oogopslag duidelijk is hoeveel stemmen er binnen een lijst zijn uitgebracht.

In model Na 14-2 (corrigendum bij het proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau of het stembureau van een openbaar lichaam) wordt de titel van bijlage 1 aangepast, ter onderscheid van de bijlage bij model Na 14-1. Daarnaast wordt in rubriek 4 van de bijlage een invulvak voor het aantal onverklaarde telverschillen toegevoegd, zodat het corrigendum in lijn is met het proces verbaal van het gemeentelijk stembureau/openbaar lichaam en met de wijze waarop de resultaten in OSV2020 worden ingevoerd. In bijlage 2 wordt de titel aangepast, zodat het onderscheid met bijlage 1 duidelijker is. In rubriek 4 van bijlage 2 wordt op de plek waar het totaal aantal stemmen van een lijst wordt genoteerd, ruimte toegevoegd om de lijstnaam te noteren zodat in één oogopslag duidelijk is hoeveel stemmen er binnen een lijst zijn uitgebracht.

In de modellen Na 31-1 (proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau/stembureau voor een openbaar lichaam bij decentrale stemopneming) en Na 31-2 (proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau/stembureau voor een openbaar lichaam bij centrale stemopneming) wordt de titel aangepast ter verduidelijking van het onderscheid tussen deze modellen. Ook wordt in beide modellen het vak, waarin het stembureau noteert welke controles zijn uitgevoerd, uitgebreid en verhelderd. In rubriek 1 wordt verduidelijkt dat daar ook het aantal kiesgerechtigden moet worden vermeld. In de rubrieken 4, 5 en 6 wordt verduidelijkt welke gegevens gevraagd worden. Verder wordt in rubriek 6 de instructie aangepast, zodat duidelijk is dat het gemeentelijk stembureau de verklaringen voor telverschillen overneemt van de processen-verbaal van de stembureaus, in plaats van dat het gemeentelijk stembureau zelf een verklaring moet geven voor het telverschil. In rubriek 9 wordt toegevoegd dat daar ook onregelmatigheden of bijzonderheden tijdens het vervoer en de opslag van de stembescheiden genoteerd kunnen worden. Specifiek voor model Na 31-2 geldt daarbij nog dat in rubriek 3 van bijlage 2 de tekst in lijn is gebracht met de tekst in rubriek 5 van model N 10-2. Dat is gebruiksvriendelijker voor de gemeentelijk stembureaus, wanneer die vanuit dat andere model informatie moeten overnemen. Voorts is in rubriek 3 van bijlage 2 verduidelijkt dat het aantal toegelaten kiezers altijd herteld moet worden, wanneer het stembureau tot een onverklaard telverschil is gekomen. Ten slotte wordt in bijlage 2 op de plek waar het totaal aantal stemmen van een lijst wordt genoteerd, ruimte toegevoegd om de lijstnaam te noteren zodat in één oogopslag duidelijk is hoeveel stemmen er binnen een lijst zijn uitgebracht.

In model O 7 wordt het vak, waarin het centraal stembureau noteert welke controles zijn uitgevoerd, uitgebreid en verhelderd. In rubriek 6 en 7 wordt verduidelijkt dat het hoofdstembureau maximaal vijf leden heeft.

In model P 1f-1 wordt in rubriek 3 verduidelijkt dat het om het hoofdstembureau gaat. In rubriek 4 wordt verduidelijkt welke gegevens in deze rubriek worden gevraagd.

In model P 2a wordt de titel verduidelijkt.

In model P 22-1 wordt de titel verduidelijkt. Daarnaast wordt in rubrieken 10 en 11 de procedure van (rest)zetelverdeling verduidelijkt.

2. Administratieve en financiële lasten

Uit deze regeling vloeien geen administratieve of financiële lasten voort. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2024. Dit is conform aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Daarin is 1 april aangewezen als een van de vier vaste momenten waarop ministeriële regelingen gewijzigd kunnen worden. Aan de in aanwijzing 4.17, vierde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving voorgeschreven minimuminvoeringstermijn van twee maanden wordt niet voldaan. Met het oog op de op 6 juni 2024 te houden vervroegde verkiezingen is het belangrijk dat de modellen per 1 april in werking zullen treden. Het is niet mogelijk gebleken de modellen eerder vast te stellen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Naar boven