Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2024, 7680 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2024, 7680 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en artikelen 4 en 16 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;
Besluit:
De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
In de alfabetische volgorde worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd in artikel 3.4.1, eerste lid:
een MIT-R&D-samenwerkingsproject waarvan de subsidiabele kosten niet meer bedragen dan € 571.428;
een MIT-R&D-samenwerkingsproject waarvan de subsidiabele kosten meer dan € 571.428 bedragen;
B
Artikel 3.4.2 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. Indien blijkt dat het totale bedrag van de te verlenen subsidies voor MIT-R&D-samenwerkingsprojecten klein lager is dan het maximaal beschikbare bedrag voor MIT-R&D-samenwerkingsprojecten klein, wordt het overblijvende bedrag zo nodig aan het maximaal beschikbare bedrag voor MIT-R&D-samenwerkingsprojecten groot toegevoegd.
C
Bijlage 3.4.1 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies komt als volgt te luiden:
Projecten dienen bij te dragen aan het pad naar een klimaatneutraal energiesysteem in 2050. Ze dragen daarmee automatisch bij aan de tussendoelen voor 2030 zoals nationaal en Europees zijn vastgesteld. Combinaties met andere KIA’s zijn logischerwijze mogelijk, daar waar deze missies elkaar overlappen.
Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst gericht te zijn op:
1. Verlaging van het gebruik van fossiele energie c.q. van de uitstoot van CO2 of andere broeikasgassen.
2. Verhoging van de productie of benutting van duurzame energie en de integratie in het energiesysteem.
3. Vergroten van de efficiency van het (slimme) mobiliteitssysteem, verkeersveiligheid, ladingveiligheid, cybersecurity, veilig datagebruik en databeheer en het beperken en mitigeren van geluidhinder, fijnstof en andere emissies of trillingen als gevolg van transportbewegingen of -systemen.
Achterliggende informatie over de KIA Klimaat en Energie is te vinden op: https://www.topsectoren.nl/missiesvoordetoekomst/documenten/publicaties/publicaties-2023/november/02/ikia-klimaat-energie-2024-2027
Projecten dienen bij te dragen aan het realiseren van de missie circulaire economie. Nederland wil in 2050 volledig circulair zijn, met tussendoelen voor 2030, wat betekent dat de milieueffecten van grondstoffengebruik (zowel productie als consumptie) binnen de planetaire grenzen vallen. In het Nationaal Programma Circulaire Economie worden vier waardeketens benoemd waarin nieuw te genereren kennis en innovatie al voor 2030 een significant effect kan hebben. Daarnaast heeft circulariteit van kritieke grondstoffen prioriteit in de KIA CE. Kritieke grondstoffen zijn grondstoffen die nodig zijn voor de energietransitie, maakindustrie en defensie, maar een groot risico kennen ten aanzien van de leveringszekerheid.
De vier waardeketens om de missie circulaire economie te realiseren zijn:
− Bouw: woningen, kantoren, viaducten en bruggen, wegverhardingen;
− Consumptiegoederen: meubels, textiel, verpakkingen en wegwerpproducten; elektrische en elektronische apparatuur;
− Kunststoffen: plastic verpakkingen, land- en tuinbouwplastic, plastic in de bouw;
− Maakindustrie: capital equipment, circulaire windparken, circulaire zon-PV systemen, circulaire klimaatinstallaties.
Achtergrondinformatie over de volledige en actuele lijst van kritieke grondstoffen: https://single-market-economy.ec.europa.eu/sectors/raw-materials/areas-specific-interest/critical-raw-materials_en).
Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst gericht te zijn op:
1. Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen.
2. Substitutie: vervanging van fossiele of anderszins belastende grondstoffen door hernieuwbare grondstoffen (secundaire grondstoffen of duurzaam geproduceerde biogrondstoffen).
3. Stimulering van levensduurverlenging, bijvoorbeeld via producten of processen die hergebruik, refurbishment en reparatie van apparatuur, installaties en infrastructuur stimuleren.
4. Beperking van de uitstoot van schadelijke stoffen naar het milieu dan wel vervanging van deze schadelijke stoffen door stoffen die veel minder schadelijk of onschadelijk worden geacht.
5. Hoogwaardige verwerking: schone en goed gesorteerde inzamelstromen en terugwinning van materialen.
Achterliggende informatie over de KIA Circulaire Economie en de strategieën en waardeketens is te vinden op: https://kia-ce.nl/wp-content/uploads/2023/12/KIA-CE-2024-2027.pdf.
Projecten dienen bij te dragen aan de missies van de KIA Landbouw, Water en Voedsel. Dit programma is onderverdeeld in zeven deelprogramma’s.
De Missie ‘Veerkrachtige Natuur’ daagt overheden, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties uit om kennis en innovaties te ontwikkelen, uit te testen en toe te passen om effectief bij te dragen aan het ombuigen van de neerwaartse trend van natuur- en biodiversiteitsverlies. De sleutels liggen enerzijds bij biodiversiteitsherstel en het robuust maken van natuur binnen en buiten natuurgebieden, anderzijds bij de transitie naar een samenleving en economie die hier positief aan bijdragen met vernieuwde vormen van governance en waarderingssystemen en de innovatieve inzet van natuur als oplossing voor maatschappelijke opgaven.
Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst bij te dragen aan de volgende vraagstukken:
1. Ombuigen van natuur- en biodiversiteitsverlies naar noodzakelijk herstel door kennis van biodiversiteit en natuurlijke processen en structuren, maar ook door kennis over de effectiviteit van maatregelen en herstelstrategieën.
2. Beter begrijpen hoe ecosysteemdiensten versterkt kunnen worden in stedelijk, landelijk en natuurlijk gebied. Er zijn innovatieve meetsystemen nodig voor de economische en maatschappelijke waardering van deze diensten.
3. Mogelijkheden die digitale technologieën bieden voor een natuurinclusieve samenleving door het verzamelen van data en monitoring en de inzet daarbij van tools, apps, AI, remote sensing, drones en sensoren in het natuurdomein. Zo kunnen met de juiste informatie duurzame keuzes gemaakt worden om soorten en habitats te versterken, de baten en diensten die de natuur ons levert duurzaam te verbeteren, NBS effectief te implementeren en de natuurinclusieve transitie te versnellen.
Deze drie vraagstukken vragen in het algemeen om onderzoek of om een eenmalige oplossing (een specifieke aanpak) en niet om een veelvuldig verkoopbaar MKB-product waarvoor de MIT-subsidie de haalbaarheid moet aantonen of de technische ontwikkelrisico’s moet reduceren. Technologische oplossingen om kennis te verzamelen of in de praktijk te brengen zijn niet uitgesloten. Denk daarbij aan innovaties ten behoeve van beheer (het bestrijden van exoten) of de ontwikkeling van sensoren. Innovaties die alleen bestaan uit het ontwikkelen van software (applicaties bijvoorbeeld) zijn niet subsidiabel.
Achterliggende informatie over deze missie van KIA Landbouw, Water en Voedsel is te vinden op: https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/Wegwijzer-KIA-Landbouw-Water-Voedsel.pdf
De Missie ‘Duurzame Landbouw’ beoogt de benodigde kennis, inzichten, innovaties en handelingsperspectieven te ontwikkelen om te komen tot een integraal duurzaam systeem van land- en tuinbouw, waarbij het systeem zowel de primaire bedrijven betreft als hun economische, maatschappelijke en ruimtelijke interacties.
Specifiek voor de landbouw en voedselproductie en vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst gericht te zijn op de volgende innovatieprogramma’s:
1. (Bouwstenen voor) veerkrachtige en weerbare productiesystemen. Bestaande en nieuwe plantaardige en dierlijke productiesystemen vragen om doorontwikkeling en implementatie vanuit integraal perspectief. De verschillende verduurzamingsopgaven in de land- en tuinbouw komen immers samen op het erf, het land, in de stal of kas van de primair ondernemer.
2. Circulariteit en natuurlijke hulpbronnen. Verdere sluiting van de kringloop van water, nutriënten en andere grondstoffen leidt tot een hogere resource efficiency en biedt kansen voor de sector als producent van biogrondstoffen.
3. Energietransitie in de land- en tuinbouw. Hoe kan de land- en tuinbouw bijdragen aan klimaatneutraliteit, en haar kansen als potentiële leverancier van groene energie benutten?
Achterliggende informatie over deze missie van KIA Landbouw, Water en Voedsel is te vinden op: https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/Wegwijzer-KIA-Landbouw-Water-Voedsel.pdf.
De kwaliteit van bodem en water staat onder druk, en de beschikbaarheid van voldoende zoet water voor drinkwater, industrie, irrigatie en natuur is niet meer altijd vanzelfsprekend. Dat geldt voor het platteland maar ook voor bebouwde gebieden, waarin bijvoorbeeld stedelijk groen bijdraagt aan leefbaarheid en vermindering van wateroverlast en hittestress. Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst gericht te zijn op:
1. (Hybride) groen-grijs-blauwe oplossingen voor de private en publieke ruimte die bijdragen aan biodiversiteit, het vasthouden en infiltreren van water en verminderen van hittestress, de beheersing van grondwaterpeil en het voorkomen van zettingen en bodemdaling. Duurzame en robuuste inrichting van ondergrondse leidingnetwerken voor drinkwater, hemelwater en afvalwater, rekening houdend met andere ondergrondse netwerken, klimaatverandering, de energietransitie en de woningbouwopgave.
2. Oplossingen voor het langer vasthouden van regenwater en gezuiverd afvalwater, waarbij landinrichting en -gebruik bijdragen aan het vasthouden van water. Inzet van technologische en natuurlijke zuivering om kwaliteit van zoetwatersystemen te beschermen (onder andere tegen verzilting) en te verbeteren. Voorkomen van schadelijke emissies en lozingscalamiteiten. Duurzame alternatieven voor waterwinning en waterhergebruik.
Achterliggende informatie over deze missie van KIA Landbouw, Water en Voedsel is te vinden op: https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/Wegwijzer-KIA-Landbouw-Water-Voedsel.pdf.
Het doel is dat in 2050 voedsel in Nederland en Europa op een duurzame manier wordt geproduceerd in transparante ketens, waarin alle ketenpartijen een bijdrage leveren aan de verduurzaming van het voedselsysteem als geheel en aan de voedselzekerheid. Het voedselsysteem is zo ingericht dat het bijdraagt aan de halvering van de ecologische voetafdruk. Het streven is dat er in 2030 de helft minder voedsel wordt verspild en dat er een verschuiving wordt gerealiseerd naar 50-50% dierlijke en plantaardige eiwitten. Ook worden zij- en reststromen maximaal verwaard. Er wordt toegewerkt naar een ecologisch, economisch en sociaal houdbaar systeem. Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst daarvoor de volgende ontwikkelingen te ondersteunen:
1. Een ecologisch en economisch houdbaar landbouw & voedsel-systeem.
2. Duurzame verwerking en voedselveiligheid, vers en verwerkt.
3. Alternatieve eiwitten: keten en producten.
4. Duurzaam en gezond voedselaanbod.
5. Voedselzekerheid nu en in de toekomst (mondiaal/EU/Nederland).
6. Meervoudige verwaarding vanaf de agrifoodsector naar food en non-food.
Achterliggende informatie over deze missie van KIA Landbouw, Water en Voedsel is te vinden op: https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/Wegwijzer-KIA-Landbouw-Water-Voedsel.pdf.
Het doel is dat in 2050 in Nederland de ecologische draagkracht en waterkwaliteit en -beschikbaarheid in balans is met de opgave voor hernieuwbare energie, voedsel, visserij en andere economische activiteiten. Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst daarvoor de volgende ontwikkelingen te ondersteunen:
1. Producten uit zee en grote wateren inclusief aquacultuur worden gewonnen met minimale ecologische impact.
2. Verwerkingsprocessen (aan boord) zijn geoptimaliseerd.
Achterliggende informatie over deze missie van KIA Landbouw, Water en Voedsel is te vinden op: https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/Wegwijzer-KIA-Landbouw-Water-Voedsel.pdf.
Het doel is dat Nederland een veilige en weerbare delta blijft, ook bij een stijgende zeespiegel en sterkere schommelingen in de afvoer van rivieren door toegenomen weerextremen. Het achterliggende land wordt beschermd met betaalbare, circulaire, klimaatneutrale maatregelen die zoveel mogelijk werken vanuit het natuurlijk systeem (NBS, water en bodem sturend) dan wel rekening houden met de natuur (natuurinclusief). Havens blijven bereikbaar en rivieren, kanalen en de Noordzee blijven veilig bevaarbaar. Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst daarvoor de volgende ontwikkelingen te ondersteunen:
1. Innovatieve en duurzame oplossingen om de delta tegen overstroming en verdroging te beschermen en bevaarbaar te houden.
2. Innovatieve, duurzame (met name) circulaire harde en zachte oplossingen waarmee het gebruik van primaire bouwgrondstoffen fors gereduceerd wordt en/of een duurzame slibeconomie ontstaat.
3. Innovatieve oplossingen die bijdragen aan emissiereductie in de scheepvaart en leiden tot een digitale, modulaire en circulaire inrichting van de scheepsbouw.
Achterliggende informatie over deze missie van KIA Landbouw, Water en Voedsel is te vinden op: https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/Wegwijzer-KIA-Landbouw-Water-Voedsel.pdf.
Het doel is dat in 2030 sleuteltechnologieën zijn ontwikkeld die bijdragen aan de missies in ‘groenblauwe‘ sectoren zoals land- en tuinbouw en watersystemen. De toepassing van sleuteltechnologieën helpen deze sectoren hun missies en doelen effectiever, sneller en/of efficiënter te bereiken. Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst daarvoor de volgende ontwikkelingen te ondersteunen:
1. ‘Smart Technology’: technologie die (op termijn) via digitalisering bijdraagt aan oplossingen voor diverse maatschappelijke opgaven in het groen/blauwe domein, het maakt het efficiënter, intelligenter, transparanter, veiliger, adaptiever en weerbaarder.
2. Biotechnologie en veredeling draagt bij aan de beschikbaarheid van voldoende genetische variatie en innovatieve technologieën voor de veredeling en fokkerij zodat bedrijven sneller, efficiënter en effectiever hoogwaardig uitgangsmateriaal kunnen ontwikkelen dat geschikt is voor toepassing in de verschillende missieprogramma’s van de KIA LWV.
3. Niet-fossiele, veilige producten door biologische conversies of fermentaties inclusief scheidingstechnologie.
Achterliggende informatie over deze missie van KIA Landbouw, Water en Voedsel is te vinden op: https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/Wegwijzer-KIA-Landbouw-Water-Voedsel.pdf.
Het doel is dat in 2040 alle mensen in Nederland tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid leven en dat de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaaleconomische groepen met 30% zijn afgenomen. Projecten dienen expliciet bij te dragen aan het behalen van de doelstellingen en de missies zoals verwoord in de KIA Gezondheid en Zorg. Op basis van de missies in de KIA Gezondheid en Zorg zijn voor de subsidiemodule MIT een aantal onderwerpen uitgewerkt:
i. leefstijl & leefomgeving;
ii. verplaatsing van de zorg naar de leefomgeving;
iii. verhoging van de participatiegraad van mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking;
iv. verhoging van de kwaliteit van leven van mensen met dementie; en
v. betere bescherming tegen maatschappelijk ontwrichtende gezondheidsdreigingen.
Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst daarvoor de volgende ontwikkelingen te ondersteunen:
1. Preventie van ziektes of aandoeningen.
2. Gezondheidswinst voor patiënten die lijden aan één of meer (chronische) ziektes of aandoeningen inclusief hersen- en /of psychische aandoeningen.
3. Verbetering van de opsporing of behandeling van ziektes of aandoeningen of van het herstel daarna.
4. Innovaties, bijvoorbeeld hulpmiddelen, die het organiseren van zorg in de eigen leefomgeving in plaats van in zorginstellingen vergemakkelijken.
5. Arbeidsbesparende technologie zowel intramuraal als in de leefomgeving.
6. Verhoging van deelname aan de samenleving van mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking, naar wens en vermogen.
7. Verbetering van de kwaliteit van leven van mensen met dementie.
8. Betere bescherming tegen maatschappelijk ontwrichtende gezondheidsdreigingen.
Bij de te ontwikkelen innovaties is het volgende relevant:
– Gezien de doelstelling in de missie om gezondheidsverschillen terug te dringen, is het een pré als de innovatie bruikbaar en beschikbaar is voor mensen in een lage sociaal economische positie.
– Met het oog op de inpassing in bestaande systemen dient bij de te ontwikkelen innovaties rekening gehouden te worden met interoperabiliteit: producten, systemen of organisaties zijn interoperabel als ze zonder beperkingen kunnen communiceren en interacteren.
Veel innovatieve concepten, producten en diensten van het MKB voor gezondheid en zorg bereiken de markt niet. Om teleurstellingen te voorkomen adviseren we ondernemers om bij aanvang van een R&D-samenwerkingsproject 'Health Innovation NL' (HI-NL) te raadplegen en eventueel te betrekken. HI-NL kan aangeven of de kans reëel is dat een project en/of een innovatie succesvol kan worden. Meer informatie over dit instituut is te vinden op: https://www.healthinnovation.nl/
Achterliggende informatie over de KIA Gezondheid en Zorg zijn te vinden op: https://online.fliphtml5.com/gedjp/iwgv/#p=1.
De missies behorend bij het programma veiligheid zijn in nauwe samenwerking met de Ministeries van Justitie en Veiligheid en Defensie opgesteld. De overkoepelende ambitie is (potentiële) tegenstanders steeds een stap vóór te blijven: 'always ahead of the threat’ met slimme oplossingen in dienst van een veilige maatschappij. Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst daarvoor bij te dragen aan een van de volgende missiepaden en hun bijbehorende deelprogramma’s:
1. In 2030 is de georganiseerde ondermijnende criminaliteit in Nederland riskant en slecht lonend, door meer zicht op illegale activiteiten en geldstromen.
– Zicht: Er is specifiek behoefte aan instrumentaria om criminele activiteiten waar te nemen en ontwikkelingen en patronen te herkennen zoals het ontstaan van criminele samenwerkingsverbanden en werkwijzen. Nieuwe, slimme sensoren (bijvoorbeeld uit de chemische industrie) kunnen ongebruikelijke activiteiten detecteren en gedragswetenschappelijke inzichten kunnen patronen herkennen en analyses versterken. Het waarnemend vermogen kan verhoogd worden door gebruik te maken van detectiemiddelen van andere publieke en private partijen.
– Inzicht: Omdat veel illegale activiteiten zich ‘ondergronds’ manifesteren, is het van belang om toekomstige ontwikkelingen goed te voorspellen. Dat is nodig om de schaarse interventiemogelijkheden effectiever te benutten. Aanvullend op het vergroten van ´zicht op´ georganiseerde criminaliteit, kan door kennisdeling, financiële en technische analyses het ´inzicht in´ criminele activiteiten worden vergroot. Met deze voorspellende kracht kunnen vervolgens interventies worden verbeterd of geëffectueerd.
– Interventie: Door het genereren van overzicht en inzicht kan worden toegewerkt naar doelgerichte innovatieve interventies die bijdragen aan het terugdringen van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Deze interventies kunnen van technische of procesmatige aard zijn. Van belang is dat effectieve interventies alleen in gezamenlijkheid tot stand kunnen komen. Dit doen we door uitvoering, beleid, wetenschap en bedrijfsleven goed met elkaar te verbinden om zo integrale innovaties tot stand te brengen.
2. In 2035 beschikt Nederland over de marine van de toekomst. Door de sterk verbeterde samenwerking in het marinebouwcluster is Nederland in staat om flexibel te reageren op onvoorspelbare ontwikkelingen.
– Smart kill-chains – Radar en geïntegreerde sensorsuites
– Smart operations
– Smart manning & automation
– Zero emission and surviable warschips
– Smart design and maintenance
– Smart concepts
3. In 2030 heeft Nederland een operationeel inzetbare ruimtevaartcapaciteit voor defensie en veiligheid. Daarbij fungeert de Defensie Ruimteagenda als richtsnoer.
– Robuuste plaatsbepaling- en tijdsynchronisatiesystemen
– Nationale situational awareness, surveillance & tracking capaciteit
– Grondgebonden situational awareness capaciteit (aardobservatie)
– Veilige communicatie en vergrote transmissiecapaciteit
– (Gedeeltelijk) eigen satellietcapaciteit met tijdige en veilige toegang tot verschillende diensten
– Shared (space based) Early Warning
4. Cyberveiligheid. In 2030 is veiligheid verplicht bij de ontwikkeling van digitale producten, en beschikt Nederland over een sterke cybersecurity kennis- en innovatieketen. De doelstellingen en acties in de Nederlandse Cybersecurity Strategie 2022-2028 (NLCS) vormen voor deze missie het overkoepelende kader.
– Digitale weerbaarheid van de overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties
– Veilige en innovatieve digitale producten en diensten
– Tegengaan van digitale dreigingen van staten en criminelen
– Cybersecurity-arbeidsmarkt, onderwijs en digitale weerbaarheid van burgers
5. Hightech Landoptreden. In 2030 werkt de krijgsmacht volledig genetwerkt met integratie van nieuwe technologieën om sneller en effectiever te kunnen handelen dan de tegenstander.
– Robotics and Autonomous Systems
– Communicatienetwerken en informatie gestuurd optreden
– Slimme en robuuste logistiek
– Energietransitie
– Duurzame, high performance materialen
Achterliggende informatie over de KIA Veiligheid is te vinden op: https://www.kia-v.nl/kiav2024-2027.
Sleuteltechnologieën worden gekenmerkt door een generiek karakter met een breed toepassingsgebied of bereik in innovaties en/of sectoren. Bij de projecten die voor maatschappelijke uitdagingen worden ingediend zal dus veelal gebruik worden gemaakt van een of meer sleuteltechnologieën, waarbij sprake kan zijn van doorontwikkeling voor de specifieke toepassing. Projecten die specifiek voor het programma Sleuteltechnologieën worden ingediend, moeten bijdragen aan de generieke ontwikkeling van (een of meer) sleuteltechnologieën, door:
1. Een ondersteunende bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van kennis over sleuteltechnologieën, bijvoorbeeld ten behoeve van het onderzoek daarnaar.
2. Een ondersteunende bijdrage te leveren aan verbrede of versnelde toepassing van een of meer sleuteltechnologieën, bijvoorbeeld door de integratie er van in producten, processen of diensten te vergemakkelijken.
Hierbij wordt benadrukt dat onder optie 1 het doen van puur onderzoek naar sleuteltechnologieën en onder optie 2 het puur toepassen ervan in een willekeurige sector anders dan binnen de missies geen basis is voor toekenning van een subsidie.
Voor MKB-projecten binnen deze KIA wordt gezocht naar innovaties die de randvoorwaarden voor de kennisontwikkeling en toepassing van sleuteltechnologieën verbeteren, die als product veelvuldig verkoopbaar zijn en waarvoor de MIT-subsidie de haalbaarheid moet aantonen of de technische ontwikkelrisico’s moet reduceren.
De volgende groepen van sleuteltechnologieën zijn vanuit het perspectief van de potentiële bijdrage van technologie aan maatschappelijke uitdagingen in Nederland aangewezen:
– Chemical Technologies
– Digital and Information Technologies
– Engineering and Fabrication Technologies
– Photonics and Optical Technologies
– Advanced Materials
– Kwantum Technologies
– Life science and biotechnologies
– Nanotechnologies
Achterliggende informatie over de groepen van KIA Sleuteltechnologieën is te vinden op: https://www.kia-st.nl/kiast2024-2027.
Aansluitend op de sleuteltechnologie Digital Technologies is binnen de MIT-subsidiemodule tevens het thema Artificiële Intelligentie (AI) opgenomen, om het MKB te ondersteunen bij de ontwikkeling en toepassing van AI.
Voor AI wordt de definitie gehanteerd van de Europese Commissie: ‘AI verwijst naar systemen die intelligent gedrag vertonen door hun omgeving te analyseren en – met een zekere mate van zelfstandigheid – actie te ondernemen om specifieke doelen te bereiken’.
In aanmerking komen projecten die bijdragen aan de generieke ontwikkeling van AI, doordat:
1. zij gericht zijn op de ontwikkeling en inzet van generatieve AI, in het bijzonder large language models c.q. foundation models en de toepassing daarvan.
2. zij gericht zijn op de ontwikkeling en inzet van Machine Learning (machinaal leren), waaronder Supervised Learning (gesuperviseerd leren), Unsupervised Learning (ongesuperviseerd leren) en Reinforcement Learning (bekrachtigingsleren).
3. zij gericht zijn op de een aantoonbaar nieuwe oplossing binnen één of meerdere toepassingsgebieden van de Nederlandse AI Coalitie (NL AIC): Energie en Duurzaamheid; Gezondheid en Zorg; Vrede, Recht en Veiligheid; Landbouw en Voeding; Cultuur en Media; Financiële Dienstverlening; Gebouwde Omgeving; Haven en Maritiem; Mobiliteit; Transport en Logistiek; Onderwijs; Publieke Diensten; en de Technische Industrie. Achterliggende informatie over AI voor deze toepassingsgebieden is te vinden op: https://nlaic.com/toepassingsgebied/.
4. zij gericht zijn op het aanbrengen van verbindingen tussen hun voorstel en de kern AiNed activiteiten (Learning Communities, Innovatielabs, Breaking Barriers, ELSA-Labs) alsmede het zoeken van aansluiting bij een van de zeven AI-Hubs.
5. er gebruik gemaakt wordt van een aanpak die oog heeft voor betrouwbare en mensgerichte AI. Betrokkenen bij de AI toepassing (bijvoorbeeld burgers en/of werknemers) worden zoveel mogelijk betrokken in het maken van keuzes over de ontwikkeling en het gebruik.
Projecten dienen bij te dragen aan de drie onderdelen van de KIA Digitalisering. De KIA Digitalisering is complementair aan de KIA Sleutel Technologieën en representeert de zeven ‘Digital and Information Technologies’ (hierna: DIT’s), als onderdeel van het totaal aan vierenveertig sleuteltechnologieën die binnen de Nationale Technologie Strategie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat worden onderscheiden:
1. Artificial Intelligence
2. Data Science, data analytics and data spaces
3. Cyber security technologies
4. Software technologies and computing
5. Digital Connectivity Technologies
6. Digital Twinning and Immersive technologies
7. Neuromorphic technologies
De KIA Digitalisering biedt als strategische agenda een kader en handvaten voor toekomstig ICT-onderzoek en -innovatie, en daarmee uiteindelijk ook oplossingen voor economische en maatschappelijke vraagstukken. In de KIA Digitalisering wordt onderscheid gemaakt tussen drie luiken op het gebied van DIT’s:
• innoveren met DIT's (ten behoeve van KIA’s 1 t/m 5);
• reflectie op DIT's (zorgen voor verantwoorde ontwikkeling en toepassing van DIT's); en
• innoveren in DIT's (fundamentele en toegepaste kennisontwikkeling rond de zeven DIT’s).
Projecten passen in de KIA Digitalisering als het een van de maatschappelijke uitdagingen in de KIA's 1 t/m 5 adresseert in relatie tot een van de zeven DIT’s. De projecten dienen gericht te zijn op toepassing, passend binnen (een van) de zeven DIT’s, en het in acht nemen van de drie luiken met betrekking op de zeven DIT’s zoals binnen de KIA Digitalisering beschreven.
Net als bij Sleuteltechnologieën is het uitvoeren van fundamentele kennisontwikkeling geen basis voor toekenning van een MIT-subsidie. Toegepaste kennisontwikkeling is dat alleen daar waar sprake is van een veelvuldig verkoopbaar product, waarvoor de MIT-subsidie de haalbaarheid moet aantonen of de technische ontwikkelrisico’s moet reduceren. Ontwikkeling van software, zoals ten behoeven van apps, is niet subsidiabel.
Achterliggende informatie over de KIA Digitalisering is te vinden op: https://topsector-ict.nl/assets/images/default/KIA-Digitalisering-2024-2027_WEB.pdf.
Het doel is om technologie beter te benutten in nieuwe producten, processen en diensten voor maatschappelijke uitdagingen en impact van het ondernemen te versterken. Daardoor worden betere toepassingen ontwikkeld, die zowel economisch als maatschappelijk rendement opleveren.
Projectvoorstellen passen in de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen als ze een van de uitdagingen in de KIA's 1 t/m 5 adresseren en zich richten op bovengenoemde doelstelling.
Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst daarvoor de volgende technologiebenuttingen te verbeteren:
– De methodisch onderbouwde manier van werken, waarbij gebruik gemaakt wordt van relevante Key Enabling Methodologies (zie de KEM agenda via https://kems.nl/).
– Het daarbij betrekken en inzetten van kennis en expertise uit mens- en maatschappijwetenschappen, bedrijfskunde, bestuurskunde, communicatie, transitiekunde en systeemdenken.
– Samenwerking in innovatie-ecosystemen van bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen, vaak regionaal georiënteerd en het organiseren van sterke betrokkenheid van eindgebruikers en/of burgers.
Achterliggende informatie over de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen is te vinden op: https://assets.ctfassets.net/h0msiyds6poj/6CnWIHTuja2fpuGhmBQs5O/2c192d4114e61943caf5719c394408f4/KIA_Maatschappelijk_Verdienvermogen_2024-2027.pdf.
In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 worden onder de rij met titel 2.24, artikel 2.24.2, de volgende rijen ingevoegd:
Titel 3.3: TKI MKB-versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI Agri&Food |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.3: TKI MKB-versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI Groene Chemie en Circulariteit |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 400.000, waarvan ten hoogste € 200.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.3: TKI MKB-versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI Creatieve Industrie |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.3: TKI MKB-versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI Energie |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.3: TKI MKB-versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI HTSM |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.3: TKI MKB- versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI ICT |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.3: TKI MKB-versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI Logistiek |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.3: TKI MKB-versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI Life Sciences and Health |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.3: TKI MKB-versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI Tuinbouw & Uitgangsmaterialen |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.3: TKI MKB-versterking |
3.3.4 en 3.3.6 |
TKI Water |
09-04-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten |
|
Titel 3.4: MKB-innovatiestimulering topsectoren |
3.4.8 |
MIT-kennisvouchers |
09-04-2024 t/m 29-10-2024 |
€ 2.000.000 |
|
Titel 3.4: MKB-innovatiestimulering topsectoren |
3.4.20 |
MIT-R&D-samenwerkingsprojecten |
6.a. Digital Technologies: Artificiële Intelligentie (AI) |
19-03-2024 t/m 07-05-2024 |
€ 3.550.000 |
MIT-R&D-samenwerkingsprojecten |
11-06-2024 t/m 17-09-2024 |
€ 3.115.000, waarvan ten hoogste € 1.557.500 voor MIT-R&D-samenwerkingsprojecten groot |
De Regeling specifieke uitkering MKB-innovatiestimulering topsectoren (MIT) wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, tweede lid wordt ‘elf weken’ vervangen door ‘34 weken’ en wordt ‘tien weken’ vervangen door ‘27 weken’.
B
In bijlage 1 wordt na paragraaf 2 een paragraaf ingevoegd, luidende:
Provincie |
Titel regeling |
---|---|
Flevoland |
Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland |
Gelderland |
Regels Subsidieverlening Gelderland 2023 |
Groningen / Friesland / Drenthe |
Subsidieregeling Mkb innovatiestimulering R&D samenwerking Noord-Nederland 2024; Subsidieregeling Mkb innovatiestimulering haalbaarheid Noord-Nederland 2024 |
Limburg / Noord-Brabant / Zeeland |
Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 |
Noord-Holland |
Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren R&D projecten Noord-Holland 2024; Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren haalbaarheidsprojecten Noord-Holland 2024 |
Overijssel |
Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022 |
Utrecht |
Uitvoeringsverordening MKB Innovatiestimulering Topsectoren provincie Utrecht |
Zuid-Holland |
Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Holland |
C
In bijlage 2 wordt na paragraaf 2 een paragraaf ingevoegd, luidende:
Provincie |
Maximale bijdrage aan MIT-regeling 2024–2028 |
---|---|
Flevoland |
€ 769.000 |
Gelderland |
€ 3.300.000 |
Groningen / Friesland / Drenthe |
€ 4.095.000 |
Limburg / Noord-Brabant / Zeeland |
€ 6.417.000 |
Noord-Holland |
€ 5.455.000 |
Overijssel |
€ 1.834.000 |
Utrecht |
€ 1.895.000 |
Zuid-Holland |
€ 6.112.000 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 10 maart 2024
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Met de onderhavige regeling wordt de openstelling van de subsidiemodules TKI MKB-versterking (titel 3.3) en MKB innovatiestimulering topsectoren (subsidiemodule MIT (titel 3.4)), opgenomen in de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES), en de Regeling specifieke uitkering MKB-innovatiestimulering topsectoren (MIT) (Regeling SPUK MIT) geregeld. Daarnaast worden enkele artikelen gewijzigd van de subsidiemodule MIT en de Regeling SPUK MIT.
De subsidiemodule TKI MKB-versterking en subsidiemodule MIT hebben als doel de maatschappelijke uitdagingen die voortkomen uit het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MTIB) aan te pakken. Voor een succesvolle aanpak van maatschappelijke uitdagingen en het versterken van het verdienvermogen, zijn technologische doorbraken en sleuteltechnologieën van groot belang. De economische kansen die maatschappelijke uitdagingen bieden en de ambitie om ook internationaal een vooraanstaande rol te spelen bij een aantal sleuteltechnologieën, staan centraal in de topsectorenaanpak. De innovatiekracht van het midden- en kleinbedrijf (MKB) speelt daarbij een belangrijke rol. Het MKB heeft echter moeite om het tempo van technologische innovaties bij te houden. De subsidiemodule TKI MKB-versterking en subsidiemodule MIT zijn bedoeld om MKB-ondernemingen daarbij te helpen.
De subsidiemodule TKI MKB-versterking verleent steun aan het innovatief MKB door via de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI's) netwerkactiviteiten en innovatiemakelaars te ondersteunen. De subsidiemodule MIT geeft directe steun aan het innovatief MKB, via een aantal instrumenten. Met de voorliggende regeling worden de volgende twee MIT instrumenten opengesteld: kennisvouchers en MIT-R&D-samenwerkingsprojecten. Voorafgaand aan een algemene openstelling van de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten wordt een thematisch luik gericht op Digital Technologies: Artificiële Intelligentie (AI), opgenomen in paragraaf 6.a. van bijlage 3.4.1, opengesteld.
In de subsidiemodule MIT wordt een onderscheid gemaakt tussen kleine en grote MIT-R&D-samenwerkingsprojecten. Hiervoor wordt ieder jaar een apart subsidieplafond voor de grote MIT-R&D-samenwerkingsprojecten opgenomen in de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies (ROES). Met de nu voorliggende wijziging is het mogelijk gemaakt om eventuele resterende middelen bij onderuitputting bij de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten klein, in te zetten voor de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten groot (artikel 3.4.2, derde lid (nieuw)).
Herijking van de KIA’s in 2023
De programma’s voor de subsidiemodule MIT, ook wel het toetsingskader genoemd, zijn inhoudelijk gewijzigd als gevolg van de herijking van de Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s) van het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MTIB) in 2023. Door de wijziging van bijlage 3.4.1 is het mogelijk voor het MKB om subsidie aan te vragen voor een project binnen de herijkte KIA’s van het MTIB.
Interpretatie toetsingskader en bijbehorend gebruik
In de verschillende regionale MIT-regelingen en de landelijke subsidiemodule MIT wordt verwezen naar bijlage 3.4.1. In deze bijlage zijn de onderwerpen (de KIA’s) opgenomen waar een MIT-R&D-samenwerkingsproject zich op kan richten en, voor de maatschappelijke impact, waarop een MIT-R&D-samenwerkingsproject mede wordt gerangschikt.
De KIA-documenten zijn te vinden via de relevante URL’s en zijn primair opgesteld als onderzoeksagenda’s waardoor ze in die hoedanigheid niet geschikt zijn als kader voor het MKB.
Nadere informatie en voorbeelden
Er is voor gekozen de informatie in de bijlage zo beperkt mogelijk te houden. Nadere informatie over de achtergronden en context van de verschillende missies en over de verschillende onderzoeksprogramma’s in de KIA’s zijn te vinden via de relevante URL’s. In die achterliggende documenten zijn ook de voorbeelden te vinden van recente innovaties.
Aandacht voor software
In de bijlage worden voorbeelden zoals software en slimme oplossingen genoemd omdat ze voor veel vraagstukken binnen de KIA’s van groot belang zijn. Voor een indiening bij de subsidiemodule MIT is het van belang dat software zoals applicaties of beveiligingssoftware verbonden zijn aan een fysiek product. Alleenstaande software zonder fysiek product komt niet in aanmerking voor de MIT.
In 2024 wordt net als in 2023 een ‘thematisch luik’ voor Artificial Intelligence (AI) projecten geopend binnen de subsidiemodule MIT die is opgenomen in paragraaf 6.a. van bijlage 3.4.1. De inhoudelijke scope van het AI-luik voor 2024 is iets gewijzigd in vergelijking met die van 2023 (generatieve AI is toegevoegd). Dit is gedaan naar aanleiding van een inhoudelijke afweging binnen het AiNed project om in 2024 en volgende jaren ook de kansen voor generatieve AI te bevorderen en mee te kunnen doen met de koplopers in Europa.
In 2013 zijn de subsidiemodule TKI MKB-versterking en de subsidiemodule MIT geïnitieerd door de toenmalige minister van Economische Zaken om innovatie te bevorderen bij het MKB en om het MKB beter aan te laten sluiten bij de innovatie-agenda's van de topsectoren. De subsidiemodules bieden daarvoor een 'koffer' met verschillende instrumenten, waarvoor een ondernemer subsidie kan aanvragen. Sinds 2015 wordt de subsidiemodule MIT samen met de provincies uitgevoerd en is de opzet van de subsidiemodule MIT fundamenteel gewijzigd: de subsidiemodule MIT richt zich sindsdien ook op aansluiting van het MKB op de Research and Innovation Strategies for Smart Specialisation (RIS3) van de provincies. Vanaf 2021 werden voor het eerst de KIA’s gebruikt als toetsingskader voor aanvragen binnen de subsidiemodule MIT. Dit heeft de provincies er vanaf 2021 toe doen besluiten niet meer, zoals in het verleden het geval was, bepaalde inhoudelijke delen van de subsidiemodule MIT niet te ondersteunen. Dit geldt ook voor 2024. Ten behoeve van deze regionale uitvoering stelt de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) middelen aan provincies beschikbaar. De provincies hebben beter zicht op de doelgroep op hun grondgebied. De aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering wordt op zijn vroegst 34 weken en uiterlijk 27 weken voor het einde van het boekjaar ingediend voor de uitvoeringsperiode die in hetzelfde boekjaar aanvangt (artikel 4, tweede lid, van de Regeling SPUK MIT). Het aantal weken is met deze regeling aangepast, voorheen was dat respectievelijk elf en tien weken. Hiermee wordt de administratieve last aan de kant van EZK beter verspreid over het jaar en worden de middelen eerder richting de provincies overgeheveld.
Op grond van de Regeling SPUK MIT worden door de Minister van EZK financiële middelen ten behoeve van de regionale MKB-innovatiestimulering Topsectoren regelingen (regionale MIT-regelingen) beschikbaar gesteld aan de provincies. De provincies voeren dit uit volgens hun regionale MIT-regelingen. De Rijksbijdrage aan de provincies voor de regionale MIT-regelingen wordt verleend via specifieke uitkeringen. In bijlage 1 en 2 van de Regeling SPUK MIT staan tabellen met respectievelijk de titels van de regionale MIT-regelingen en de maximale Rijksbijdrage voor de betreffende uitvoeringsperiode per provincie. Met de onderhavige regeling worden aan deze bijlage de titels van de regionale MIT-regelingen en maximale Rijksbijdrage voor de uitvoeringsperiodes 2024–2028 per provincie toegevoegd.
De Minister van EZK en de provincies werken samen in de subsidiemodule MIT: zij stellen in 2024 in totaal € 61,63 miljoen beschikbaar voor innovatie bij het MKB in Nederland. Hiervan wordt € 24,44 miljoen door de provincies gefinancierd. EZK vult deze provinciale middelen aan met € 29,87 miljoen. Subsidieaanvragen voor MIT-projecten worden in principe door de provinciale besturen in behandeling genomen. Wanneer een MIT-R&D-samenwerkingsproject bovenregionaal van aard is (dat wil zeggen dat het niet in slechts één provincie plaatsvindt), wordt de subsidieaanvraag doorgestuurd en door de Minister van EZK in behandeling genomen. Deze afspraak zorgt ervoor dat MIT-subsidieaanvragen in elke regio een eerlijke kans hebben op subsidie. Voor dit zogenoemde landelijke vangnet is in 2024 € 7,31 miljoen beschikbaar (inclusief € 2,2 miljoen voor TKI-MKB versterking). Voor de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten waarvan de activiteiten passen binnen het subthema Digital Technologies: Artificiële Intelligentie (AI) wordt een subsidieplafond van € 3.550.000 vastgesteld.
Op basis van het totaalbedrag van € 29,87 miljoen is per provincie in de bijlage 2 van de Regeling SPUK MIT de maximale bijdrage vastgelegd die de Minister van EZK zal verstrekken. Deze financiële bijdrage is bedoeld als maximale financiële bijdrage voor de regionale MIT-regelingen.
Conform artikel 2, eerste lid, van de Regeling SPUK MIT mag deze bijdrage worden ingezet voor zogenaamde uitvoeringsactiviteiten. Dit zijn activiteiten in het kader van de openstellingen en uitvoering van de regionale MIT-regelingen voor de openstellingsperiode van 2024. De uitvoering omvat onder andere werkzaamheden ten behoeve van de voorbereiding van, de administratie van en het toezicht op de activiteiten van de regionale MIT-regelingen, tot een maximum van 4 procent van de beschikbaar gestelde middelen.
De subsidiemodule TKI MKB-versterking en de subsidiemodule MIT bevatten staatssteun die, behoudens paragraaf 3.4.3 (MIT-kennisvouchers), wordt gerechtvaardigd door de artikelen 25 en 28 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (artikel 3.4.29, eerste lid, van de RNES). Subsidie die krachtens paragraaf 3.4.3 wordt verleend bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door de algemene de-minimisverordening (artikel 3.4.29, tweede lid, van de RNES).
De subsidiemodule TKI MKB-versterking bevat twee soorten activiteiten waarvoor subsidie wordt gegeven. Allereerst kan op grond van deze subsidiemodule subsidie worden verleend voor netwerkactiviteiten. Deze subsidie is geen staatssteun (artikel 3.3.11, eerste lid, van de RNES). Ten tweede kan op grond van deze subsidiemodule subsidie worden verleend voor de ondersteuning door innovatiemakelaars. Deze subsidie is staatssteun die wordt gerechtvaardigd door artikel 28 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (artikel 3.3.11, tweede lid, van de RNES).
De subsidie die aan de provincies wordt verstrekt bevat geen staatssteun. De provincies borgen via hun regionale MIT-regelingen dat er geen sprake is van verboden staatssteun.
De gevolgen voor de regeldruk zijn geactualiseerd.
De totale administratieve lasten voor de landelijke subsidiemodule MIT bedragen € 105.780. Dat is 2,07% van het totaal beschikbare subsidiebedrag. Op basis van de realisatie van de instrumenten van vorig jaar is de inschatting van de administratieve lasten voor de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten € 32.700 (1,05%) en de MIT-kennisvouchers € 74.880 (3,74%). Deze inschatting is gemaakt op basis van een inschatting van het aantal aanvragen en verleningen. Voor de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten gaat het naar verwachting om 25 aanvragen met 15 verleningen en voor MIT-kennisvouchers om 413 aanvragen en 384 verleningen.
De administratieve lasten voor AI projecten van MIT-R&D-samenwerkingsprojecten van de subsidiemodule MIT worden geraamd op een bedrag van in totaal € 80.541. Dat is 2,27% van het totale subsidieplafond voor de AI projecten van de subsidiemodule MIT.
In titel 3.3 van de RNES is de subsidiemodule TKI MKB-versterking opgenomen. Op grond van deze subsidiemodule kunnen TKI’s subsidie aanvragen voor netwerkactiviteiten en inhuur van innovatiemakelaars voor het MKB. Met de onderhavige regeling wordt de module voor 2024 opengesteld wat niet leidt tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodule.
Bij een verwacht aantal van 11 aanvragen bedragen de administratieve lasten € 67.210 (3,06%).
De wijziging van de Regeling SPUK MIT heeft geen gevolgen voor de regeldruk.
Een concept van deze regeling is ter advisering voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). De ATR heeft deze regeling niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat er geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-7680.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.