Instelling tijdelijke gebieden met beperkingen Twente A, Twente B en Enter, tevens ontheffing minimum VFR-vlieghoogte, Ministerie van Defensie

4 maart 2024

Nummer: MLA/016/2024

Kenmerk: BS2024007085

De Minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de commandant Defensie Helikopter Commando van 20 november 2023;

Gelet op de artikelen 2, 9 en 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van een multidisciplinaire Air Assault oefening, genaamd Joint Falcon, worden ter bescherming van burger- en militair luchtverkeer de tijdelijke gebieden met beperkingen (TGB’s) Twente A, Twente B en Enter ingesteld en wordt ontheffing verleend van de minimum VFR-vlieghoogte, bedoeld in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, binnen de oefengebieden (tijdelijk laagvlieggebieden) Joint Falcon A en Joint Falcon B, begrensd door de volgende coördinaten en hoogten:

    TGB Twente A

    een cirkelvormig gebied met een straal van zes (6) nautische mijl met als middelpunt het coördinaat 52°16'33"N 006°53'21"E, met uitzondering van die delen van het TGB die zich binnen de Bondsrepubliek Duitsland bevinden, van grondniveau tot FL065 (zie figuur 1);

    TGB Twente B

    een cirkelvormig gebied met een straal van twee (2) nautische mijlen met als middelpunt het coördinaat 52°16'33"N 006°53'21"E, van grondniveau tot 1500ft AMSL (zie figuur 2);

    TGB Enter

    een cirkelvormig gebied met een straal van zes (6) nautische mijlen met als middelpunt het coördinaat 52°18'54"N 006°36'35"E, van grondniveau tot FL065 (zie figuur 2).

    Joint Falcon A

    van 52°17'52.20" N 006°43'49.23" E, naar 52°10'33.94" N 006°53'49.47" E, naar 51°54'17.43" N 006°07'00.32" E, naar 51°48'00.40" N 005°39'00.31" E, naar 51°52'19.76" N 005°37'16.51" E, naar 52°02'39.00" N 006°11'21.00" E, terug naar 52°17'52.20" N 006°43'49.23" E (zie figuur 3).

    Joint Falcon B

    van 51°29'58.19" N 004°47'48.26" E, via de begrenzing van Gilze-Rijen CTR met de wijzers van de klok naar 51°28'56.13" N 005°02'20.09" E, langs de Belgisch/Nederlandse grens terug naar 51°29'58.19" N 004°47'48.26" E (zie figuur 4).

  • 2. De TGB’s zijn van kracht op de hieronder genoemde dagen en tijdstippen:

    Week 15:

    TGB Twente A

    op dinsdag 9 april 2024 van 11:00 uur tot 16:00 uur lokale tijd;

    TGB Twente B

    op dinsdag 9 april 2024 van 16:00 uur tot woensdag 10 april 2024 17:00 uur lokale tijd;

    TGB Enter

    op woensdag 10 april 2024 van 12:00 uur tot 15:00 uur lokale tijd;

    Joint Falcon A en B

    op dinsdag 9 april 2024 van 11:00 uur tot 17:00 uur lokale tijd;

    op woensdag 10 april 2024 van 11:00 uur tot 17:00 uur lokale tijd.

    FIGUUR 1: TGB Twente A

    FIGUUR 1: TGB Twente A

    FIGUUR 2: TGB’s Enter en Twente B

    FIGUUR 2: TGB’s Enter en Twente B

    FIGUUR 3: Joint Falcon A

    FIGUUR 3: Joint Falcon A

    FIGUUR 4: Joint Falcon B

    FIGUUR 4: Joint Falcon B

Artikel 2

Voor het gebruik van de TGB’s Twente A, Twente B en Enter gelden de volgende voorwaarden:

  • 1. de uitvoering van andere vluchten dan de bij oefening betrokken vluchten in de TGB’s is niet toegestaan, met uitzondering van gecoördineerde HEMS- en SAR-vluchten en vluchten van de Landelijke Eenheid, Dienst Infrastructuur, afdeling Luchtvaart en overige vluchten door luchtvaartuigen die voor binnenvliegen toestemming hebben verkregen van MilATCC Schiphol en indien van toepassing met tussenkomst van de exploitant van Twente Airport, indien deze vluchten van of naar Twente Airport gaan;

  • 2. de aan de oefening deelnemende gezagvoerder(s) en gezagvoerders van vluchten als genoemd in onderdeel a dienen radiocontact te hebben met MilATCC Schiphol voor het binnenvliegen van de TGB’s en dienen te voldoen aan de voorwaarden, gesteld door de genoemde LVL-instantie; indien er gecoördineerde vluchten van luchtvaartuigen plaatsvinden die van of naar Twente Airport gaan, dient tevens te allen tijde contact mogelijk te zijn tussen de uitvoerende eenheid, MilATCC Schiphol en de aeronautical station operator van Twente Airport;

  • 3. tijdens het vliegen binnen de TGB’s dienen de aan de oefening deelnemende gezagvoerder(s) gebruik te maken van een SSR-transponder met mode S of modes 3/A en C. Deze verplichting geldt niet voor HDBV-14 toestellen;

  • 4. de daadwerkelijke activering en de-activering van de TGB’s zal vooraf worden gemeld aan de supervisor MilATCC Schiphol;

  • 5. het uitvoeren van de vluchten met het Remotely Piloted Aircraft System (RPAS) boven aaneengesloten bebouwing en mensenverzamelingen is verboden;

  • 6. de voorwaarden zoals gesteld in de HDBV-014 aanwijzing van 14 april 2020 zijn van toepassing;

  • 7. voor aanvang van de vluchten met het RPAS stelt de vluchtuitvoerder zich op de hoogte met betrekking tot plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • 8. de vliegroute en vlieghoogte worden zodanig gekozen dat in geval van een noodlanding het risico voor derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • 9. voor aan de oefening deelnemende RPAS geldt binnen de TGB’s Twente A en Enter een maximum hoogte van 3500ft AMSL en dat deze in tijd of lateraal gesegregeerd worden van vluchten met ‘bemande luchtvaartuigen’. De maximale vlieghoogte voor aan de oefening deelnemende RPAS binnen TGB Twente B is 500ft AMSL.

Artikel 3

Voor helikopters binnen de TGB’s Twente A en Enter geldt tevens een ontheffing van de minimum vlieghoogte, waarbij:

  • 1. de toegestane minimum VFR-vlieghoogte binnen de daglichtperiode 100 voet AGL is, of incidenteel zoveel lager als in verband met het doel van de vlucht noodzakelijk is;

  • 2. in aanvulling op de artikelen 7, 10 en 12 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters, de volgende voorwaarden gelden:

    • a. laagvliegen is alleen toegestaan voor de luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening;

    • b. met betrekking tot het vliegzicht en de wolkenbasis gelden de eisen voor VFR-vluchten;

    • c. tijdens de vlucht worden gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel mensenverzamelingen zoveel mogelijk vermeden;

    • d. het overvliegen van bebouwing, met name ziekenhuizen en sanatoria, wordt vermeden;

    • e. de ontheffing van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn en waarvoor in de vluchtopdracht, uit naam van de Accountable Manager van het Defensie Helikopter Commando, expliciete opdracht en toestemming is verleend;

    • f. aanvliegroutes en -hoogten, alsmede oefenlocaties worden zodanig gekozen dat geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen;

    • g. bij de NATURA2000 gebieden is de minimale vlieghoogte door bemande luchtvaart 1000 voet AGL (zie groen gearceerde delen in de figuren).

Artikel 4

  • 1. Binnen de oefengebieden (tijdelijk laagvlieggebieden) Joint Falcon A en Joint Falcon B bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte binnen de daglichtperiode 100 voet AGL of incidenteel zoveel lager als in verband met de opdracht noodzakelijk is.

  • 2. Binnen de oefengebieden (tijdelijk laagvlieggebieden) Joint Falcon A en Joint Falcon B gelden voorts de volgende voorwaarden:

    • a. laagvliegen is alleen toegestaan voor luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening;

    • b. met betrekking tot het vliegzicht en de wolkenbasis gelden de eisen voor VFR-vluchten;

    • c. tijdens de vlucht worden gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel mensenverzamelingen zoveel mogelijk vermeden;

    • d. het overvliegen van bebouwing, met name ziekenhuizen en sanatoria, wordt vermeden;

    • e. aanvliegroutes en -hoogten, alsmede oefenlocaties worden zodanig gekozen dat geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen;

    • f. de ontheffing van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn en waarvoor in de vluchtopdracht, uit naam van de Accountable Manager van het Defensie Helikopter Commando, expliciete opdracht en toestemming is verleend;

    • g. bij de NATURA2000 gebieden is de minimale vlieghoogte door bemande luchtvaart 1000 voet AGL (zie groen gearceerde delen in de figuren).

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van dinsdag 9 april 2024 en vervalt met ingang van donderdag 11 april 2024.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie, voor deze, De Plaatsvervangend Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, H. Stals EMSD Kolonel

Tegen dit besluit kan, ten aanzien van de tijd en locatie waarop het TGB wordt ingesteld, op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend. Dit bezwaarschrift kan digitaal of schriftelijk worden ingediend. Het digitale bezwaarschrift dient te worden ingediend via www.defensie.nl/bezwaarJDV. Het schriftelijke bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, Dienstencentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, MPC 55A, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

In week 15 van 2024 vindt de multidisciplinaire Air Assaultoefening “Joint Falcon” van het Defensie Helikopter Commando (DHC) plaats.

Tijdens deze oefening, waarbij vliegende eenheden en grondeenheden betrokken zijn, staat de integratie en samenwerking van deze eenheden centraal. Er wordt gebruik gemaakt van zowel straalvliegtuigen, helikopters als Remotely Piloted Aircraft Systems (RPAS) tijdens deze oefening. Ter bescherming van deze bijzondere activiteiten in de lucht zijn de tijdelijke gebieden met beperkingen (TGB’s) Twente A, Twente B en Enter ingesteld gedurende dagen en tijdstippen zoals opgenomen in dit besluit. Bij de uitvoering van de oefening worden de grenzen van de TGB’s niet overschreden.

Ten aanzien van artikel 3, eerste lid en artikel 4, eerste lid, van de beschikking wordt opgemerkt dat om de oefening mogelijk te maken, aan de aan de oefening deelnemende gezagvoerders van het DHC binnen de TGB’s voor VFR-vluchten gedurende de daglichtperiode ontheffing wordt verleend van de vigerende minimum VFR-vlieghoogte. Gelijk aan de vrijstelling, vervat in artikel 7 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters (hierna: de Regeling) mag, indien door militaire helikopters behorende tot of in gebruik bij de Nederlandse en bondgenootschappelijke strijdkrachten wordt geoefend in het kader van operaties met niet-vliegende eenheden, op 100 voet worden gevlogen, of zoveel lager als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is.

In de Regeling wordt gesteld dat militaire helikopters boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen dan wel boven mensenverzamelingen een hoogte van ten minste 210 meter (700 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig dienen aan te houden en elders ten minste 45 meter (150 voet) boven grond of water.

Artikel 3, tweede lid sub e en Artikel 4, tweede lid, onderdeel f stelt dat het afwijken van de vigerende vlieghoogten binnen de oefening alleen is toegestaan wanneer hiervoor binnen de vluchtopdracht expliciet opdracht en toestemming is gegeven uit naam van de Accountable Manager. De Accountable Manager is veelal de commandant vliegbasis.

Het vorenstaande betekent dat niet continu laag wordt gevlogen. Aanvliegroutes en -hoogten, alsmede oefenlocaties worden zodanig gekozen dat geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Luchtvaartuigen in gebruik bij de Landelijke Eenheid, Dienst Infrastructuur, afdeling Luchtvaart, en luchtvaartuigen ten behoeve van HEMS- en SAR-vluchten mogen de TGB’s binnenvliegen na toestemming van MilATCC Schiphol, met tussenkomst van de exploitant van Twente Airport, indien deze vluchten van of naar Twente Airport gaan. Dit geldt tevens voor luchthavenluchtverkeer van en naar Twente Airport dat minimaal 24 uur van tevoren is aangemeld.

Naar boven