Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 febrauri 2024, nr. WJZ/ 38277993, tot wijziging van de Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020 in verband met de invoering van de bestuurlijke boete in de Visserijwet 1963

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 8 van de Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020 komt te luiden:

Artikel 8. Schending verplichtingen inzake het registreren en melden vangstgegevens of met de vangst verband houdende gegevens

• 1. Als ernstige inbreuk als bedoeld in artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt overtreding van:

  • a. artikel 102, eerste of derde lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 9, tweede lid, van de controleverordening voor zover wordt uitgevaren zonder dat satellietvolgapparatuur aanwezig is of operationeel is;

  • b. artikel 102, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 9, zesde lid, van de controleverordening voor zover wordt uitgevaren zonder dat satellietvolgapparatuur aanwezig is of operationeel is;

  • c. artikel 102, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 18, eerste of tweede lid, van de uitvoeringsverordening controleverordening voor zover wordt uitgevaren zonder dat satellietvolgapparatuur aanwezig is of operationeel is en daarvoor geen toestemming als bedoeld in artikel 25, derde lid, tweede zin, van de uitvoeringsverordening controleverordening is verleend;

  • d. artikel 102, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 25, eerste lid, van de uitvoeringsverordening controleverordening voor zover ingeval van defecte of anderszins niet-functionerende satellietvolgapparatuur de kapitein of diens vertegenwoordiger niet via adequate telecommunicatiemiddelen om de vier uur vanaf het tijdstip waarop het niet functioneren is ontdekt, of vanaf het tijdstip waarop hij hiervan in kennis is gesteld, de meest actuele geografische coördinaten van het vissersvaartuig meedeelt aan het visserijcontrolecentrum van de vlaggenlidstaat;

  • e. artikel 103 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 10, eerste lid, van de controleverordening voor zover wordt uitgevaren zonder dat een AIS aanwezig is of operationeel is; of

  • f. artikel 103 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 10, eerste lid, van de controleverordening voor zover geen AIS aan boord is of, indien wel een AIS aan boord is, het AIS defect is of anderszins niet functioneert.

• 2. De artikelen 4 tot en met 7 van de Regeling bestuurlijke boete Visserijwet 1963 zijn van toepassing.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 22 augustus 2022 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de invoering van de bestuurlijke boete (Stb. 2022, 343) in werking treedt.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 29 februari 2024

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

Als overtreding plaatsvindt van de regels van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) kan dit worden aangemerkt als een ‘gewone’ inbreuk of ‘ernstige inbreuk’. Een ernstige inbreuk is op grond van artikel 4, onderdeel 31, van de basisverordening¹ een inbreuk die als zodanig omschreven is in het toepasselijke Unierecht, waaronder in artikel 42, eerste lid, van de IOO-verordening² en in artikel 90, eerste lid, van de controleverordening³.

Op grond van artikel 92, tweede lid, van de controleverordening dient een lidstaat bij de vaststelling van een ernstige inbreuk een passend aantal punten toe te kennen aan de overtreder. De uitvoeringsverordening van de controleverordening bepaalt vervolgens bij welk aantal punten de visvergunning wordt geschorst of ingetrokken.⁴ Tevens is in het Besluit bestuurlijke boete Visserijwet 1963 gekozen om de hoogte van de bestuurlijke boete onder andere afhankelijk te maken van het aantal punten dat ter zake van een ernstige inbreuk wordt toegewezen (artikel 4, eerste lid, onderdelen d, e en f, van het Besluit bestuurlijke boete Visserijwet 1963). Hiermee wordt tevens op aanbeveling van de Europese Commissie⁵ een meer afschrikwekkend sanctiestelsel gerealiseerd.

Op grond van de artikelen 3, tweede lid, en 42, eerste lid, van de IOO-verordening dient de bevoegde autoriteit van een lidstaat (in Nederland is dat blijkens de artikelen 91 en 130, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) aan de hand van criteria zoals de omvang van de inbreuk te bepalen of een overtreding aan te merken is als ernstige inbreuk. De Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020 geeft uitvoering aan deze verplichting.

De invoering van de bestuurlijke boete vindt stapsgewijs plaats. In de bijlage bij de Regeling bestuurlijke boete Visserijwet 1963 zijn de eerste bepalingen opgenomen waarvan bij overtreding een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Dit zijn onder andere de ernstige inbreuken die voor de inwerkingtreding van de onderhavige beleidsregel waren opgenomen in artikel 8, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020.

Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit bestuurlijke boete Visserijwet 1963 moeten de voorwaarden waaronder overtreding van de hiervoor bedoelde bepalingen wordt gezien als ernstige inbreuk worden opgenomen in een ministeriële regeling. Dit is gedaan in de artikelen 4 tot en met 7 van de Regeling bestuurlijke boete Visserijwet 1963. Daarom zijn deze onderdelen uit artikel 8 van de Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020 vervallen en zijn de genoemde artikelen uit de Regeling bestuurlijke boete Visserijwet 1963 van toepassing verklaard.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de onderdelen e en f van artikel 8, eerste lid, van de Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020 zoals die luidden voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel opnieuw te formuleren. Met de nieuwe formulering is voldaan aan aanwijzing 3.59, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Daarnaast is in deze wijziging het zonder toestemming van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) uitvaren zonder Automatisch Identificatie Systeem (AIS) óf het satellietvolgsysteem (VMS) en het niet aan boord hebben of niet operationeel hebben van het AIS óf VMS als ernstige inbreuk gekwalificeerd. Door de invoering van instandhoudingsmaatregelen die leiden tot beperking van de visserij in een aantal gebieden op de Noordzee en langs de kust is het noodzakelijk dat een vissersvaartuig altijd beide systemen aan heeft staan zodat vastgesteld kan worden of het vaartuig zich in een voor dat vaartuig gesloten gebied heeft bevonden én of daar gevist is. Ook het verstoren van het AIS of VMS of de werking daarvan zonder toestemming van de NVWA leidt tot een ernstige inbreuk. Dit sluit aan bij de wijziging van de controleverordening⁶, waarin is geregeld dat de verstoring van een volgsysteem een ernstige inbreuk vormt, ook als een ander volgsysteem wel werkt.

Deze beleidsregel heeft geen gevolgen voor de regeldruk. De voorschriften die burgers en bedrijven moeten naleven wijzigen niet. Wat in de beleidsregel nader geduid is, is welke overtredingen kwalificeren als ernstige inbreuk. Vaststelling van overtredingen wordt door de NVWA gedaan; het vervolgens toekennen van de punten wordt door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland uitgevoerd. Deze beleidsregel is ambtelijk afgestemd met de genoemde organisaties en door hen uitvoerbaar geacht.

Deze wijziging van de Beleidsregel ernstige inbreuken GVB 2020 treedt tegelijkertijd met de Wet van 22 augustus 2022 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de invoering van de bestuurlijke boete (Stb. 2022, 343) in werking. Op deze datum zullen ook het Besluit bestuurlijke boete Visserijwet 1963 en de Regeling bestuurlijke boete Visserijwet 1963 in werking treden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

---

1 Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PbEU 2013, L 354).

2 Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PbEU 2008, L 286).

3 Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/98, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU 2009, L 343).

4 Artikel 129 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moeten garanderen (PbEU 2011, L 112).

5 Aanbeveling 9 uit de Bijlage bij Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 7 maart 2016 tot vaststelling van een actieplan om de tekortkomingen van de Nederlandse visserijcontrole te verhelpen, C(2016) 1315 final.

6 Verordening (EU) 2023/2842 van het Europees Parlement en de Raad van 22 november 2023 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1005/2008 van de Raad en Verordeningen (EU) 2016/1139, (EU) 2017/2403 en (EU) 2019/473 van het Europees Parlement (PbEU 2023, L 2842).