Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 7 januari 2024, nummer WBV 2024/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C/17 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

17. Het asielbeleid ten aanzien van Iran

17.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

17.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

17.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
17.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND beschouwt de volgende groep als groep die systematisch wordt blootgesteld aan vervolging in de zin van artikel 1A Vluchtelingenverdrag:

  • christenen die evangeliseren.

17.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor Iran de volgende groepen aan als risicogroep:

  • bahai’s;

  • christenen die nieuwe kerken of huiskerken bezoeken;

  • personen die actief zijn in de politiek, journalistiek, op het gebied van de mensenrechten of een ander maatschappelijk terrein (in het bijzonder op het terrein van vrouwenrechten en de rechten van etnische minderheden) en daarbij kritiek uiten op de autoriteiten, hetgeen door de autoriteiten als oppositioneel kan worden aangemerkt; en

  • lhb’s (lesbiennes, homoseksuelen en biseksuelen).

17.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
17.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

17.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

17.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

17.5. Bescherming
17.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt uitsluitend voor de volgende categorieën aan dat het niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties te verkrijgen:

  • Slachtoffers van eergerelateerd geweld;

  • Slachtoffers van seksueel geweld; of

  • LHBTI’s.

17.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Geen bijzonderheden.

17.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

In Iran is adequate opvang in de zin van paragraaf B8/6 Vc.

17.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

17.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 7 januari 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

A

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft per brief van 23 januari 2024 (kenmerk 4939585) aan de Tweede Kamer bericht dat hij het landgebonden asielbeleid voor Iran heeft aangepast naar aanleiding van het ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken van 29 september 2023.

In de brief aan de Tweede Kamer heeft de Staatssecretaris aangegeven dat:

  • De groep ‘leden van huiskerken die bijeenkomsten bijwonen’ niet langer als een aparte groep opgenomen wordt in het beleid maar samengevoegd wordt met de groep ‘christenen die actief zijn voor nieuwe kerken’. Deze nieuwe groep komt te luiden: christenen die nieuwe kerken of huiskerken bezoeken. Deze groep wordt aangemerkt als risicogroep’;

  • De groep christenen die evangeliseren aangemerkt blijft worden als groep die systematisch wordt vervolgd;

  • De groep Gonabadi-soefi’s en de groep afvalligen die hun afvalligheid actief uitdragen niet langer als risicogroep worden aangemerkt.

De aanpassing van het beleid voor Gonabadi-soefi’s en afvalligen betekent overigens niet per definitie dat deze aanvragen niet beschermingswaardig zijn. Dit zal altijd beoordeeld worden aan de hand van een individuele beoordeling tegen de achtergrond van de situatie in Iran.

Voor de onderbouwing van het besluit van de Staatssecretaris wordt verder verwezen naar bovengenoemde brief aan de Tweede Kamer en de daarbij horende beslisnota.

Op grond van bovenstaande is paragraaf C7/17 Het asielbeleid ten aanzien van Iran aangepast.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven