Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 20 februari 2024, nummer 5240210, tot wijziging van de Regeling onderwijshuisvestingsbudgetten asielzoekers 2022 in verband met de jaarlijkse indexering van de normbedragen 2024

De Staatssecretaris van justitie en veiligheid,

Gelet op artikel 5a, tweede lid, van het Faciliteitenbesluit opvangcentra;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage I van de Regeling onderwijshuisvestingsbudgetten asielzoekers 2022 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 februari 2024,

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

BIJLAGE I

Indexering

Artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, van het besluit

Jaar t + 1 staat voor jaar waarvoor het normbedrag wordt vastgesteld.

Artikel 5a, eerste lid, onderdeel b, van het besluit

Jaar t + 1 staat voor jaar waarvoor het normbedrag wordt vastgesteld.

Artikel 5a, eerste lid, onderdeel c, van het besluit

Indexering is het jaarlijks door de Minister van OCW in het bekostigingsstelsel opgenomen prijsindexcijfer.

Ruimtebehoefte per asielleerling

 

Ruimtebehoefte per asielleerling

2020

5,54

De ruimtebehoefte per asielleerling wordt als volgt bepaald. De achterstandsscore asiel per leerling wordt bepaald volgens de volgende formule:1

Achterstandsscore asiel=(C-D)-(F ×(C-G))

Waarbij:

C staat voor landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen van alle basisscholen;

D staat voor onderwijsscore van de leerling;

F staat voor 12%;

G staat voor landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen van alle basisscholen die behoren tot de 15% van alle leerlingen van alle basisscholen met de laagste onderwijsscore.

De waarden van C en G uit de formule zijn landelijk gemiddelden en hebben in een jaar voor alle scholen dezelfde hoogte. Deze worden door het CBS bepaald. In 2020 was de waarde van C 535,36 en de waarde van G 529,54.2

Nu alle asielleerlingen de gemiddelde onderwijsscore van de onderste 15% krijgen toegerekend, betekent dit dat bij het bepalen van de achterstandsscore asiel per leerling D gelijk is aan G.

Vervolgens wordt de ruimtebehoefte per asielleerling bepaald volgens de volgende formule:3

Ruimtebehoefte=5,03+(1,40 × achterstandsscore asiel ×7,17%)

Normbedragen voor de jaren 2022, 2023 en 2024

artikel 5a, eerste lid

 

2022

2023

2024

onderdeel a

vast normbedrag voor het schoolg

ebouw

€ 76.203

€ 80.386

€ 90.611

onderdeel a

variabel normbedrag voor het schoolgebouw

€ 1.873

€ 1.976

€ 2.228

onderdeel a

variabel normbedrag voor het terrein

€ 110,32

€ 116,38

€ 131,18

onderdeel b

vast normbedrag voor eerste inrichting, onderwijsleerpakket en meubilair

€ 42.563

€ 48.786

€ 49.860

onderdeel b

variabel normbedrag voor eerste inrichting, onderwijsleerpakket en meubilair

€ 149

€ 171

€ 175

onderdeel c

variabel normbedrag voor de stichting en materiële instandhouding van de gymnastiekaccommodatie

€ 124

€ 139

€ 140

onderdeel d

variabel normbedrag voor de onroerende zaak belastingen per vierkante meter per jaar

€ 4,97

€ 4,97

€ 4,97

onderdeel e

variabel normbedrag voor verzekerbaar risico per € 1.000 te verzekeren waarde

€ 11,12

€ 11,12

€ 11,12

Percentages van het leerlingaantal per opvangmodaliteit:

Het percentage van het leerlingaantal ten opzichte van de voor een nieuwe locatie in de bestuursovereenkomst afgesproken maximale bezetting wordt vastgesteld op 10% voor een regulier opvangcentrum en 15% voor een gezinslocatie.

Bekostigingspercentages voor het schoolgebouw en terrein

Maand

Percentage

maand

Percentage

maand

percentage

Maand

percentage

Maand

percentage

1

2,17%

37

56,67%

73

75,33%

109

86,25%

145

94,17%

2

4,33%

38

57,33%

74

75,67%

110

86,50%

146

94,33%

3

6,50%

39

58,00%

75

76,00%

111

86,75%

147

94,50%

4

8,67%

40

58,67%

76

76,33%

112

87,00%

148

94,67%

5

10,83%

41

59,33%

77

76,67%

113

87,25%

149

94,83%

6

13,00%

42

60,00%

78

77,00%

114

87,50%

150

95,00%

7

15,17%

43

60,67%

79

77,33%

115

87,75%

151

95,17%

8

17,33%

44

61,33%

80

77,67%

116

88,00%

152

95,33%

9

19,50%

45

62,00%

81

78,00%

117

88,25%

153

95,50%

10

21,67%

46

62,67%

82

78,33%

118

88,50%

154

95,67%

11

23,83%

47

63,33%

83

78,67%

119

88,75%

155

95,83%

12

26,00%

48

64,00%

84

79,00%

120

89,00%

156

96,00%

13

27,58%

49

64,50%

85

79,33%

121

89,17%

157

96,17%

14

29,17%

50

65,00%

86

79,67%

122

89,33%

158

96,33%

15

30,75%

51

65,50%

87

80,00%

123

89,50%

159

96,50%

16

32,33%

52

66,00%

88

80,33%

124

89,67%

160

96,67%

17

33,92%

53

66,50%

89

80,67%

125

89,83%

161

96,83%

18

35,50%

54

67,00%

90

81,00%

126

90,00%

162

97,00%

19

37,08%

55

67,50%

91

81,33%

127

90,17%

163

97,17%

20

38,67%

56

68,00%

92

81,67%

128

90,33%

164

97,33%

21

40,25%

57

68,50%

93

82,00%

129

90,50%

165

97,50%

22

41,83%

58

69,00%

94

82,33%

130

90,67%

166

97,67%

23

43,42%

59

69,50%

95

82,67%

131

90,83%

167

97,83%

24

45,00%

60

70,00%

96

83,00%

132

91,00%

168

98,00%

25

45,92%

61

70,42%

97

83,25%

133

91,25%

169

98,17%

26

46,83%

62

70,83%

98

83,50%

134

91,50%

170

98,33%

27

47,75%

63

71,25%

99

83,75%

135

91,75%

171

98,50%

28

48,67%

64

71,67%

100

84,00%

136

92,00%

172

98,67%

29

49,58%

65

72,08%

101

84,25%

137

92,25%

173

98,83%

30

50,50%

66

72,50%

102

84,50%

138

92,50%

174

99,00%

31

51,42%

67

72,92%

103

84,75%

139

92,75%

175

99,17%

32

52,33%

68

73,33%

104

85,00%

140

93,00%

176

99,33%

33

53,25%

69

73,75%

105

85,25%

141

93,25%

177

99,50%

34

54,17%

70

74,17%

106

85,50%

142

93,50%

178

99,67%

35

55,08%

71

74,58%

107

85,75%

143

93,75%

179

99,83%

36

56,00%

72

75,00%

108

86,00%

144

94,00%

180

100,00%

TOELICHTING

Onderhavige regeling tot wijziging van de Regeling onderwijshuisvestingsbudgetten asielzoekers 2022 (hierna: OHBA-regeling 2022) strekt ertoe een aantal normbedragen te indexeren.

Het betreft de normbedragen genoemd in artikel 3, tweede lid, van de OHBA-regeling 2022, welke nader zijn geconcretiseerd in bijlage I: het normbedrag voor het schoolgebouw en het terrein, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, van het Faciliteitenbesluit opvangcentra, het normbedrag voor de eerste inrichting, het onderwijsleerpakket en het meubilair, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel b, van het Faciliteitenbesluit opvangcentra en het normbedrag voor de bijdrage voor de stichting en materiële instandhouding van de gymnastiekaccommodatie ten behoeve van het primair onderwijs, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel c, van het Faciliteitenbesluit opvangcentra.

Uit bijlage I volgt onder meer de wijze van indexering van de bijdragen, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van het Faciliteitenbesluit opvangcentra. De nieuwe normbedragen, evenals de normbedragen uit 2023 en 2022, zijn opgenomen in de gewijzigde bijlage I.

Financiële gevolgen

De uitgaven aan de OHBA-regeling 2022 verschillen sterk van jaar tot jaar. Dit komt onder meer door het aantal aanvragen en type aanvragen, maar ook door indexering van verschillende normbedragen. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers stelt jaarlijks een begroting op voor de te verwachten kosten voor de OHBA-regeling. De werkelijke kosten worden aan het begin van het nieuwe jaar met J&V afgerekend.

De aanpassingen van de normbedragen maken dat de uitgaven aan de OHBA-regeling in 2024 naar verwachting zullen stijgen. De kosten worden gedekt uit de jaarlijkse begroting voor het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Bron: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2021/05/achterstandsscores-per-school-2020, tabel onder tabblad Toelichting, waarbij E komt te vervallen omdat de achterstandsscore asiel per leerling wordt bepaald.

X Noot
3

Modelverordening VNG (oktober 2020), Bijlage III, onder B.1.1.

Naar boven