Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 februari 2024, nr. 1478552, houdende instelling van de Adviescommissie SEA

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en de onderlinge regeling inzake het ‘Strategic Education Alliance-programma’ van 6 november 2023;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

adviescommissie:

adviescommissie SEA, bedoeld in de onderlinge regeling en nader beschreven in artikel 2

minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

onderlinge regeling:

onderlinge regeling inzake het ‘Strategic Education Alliance-programma’ van 6 november 2023;

SEA-programma:

Strategic Education Alliance, een gezamenlijk programma van de vier Koninkrijkslanden.

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1. Er is een adviescommissie SEA.

  • 2. De adviescommissie heeft tot taak het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW gevraagd en ongevraagd te adviseren over of een voorstel te doen voor de ontwikkeling, uitvoering en voortgang van het SEA-programma.

  • 3. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter vervullen een ambassadeursrol waarin zij het SEA-programma onder de aandacht brengen van bestaande en nieuwe stakeholders.

  • 4. In de periode van 1 september 2023 tot 31 december 2023 bereidt de voorzitter de werkzaamheden van de adviescommissie voor.

Artikel 3 Instellingsduur

  • 1. De adviescommissie wordt ingesteld met ingang van 1 januari 2024 en wordt opgeheven met ingang van 31 december 2026.

  • 2. De instellingsduur kan, na instemming van het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW, steeds voor de duur van drie jaren worden verlengd.

Artikel 4 Samenstelling, benoeming, ontslag

  • 1. De adviescommissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en vier andere leden.

  • 2. De leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie onafhankelijk uit.

  • 3. De leden worden door de minister benoemd op voordracht van de hoogambtelijke stuurgroep van het Vierlandenoverleg.

  • 4. De leden worden voor een periode van ten hoogste drie jaar benoemd.

  • 5. Herbenoeming kan plaatsvinden na instemming van het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW en is in beginsel eenmaal mogelijk voor een aansluitende periode van ten hoogste drie jaar.

  • 6. De leden worden op eigen verzoek door de minister ontslagen.

  • 7. De leden kunnen tevens door de minister worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Artikel 5 Leden

  • 1. Met ingang van 1 september 2023 tot en met 31 december 2023 wordt de heer M.J.G. Bormans benoemd tot voorbereidingslid van de adviescommissie.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026 worden tot lid van de adviescommissie benoemd:

    • a. de heer M.J.G. Bormans, tevens voorzitter;

    • b. de heer F. de Lanoy, tevens plaatsvervangend voorzitter;

    • c. mevrouw K.S.Y. Busby;

    • d. mevrouw A. Danker;

    • e. mevrouw P. Habibović;

    • f. mevrouw N.S. den Heyer.

Artikel 6 Secretariaat

De minister voorziet in het secretariaat van de adviescommissie overeenkomstig de onderlinge regeling.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. De adviescommissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2. Deze werkwijze wordt door de adviescommissie ter goedkeuring voorgelegd aan de hoogambtelijke stuurgroep van het Vierlandenoverleg.

  • 3. De adviescommissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

  • 4. De adviescommissie en diens leden zijn verplicht geheimhouding in acht te nemen ten aanzien van alle informatie die hen bij de uitoefening van hun taken ter kennis komt en waarvan zij redelijkerwijs het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen.

Artikel 8 Wijze van beraadslaging

  • 1. De adviescommissie vergadert in beginsel digitaal en komt maximaal eenmaal per jaar in persoon bijeen, zo mogelijk tijdens een jaarlijkse werkconferentie met stakeholders zoals in het SEA-programma voorzien.

  • 2. Een lid neemt geen deel aan de beraadslaging of besluitvorming over een advies als sprake is van persoonlijke betrokkenheid bij het advies.

Artikel 9 Advisering

  • 1. De adviescommissie stelt adviezen en voorstellen bij volledige consensus vast.

  • 2. De adviescommissie brengt adviezen en voorstellen uit aan het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW volgens de procedure van besluitvorming als geregeld in paragraaf 6 van de onderlinge regeling.

  • 3. De adviescommissie maakt deze adviezen en voorstellen niet zelfstandig openbaar en de leden communiceren niet met derden over de adviezen en rapporten zolang hierover niet besloten is door M4LO en deze openbaar zijn gemaakt.

Artikel 10 Vergoeding

  • 1. Aan de voorzitter van de adviescommissie wordt gedurende de looptijd van deze regeling een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18, trede 10, van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk voor het bedrag dat van toepassing is op 1 september 2023, en de arbeidsduurfactor op 0,2.

  • 2. Aan de plaatsvervangend voorzitter van de adviescommissie wordt gedurende de looptijd van deze regeling een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18, trede 10, van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk voor het bedrag dat van toepassing is op 1 januari 2024, en de arbeidsduurfactor op 0,1.

  • 3. De andere leden van de adviescommissie ontvangen een vergoeding van € 150,– per vergadering.

Artikel 11 Kosten

  • 1. Voor de adviescommissie is een werk- en reisbudget van € 5.000,- per jaar voorzien, overeenkomstig de in het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW vastgestelde begroting van het SEA programma. Deze kosten van de adviescommissie komen, voor zover op basis van een goedgekeurde begroting, voor rekening van de minister.

  • 2. Onder kosten worden in ieder geval verstaan: de reiskosten van, naar of binnen het Caribisch deel van het Koninklijk voor de uitvoering van de taken, overeenkomstig de bepalingen welke te dien aanzien voor de burgerlijke rijksambtenaren in de sector Rijk zijn vastgesteld;

  • 3. De adviescommissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling en vervolgens jaarlijks een begroting van de kosten ter goedkeuring aan de minister aan.

Artikel 12 Archiefbescheiden

De adviescommissie draagt zo spoedig mogelijk bij beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Internationaal Beleid van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024, werkt terug tot 1 september 2023 en vervalt met ingang van het einde van de instellingsduur.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven