Aanwijzing betrokkenen Overlegorgaan fysieke leefomgeving, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Datum 15 februari 2024

Nummer IenW/BSK-2024/37254.01

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT;

Gelet op artikel 7, eerste lid, van de Wet overleg fysieke leefomgeving;

BESLUIT:

Artikel 1

Voor het overlegorgaan fysieke leefomgeving worden aangewezen als betrokkenen die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:

  • 1. Biohuis;

  • 2. BO Akkerbouw;

  • 3. BoerenNatuur;

  • 4. BOVAG;

  • 5. Branchevereniging Nederlandse Architecten (BNA);

  • 6. Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren (BRBS);

  • 7. Cascade;

  • 8. ElementNL;

  • 9. Energie Samen;

  • 10. Erfgoedvereniging Bond Heemschut;

  • 11. Evofenedex;

  • 12. Federatie Instandhouding Monumenten (FIM);

  • 13. FENEX, Nederlandse Organisatie voor Expeditie en Logistiek;

  • 14. Fietsersbond;

  • 15. HISWA-Recron;

  • 16. Iederin;

  • 17. IVN natuureducatie;

  • 18. Jonge Klimaatbeweging;

  • 19. KLM Royal Dutch Airlines;

  • 20. Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV);

  • 21. Koninklijk Nederlands Watersportverbond (KNWV);

  • 22. Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN);

  • 23. Koninklijke Bouwend Nederland;

  • 24. Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (KNAC);

  • 25. Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV);

  • 26. Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB;

  • 27. Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR);

  • 28. Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO Nederland);

  • 29. Landelijk Samenwerkingsverband van Actieve Bewoners (LSA bewoners);

  • 30. LandschappenNL;

  • 31. Milieucentraal;

  • 32. Milieudefensie;

  • 33. MKB-Nederland;

  • 34. Natuurmonumenten;

  • 35. Nederlandse Spoorwegen (NS);

  • 36. Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE);

  • 37. Nederlandse Vissersbond;

  • 38. NOC*NSF;

  • 39. Reizigersvereniging Rover;

  • 40. Seniorencoalitie;

  • 41. Sportvisserij Nederland;

  • 42. Stichting Buurkracht;

  • 43. Stichting De Noordzee;

  • 44. Stichting Dutch Green Building Council (DGBC);

  • 45. Stichting Natuur & Milieu;

  • 46. Stichting Steenbreek;

  • 47. Stichting Wandelnet;

  • 48. Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV);

  • 49. Transport en Logistiek Nederland (TLN);

  • 50. Veilig Verkeer Nederland;

  • 51. Verbond van Verzekeraars;

  • 52. Vereniging Eigen Huis;

  • 53. Vereniging Eigen Rijders Nederland (VERN-NL);

  • 54. Vereniging Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA);

  • 55. Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI);

  • 56. Vereniging van Leidingeigenaren in Nederland (VELIN);

  • 57. Vereniging van waterbedrijven in Nederland (VEWIN);

  • 58. Vereniging van Waterbouwers;

  • 59. Vereniging VNO-NCW;

  • 60. Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW);

  • 61. Vereniging voor Industriële Bouwstoffen (VIB);

  • 62. Wereld Natuur Fonds (WNF) en

  • 63. WoningBouwersNL.

Artikel 2

Het Besluit aanwijzing betrokkenen Overlegorganen verkeer en waterstaat 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2024.

Dit besluit zal met toelichting worden geplaatst in de Staatscourant.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, M.G.J. Harbers

Bezwaarclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend.

Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee. Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.

TOELICHTING

In de Wet overleg fysieke leefomgeving is het Overlegorgaan fysieke Leefomgeving ingesteld voor het overleg over beleid inzake de fysieke leefomgeving. Op grond van artikel 7, eerste lid, van de Wet overleg fysieke leefomgeving wijst de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de betrokkenen of hun organisaties aan, die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen.

In de praktijk van het overlegorgaan fysieke leefomgeving worden aangewezen betrokkenen ‘OFL-leden’ genoemd. In deze toelichting zal daarom verder die term gebruikt worden.

In dit besluit zijn de OFL-leden aangewezen en is de aanwijzing betrokkenen Overlegorganen verkeer en waterstaat 2004 ingetrokken. Aanleiding voor een nieuw besluit voor het aanwijzen van OFL-leden zijn wijzigingen in de structuur van het overlegorgaan en uitbreiding van het inhoudelijke terrein waarover het overlegorgaan overleg voert. Aanvankelijk ging het overleg over het beleidsterrein verkeer en waterstaat, later over infrastructuur en milieu en sinds 2021 over de fysieke leefomgeving. In de huidige aanwijzing zijn OFL-leden benoemd die eerder niet in het OFL waren vertegenwoordigd. De nieuwe samenstelling sluit beter aan bij het werkterrein van het huidige overlegorgaan.

De eerder aangewezen OFL-leden die nog steeds actief zijn in het overlegorgaan worden met dit besluit opnieuw aangewezen. Daarnaast worden een aantal nieuwe organisaties toegevoegd.

Belangrijke overweging bij het aanwijzen van OFL-leden is diversiteit in belangen en in perspectief op de fysieke leefomgeving. De verschillende perspectieven bieden inzicht in welke overwegingen van belang zijn bij het ontwikkelen van beleid voor de fysieke leefomgeving en het nemen van zorgvuldige beslissingen.

OFL-leden zijn organisaties van buiten de overheid, zoals maatschappelijke organisaties of brancheorganisaties die staan voor één of meer collectieve belangen in de fysieke leefomgeving. Zij zijn bereid hun eigen perspectief te delen en staan open voor dat van anderen.

Uitgangspunt is dat de aanwijzing van OFL-leden vanaf nu periodiek geactualiseerd wordt: iedere vijf jaar, of eerder als daar aanleiding voor is. Actualisering van de aanwijzing kan aan de orde zijn om de samenstelling van de OFL-leden actueel te houden en om ontbrekende perspectieven toe te kunnen voegen.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, M.G.J. Harbers

Naar boven