Verkeersbesluit Rijk inzake het tijdelijk instellen van een maximumsnelheid op het weggedeelte van rijksweg A7 tussen hm 13.320 en hm 16.100 

Logo Rijkswaterstaat - Dienst Noord-Holland

 

RWS-2024/5931

 

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 is Onze Minister bevoegd dit verkeersbesluit te nemen. Het betreft namelijk verkeer op wegen onder beheer van het Rijk.

 

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Op grond van artikel 37 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer dient een verkeersbesluit te worden genomen voor de in artikel 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer bedoelde tijdelijke plaatsingen en tijdelijke maatregelen met een langere duur dan vier maanden.

Motivering

Uit inspectie en de daarop volgende berekeningen van het viaduct gelegen in rijksweg A7 over de Neckerstraat in de gemeente Purmerend is in 2023 gebleken dat de steunpunten van dit viaduct zwaar vrachtverkeer niet konden dragen. In verband hiermee is destijds na afweging van alle belangen besloten het viaduct per direct tijdelijk af te sluiten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa of de som van de aslasten hoger is dan 30 ton.

Bij mijn besluit van 31 maart 2023 met kenmerk RWS-2023/8698, is hiertoe een verkeersbesluit gepubliceerd.

Inmiddels is duidelijk geworden op welke wijze het viaduct zal worden hersteld en is besloten om met deze werkzaamheden te starten op 1 april 2024.

In verband met de verkeersveiligheid en de verkeersdoorstroming is het noodzakelijk om gedurende de werkzaamheden een aflopende maximumsnelheid van 90 naar 70 km/u in te stellen en de derde meest rechts gelegen rijstrook (weefvak) aan beide richtingen aan het openbaar verkeer te onttrekken.

Reden hiervoor is dat er een 4-0-systeem wordt ingericht ten behoeve van wegwerkzaamheden. Bij dit verkeerssysteem is sprake van een versmald wegprofiel en het ontbreken van een vluchtstrook. Er is dus sprake van een verzwaarde rijtaak voor bestuurders en in het verkeerssysteem is sprake van een hogere informatiedichtheid dan in de reguliere situatie.

Belangenafweging

  •  

  • Rijkswaterstaat is er zich van bewust dat deze maatregel stevige overlast oplevert voor de transportsector en de nabije omgeving. Er wordt dan ook naar gestreefd om deze overlast zoveel mogelijk te beperken door het instellen van omleidingsroutes en het zo snel mogelijk herstellen van het viaduct.

    Gevolgde procedure

    Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd met de gemandateerde namens de chef van de politie eenheid Noord-Holland. Deze heeft een positief advies gegeven. Het betrokken weggedeelte is in het beheer bij het Rijk en gelegen binnen de gemeente Purmerend.

     

    Overeenkomstig artikel 26 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, zal dit verkeersbesluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

     

     

 

BESLUIT

Gezien voorgaande overwegingen is Onze Minister tot het besluit gekomen om door het plaatsen van borden A1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, op het gedeelte van rijksweg A7 tussen hm 13.320 en hm 15.050 rechts en hm 13.650 en hm 16.100 links in de periode vanaf 30 maart tot en met 31 augustus 2024 of zoveel korter als mogelijk dan wel langer als noodzakelijk een aflopende maximumsnelheid van 90 naar 70 km/u in te stellen.

 

Haarlem, 12 februari 2024

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Namens deze,

Ir. A.F. Wolters

het hoofd van de afdeling Vergunningverlening van Rijkswaterstaat West-Nederland Noord

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na dag van bekendmaking bezwaar worden gemaakt. Het bezwaarschrift moet gericht worden aan: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en worden gezonden aan de Hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, Postbus 2232, 3500 GE te Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • a.

    naam en adres van de indiener;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • d.

    de gronden van het bezwaar.

Daarnaast kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Naar boven