Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 6 februari 2024, nr Min-BuZa.2023.20277-22, tot wijziging van de Regeling op de consulaire tarieven in verband met wijziging van diverse bedragen

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 1, derde lid, van het Rijksbesluit op de consulaire tarieven;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling op de consulaire tarieven wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel s, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder 2° komt te luiden:

  • 2°. aanvragen voor Toegang en Verblijf niet betrekking hebbende op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

    • voor verblijf als familie- of gezinslid: € 228,

    • als vermogende vreemdeling: € 2.523,

    • voor arbeid als zelfstandige: € 380,

    • als kennismigrant: € 380,

    • als houder van de Europese blauwe kaart: € 380,

    • voor seizoensarbeid: € 228,

    • overplaatsing binnen een onderneming: € 380,

    • voor arbeid in loondienst: € 380,

    • voor grensoverschrijdende dienstverlening: € 380,

    • voor wetenschappelijk onderzoek (Richtlijn 2016/801/EU): € 228,

    • voor lerend werken: € 380,

    • voor studie: € 228,

    • voor het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst: € 228,

    • voor uitwisseling (al dan niet in het kader van een verdrag): € 380,

    • voor medische behandeling: € 1.201,

    • voor voortgezet verblijf om humanitaire redenen in verband met achterlating: € 228,

    • voor alle overige verblijfsdoelen: € 228.

2. Onder 3° komt te luiden:

  • 3°. aanvragen voor Toegang en Verblijf niet betrekking hebbende op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

    • ten behoeve van Turkse onderdanen, die met het oog op het verrichten van arbeid in loondienst, het verrichten van arbeid als geestelijk voorganger of godsdienstleraar, met het oog op verblijf als stagiair of practicant, verblijf als kennismigrant als bedoeld in artikel 1d van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen, verblijf als onderzoeker in de zin van richtlijn 2005/71/EG, verblijf als onbezoldigde wetenschappelijk onderzoeker of verblijf als onbezoldigde gastdocent, en hun gezinsleden, verblijfsrecht hebben op grond van de Associatieovereenkomst EU-Turkije, alsmede Turkse onderdanen die als zelfstandige of dienstverrichter in Nederland verblijfsrecht hebben op grond van het Associatierecht EU-Turkije: € 76,

    • voor verblijf als familie- of gezinslid in de zin van de Associatieovereenkomst EG-Turkije van een Turkse onderdaan die in Nederland toegang heeft tot de arbeidsmarkt: € 76,

    • voor wedertoelating door gebruikmaking van de terugkeeroptie op grond van artikel 8 van de Remigratiewet: € 76,

    • voor deelname aan het Working Holiday Programme/Scheme (Australië, Canada, Nieuw Zeeland, Zuid-Korea, Argentinië en Hong Kong) en Young Workers Exchange Programme (Canada): € 76,

    • ten behoeve van personen op wie artikel 40, eerste lid, van het op 7 juni 2007 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland (Trb. 2007, 125) betrekking heeft, met het oog op het verrichten van de daarbedoelde werkzaamheden: € 76,

    • ten behoeve van de personen, bedoeld in de voorlaatste alinea van de brief van 21 december 2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties, behorend bij het op 21 december 2007 te New York tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon (Trb. 2007, 228), met het oog op het verrichten van de in die alinea bedoelde werkzaamheden: € 76,

    • voor minderjarigen op grond van de richtlijn 2003/86/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging (PB 2003 L 251, met rectificatie in PB 2012 L 71): € 76,

    • voor arbeid als zelfstandige als bedoeld in artikel 3:30, zesde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000: € 380.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. aanvragen tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf voor verblijf in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

    • met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming: USD 164,

    • met het oog op verblijf ter adoptie- of als pleegkind: USD 55,

    • met het oog op het verrichten van arbeid in loondienst: USD 274,

    • met het oog op het verrichten van arbeid als zelfstandige: USD 274,

    • met het oog op verblijf als gepensioneerde of rentenier: USD 774,

    • met het oog op wedertoelating: USD 164,

    • met het oog op het volgen van een studie: USD 164,

    • met het oog op verblijf als stagiair: USD 274,

    • met het oog op verblijf als praktikant: USD 274,

    • met het oog op verblijf als investeerder: USD 774,

    • met het oog op verblijf als vrijwilliger: USD 774,

    • met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming als minderjarig kind: USD 55.

B

In de artikelen 3, tweede lid, 3a, eerste en tweede lid, en 3b, aanhef, wordt ‘artikel 1, onderdeel s, onder 2°’ vervangen door ‘artikel 1, onderdeel s, onder 2° en 3°’.

C

Artikel 3a, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘artikel 1, onderdeel s, onder 3°’ vervangen door ‘artikel 1, onderdeel s, onder 4°’.

2. De tweede volzin komt te luiden:

Het tweede lid is van toepassing met dien verstande dat voor ‘artikel 1, onderdeel s, onder 3°’ moet worden verstaan ‘artikel 1, onderdeel s, onder 4°’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling op de consulaire tarieven (hierna: regeling).

De voornaamste wijziging in de regeling is de aanpassing van de leges. Deze wijziging is het gevolg van indexering op basis van het indexcijfer van de CAO-lonen zoals berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (5,4%).

Daarnaast is de indeling van artikel 1, onderdeel s, van de regeling gewijzigd (wijzigingsonderdeel A).

Allereerst is onderdeel 2 gesplitst in onderdeel 2 en onderdeel 3 (nieuw). Met de gewijzigde indeling sluit de opsomming van de tarieven voor de diverse aanvragen voor toegang en verblijf niet betrekking hebbende op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de onderdelen 2 en 3 (nieuw), beter aan bij de opsomming van de tarieven in de artikelen 3.34 en 3.34a van het Voorschrift Vreemdelingen 2000. Eenduidigheid in deze opsommingen is van belang omdat de tarieven in artikel 1, onderdeel s, onderdelen 2 en 3 (nieuw), van de regeling jaarlijks op dezelfde manier wijzigen als hoe de tarieven wijzigen in eerdergenoemde artikelen van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 als gevolg van de indexatie. Eenduidigheid in deze opsommingen komt daarmee de leesbaarheid ten goede en maakt wijzigingen van deze regeling eenvoudiger op te stellen.

Het voormalig onderdeel 3 is vernummerd tot onderdeel 4. De opsomming van de tarieven voor aanvragen tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf voor verblijf in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in dit onderdeel sluit aan bij de opsomming van de tarieven in artikel 4.1 van de Regeling toelating en uitzetting BES. Ook voor deze tarieven geldt dat eenduidigheid in de opsomming van belang is omdat dit de leesbaarheid ten goede komt en toekomstige wijzigingen van tarieven vereenvoudigt.

In verband met de gewijzigde indeling van artikel 1, onderdeel s, zijn er tot slot enkele redactionele wijzigingen doorgevoerd in de regeling (wijzigingsonderdelen B en C).

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

Naar boven