Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 februari 2024, nr. WJZ/42941804 tot wijziging van het Besluit vaststelling beleidsregels instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten in verband met een verhoging van het subsidieplafond en de toevoeging, dat een verhoging van het subsidieplafond zonder voorhang kan plaatsvinden

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7.1 juncto 7.7, tweede lid, van de Erfgoedwet en de artikelen 1.3 en 2.1, eerste lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING BESLUIT VASTSTELLING BELEIDSREGELS INSTANDHOUDINGSSUBSIDIE WOONHUIS-RIJKSMONUMENTEN

Het Besluit vaststelling beleidsregels instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, onderdelen b en c, wordt ‘€ 50 miljoen’ vervangen door ‘€ 52,5 miljoen’.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Wijziging van het besluit

Een besluit tot wijziging van dit besluit wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat een ontwerp daarvan aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is overgelegd, met uitzondering van een besluit tot wijziging dat enkel een verhoging van een subsidieplafond als bedoeld in artikel 2 behelst.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, F. Gräper-van Koolwijk

TOELICHTING

Vanuit de compensatie voor de loon- en prijsontwikkeling (LPO) is per 2023 (aanvraagronde 2024) jaarlijks € 2,5 miljoen beschikbaar voor verhoging van het budget voor subsidieverstrekking op grond van het Besluit vaststelling beleidsregels instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten (hierna: besluit). Met deze wijziging van het besluit wordt de budgetverhoging van € 2,5 miljoen voor subsidiabele kosten gemaakt in de jaren 2023 en 2024 gerealiseerd. Dit betreft een structurele ophoging. Omdat de woonhuissubsidie achteraf wordt toegekend voor kosten gemaakt in het voorgaande kalenderjaar, wordt de LPO voor 2023 toegevoegd aan het budget voor kosten gemaakt in 2023, en voor het eerst uitgekeerd in 2024. Het budget voor kosten gemaakt in 2024 wordt op dezelfde manier verhoogd. De huidige regeling eindigt op 1 januari 2026. In de lopende verkenning naar het financiële stelsel voor monumentenzorg wordt een voorstel voorbereid voor de voortzetting van de regeling na die periode, inclusief bijbehorende budgetplafonds.

Verder worden toekomstige verhogingen van het subsidieplafond uitgezonderd van de voorhangverplichting uit artikel 3 van het Besluit vaststelling beleidsregels instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten, omdat de doelgroep van de regeling hierdoor nooit benadeeld kan worden. Het is juist in het belang van subsidieaanvragers dat een eventuele verhoging van het subsidieplafond in voorkomend geval zo spoedig mogelijk kan worden vastgesteld.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, F. Gräper-van Koolwijk

Naar boven