Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 december 2024 tot het stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden geborgen in het archief van het Ministerie van Justitie: Centraal Archief van de Bijzondere Rechtspleging (CABR), 1945–1952 (1983) (2.09.09)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 15, tweede en vierde lid, van de Archiefwet 1995;

Besluit:

Artikel 1

De beperkingen die zijn gesteld aan de openbaarheid van alle archiefbescheiden geborgen in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (nummer archiefinventaris 2.09.09) worden met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer verlengd tot 1 januari 2026.

Artikel 2

Raadpleging of gebruik van de archiefbescheiden, bedoeld in artikel 1, is uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris. Deze toestemming wordt verleend volgens de bij het Nationaal Archief geldende procedure voor het gebruik van beperkt openbare archieven. Alleen schriftelijke verzoeken tot raadpleging worden in behandeling genomen. De algemene rijksarchivaris kan aan zijn toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 3

Het vervaardigen van reproducties van documenten uit de archiefbescheiden, bedoeld in artikel 1, is uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 december 2024

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Namens deze, De algemene rijksarchivaris, A.J.M. Doek

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, onder vermelding van ’Bezwaar’, ter attentie van DUO, postbus 30205, 2500 GE in Den Haag. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit is geplaatst.

TOELICHTING BIJ HET BESLUIT TOT HET STELLEN VAN BEPERKINGEN AAN DE OPENBAARHEID VAN ARCHIEFBESCHEIDEN GEBORGEN IN HET ARCHIEF VAN HET MINISTERIE VAN JUSTITIE: CENTRAAL ARCHIEF VAN DE BIJZONDERE RECHTSPLEGING (CABR), 1945–1952 (1983) (2.09.09)

De openbaarheid van de archiefbescheiden in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (hierna: CABR), genoemd in artikel 1, was beperkt tot 1 januari 2025. Kort voor het vervallen van de openbaarheidsbeperking heeft de Autoriteit persoonsgegevens (hierna: AP) de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW) er op gewezen dat als de openbaarmaking van het CABR zou worden uitgevoerd op de voorgenomen manier, met online en full-tekst doorzoekbaarheid, niet wordt voldaan aan de eisen van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG). Dit omdat persoonsgegevens van nog levende personen in het CABR aanwezig zijn, waaronder mogelijk ook bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard. De Minister van OCW heeft daarop besloten dat het op 2 januari 2025 geplande online toegankelijk maken van het CABR niet kan plaatsvinden.1

Nu de online toegankelijkheid van het CABR vooralsnog niet kan plaatsvinden, is onderzocht op welke wijze full-tekst doorzoekbaarheid kan worden geboden, opdat de informatie die in het archief ligt besloten, kan worden gevonden. Het maatschappelijk belang hiervan voor nabestaanden en andere (wetenschappelijk of historisch) onderzoekers hiervan is groot.

Om de tijdelijke voorziening die hiervoor wordt getroffen mogelijk te maken binnen de grenzen van de Archiefwet 1995 en de Uitvoeringswet AVG moeten verzoekers vooraf inzage aanvragen en is het hen niet toegestaan zelf kopieën te maken van het (gedigitaliseerde) archief. In combinatie met andere waarborgen worden de risico’s ten aanzien van de bescherming van persoonsgegevens tot een absoluut minimum beperkt. Om deze waarborgen bindend te kunnen stellen binnen de huidige wettelijke kaders is het verlengen van de openbaarheidsbeperking noodzakelijk, waar onderhavig besluit in voorziet. Omdat gewerkt gaat worden aan een permanente voorziening om het CABR openbaar (digitaal) toegankelijk te maken, is de beperking op de openbaarheid met een jaar verlengd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Namens deze, De algemene rijksarchivaris, A.J.M. Doek


X Noot
1

Kamerstukken II 2024/25, 20 454, nr. 208.

Naar boven