De Minister van Buitenlandse Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;
Gelet op Verordening (EU) 2024/3189 van de Raad van de Europese Unie van 16 december
2024 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen
met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid
van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PbEU L 2024/3189), en de artikelen 2, tweede
lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 1, tweede lid, van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne
2014 wordt ‘lid 5 nonies of lid 5 decies,’ vervangen door ‘lid 5 nonies, lid 5 decies
of lid 5 undecies,’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling strekt tot wijziging van de Sanctieregeling territoriale integriteit
Oekraïne 2014 (hierna: sanctieregeling).
De wijziging is het gevolg van Verordening (EU) 2024/31891 die Verordening (EU) nr. 269/2014 wijzigt. Verordening (EU) 2024/3189 geeft uitvoering
aan Besluit (GBVB) 2024/31822.
Verordening (EU) 2024/3189 wijzigt Verordening (EU) nr. 269/2014 in die zin dat het
mogelijk wordt om kasmiddelen vrij te geven die in de Europese Unie worden aangehouden
door centrale effectenbewaarinstellingen en die toe te rekenen zijn aan aangewezen
entiteiten in het kader van beperkende maatregelen jegens de Russische Federatie.
De noodzaak van het kunnen vrijgeven van bevroren kasmiddelen komt voort uit de toename
van rechtszaken en vergeldingsmaatregelen in Rusland. Door die rechtszaken en vergeldingsmaatregelen
worden aangewezen entiteiten en hun cliënten in staat gesteld om, zonder toestemming,
activa die in Rusland worden gehouden, in beslag te nemen van EU-centrale effectenbewaarinstellingen.
Het wordt daarom passend geacht om een afwijkingsgrond vast te stellen op grond waarvan
centrale effectenbewaarinstellingen in de Europese Unie de bevoegde autoriteiten van
de lidstaten kunnen verzoeken om kasmiddelen te ontvriezen, zodat centrale effectenbewaarinstellingen
in de Europese Unie die kasmiddelen niet langer aan aangewezen entiteiten verschuldigd
zijn, maar kunnen gebruiken om te voldoen aan de juridische verplichtingen van die
bewaarinstellingen jegens hun deelnemers.
Artikelsgewijs
Artikel I
Artikel 1, tweede lid, van de sanctieregeling is gewijzigd vanwege een nieuwe afwijkingsgrond
in artikel 6 ter, lid 5 undecies, als gevolg van Verordening (EU) 2024/3189 die Verordening
(EU) nr. 2014/269 wijzigt. Zie voor meer informatie het algemeen deel van deze toelichting.
Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website www.rijksoverheid.nl/sancties.
Ten slotte kan worden gemeld dat deze regeling strekt tot naleving van een internationale
verplichting. Hierdoor is een uitzondering op de vaste verandermomenten toegestaan
conform het beleid inzake vaste verandermomenten.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp