Regeling van de Minister van Economische Zaken, de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 december 2024, nr. WJZ/ 95846065, tot wijziging van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek in verband met de wijziging van de subsidieplafonds

De Minister van Economische Zaken, de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies, artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies en artikel 3 van de Kaderwet subsidies I en M;

Besluiten:

ARTIKEL I

In de tabel in bijlage 3, onderdeel 4, onder 4b, rij 2, WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, gericht op de ondersteuning van de NVWA, boekjaar 2023, van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek, zoals deze luidde van 1 mei 2024 tot en met 23 juli 2024, wordt ‘27.250.000’ vervangen door ‘29.000.000’.

ARTIKEL II

De Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek wordt als volgt gewijzigd:

Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel in onderdeel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. in rij 1, boekjaar 2024, wordt ‘250.000’ vervangen door ‘1.672.500’.

b. in rij 6, boekjaar 2025, wordt ‘2.000.000’ vervangen door ‘3.300.000’.

2. De tabel in onderdeel 2 wordt als volgt gewijzigd:

In rij 2, boekjaar 2024, wordt ‘1.525.000’ vervangen door ‘1.775.000’.

3. De tabel in onderdeel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. in rij 2, Veiligheidsonderzoek, boekjaar 2024, wordt ‘130.000’ vervangen door ‘401.000’.

b. in rij 2, Onbemande luchtvaart en drones, boekjaar 2024, wordt ‘79.000’ vervangen door ‘99.000’.

4. De tabel in onderdeel 4, onder 4b, wordt als volgt gewijzigd:

a. in rij 1, Onderzoeksprogramma’s voor beleidsondersteunend onderzoek, klimaat- en stikstofprogramma en additionele kennisvragen, Onderzoeksthema’s als bedoeld in tabel 4a, van deze bijlage, boekjaar 2023 t/m 2026, wordt ‘81.000.000’ vervangen door ‘95.000.000’.

b. in rij 2, WOT Visserijonderzoek als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, boekjaar 2025 t/m 2028, wordt ‘42.000.000’ vervangen door ‘44.000.000’.

c. in rij 2, WOT Economische informatievoorziening als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, boekjaar 2023 t/m 2027, wordt ‘56.000.000’ vervangen door ‘63.000.000’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 december 2024

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze wijzigingsregeling voorziet in de wijziging van de subsidieplafonds voor programmasubsidies die verstrekt worden op grond van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (hierna: Subsidieregeling TO2) aan organisaties voor toegepast onderzoek (hierna: TO2-instellingen).

2. Inhoud regeling

2.1 Wijziging subsidieplafonds voor het boekjaar 2023 t/m 2028

De subsidieplafonds voor de boekjaren 2023 t/m 2028 worden gewijzigd als gevolg van het beschikbaar stellen van additionele budgetten voor programmasubsidies.

2.1.1 Wijzigingen subsidieplafonds Wageningen Research 2023

Het subsidieplafond voor de WOT Voedselveiligheid wordt voor 2023 opgehoogd met € 1.750.000. De ophoging is nodig wegens extra werkzaamheden die zijn uitgevoerd die noodzakelijk waren ter ondersteuning van de NVWA. Wageningen Research heeft daarom extra onderzoek verricht in dit jaar. Dit budget is afkomstig van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit boekjaar is inmiddels verstreken, daarom is er sprake van een wijziging van de eerder geldende regeling.

2.1.2 Wijziging subsidieplafonds Deltares

Een toegenomen kennisvraag aan Deltares vanuit zowel beleid als uitvoering tot een ophoging voor verschillende thema’s. Het subsidieplafond voor het onderzoek op het terrein van Mijnbouwactiviteiten en Energietransitie wordt verhoogd met € 1.672.500. Dit verruimd budget wordt ingezet op het onderwerp grootschalige energieprojecten en omgeving. Dit budget is afkomstig van de Minister van Klimaat en Groene Groei.

Voor het onderzoeksthema Infrastructuur wordt het subsidieplafond voor 2025 met € 1.300.000 opgehoogd. Dit houdt verband met onder andere een groot geotechnisch onderzoek naar de invloed van de scheepvaart op de omgeving van drukbevaren kanalen en het kennisprogramma natte kunstwerken. Dit budget is afkomstig van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

2.1.3 Wijziging subsidieplafond MARIN

Het subsidieplafond voor MARIN voor het onderzoeksthema scheepvaartveiligheid wordt voor 2024 verhoogd naar € 1.775.000. Dit betreft aanvullend onderzoek wegens de Europese Green Deal. Dit budget is afkomstig van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

2.1.4 Wijziging subsidieplafond NLR

Voor NLR wordt door de Minister van Justitie en Veiligheid budget beschikbaar gesteld voor een kennisopbouwprogramma voor de beveiliging van burgerluchtvaart. Dit leidt tot een verhoging van het subsidieplafond van de programmasubsidie van 2024 naar € 401.000. Verder wordt het subsidieplafond voor het onderzoeksthema beveiliging luchtvaart als onderdeel van het maatschappelijk thema veiligheid voor 2024 met € 20.000 opgehoogd, dit in verband met onderzoek naar veiligheidsaspecten van onbemande luchtvaart en drones. Dit budget is ook afkomstig van de Minister van Justitie en Veiligheid.

2.1.5 Wijziging subsidieplafonds Wageningen Research

De subsidieplafonds voor Wageningen Research van een aantal wettelijke onderzoekstaken zijn bijgesteld.

Het subsidieplafond voor de meerjarige klimaat- en stikstofprogramma’s wordt voor de periode 2023 t/m 2026 opgehoogd met € 14.000.000. De ophoging is nodig vanwege aanvullende onderzoeksactiviteiten binnen het klimaatprogramma Kas als Energiebron. Dit heeft te maken met extra onderzoek dat in 2024 start binnen zowel het Klimaat- als het Stikstofprogramma. Daarnaast zijn in de komende jaren (2025 en 2026) nieuwe onderzoeken nodig waarvoor het plafond eveneens opgehoogd dient te worden. Dit budget is afkomstig van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Het subsidieplafond voor de WOT Economische Informatievoorziening voor de periode 2023 t/m 2027 wordt opgehoogd met € 7.000.000 vanwege extra activiteiten als gevolg van twee Europese verordeningen die in werking treden. Het gaat om de SAIO- (Statistics on Agricultural Input and Output) en de FSDN-verordening (Farm Sustainability Data Network). Om te voldoen aan deze verordeningen zijn aanmerkelijke investeringen in capaciteit en inzet nodig. Dit budget is afkomstig van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Tevens wordt het subsidieplafond voor de WOT Visserijonderzoek opgehoogd met € 2.000.000. De kosten voor het vijfjarige onderzoek waren te laag ingeschat, daarom wordt het plafond verhoogd zodat alle activiteiten die zijn afgesproken binnen de WOT in de komende periode kunnen worden uitgevoerd. Dit budget is afkomstig van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

3. Staatssteun

De wijziging brengt geen verandering in de staatssteunaspecten, verbonden aan de Subsidieregeling TO2. De wijzigingen met betrekking tot de publicatie van voormelde subsidieplafonds passen binnen de eerdere staatssteunbeoordeling. Voor een nadere toelichting op de staatssteunaspecten wordt verwezen naar paragraaf I, onderdeel 6, van de toelichting van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (Stcrt. 2018, 5475).

4. Regeldruk

De vaststelling van de subsidieplafonds leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de Subsidieregeling TO2. Voor een nadere toelichting op de huidige regeldrukeffecten wordt verwezen naar paragraaf I, onderdeel 8, van de toelichting van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (Stcrt. 2018, 5475).

5. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt.

Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

Naar boven