Regeling van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur 18 december 2024, nr. WJZ/95859789 tot wijziging van de Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren in verband met indexering van de retributies

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

Gelet op artikel 9.1 van de Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 33,50’ vervangen door ‘€ 39,28’.

B

In artikel 4, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 26,00’ vervangen door ‘€ 30,49’.

C

In artikel 6 wordt ‘€ 19,00’ vervangen door ‘€ 22,28’.

D

In artikel 10 wordt ‘€ 19,00’ vervangen door ‘€ 22,28’.

E

Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt ‘€ 19,00’ vervangen door ‘€ 22,28’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De Minister verwerkt de registratie, bedoeld in het eerste lid, slechts nadat betaling van het bedrag heeft plaatsgevonden.

F

In artikel 11 wordt ’€ 19,00’ vervangen door ‘€ 22,28’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 december 2024

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Met deze wijzigingsregeling zijn tarieven voor een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) in de Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren geïndexeerd.

Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om te regelen dat de registratie van een houder, wanneer een hond voor het eerst in Nederland is gebracht, een nakomeling heeft voortgebracht of niet eerder is geïdentificeerd of geregistreerd (artikel 3.29 van het Besluit houders van dieren), pas wordt verwerkt nadat die houder de eenmalige retributie heeft voldaan.

2. Retributies voor UBN’s

Inrichtingen waar dieren worden gehouden, worden geregistreerd met UBN. Een houder registreert zijn inrichting via een website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in het Identificatie- en Registratiesysteem (I&R) en krijgt vervolgens een UBN. De instandhouding van het I&R-systeem kost geld. De kosten van het I&R-systeem worden deels door de overheid betaald en deels aan houders doorbelast. Houders hebben profijt hebben bij een goed functionerend I&R-systeem om dieren in het kader van diergezondheid te kunnen traceren. Artikel 9.1 van de Wet dieren geeft de Minister van LVVN hiervoor een bevoegdheid.

De tarieven in de Regeling tarieven identificatie en registratie Wet dieren zijn sinds 2021 niet meer aangepast of geïndexeerd. Dat betekent dat de maximaal in rekening te brengen tarieven in 2021, 2022, 2023 en 2024 gelijk zijn gebleven, terwijl de uitvoeringskosten toegenomen zijn.

Het indexeren van de tarieven in de regeling op basis van de Consumenten Prijs Index (CPI) van het CBS komt voor afgelopen jaren neer op afgerond 17% (2021: 2,7%. 2022: 10,0%. 2023: 3,8%). De index voor 2024 is nog niet bekend. Als voorbeeld: het UBN tarief voor een melkveehouder wordt verhoogd van € 33,50 naar € 39,28 (€ 33,50 * 1,027 * 1,100 * 1,038). De financiële impact van deze wijziging voor de individuele dierhouder komt neer op een stijging van het bedrag voor een UBN tussen € 3,28 tot € 5,78 per UBN per jaar.

Enkel de tarieven voor de registratie of de instandhouding van de registratie van een UBN zijn geïndexeerd. De tarieven voor mutaties (bijvoorbeeld de registratie van een verplaatsing) zijn hierbij vooralsnog buiten beschouwing gelaten, omdat dit voor een individuele veehouder een verhoging van tientallen euro’s per jaar kan betekenen. De hoogte van overige onderdelen van het financieringsstelsel van I&R zoals mutaties, zullen op een later moment beoordeeld worden.

Bij het in rekening brengen van een retributie is het van belang dat nooit een hoger bedrag in rekening wordt gebracht dan de daadwerkelijk met de activiteit gepaard gaande kosten (artikel 9.1, derde lid, van de Wet dieren en Maat houden 2014 (Kamerstukken II 2013/14, 24 036, nr. 407). De in deze wijzigingsregeling opgenomen retributies zijn niet hoger dan de werkelijk gemaakte kosten.

3. Betaling voor verstrekking UBN hond

Volgens artikel 3.29 van het Besluit houders van dieren is een niet-bedrijfsmatige houder van honden verplicht zich te registreren bij de Minister. Na registratie ontvangt een houder een UBN. De houder is vervolgens een eenmalige retributie verschuldigd voor deze registratie van € 22,28 (geïndexeerd bedrag).

In de praktijk bleek echter dat veel houders het eenmalige bedrag niet voldeden, en zich er ook niet altijd van bewust waren dat een eenmalige retributie verschuldigd was. Dit leidde tot veel vragen bij houders.

Artikel 9.1, vierde lid, van de Wet dieren, geeft de mogelijkheid om bij ministeriële regeling te regelen dat een handeling pas uitgevoerd wordt nadat betaling heeft plaatsgevonden.

Om het aantal vragen te verminderen is nu in artikel 11, tweede lid (nieuw) bepaald dat de registratie pas wordt verwerkt nadat betaling van de retributie plaats heeft gevonden.

4. Notificatie

Omdat het hier gaat om retributies is notificatie van het ontwerp van de regeling bij de Europese Commissie, als technisch voorschrift als bedoeld in richtlijn 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241), niet aan de orde. Datzelfde geldt voor notificatie ter uitvoering van de Dienstenrichtlijn (richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, PB L 376).

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025. Van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) is voor wat betreft de publicatiedatum dus afgeweken. Vanwege het belang van een spoedige inwerkingtreding voor de overheid in verband met de doorberekening van kosten aan de gebruikers van het I&R systeem, het technische karakter van de wijzigingen en het feit dat de sector over de voorgenomen wijzigingen is geïnformeerd is afgeweken van de minimale publicatietermijn van twee maanden.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

Naar boven