Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2024, 41232 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2024, 41232 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Asiel en Migratie,
Gelet op de artikelen 47, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vreemdelingenwet 2000;
Besluit:
Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. de ambtenaren van de Dienst Identificatie en Screening Asielzoekers die de functie hebben van medewerker verwerken en behandelen.
2. Aan het slot wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, onder f, beschikken uitsluitend over de bevoegdheden, genoemd in artikelen 5:15 tot en met 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, en de bevoegdheden, genoemd in artikel 55 van de Wet.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 11 december 2024
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
Deze regeling strekt tot aanpassing van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (hierna: VV 2000) in het belang van het proces van identificatie en registratie van asielzoekers in Nederland. Dit proces (hierna: I&R proces) wordt met ingang van 1 januari 2025 uitvoerd door de Dienst Identificatie en Screening Asielzoekers (hierna: DISA). Deze dienst dient op deze startdatum te beschikken over enkele bevoegdheden teneinde het I&R proces op adequate en efficiënte wijze uit te kunnen voeren. Deze regeling voorziet hierin.
Het I&R proces van asielzoekers in Nederland is een essentieel onderdeel van het nationale asielsysteem en de nationale asielprocedure. In het I&R proces wordt de asielzoeker geïdentificeerd en diens asielaanvraag geregistreerd. Dit gebeurt middels onder meer de afname van biometrie, het controleren van de opgegeven identiteit in nationale en Europese databanken en het voeren van gesprekken. Eenieder die in Nederland asiel wil aanvragen, dient het I&R proces te doorlopen. In het I&R proces is nadrukkelijk aandacht voor mogelijke risico’s voor de (nationale) veiligheid. In verband hiermee vinden op individueel niveau (digitale) veiligheidscontroles plaats in nationale en Europese databanken1. Het is essentieel dat het I&R proces zo snel mogelijk na de aankomst van de asielzoeker in Nederland wordt voltooid. Het is maatschappelijk ongewenst dat (grote) groepen asielzoekers nog niet geïdentificeerd zijn. Daarbij kunnen achterstanden in het I&R proces (directe) gevolgen hebben voor een efficiënte doorstroom in daaropvolgende processen, zoals de opvang.
Het identificeren en registreren van asielzoekers in Nederland geschiedt tot 1 januari 2025 door de Nationale Politie, Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM). AVIM staat vanwege de verhoogde asielinstroom al langere tijd onder druk om asielzoekers tijdig te identificeren en registreren en om ontstane achterstanden in te lopen. Hierbij komt dat de inzet van de politie ook benodigd is op andere expertises in het migratiedomein, waardoor uitbreidingsmogelijkheden van de capaciteit van AVIM op het I&R proces beperkt zijn. In lijn met het Hoofdlijnenakkoord, waarin staat dat ‘administratieve taken die de politie in de asielketen heeft, worden overgeheveld naar een andere ter zake kundige organisatie’, is daarom besloten om de taak van het I&R proces van asielzoekers in Nederland elders in de asielketen te beleggen.
Omdat de reeds bestaande partners in de asielketen niet in staat zijn om op korte termijn de taken van AVIM in het I&R proces over te nemen, heeft Onze Minister besloten de identificatie en registratie van asielzoekers in Nederland met ingang van 1 januari 2025 verzelfstandigd onder te brengen in de nieuw opgerichte taakorganisatie DISA.
De taak waar DISA mee is belast, behoort tot de politieke verantwoordelijkheid van de Minister van Asiel en Migratie. Op basis van het uitgangspunt ‘twee ministeries, één apparaat’ is bij de oprichting van het ministerie er voor gekozen om het Ministerie van Asiel en Migratie zo veel mogelijk vanuit de organisatie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid te bedienen. DISA wordt dan ook functioneel ingericht en georganiseerd bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid, maar de Minister van Asiel en Migratie is en blijft politiek verantwoordelijk voor de organisatie en de taakuitoefening van DISA.
Op grond van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid is DISA belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving ten aanzien van de identificatie en registratie van vreemdelingen die in Nederland te kennen geven een asielaanvraag te willen indienen. Het mandaat van de Minister van Asiel en Migratie wordt via de daarvoor ingerichte structuur binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid verleend aan de directeur van DISA. Gelet op het Mandaatbesluit Dienst Identificatie en Screening Asielzoekers zijn de in artikel 4.1 VV 2000 aangewezen medewerkers bevoegd tot het verrichten van handelingen uit hoofde van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Daar waar in de Vw 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000 gesproken wordt over een bevoegdheid van Onze Minister, volgt uit het verleende mandaat dat de DISA-medewerkers die bevoegdheid kunnen uitoefenen namens de Minister van Asiel en Migratie. Daarmee staat buiten twijfel dat deze medewerkers de werkzaamheden van het I&R proces integraal daadwerkelijk mogen uitvoeren, uiteraard in lijn met de instructies van hun leidinggevenden.
De bevoegdheden, bedoeld in artikel 55 van de Vw 2000 vallen niet onder het mandaat dat aan DISA en de medewerkers van deze dienst is verleend. Het betreft de bevoegdheden om aanwijzingen te geven, staande te houden en aan kleding of lichaam te onderzoeken alsmede bagage te doorzoeken met het oog op aanwezigheid van documenten die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de asielaanvraag dan wel met het oog op de veiligheid van de betreffende plaats. Deze regeling kent deze bevoegdheden daarom toe aan de aangewezen DISA-medewerkers.
Hierna wordt eerst ingegaan op de bevoegdheden die middels deze regeling aan de medewerkers van DISA zijn toegekend. Daarna wordt stilgestaan bij de aanwijzing van deze medewerkers tot ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen. Vervolgens wordt de informatievoorziening en de grondslag voor gegevensverwerking beschreven, en ingegaan op de financiële gevolgen. Tot slot wordt de datum van inwerkingtreding toegelicht.
De medewerkers van DISA voeren de werkzaamheden in het I&R proces namens Onze Minister uit en beschikken over de bevoegdheden die in de Vw 2000 aan Onze Minister zijn toebedeeld. Hieronder vallen niet de bevoegdheden, als bedoeld in artikel 55 Vw 2000, om in het I&R proces aan asielzoekers aanwijzingen te geven, hen staande te houden en aan kleding of lichaam te onderzoeken alsmede bagage te doorzoeken met het oog op aanwezigheid van documenten die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de asielaanvraag dan wel met het oog op de veiligheid van de betreffende plaats. Deze bevoegdheden zijn essentieel voor het I&R proces. Zonder deze bevoegdheden kan DISA het I&R proces niet op adequate wijze uitvoeren. Zo zijn bij voorbeeld reis- of identiteitspapieren van essentieel belang voor de identificatie van de asielzoeker. Op grond van artikel 4.45 van het Vreemdelingenbesluit 2000 is de asielzoeker verplicht om mee te werken aan het beschikbaar stellen van deze documenten ten behoeve van een goedgelijkende pasfoto. Indien deze papieren niet vrijwillig worden overhandigd, moet de DISA-medewerker in staat zijn om de asielzoeker aan diens lichaam en kleding te onderzoeken en diens bagage te doorzoeken en deze papieren, indien aanwezig, in te nemen. Deze regeling geeft hieraan invulling.
De bevoegdheden, bedoeld in artikel 55 Vw 2000, zijn in die bepaling uitsluitend toegekend aan de ambtenaren belast met de grensbewaking en de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen. De medewerkers van DISA behoren in beginsel niet tot deze ambtenaren. Teneinde ambtenaren van DISA op grond van artikel 55 Vw 2000 in het kader van het I&R proces bevoegd te maken om voornoemde werkzaamheden uit te voeren, dienen zij te worden aangewezen als ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen. Hierdoor worden zij tevens aangemerkt als toezichthouder in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
De grondslag hiervoor ligt in artikel 47, eerste lid, onder c, Vw 2000, waarin is bepaald dat met het toezicht op de naleving van de wettelijke voorschriften met betrekking tot vreemdelingen zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren. Op grond van deze bepaling zijn in artikel 4.1, eerste lid, VV 2000 reeds meerdere categorieën ambtenaren van politie, de Dienst Terugkeer en Vertrek, de Dienst Vervoer en Ondersteuning, en de inspecteurs arbeidsmarktfraude van de Nederlandse Arbeidsinspectie, als zodanig aangewezen. Ten behoeve van het I&R proces voegt deze regeling aan het eerste lid van artikel 4.1 VV 2000 een categorie toe die betrekking heeft op DISA-ambtenaren. Bij het bepalen van de reikwijdte van deze aanwijzing is een ruime aanwijzing het uitgangspunt. Wel is de aanwijzing beperkt tot die medewerkers van DISA die deze bevoegdheden daadwerkelijk gaan gebruiken in de uitvoering van het I&R proces. Dit zijn de bij DISA werkzame ambtenaren die de functie hebben van ‘medewerker verwerken en behandelen’. Daarnaast is met deze aanwijzing uitsluitend beoogd om deze ambtenaren als toezichthouder in te kunnen zetten voor het I&R proces van asielzoekers in Nederland.
Toezichthouders hebben in beginsel de algemene bevoegdheden uit de Awb. Artikel 5:14 Awb biedt de mogelijkheid om het bevoegdhedenpakket van de toezichthouder te beperken. In het vijfde lid van artikel 4.1 van het VV 2000 is geëxpliciteerd dat de aangewezen ambtenaren van DISA uitsluitend beschikken over de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 5:15 tot en met 5:17 Awb, en de bevoegdheden, genoemd in artikel 55 Vw 2000.
Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Dit betekent dat de toepassing van deze bevoegdheden door de aangewezen ambtenaren van DISA beperkt blijft tot de werkzaamheden die zij in het kader van het I&R proces dienen uit te voeren.
Onderdeel van deze werkzaamheden betreft het doorzoeken van bagage en het onderzoeken aan lichaam en kleding. Dit vergt een bepaalde vaardigheid. Voor zover de aangewezen ambtenaren van DISA nog niet over deze vaardigheden beschikken, worden zij eerst getraind door AVIM of de Koninklijke Marechaussee, alvorens zij gebruik gaan maken van deze bevoegdheid.
DISA hanteert de uitgangspunten van de ketenarchitectuur in de Migratieketen. Dat wil zeggen dat haar IV landschap en de informatie-uitwisseling dienovereenkomstig (technisch) is ingericht, dat zij een adequate datastrategie voert, inzet op datakwaliteit en communiceert met de ketenpartners via de ketenvoorzieningen, zoals de Basis Voorziening Vreemdelingen (BVV).
DISA onderschrijft en leeft alle gangbare protocollen na die zien op informatie- en dataverzameling, -uitwisseling en -opslag die gelden voor Rijksorganisaties, binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid en meer specifiek het Migratiedomein. DISA participeert in de diverse ketenbrede gremia voor besturing en ontwikkelingen van de informatievoorzieningen.
Ten behoeve van het I&R proces heeft DISA hardware (zogenaamde biometrie-zuilen) van de politie in bruikleen. Overige hardware, waaronder pc’s, printers en scanners, neemt DISA af via een shared service organisatie (SSO) van het Rijk. DISA is verder aangesloten op het systeem Basis Voorziening IDentiteit vaststelling (BVID) dat in het I&R proces wordt gebruikt om te achterhalen of de vreemdeling in andere Nederlandse of Europese databanken voorkomt. Daarnaast heeft DISA een workflowmanagementsysteem in gebruik dat aan de ketenvereisten voldoet en aangesloten is op de BVV. DISA neemt hierbij dienstverlening af van een SSO van het Rijk.
De toepassing van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 55 Vw 2000, gaat gepaard met de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens. De grondslag voor deze verwerking ligt besloten in artikel 55 in samenhang met de artikelen 106a, 107 en 107a Vw 2000 en de artikelen 7.1a tot en met artikel 7.1d VV 2000.
De taak van het I&R proces is niet nieuw. De werkzaamheden behorende bij het I&R proces, zoals die tot 1 januari 2025 door AVIM werden uitgevoerd, worden thans door DISA verricht. De aanwijzing middels deze regeling van ambtenaren van DISA als ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen en de bijbehorende toekenning aan deze ambtenaren van de bevoegdheden, genoemd in artikel 55 Vw 2000, brengen derhalve geen aanvullende kosten met zich voor de asielketen.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025. Dit is de datum waarop DISA een aanvang neemt met de uitvoering van de werkzaamheden in het I&R proces aangaande asielzoekers in Nederland en de aangewezen ambtenaren van DISA per die datum over de hiervoor benodigde bevoegdheden, genoemd in artikel 55 Vw 2000, dienen te beschikken.
Verwezen wordt naar de relevante passages in het algemene deel van de toelichting.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
De grondslag hiervoor ligt in artikel 55, tweede lid, in samenhang met artikel 30b, eerste lid, onder j, van de Vreemdelingenwet 2000.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-41232.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.