Regeling van 5 december 2024, nr. 5810710 van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid houdende de wijziging van de inkomens- en vermogensgrenzen, in de Wet op de rechtsbijstand en het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, eigen bijdragen en basisbedragen, bedoeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, het Besluit vergoedingen rechtsbijstand en het Besluit toevoeging mediation, en vaststelling van het normbedrag en het bedrag van het voorschot voor advocaten als bedoeld in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000

De Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid;

Gelet op artikel 34, vierde lid, van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 3, tweede lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, artikel 4, vierde lid van het Besluit toevoeging mediation, artikel 3, tweede lid, en artikel 35, tweede en vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

Besluit:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2025 luiden de bedragen, zoals vermeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand: € 33.200 respectievelijk € 46.900.

Artikel 2

Met ingang van 1 januari 2025 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdragen rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, eerste lid

    • in onderdeel a: € 23.600;

    • in onderdeel b: € 23.600 respectievelijk € 24.300;

    • in onderdeel c: € 24.300 respectievelijk € 25.800;

    • in onderdeel d: € 25.800 respectievelijk € 27.900; en

    • in onderdeel e: € 27.900 respectievelijk € 33.200;

  • b. in artikel 2, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 32.800;

    • in onderdeel b: € 32.800 respectievelijk € 33.900;

    • in onderdeel c: € 33.900 respectievelijk € 35.500;

    • in onderdeel d: € 35.500 respectievelijk € 39.700; en

    • in onderdeel e: € 39.700 respectievelijk € 46.900;

  • c. in artikel 2a, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 23.600;

    • in onderdeel b: € 23.600 respectievelijk € 24.300;

    • in onderdeel c: € 24.300 respectievelijk € 25.800;

    • in onderdeel d: € 25.800 respectievelijk € 27.900; en

    • in onderdeel e: € 27.900 respectievelijk € 33.200;

  • d. in artikel 2a, derde lid:

    • in onderdeel a: € 32.800;

    • in onderdeel b: € 32.800 respectievelijk € 33.900;

    • in onderdeel c: € 33.900 respectievelijk € 35.500;

    • in onderdeel d: € 35.500 respectievelijk € 39.700; en

    • in onderdeel e: € 39.700 respectievelijk € 46.900.

  • e. In artikel 2, derde lid:

    • in onderdeel a: € 24.300 respectievelijk € 33.900; en

    • in onderdeel b: € 24.300 respectievelijk € 33.200 respectievelijk € 33.900 respectievelijk € 46.900.

  • f. In artikel 2a, vierde lid:

    • in onderdeel a: € 24.300 respectievelijk € 33.900; en

    • in onderdeel b: € 24.300 respectievelijk € 33.200 respectievelijk € 33.900 respectievelijk € 46.900.

Artikel 3

Met ingang van 1 januari 2025 luiden de eigen bijdragen, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, eerste lid

    • in onderdeel a: € 241;

    • in onderdeel b: € 445;

    • in onderdeel c: € 635;

    • in onderdeel d: € 827; en

    • in onderdeel e: € 1.016.

  • b. in artikel 2, tweede lid

    • in onderdeel a: € 241;

    • in onderdeel b: € 445;

    • in onderdeel c: € 635;

    • in onderdeel d: € 827; en

    • in onderdeel e: € 1.016.

  • c. in artikel 2, derde lid:

    • in onderdeel a: € 95; en

    • in onderdeel b: € 159;

  • d. in artikel 2, vijfde lid: € 1.016.

  • e. in artikel 2a, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 420;

    • in onderdeel b: € 509;

    • in onderdeel c: € 700;

    • in onderdeel d: € 890; en

    • in onderdeel e: € 1.050;

  • f. in artikel 2a, derde lid:

    • in onderdeel a: € 420;

    • In onderdeel b: € 509;

    • in onderdeel c: € 700;

    • in onderdeel d: € 890; en

    • in onderdeel e: € 1.050;

  • g. in artikel 2a, vierde lid:

    • in onderdeel a: € 132; en

    • in onderdeel b: € 175.

  • h. in artikel 4, eerste lid: € 241.

  • i. in artikel 4, tweede lid: € 65.

  • j. in artikel 4, derde lid: € 65.

Artikel 4

Met ingang van 1 januari 2025 luiden de bedragen voor korting diagnose en triage, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, zesde lid: € 65.

  • b. in artikel 2, zevende lid: € 65.

  • c. in artikel 2, achtste lid: € 65.

Artikel 5

Met ingang van 1 januari 2025 luiden de eigen bijdragen, zoals vermeld in het Besluit toevoeging mediation:

  • a. in artikel 4, eerste lid: € 129;

  • b. in artikel 4, tweede lid: € 65;

  • c. in artikel 4, derde lid: € 129.

Artikel 6

Met ingang van 1 januari 2025 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in het Besluit toevoeging mediation:

  • a. in artikel 4, tweede lid, onderdeel a: € 23.600;

  • b. in artikel 4, tweede lid, onderdeel b: € 32.800.

Artikel 7

  • 1. Met ingang van 1 januari 2025 wordt het normbedrag als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op € 1.024.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2025 wordt het voorschot als bedoeld in artikel 35, vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op: ten hoogste 10% van € 63.000.

Artikel 8

Met ingang van 1 januari 2025 luiden de vergoedingen voor advocaten, zoals vermeld in het Besluit Vergoedingen Rechtsbijstand:

  • a. in artikel 3, eerste lid: € 134,47;

  • b. in artikel 27, eerste lid: € 24,12.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking per 1 januari 2025.

’s-Gravenhage, 5 december 2024

Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken

TOELICHTING

Jaarlijks worden de bedragen overeenkomstig artikel 34, vierde lid Wet op de rechtsbijstand en artikel 3, tweede lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, artikel 3, tweede lid van het Besluit vergoeding rechtsbijstand 2000, artikel 4, vierde lid van het Besluit toevoeging mediation, en artikel 35, tweede en vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000, en de eigen bijdragen bedoeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit toevoeging mediation gewijzigd. Dit betreft een jaarlijkse indexering.

Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2025.

’s-Gravenhage, 5 december 2024

Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken

Naar boven