Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 5 december 2024, nr. 5897730, houdende een tijdelijke ontheffing van de eis van bekwaamheid voor de uitoefening van de opsporingsbevoegdheid van buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de politie waarvan de akte van beëdiging vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 verloopt

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 16, derde lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren;

Besluit:

Artikel 1

Aan de buitengewoon opsporingsambtenaren die reeds werkzaam zijn bij de politie en waarvan de akte van beëdiging verloopt in de periode 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 wordt een tijdelijke ontheffing verleend, zoals bedoeld in bijlage H, van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar, van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 2

• 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

• 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2026.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 december 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie en Veiligheid t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20301, 2500 EH, Den Haag. Het bezwaarschrift dient door de belanghebbende te zijn ondertekend en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaar rust.

TOELICHTING

Met dit besluit wordt aan buitengewoon opsporingsambtenaren (hierna: boa’s) in dienst van de politie (hierna ook: politieboa’s) waarvan de akte van beëdiging in de periode vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 verloopt een tijdelijke ontheffing verleend van de bekwaamheidseis voor de uitoefening van de opsporingsbevoegdheid.

Op grond van artikel 16, derde lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is het mogelijk een ontheffing te verlenen van de bekwaamheidseis voor de uitoefening van de opsporingsbevoegdheid aan (een groep) boa’s in dienst van een werkgever, indien de bekwaamheid op een andere wijze blijkt.

In bijlage H van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar (hierna: Beleidsregels) staan nadere regels over de verschillende soorten ontheffingen van de bekwaamheid. Onder de tijdelijke ontheffing wordt verstaan een ontheffing die voor een bepaalde periode kan worden verleend om de werkgever in staat te stellen de bij hem in dienst zijnde boa’s bij te scholen en in staat te stellen het vereiste examen af te leggen. Deze ontheffingsmogelijkheid bestaat alleen in geval van buitengewone omstandigheden en voor al in dienst zijnde boa’s, dus de tijdelijke ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor nieuwe aanvragen tot aanstelling als boa.

Met ingang van 13 december 2023 (Stcrt. 2023, 34097) is eerder aan politieboa’s een tijdelijke ontheffing verleend van de bekwaamheidseis, maar die ontheffing ziet alleen op politieboa’s waarvan de akte van beëdiging vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 verloopt. De buitengewone omstandigheid was de ingrijpende wijziging van de opleidingsmethode en het opleidingsprogramma van boa’s in dienst van de politie, zodat politieboa’s een opleiding volgen en een examen afleggen die aansluiten bij hun praktijk.

De buitengewone omstandigheid geldt nog steeds. De politie is gestart is met haar eigen opleiding voor de zittende boa’s (de permanente her- en bijscholing), maar er gaat enige tijd overheen voordat er diploma’s of getuigschriften kunnen worden afgegeven aan politieboa’s die de opleiding hebben gevolgd. Daardoor beschikken politieboa’s waarvan de akte begin 2025 verloopt, nog niet over de benodigde diploma’s of getuigschriften om de bekwaamheid aan te tonen.

Daarnaast heeft de politie meer tijd nodig voor het inregelen en startklaar maken van de opleiding- en examenstructuur voor de nieuwe boa’s (de basisopleiding) conform de ingediende plannen. Het realiseren hiervan heeft vertraging opgelopen. Het verlenen van de semi-permanente ontheffing wordt uitgesteld totdat de basisopleiding gereed is; vanzelfsprekend indien aan de voorwaarden voor de semi-permanente ontheffing wordt voldaan. Het eerder geven van een semi-permanente ontheffing voor de groep zittende politieboa’s, zal leiden tot onduidelijkheid, aangezien in korte tijd veel wijzigingen plaatsvinden in de eisen die aan zittende politieboa’s worden gesteld. Om die reden wordt ervoor gekozen om deze tijdelijke ontheffing voor één jaar te geven. De verwachting is dat de eerste aspirant politieboa’s medio 2025 het onderwijs kunnen volgen. De opleiding duurt twaalf weken. Naar verwachting worden de eerste politieboa diploma’s daarom eind 2025 verwacht. Om geen gat te laten vallen tussen de huidige tijdelijke ontheffing en de semi-permanente ontheffing wordt de tijdelijke ontheffing met het onderhavige besluit verlengd. Daarbij wordt benadrukt dat deze ontheffing na het jaar 2025, niet meer zal worden verlengd. Alsdan zal ofwel een semi-permanente ontheffing worden gegeven, ofwel zal geen ontheffing van de bekwaamheidseis worden gegeven.

Voor de bekendmaking van dit besluit wordt toepassing gegeven aan artikel 3:41 tweede lid Algemene wet bestuursrecht. De bekendmaking van dit besluit kan namelijk niet geschieden door toezending of uitreiking aan alle belanghebbenden, omdat de groep van belanghebbenden te groot is. Daarom geschiedt de bekendmaking van dit besluit door publicatie in de Staatscourant.

De akten van beëdiging van de betreffende politieboa’s die vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 worden vernieuwd en waarin verwezen wordt naar deze ontheffing zullen de gebruikelijke geldigheid hebben van vijf jaar.

’s-Gravenhage, 5 december 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel