Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2024, 40277 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2024, 40277 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Economische Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 2, 4, 5, 16, 25 en 30 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies subsidies;
Besluit:
De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.22.1 komt de begripsomschrijving ziekteverwekkers met pandemisch potentieel te luiden:
ziekteverwekkers die wereldwijd een groot aantal mensen kunnen treffen en een grote bedreiging voor de volksgezondheid kunnen zijn.
B
Artikel 3.22.2a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt ‘slechts’.
2. In het derde lid, onderdeel b, wordt na ‘die kunnen bijdragen aan’ ingevoegd ‘, ondersteuning geven aan’.
3. In het vijfde lid vervalt ‘uitdrukkelijk’.
C
Artikel 3.22.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 2.500.000’ vervangen door ‘€ 3.125.000’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 32.000’ vervangen door ‘€ 32.500’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 5.300.000’ vervangen door ‘€ 6.625.000’.
4. In het vijfde lid wordt ‘€ 200.000’ vervangen door ‘€ 250.000’.
D
Na artikel 3.22.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In afwijking van artikel 3.22.3, eerste tot en met derde lid en vijfde lid, bedraagt de subsidie voor het uitvoeren van een thematisch technology transferplan dat gericht is op pandemische paraatheid als bedoeld in artikel 3.22.2a:
a. 100 procent van de subsidiabele kosten voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3.22.2, derde lid, doch ten hoogste € 2.500.000 per aanvraag en maximaal de helft van de subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3.22.2, vierde lid;
b. ten hoogste € 32.000 per octrooiaanvraag voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3.22.2, derde lid, onderdeel b;
c. ten hoogste € 25.000 per validatieproject voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3.22.2, derde lid, onderdeel e;
d. 100 procent van de managementkosten voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3.22.2, vierde lid, onderdeel b, doch ten hoogste € 200.000.
2. In afwijking van artikel 3.22.3, vierde lid, bedraagt de geldlening, bedoeld in artikel 3.22.2, vijfde lid, voor het uitvoeren van een thematisch technology transferplan dat gericht is op pandemische paraatheid als bedoeld in artikel 3.22.2a, die op grond van de overeenkomst van geldlening geleend kan worden, maximaal 90 procent van het investeringsbudget, doch ten hoogste € 5.300.000.
E
Aan artikel 3.22.5, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel g een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. er sprake is van een gelijktijdige openstelling voor het indienen van aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikelen 3.22.2, eerste lid, en 3.22.2a, eerste lid, en de aanvrager voor het uitvoeren van een thematisch technology transferplan dat gericht is op pandemische paraatheid hiervoor een aanvraag doet op grond van artikel 3.22.2, eerste lid.
F
Artikel 3.22.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder verlettering van de onderdelen a tot en met g tot b tot en met h wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
a. het kennisoverdrachtplan beter aansluit op één of meer van de volgende prioriteiten:
1°. optical systems and integrated photonics;
2°. kwantum technologies;
3°. process technology, including process intensification;
4°. biomolecular and cell technologies;
5°. imaging technologies;
6°. mechatronics and optomechatronics;
7°. artificial intelligence and data science;
8°. energy materials;
9°. semiconductor technologies;
10°. cybersecurity technologies;.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Voor de rangschikking kent de Minister aan het in het eerste lid, onderdeel a, vermelde criterium maximaal twintig punten toe en aan de criteria genoemd in het eerste lid, onderdelen b tot en met h, elk maximaal tien punten.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste en tweede lid is het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, niet van toepassing op een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3.22.2a en kent de Minister aan de overige criteria maximaal tien punten toe.
G
Artikel 3.22.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel f, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. een visie van het consortium op de principes die het consortium hanteert voor de omgang met intellectueel eigendom. Deze visie omvat in ieder geval een toelichting op hoe het consortium omgaat met de overdracht van intellectueel eigendom aan spin-offs.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Een kennisoverdrachtplan is een plan van het thematisch consortium respectievelijk de onderzoeksorganisaties in het TTT-samenwerkingsverband, dat bestaat uit een samenhangend geheel van activiteiten die kennisoverdracht bevorderen rondom een thema en dat een looptijd heeft van ten minste vijf jaar.
In het kennisoverdrachtplan is tevens opgenomen:
a. hoe wordt omgegaan met het verwerven en overdragen van rechten van intellectueel eigendom en het verlenen van gebruiksrechten en, in geval het TTT-samenwerkingsverband bestaat uit een thematisch technology transferfonds en drie of meer onderzoeksorganisaties, hoe de onderzoeksorganisaties de daadwerkelijke samenwerking zullen inrichten; en
b. dat ten minste een derde van het subsidiebedrag als bedoeld in artikel 3.22.3, eerste lid, wordt gebruikt voor activiteiten als bedoeld in artikel 3.22.2, derde lid, onderdelen c en e.
H
Aan artikel 3.22.8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. De samenwerkende onderzoeksorganisaties, of het thematisch consortium, besteden ten minste een derde van het subsidiebedrag, bedoeld in artikel 3.22.3, eerste lid, aan activiteiten als bedoeld in artikel 3.22.2, derde lid, onderdelen c en e.
I
Aan artikel 3.22.9 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Een thematisch technology transferfonds dient op verzoek van de Minister aan het einde van een projectjaar een overzicht in van kennisstarters waaraan risicokapitaal is verstrekt. Dit overzicht bevat ten minste de namen, KvK-nummers en postcodes van de betreffende kennisstarters.
In de tabel behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 worden na de rij met Titel 3.18a de volgende rijen ingevoegd:
|
Titel 3.22: Thematische Technology Transfer |
3.22.2, eerste lid |
16-12-2024 t/m 15-04-2025 |
€ 40.000.000 |
||
|
3.22.2a, eerste lid |
Thematisch technology transferplan gericht op pandemische paraatheid |
16-12-2024 t/m 15-04-2025 |
€ 8.000.000 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 5 december 2024
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
Met deze regeling is een aantal wijzigingen aangebracht in titel 3.22 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES), waarin de subsidiemodule Thematische Technology Transfer (hierna: TTT) is opgenomen. De wijzigingen betreffen onder andere een inflatiecorrectie op bepaalde subsidiebedragen, het toevoegen van een rangschikkingscriterium op basis van de prioriteiten van de Nationale Technologiestrategie, aanpassing van informatieverplichtingen en het opnemen van een verplichting voor samenwerkende onderzoeksorganisaties om een bepaald gedeelte van de ontvangen subsidie te besteden aan activiteiten ten behoeve van het creëren van spin-offs en het onafhankelijk uitvoeren van validatieprojecten.
Door aansluiting op de prioriteiten van de Nationale Technologiestrategie op te nemen als rangschikkingscriterium sluit de TTT beter aan bij de beleidsprioriteiten van het Ministerie van Economische Zaken. In het verlengde hiervan is ook de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 gewijzigd vanwege het openstellen van de subsidiemodule in de periode van 16 december 2024 tot en met 15 april 2025 voor projecten voor het uitvoeren van een thematisch technology transferplan en voor projecten voor het uitvoeren van een thematisch technology transferplan dat specifiek gericht is op pandemische paraatheid. Beide onderdelen worden apart opengesteld met een eigen subsidieplafond hetgeen betekent dat een aanvraag voor een subsidie voor een project dat specifiek gericht is op pandemische paraatheid alleen in aanmerking komt voor een subsidie uit dat plafond en dat de betreffende aanvrager dus geen subsidie kan aanvragen op grond van de reguliere tender, bedoeld in artikel 3.22.2, eerste lid (onderdeel E in deze wijzigingsregeling). Daarnaast gelden sommige wijzigingen niet voor projecten met betrekking tot pandemische paraatheid; het gaat dan om de inflatiecorrectie voor sommige subsidiebedragen en het nieuwe rangschikkingscriterium.
De TTT heeft tot doel om excellent wetenschappelijk onderzoek van samenwerkende onderzoeksorganisaties te benutten om economische groei te bevorderen en (tegelijkertijd) maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Door de hoge en met name moeilijk voor de markt in te schatten investeringsrisico’s die gepaard gaan met investeren in kennisintensieve startups, ontbreken passende financieringsmogelijkheden wat een belangrijk obstakel voor daadwerkelijke kennisbenutting is. De TTT biedt financieringsmogelijkheden voor deze kennisintensieve startups via twee pijlers: een subsidie voor onderzoeksorganisaties voor gezamenlijke kennisoverdrachtactiviteiten rondom een bepaald thema (pijler 1) en een subsidie in de vorm van een geldlening aan een thematisch technology transferfonds (hierna: TTT-fonds) voor het doen van investeringen in kennisstarters (pijler 2).
De COVID-19-pandemie heeft de noodzaak onderstreept van het beschikbaar komen van nieuwe therapieën die kunnen worden ingezet bij een pandemie. Daarnaast heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bij herhaling gewezen op het gevaar van antimicrobiële resistentie (AMR), ook wel de ‘stille pandemie’ genoemd. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) zet daarom in op het in algemene zin bevorderen van innovatie en netwerkvorming tussen innoverende partijen op het domein van pandemische paraatheid en antimicrobiële resistentie. Om redenen van efficiëntie en omdat de Minister van Economische Zaken mede verantwoordelijk is voor het valorisatiebeleid is ervoor gekozen om dit onderwerp in de onderhavige titel van de RNES onder te brengen. VWS heeft hiervoor middelen beschikbaar gesteld. Bij innovatie gaat het hier om (infrastructuur voor de ontwikkeling van) therapieën en platformtechnologieën die tijdens pandemieën een rol kunnen spelen in de bestrijding van een pandemie en het verkleinen van de medische schade die een pandemie veroorzaakt. Ter verduidelijking wordt hierbij opgemerkt dat toedieningsplatformen, zoals naalden of neusspray maar ook ondersteunende detectiemethoden hier ook onder vallen. Omdat onbekend is hoe een volgende pandemie eruitziet, is het van belang om de kans op de aanwezigheid van de juiste therapieën te vergroten en ervoor te zorgen dat nieuwe of aangepaste therapieën sneller worden ontwikkeld, getest en veilig kunnen worden toegepast. Dit specifieke ‘luik’ in de TTT (artikel 3.22.2a van de RNES) is derhalve (enkel) gericht op partijen die voor therapieontwikkeling in het kader van pandemische paraatheid financiering nodig hebben om hun plannen te valoriseren en verder te ontwikkelen tot commerciële producten. Het doel van het luik ‘pandemische paraatheid’ binnen de TTT is om de innovatiekracht op het gebied van therapieontwikkeling ter (preventieve) behandeling van infectieziekten met pandemisch potentieel een impuls te geven. Door technologieontwikkeling die therapieën opleveren tegen infectieziekten of ondersteunende technologie daarvoor te ontwikkelen gericht op ziekteverwekkers met pandemische potentieel ontstaat een ecosysteem voor innovatie gericht op pandemische paraatheid met sterke multidisciplinaire samenwerking tussen verschillende partijen en verschillende expertises draagt bij aan het paraat staan voor het geval een pandemie uitbreekt. De versterking van het ecosysteem vergroot de kans op het snel tot stand komen van passende innovatieve oplossingen tijdens pandemieën, door samenwerkingen tussen de veldpartijen (onderzoeksorganisaties en bedrijven). De TTT met het thema pandemische paraatheid vormt een katalysator voor innovaties die kunnen worden gevaloriseerd en een stimulans voor samenwerking van partijen binnen het ecosysteem. Daarom wordt deze TTT-module met deze wijzigingsregeling wederom opengesteld. Op deze gehele procedure van aanvraag, behandeling en beoordeling van de subsidieaanvraag zijn alle reeds bestaande criteria, vereisten en verplichtingen die vervat zijn in de TTT onverkort van toepassing tenzij anders aangegeven.
Met onderdeel F van deze wijzigingsregeling wordt de mate van aansluiting op minimaal één van de tien prioriteiten uit de Nationale Technologiestrategie (hierna: NTS) toegevoegd als rangschikkingscriterium (artikel 3.22.6, eerste lid, onderdeel a). De NTS, die januari 2024 is gepubliceerd1 door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, is richtinggevend voor het Nederlandse innovatiebeleid en stelt daarbij tien sleuteltechnologieën centraal. Dit zijn technologieën met een sterke basis in Nederland, die veel bijdragen aan ons verdienvermogen, bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en van belang zijn voor de nationale veiligheid. Met de keuze voor een aansluiting op de NTS-prioriteiten wordt afgeweken van de toelichting op de begroting waarin vier thema's zijn opgenomen overeenstemmend met thema's uit het Nationaal Groeifondsvoorstel ‘Deltaplan Valorisatie 2032'. Deze keuze is gemaakt om de aansluiting op het overige innovatie-instrumentarium van het Ministerie van Economische Zaken te verbeteren. Dit rangschikkingscriterium is echter niet van toepassing op de tender Pandemische Paraatheid (zie ook artikel 3.22.6, derde lid).
Heldere afspraken over het gebruik van intellectueel eigendom van een kennisinstelling door kennisstarters bevorderen de doorgroei van deze bedrijven. In de regeling is daarom opgenomen dat consortia een visie opstellen op de principes die het consortium hanteert voor de omgang met intellectueel eigendom (artikel 3.22.7, eerste lid, onderdeel g). Deze visie omvat in ieder geval een toelichting op hoe het consortium omgaat met de overdracht van intellectueel eigendom aan spin-offs. Aanvragers worden hiermee aangemoedigd na te denken over hoe zij omgaan met intellectueel eigendom en bij voorkeur ook gebruik te maken van de deal term principes voor gebruik van intellectueel eigendom, gepresenteerd in februari 2023 door de Universiteiten van Nederland (UNL)2. Deze principes hebben tot doel om afspraken over intellectueel eigendom te verhelderen en het onderhandelingsproces tussen kennisinstellingen en jonge ondernemingen te versnellen, in situaties waar de wetenschapper volledig uit dienst treedt.
Door het doorvoeren van een inflatiecorrectie is het beschikbare bedrag per aanvragend thematisch consortium verhoogd van (opgeteld) € 8 miljoen euro naar € 10 miljoen, met een in totaal beschikbaar gesteld bedrag van € 40 miljoen voor deze tender. Dat betekent dat de maximale hoogte van de subsidies voor zowel het uitvoeren van activiteiten uit het kennisoverdrachtplan, als voor thematisch technology transferfonds, zijn verhoogd met 25 procent. Deze verhoging geldt niet voor validatieprojecten, omdat de praktijk leert dat de huidige bedragen volstaan. Bovendien kunnen op deze manier meer proposities worden ondersteund met vouchers voor validatieprojecten. Wel wordt het maximale bedrag per octrooiaanvraag, inflatiecorrectie meegenomen, verhoogd met € 500 (artikel 3.22.3). Deze wijzigingen zijn niet van toepassing op de tender Pandemische Paraatheid (zie artikel 3.22.3a waarin voor deze tender nog de oude bedragen zijn gehanteerd) omdat het budget al eerder beschikbaar was gesteld door VWS en in dat budget geen inflatiecorrectie was voorzien.
Ten behoeve van de monitoring van de TTT worden thematische technology transferfondsen verplicht om, op aanvraag van de Minister (in de praktijk: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland), informatie te delen inzake de kennisstarters waaraan risicokapitaal is verstrekt. Dit omvat de namen, KvK-nummers en postcodes van de betreffende kennisstarters. Hierdoor is de overheid beter in staat de betreffende bedrijven ook in latere fases te ondersteunen (artikel 3.22.9, zevende lid).
Met onderdeel A wordt de begripsbepaling ziekteverwekkers met pandemisch potentieel gewijzigd. De therapieën of technologieën die worden ontwikkeld in deze TTT moeten bijdragen aan het bestrijden van een ziekteverwekker met pandemische potentieel. Met de nieuwe definitie kunnen ook therapieën of technologieën ten behoeve van antimicrobiële resistentie (AMR) worden ontwikkeld. AMR wordt gezien als een ‘langzame’ pandemie en verder is bestrijding van AMR van groot belang om pandemische paraat te zijn.
Met onderdeel B worden een aantal tekstuele wijzigingen in artikel 3.22.2a voorgesteld. In het tweede lid komt het woord ‘slechts’ te vervallen omdat het wel de bedoeling is dat het transferplan bijdraagt aan pandemische paraatheid maar in de interpretatie ten aanzien van welke ziekteverwekkers hiervoor in aanmerking komen blijft enige ruimte omdat nu niet altijd bekend is welke ziekteverwekkers uiteindelijk tot pandemieën gaan leiden. In het derde lid, onderdeel b, wordt een zinsnede toegevoegd om tot uitdrukking te brengen dat om snelle duurzame en flexibele ontwikkeling van therapieën te bevorderen ook ondersteunende technieken van belang zijn zoals een detectietechniek maar ook een andere toedieningsvorm. In het vijfde lid komt het woord ‘uitdrukkelijk’ te vervallen omdat de beschikbaarheid van grondstoffen in de Europese Unie van groot belang is maar het niet altijd mogelijk is hier aan te voldoen. Wel is het goed als er in het plan aangegeven wordt hoe dit is meegenomen.
In de onderhavige regeling is een verplichting opgenomen die inhoudt dat een derde van de verkregen subsidie verstrekt in pijler 1 van de TTT moet worden besteed aan validatieprojecten en activiteiten ten behoeve van het creëren van spin-offs. Deze verplichting is geldig voor de totaal gezamenlijk ontvangen subsidie binnen een TTT-samenwerkingsverband in pijler 1, en betreft dus niet de besteding van subsidie ontvangen door individuele onderzoeksorganisaties binnen het TTT-samenwerkingsverband (3.22.8, negende lid).
De hierboven beschreven wijzigingen vallen binnen de subsidiebedragen die mogen worden verstrekt in overeenstemming met de Algemene groepsvrijstellingsverordening. De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de staatssteunrechtvaardiging.
De wijzigingen van de TTT resulteren in twee minimale veranderingen voor aanvragers voor wat betreft regeldruk. Ten eerste worden begunstigden van de regeling verplicht om, desgevraagd, jaarlijks een lijst op te leveren van alle startups die een lening vanuit pijler 2 hebben ontvangen. Het verzamelen en delen van deze gegevens kost naar schatting 2 uur per jaar. Uitgaande van een uurtarief van € 46 zijn de geschatte aanvullende regeldrukkosten € 92 per jaar, per consortium.
Aanvragers worden verder gevraagd om bij hun aanvraag een visie op te stellen op de principes die het consortium hanteert voor de omgang met intellectueel eigendom. Naar verwachting zal dit eenmalig maximaal 4 uur per deelnemende organisatie kosten. Uitgaande van een uurtarief van € 46 zijn de geschatte aanvullende regeldrukkosten € 184, per deelnemende organisatie. Uitgaande van vier deelnemende organisaties komt dat neer op € 736.
De kosten voor regeldruk zijn daarom naar schatting per indiening van een aanvraag voor een TTT-project € 37.316 (€ 36.580 + € 736) voor aanvraag, € 79.244 (€ 79.152 + € 92) voor uitvoering en € 22.748 voor vaststelling en afwikkeling, gebaseerd op de maximale periode van 6 jaar waarbinnen onderzoeksorganisaties samenwerken in een TTT-samenwerkingsverband. Ervan uitgaande dat er 4 aanvragen van TTT-samenwerkingsverbanden (pijlers 1 en 2 gecombineerd) worden toegekend bij 6 aanvragen, bedraagt de totale regeldruk daarmee (afgerond) 1,6 procent van het beschikbare budget van € 40.000.000.
Naar schatting zijn de regeldrukkosten per subsidieaanvraag voor de uitvoering van een TTT-plan, gericht op het thema pandemische paraatheid, circa € 8.271 (€ 7.535 + € 736) voor het tot stand brengen en indienen van de aanvraag, circa € 27.268 (27.176 + € 92) voor rapportages omtrent de uitvoering en circa € 7.052 voor (indiening verzoek tot) vaststelling en afwikkeling. Er vooralsnog van uitgaande dat er wat betreft dit specifieke thema hooguit twee aanvragen worden ingediend door TTT-samenwerkingsverbanden (pijlers 1 en 2 gecombineerd), bedraagt de totale regeldruk daarmee (afgerond) hooguit 2 procent van het beschikbare budget van € 8.000.000.
Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft deze wijzigingsregeling niet geselecteerd voor een advies omdat het weinig tot geen gevolgen voor de regeldruk heeft.
De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd omdat de doelgroep gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding van deze regeling.
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnotas/2024/01/19/de-nationale-technologiestrategie.
Universiteiten van Nederland (2023, februari). Spin-off deal term principles for scientific founders who are committed to working full-time for their spin-off. Te vinden via de link: https://www.universiteitenvannederland.nl/onderwerpen/onderzoek/gebruik-van-deal-termprincipes-voor-overdracht-van-intellectueel-eigendom-aan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-40277.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.