Besluit overdracht bevoegdheid project voor de Energieroute Noord-Holland aan provincie Noord-Holland

Datum 28 november 2024

Nummer DGKE-DRE / 89266374

Besluit

De Minister van Klimaat en Groene Groei,

overwegende:

  • dat Provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat het voornemen hebben de Energieroute Noord-Holland, onderdeel van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed te realiseren, een project waarmee grootschalig duurzame energie wordt opgewekt middels zonnepanelen langs of ingesloten door de rijkswegen A9, A5, A22 en de noordelijke delen van de A1 en A2 in de gemeentes Alkmaar, Amstelveen, Amsterdam, Beverwijk, Castricum, Diemen, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heiloo, Ouder-Amstel, Uitgeest en Velsen;

  • dat het Rijk voor de besluitvorming inzake dit project op grond van artikel 9b, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998 de projectprocedure volgt, als bedoeld in afdeling 5.2 van de Omgevingswet;

  • dat de projectprocedure, voor zover hier van belang, gelet op artikel 9b, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998 met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een projectbesluit kan worden vastgesteld door de Minister van Klimaat en Groene Groei (hierna: KGG)1 in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO);

  • dat de Minister van KGG, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 9b, lid 3 Elektriciteitswet 1998 kan besluiten geen projectbesluit vast te stellen als naar zijn oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van de provincie of gemeente het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden, en het college van gedeputeerde staten van de betreffende provincie respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente daarmee instemmen;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat lokale en regionale partijen op deze wijze gezamenlijk een grotere rol kunnen spelen in het faciliteren van de realisatie van regionale energiedoelen, specifiek de RES-en Noord Holland Noord en Noord-Holland-Zuid, dat het projectgebied zich bevindt in de provincie Noord-Holland, dat het project gemeentegrensoverschrijdend is en daarom besluitvorming door de provincie doelmatig is;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde besluitvorming, zonder dat de projectprocedure door het Rijk wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, de provincie Noord-Holland bij brief van 14 mei 2024 de Minister voor K&E – ambtsvoorganger van de Minister van Klimaat en Groene Groei – heeft verzocht af te zien van het vaststellen van een Rijksprojectbesluit;

  • dat ter voorbereiding van het besluit om af te zien van het vaststellen van een Rijksprojectbesluit, de gemeentes Alkmaar, Amstelveen, Amsterdam, Beverwijk, Castricum, Diemen, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heiloo, Ouder-Amstel, Uitgeest en Velsen de provincie individueel en schriftelijk hebben verzocht Energieroute NH ruimtelijk in te passen

  • dat de provincie Noord-Holland bij brief van 14 mei 2024 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen en heeft aangegeven bereid te zijn om als bevoegd gezag de planologische besluitvorming over het Energieroute NH op zich te nemen;

Gelet op: Artikel 9b, lid 3 Elektriciteitswet 1998

Besluit

Artikel 1

Inzake de realisatie van het project Energieroute NH, langs of ingesloten door de rijkswegen A9, A5, A22 en de noordelijke delen van de A1 en A2 in de gemeentes Alkmaar, Amstelveen, Amsterdam, Beverwijk, Castricum, Diemen, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heiloo, Ouder-Amstel, Uitgeest en Velsen wordt geen Rijksprojectbesluit vastgesteld en wordt de besluitvorming over het project overgelaten aan de provincie Noord-Holland.

Artikel 2

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 18 augustus 2024. De bekendmaking geschiedt door toezending van het besluit aan het bestuursorgaan waaraan besluitvorming wordt overgelaten.

Van dit besluit wordt kennis gegeven in de Staatscourant. Tevens wordt van dit besluit mededeling gedaan door toezending aan de initiatiefnemer.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, namens deze: T.W.G.M.M. Albers, MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet.


X Noot
1

Artikel 9b lid 4 Elektriciteitswet 1998 spreekt van ‘Onze Minister’. Daarmee werd bedoeld de Minister van Economische Zaken en Klimaat, deze bevoegdheid is overgegaan op de Minister van Klimaat en Groene Groei.

Naar boven