De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie,
Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2017;
Besluiten:
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
H.W.M. Schoof
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.M.M. Uitermark
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
TOELICHTING
In artikel 8, tweede lid, en artikel 10, tweede lid, van de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) wordt de taakstelling van de Algemene Inlichtingen-
en Veiligheidsdienst (AIVD) onderscheidenlijk de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(MIVD) geregeld. In de Wiv 2017 is een regeling opgenomen voor de Geïntegreerde Aanwijzing
(GA), zowel waar het de voorbereiding van (artikel 5) als de besluitvorming over (artikel
6) de GA betreft. Deze GA, die door de Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Minister van
Defensie gezamenlijk wordt vastgesteld, bepaalt met betrekking tot de uitvoering van
de taken als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder a en d, onderscheidenlijk artikel
10, tweede lid, onder a, c en e, van de Wiv 2017, welke onderzoeken door de diensten
dienen te worden verricht, uitgewerkt naar landen en regio’s plus naar onderzoekthema,
en de onderzoeksplanning, alsmede de prioritering met betrekking tot de onderzoeken.
De GA bepaalt niet alleen welke onderzoeken door de AIVD en de MIVD afzonderlijk worden
verricht, maar ook welke onderzoeken door beide diensten gezamenlijk dienen te worden
uitgevoerd. Zij werken – conform artikel 86 van de Wiv 2017 – immers zoveel mogelijk
samen. De verstrekking van één aanwijzing aan beide diensten ten aanzien van de genoemde
onderwerpen beoogt een zorgvuldige afstemming en samenwerking tussen beide diensten
te bewerkstelligen en het onverwijld delen van relevante informatie te bevorderen.
Het besluit omvat ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Wiv 2017 een periode van
vier jaren en wordt op basis van het tweede lid jaarlijks geëvalueerd en indien noodzakelijk
aangepast op basis van de evaluatie. Dit laatste is dit jaar het geval vanwege blijvende
ontwikkelingen in het dreigingsbeeld en de daaruit voortkomende behoeftestellingen.
Dit is uitgewerkt in een nieuwe bijlage bij de GA. Met de vaststelling van onderhavig
besluit komt de bestaande bijlage als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Geïntegreerde
Aanwijzing 2023–2026 te vervallen en wordt deze vervangen door de bijlage die is opgenomen
als bijlage bij dit besluit. Deze bijlage is geheim, te weten Stg. GEHEIM gerubriceerd,
en omvat onder meer de basis voor het onderzoek, de samenwerkingsafspraken waaronder
de wijze van prioritering en de uitwerking van de diepgang van de onderzoeken. De
geheime bijlage omvat de landen, regio’s en thema’s die voor onderzoek worden toegewezen
aan één of beide diensten. De onderzoeksdoelstellingen worden zoveel als mogelijk
voor de behoeftestellers voorzien van een gewenste diepgang.
De geïntegreerde aanwijzing is onderdeel van het geheel aan activiteiten die de AIVD
en de MIVD uitvoeren op grond van artikel 6, eerste lid, jo. artikel 8, tweede lid,
onder a en d, respectievelijk artikel 10, tweede lid, onder a, c en e, van de Wiv
2017. Het geheel aan activiteiten staat beschreven in de Stg. GEHEIM gerubriceerde
jaarplannen van de AIVD en de MIVD.
Het besluit blijft recht doen aan de onderscheiden verantwoordelijkheden van de voor
de beide diensten verantwoordelijke ministers, in overeenstemming met hun afzonderlijke
wettelijke taken. Beide ministers behouden de ruimte om aanvullend op de Geïntegreerde
Aanwijzing de onder hen ressorterende diensten opdrachten te kunnen verstrekken in
het geval van een acute dreiging of een (potentiële) missie.
De Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid zijn ingevolge artikel
6, derde lid, van de wet nauw betrokken bij de totstandkoming van dit besluit en bij
toekomstige aanpassingen.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
H.W.M. Schoof