Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 29 november 2024, kenmerk 4009817-1075325-LZ, houdende wijziging van de Regeling langdurige zorg in verband met de herverdeling van het pgb-kader over de zorgkantoorregio’s 2024 en de verdeling van het pgb-kader over de zorgkantoorregio’s 2025

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 49e, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 36.280 miljoen’ vervangen door ‘€ 36.293 miljoen’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 31.940 miljoen’ vervangen door ‘€ 32.226 miljoen’, wordt ‘€ 4.030 miljoen’ vervangen door ‘€ 4.068 miljoen’ en wordt ‘10 oktober 2023’ vervangen door ‘15 oktober 2024’.

B

Artikel 8.20 komt te luiden:

Artikel 8.20

De bedragen die in 2024 beschikbaar zijn voor de verstrekking van persoonsgebonden budgetten zijn voor de hiernavolgende regio’s de achter die regio’s opgenomen bedragen:

Groningen

€ 134.240.984

Friesland

€ 199.675.123

Drenthe

€ 146.238.788

Zwolle

€ 129.528.584

Twente

€ 145.528.793

Apeldoorn, Zutphen e.o.

€ 膙75.952.937

Midden-IJssel

€ 膙30.582.310

Arnhem

€ 220.193.423

Nijmegen

€ 133.340.114

Utrecht

€ 283.589.525

Flevoland

€ 膙57.750.609

't Gooi

€ 117.661.284

Noord-Holland-Noord

€ 103.056.732

Kennemerland

€ 膙58.793.034

Zaanstreek/Waterland

€ 膙56.849.622

Amsterdam

€ 190.020.389

Amstelland/Meerlanden

€ 膙37.876.696

Zuid-Holland Noord

€ 膙89.321.502

Haaglanden

€ 223.148.060

Westland Schieland Delfland

€ 115.097.029

Midden-Holland

€ 膙51.293.212

Rotterdam

€ 197.766.563

Zuid-Hollandse Eilanden

€ 100.199.528

Waardenland

€ 膙86.480.870

Zeeland

€ 膙83.359.892

West-Brabant

€ 176.383.814

Midden-Brabant

€ 132.818.432

Noordoost-Brabant

€ 184.345.345

Zuidoost-Brabant

€ 211.892.073

Noord- en Midden- Limburg

€ 129.441.455

Zuid-Limburg

€ 165.073.278

C

Na artikel 8.20 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 8.21

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 49e, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg, bedraagt voor het jaar 2025: € 38.950 miljoen.

  • 2. Van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, is € 34.839 miljoen bestemd voor zorg in natura en € 4.111 miljoen bestemd voor persoonsgebonden budgetten. Daarbij is rekening gehouden met overhevelingen door de Wlz-uitvoerders tussen de deelkaders voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten tot en met 15 oktober 2024.

Artikel 8.22

De bedragen die in 2025 beschikbaar zijn voor de verstrekking van persoonsgebonden budgetten zijn voor de hiernavolgende regio’s de achter die regio’s opgenomen bedragen:

Groningen

€ 135.676.628

Friesland

€ 201.810.554

Drenthe

€ 147.802.743

Zwolle

€ 130.913.832

Twente

€ 147.085.155

Apeldoorn, Zutphen e.o.

€ 膙76.765.218

Midden-IJssel

€ 膙30.909.373

Arnhem

€ 222.548.288

Nijmegen

€ 134.766.124

Utrecht

€ 286.622.382

Flevoland

€ 膙58.368.225

't Gooi

€ 118.919.616

Noord-Holland-Noord

€ 104.158.876

Kennemerland

€ 膙59.421.798

Zaanstreek/Waterland

€ 膙57.457.602

Amsterdam

€ 192.052.567

Amstelland/Meerlanden

€ 膙38.281.769

Zuid-Holland Noord

€ 膙90.276.753

Haaglanden

€ 224.523.829

Westland Schieland Delfland

€ 116.327.937

Midden-Holland

€ 膙51.841.769

Rotterdam

€ 199.881.584

Zuid-Hollandse Eilanden

€ 101.271.114

Waardenland

€ 膙87.405.742

Zeeland

€ 膙84.251.387

West-Brabant

€ 179.280.851

Midden-Brabant

€ 134.238.863

Noordoost-Brabant

€ 186.316.832

Zuidoost-Brabant

€ 214.158.159

Noord- en Midden- Limburg

€ 130.825.771

Zuid-Limburg

€ 166.838.659

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en werkt ten aanzien van artikel I, onderdelen A en B, terug tot en met 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V. Maeijer

TOELICHTING

1. Jaarlijkse verdeling van pgb-budgetten

Elk jaar wordt het Wlz-kader vastgesteld, en wordt dit Wlz-kader verdeeld over de deelkaders voor zorg in natura en-pgb’s. Ook wordt het pgb-kader over de zorgkantoorregio’s verdeeld.

Het beschikbaar gestelde Wlz-kader 2024 is gewijzigd naar aanleiding van de opgave van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) van 15 oktober 2024. Hierin zijn de wijzigingen van het Wlz-kader 2024 zoals vermeld in de definitieve kaderbrief Wlz 2025 verwerkt. De verdeling van het totale Wlz-kader 2024 over de deelkaders voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten is in lijn hiermee ook gewijzigd. In deze opgave zijn de overhevelingen door de Wlz-uitvoerders tussen de regionale deelkaders 2024 voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten tot en met 15 oktober 2024 verwerkt.

Het Wlz-kader 2025 sluit aan bij de definitieve kaderbrief Wlz 2025. Het Wlz-kader 2025 kan gedurende het jaar 2025 nog wijzigen. Dit gebeurt aan de hand van adviezen van de NZa. Deze kunnen aanleiding geven tot het toevoegen van herverdelingsmiddelen aan het Wlz kader 2025. Ook kan de verdeling van het Wlz-kader 2025 over de deelkaders voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten en de verdeling van het pgb-kader over de zorgkantoorregio’s gedurende 2025 nog wijzigen.

2. Uitvoeringsconsequenties

Er is met betrekking tot deze regeling geen sprake van uitvoeringsconsequenties.

3. Financiële aspecten

Er is geen sprake van financiële consequenties.

4. Administratieve lasten

Deze wijziging van de Rlz betreft voornamelijk een aantal louter technische wijzigingen, deze hebben geen gevolgen voor de regeldruk. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van de bepalingen die een nieuwe vaststelling van de pgb-kaders voor 2024 bevatten. Die bepalingen werken terug tot 1 januari 2024.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V. Maeijer

Naar boven