Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 11 december 2024, nr IENW/BSK-2024/228051, tot wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Stichting VVRV

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van het bestuur van de Stichting Veiligheid en Vakmanschap Rail Vervoer van 1 november 2024, kenmerk Mandaat25;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Stichting VVRV wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, vervalt ‘eerste lid, aanhef en onderdeel a, en’;

2. Onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het slot van onderdeel c vervalt onderdeel d.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Het bestuur wordt gevolmachtigd en gemachtigd om:

  • a. ter voorbereiding en uitvoering van de in artikel 2 bedoelde bevoegdheden de benodigde handelingen te verrichten;

  • b. te voorzien in en uitvoering te geven aan een examenreglement en het behandelen en nemen van beslissingen krachtens het examenreglement, waaronder beslissingen omtrent ingediende verzoeken om herziening en ingediende klachten.

C

Artikel 5 komt te luiden:

  • 1. Het krachtens mandaat of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

    DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam functionaris)

    (functie)

  • 2. Het krachtens volmacht ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

    NAMENS DE STAAT DER NEDERLANDEN

    DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam functionaris)

    (functie)

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift. Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend. Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee. Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.

TOELICHTING

Het Besluit spoorwegpersoneel 2011 bepaalt dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van de beoordeling van de algemene beroepsbekwaamheid van machinisten een examenprogramma vaststelt dat voldoet aan de in bijlage IV van de machinistenrichtlijn1 gestelde eisen ten aanzien van algemene kennis en vaardigheden. Het examenprogramma werd tot dusver door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (verder: Staatssecretaris), gezien de portefeuilleverdeling, goedgekeurd, maar is nooit in een ministeriële regeling vastgelegd. Het examenprogramma werd opgesteld door de Stichting VVRV, op grond van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging. Inmiddels is het examenprogramma vastgelegd in de Regeling examenprogramma machinisten. Het mandaatbesluit is daaraan aangepast, door het vervallen van onderdeel d, van het tweede lid.

Ook geeft de VVRV namens de staatsecretaris geen beoordelingen meer af als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Spoorwegwet. Sinds de inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening (EU) 2019/773 van de Commissie van 16 mei 2019 betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem exploitatie en verkeersleiding van het spoorwegsysteem in de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2012/757/EU, geven de spoorwegen en infrastructuurbeheerders zelf de beoordelingen af. Met de voorgestelde wijziging komt deze taak voor de VVRV te vervallen.

Omdat het mandaat aan VVRV voor het vaststellen van het examenprogramma voor machinisten is vervallen, kan ook het ontwikkelen van het examenprogramma ter uitvoering van het aan haar gegeven mandaat zoals dat was opgenomen in artikel 3, eerste lid, onder a, komen te vervallen. De Staatssecretaris is daarmee niet alleen verantwoordelijk voor de vaststelling van het examenprogramma, maar ook voor de ontwikkeling ervan. De Stichting VVRV zal bij het opstellen van het examenprogramma in de praktijk een adviserende rol hebben omdat de expertise op dit gebied bij deze stichting aanwezig is.

Artikel 5 is aangepast aan de hiervoor genoemde portefeuilleverdeling.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen


X Noot
1

Richtlijn nr. 2007/59/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PbEU 2007, L 315/51).

Naar boven