Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 13 december 2024, nr. IENW/BSK-2024/334318, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord

(KetenID WGK 027132)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet en de artikelen 3, eerste lid, aanhef en onder b, 4, eerste en tweede lid, en 5, aanhef en onderdelen a, b en h, van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4, derde lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. voor het kalenderjaar 2025, tussen 3 februari 2025, 9:00 uur, en 19 september 2025, 17:00 uur.

B

Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het plafond voor het jaar 2025 bedraagt inclusief omzetbelasting:

    • a. € 5.000.000 voor emissieverlagende projecten, overige projecten en pilotprojecten;

    • b. € 3.500.000 voor inruilprojecten.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na de dag voor de beoogde datum van inwerkingtreding, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Deze regeling voorziet in een wijziging van de op 1 april 2021 in werking getreden Regeling specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord1 (Spuk SLA). De Spuk SLA is een invulling van de afspraak uit het Regeerakkoord van het kabinet Rutte III om te komen tot een nationaal actieplan luchtkwaliteit dat zich richt op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit.

2. Inhoud en noodzaak tot wijziging

De regeling bevatte nog geen subsidieplafonds en openstellingsperiode voor het jaar 2025. Deze zijn met deze wijzigingsregeling vastgesteld.

Zonder deze wijziging kunnen in 2025 aan de deelnemers aan het Schone Lucht Akkoord geen specifieke uitkeringen worden verstrekt voor projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit.

Het uitkeringsplafond is verdeeld in twee deelplafonds: een deelplafond voor emissieverlagende projecten, overige projecten en pilotprojecten, en een deelplafond voor inruilprojecten. De aanvraagperiode is voor beide deelplafonds gelijk, en bevat daarom geen onderverdeling. De aanvraagperiode betreft dan ook alle soorten projecten: emissieverlagende projecten, overige projecten, pilotprojecten en inruilprojecten.

3. Gevolgen van de wijziging

Deze regeling betreft de vaststelling en wijziging van de openstellingsperiode en het uitkeringsplafond. Vanwege het ontbreken van effecten voor burgers en bedrijven is de regeling niet voor toetsing voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk.

De wijziging van de regeling heeft naar haar aard geen gevolgen voor de administratieve lasten voor ondernemers en burgers en ook geen andere noemenswaardige gevolgen voor burgers en bedrijven. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie2, kan internetconsultatie daarom achterwege blijven.

De financiële gevolgen voor de Rijksoverheid van de onderhavige wijziging van de regeling vallen binnen de kaders van de Rijksbegroting.

4. Inwerkingtreding van de regeling

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025. De wijzigingen hebben betrekking op nog komende aanvraagperiodes en niet op al eerder ingediende aanvragen. Daarom blijft overgangsrecht achterwege.

Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vierde lid). De reden van deze afwijking is dat hiermee de doelgroep is gediend (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, onderdeel a). De afwijking van deze termijn zorgt ervoor dat de deelnemers aan het SLA snel aan de slag kunnen met het doen aanvragen voor nieuwe projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen


X Noot
1

Zie voor het SLA Kamerstukken II 2019/20, 30 175, nr. 343, p. 1–2.

X Noot
2

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven