Regeling van de Staatssecretaris van Financiën 27 november 2023, houdende de vaststelling van de gelijkwaardige inspanning van de decentrale overheden inzake het EMU-saldo

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 3 van de Wet houdbare overheidsfinanciën;

Besluit:

Artikel 1 Begrippen

De definities van artikel 1 van de Wet houdbare overheidsfinanciën zijn van overeenkomstige toepassing op deze regeling.

Artikel 2 EMU-norm 2023

Het collectieve aandeel van de decentrale overheden gezamenlijk in het EMU-saldo, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, wordt voor de jaren 2024 tot en met 2026 vastgesteld op -0,5 procent van het bruto binnenlands product.

Artikel 3 Onderverdeling naar overheidslaag

Het collectieve aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo, bedoeld in artikel 2, wordt uitgesplitst naar:

  • a. een aandeel voor de provincies gezamenlijk dat voor 2024 tot en met 2026 wordt vastgesteld -0,10 procent van het bruto binnenlands product;

  • b. een aandeel voor de gemeenten gezamenlijk dat voor 2024 tot en met 2026 wordt vastgesteld -0,34 procent van het bruto binnenlands product;

  • c. een aandeel voor de waterschappen gezamenlijk dat dat voor 2024 tot en met 2026 wordt vastgesteld -0,06 procent van het bruto binnenlands product.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2024, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

TOELICHTING

Deze regeling bepaalt op basis van de Wet houdbare overheidsfinanciën welke gelijkwaardige inspanning de decentrale overheden leveren ten aanzien van het huidige EMU-tekort. De inspanning wordt per bestuurslaag uitgesplitst.

In het bestuurlijk overleg van 21 november 2023 is overeenstemming bereikt tussen het Rijk en de koepelorganisaties van de decentrale overheden VNG, IPO en UvW over het gezamenlijke aandeel van de decentrale overheden in het EMU-tekort. Ik stel voor – na overleg met de koepelorganisaties van de decentrale overheden VNG, IPO en UvW – de EMU-tekort norm voor de jaren 2024 tot en met 2026 vast te stellen op -0,5 procent van het bruto binnenlands product.

Gelet op artikel 3, vijfde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën is een concept van de onderhavige regeling voorgelegd aan de Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

Naar boven