Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 24 januari 2024, nr. 1487417, houdende een wijziging van de Regeling vakwedstrijden vmbo en mbo in verband met een verhoging van de subsidieplafonds vanwege de toekenning van een loon- en prijsbijstelling en verlenging van de regeling

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluiten:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING VAKWEDSTRIJDEN VMBO EN MBO

De Regeling vakwedstrijden vmbo en mbo wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘31 maart 2024’ vervangen door ‘31 maart 2025’.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘31 maart 2024’ vervangen door ‘31 maart 2025’.

3. Na het eerste lid (nieuw) worden vier leden toegevoegd, die luiden:

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, is voor het boekjaar van 1 april 2022 tot en met 31 maart 2023 voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, een bedrag van maximaal € 758.000 beschikbaar.

  • 3. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, is voor het boekjaar van 1 april 2022 tot en met 31 maart 2023 voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, een bedrag van maximaal € 3.827.000 beschikbaar.

  • 4. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, is voor het boekjaar van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024 voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, een bedrag van maximaal € 4.207.000 beschikbaar.

  • 5. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, is voor het boekjaar van 1 april 2024 tot en met 31 maart 2025 voor de activiteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, een bedrag van maximaal € 4.428.000 beschikbaar.

C

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘de boekjaren 2021, 2022 en 2023’ vervangen door ‘de boekjaren 2021, 2022, 2023 en 2024’.

D

In artikel 13, tweede lid, wordt ’15 juli 2024’ vervangen door ’15 juli 2025’.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarbij werkt artikel I, onderdeel B terug tot en met 31 december 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet onderwijs, M.L.J. Paul

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Jaarlijks worden in het vmbo en het mbo door de Stichting World Skills Netherlands nationale vakwedstrijden georganiseerd: op dit moment zijn dat Skills Talents (vmbo) en Skills Heroes (mbo). Daarnaast doen de winnaars van de nationale mbo-vakwedstrijden mee aan de internationale vakwedstrijden: Euro- en WorldSkills. Bij de wedstrijden strijden jongeren om in hun vakgebied de beste te worden. Voor de periode 2020–2023 wordt op grond van de Regeling vakwedstrijden vmbo en mbo (hierna: de regeling) subsidie beschikbaar gesteld voor het organiseren van de nationale vakwedstrijden in het vmbo en mbo en voor deelname aan de internationale vakwedstrijden door de winnaars van de nationale wedstrijden in het mbo.

Met de regeling wordt beoogd het imago van het beroepsonderwijs te versterken. De vakwedstrijden bieden een podium om aan een breed publiek te laten zien wat vakgericht onderwijs en vakmanschap inhouden. De vakwedstrijden bieden allereerst een platform aan leerlingen en studenten om te excelleren. Zij worden gestimuleerd het beste uit zichzelf te halen en trots te zijn op hun vak en vaardigheden. Tegelijkertijd kunnen de vakwedstrijden ook docenten en praktijkbegeleiders stimuleren om andere onderwijsvormen of nieuwe technologieën uit de praktijk aan te bieden en daarbij de interesse van jongeren te wekken. Ten slotte kunnen de vakwedstrijden andere jongeren en jongvolwassenen inspireren en uitnodigen om ook vakgericht beroepsonderwijs te gaan volgen.

Verhoging subsidieplafonds

Bij de invoering van de regeling zijn de subsidieplafonds per boekjaar vastgesteld voor de periode 1 april 2020 tot en met 31 maart 2024. Echter, de onvoorzien en uitzonderlijk snel en sterk gestegen kosten in 2022 hebben geleid tot een financieel tekort bij de organiserende partij, de Stichting World Skills Netherlands. Mede om die reden is door de leden van de Tweede Kamer Van der Molen en El Yassini op 24 november 2022 een motie ingediend, waarin de regering is verzocht om vanwege de snel stijgende kosten middelen te reserveren voor de organisatie van (inter)nationale vakwedstrijden.1 Deze motie is aangenomen.

Ter uitvoering van deze motie is besloten om loon- en prijsbijstelling (hierna: lpo) toe te kennen voor de boekjaren 2022–2023 en 2023–2024 teneinde, voor zover mogelijk, de noodzakelijke gemaakte kosten te compenseren. In verband hiermee werkt de regeling terug tot en met 31 december 2022. Aangezien de boekjaren niet gelijk zijn aan de kalenderjaren, wordt hierna de opbouw van de beschikbare lpo-middelen toegelicht.

Van 1 januari 2023 tot 1 april 2023 is aan lpo voor de vakwedstrijden vmbo een bedrag van € 78.000,– beschikbaar. Vertaald naar de boekjaren betekent dit dat voor het boekjaar 2022–2023 het subsidieplafond wordt verhoogd naar € 758.000,– voor de vakwedstrijden in het vmbo als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de regeling.

Van 1 januari 2023 tot 1 april 2023 is aan lpo voor de vakwedstrijden mbo een bedrag van € 227.000,– beschikbaar. Vertaald naar de boekjaren betekent dit dat voor het boekjaar 2022–2023 het subsidieplafond wordt verhoogd naar € 3.827.000,– voor de vakwedstrijden in het mbo als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de regeling.

Vanaf 1 april 2023 tot en met 31 december 2023 is voor de vakwedstrijden mbo een bedrag van € 400.000,– beschikbaar aan lpo en van 1 januari 2024 tot 1 april 2024 is een bedrag van € 207.000,– beschikbaar. Vertaald naar het boekjaar 2023–2024 betekent dit dat het subsidieplafond wordt verhoogd naar € 4.207.000,– voor de voornoemde vakwedstrijden in het mbo, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de regeling.

Vanaf 1 april 2024 tot en met 31 december 2024 is voor de vakwedstrijden mbo een bedrag van € 450.000,– beschikbaar aan lpo en van 1 januari 2025 tot 1 april 2025 is een bedrag van € 150.000,– beschikbaar. Vertaald naar het boekjaar 2024–2025 betekent dit dat het subsidieplafond wordt verhoogd naar € 4.428.000,– voor de voornoemde vakwedstrijden in het mbo, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de regeling.

Verlenging regeling

De regeling is vastgesteld voor een periode van vijf jaar, tot 15 juli 2024. Op 24 november 2022 is door de leden van de Tweede Kamer Van der Molen en El Yassini een motie ingediend waarin de regering is verzocht om jaarlijks € 5 miljoen voor de organisatie van de (internationale) vakwedstrijden (v)mbo structureel te reserveren en een wettelijke basis te creëren voor WSNL voor het uitvoeren van deze (internationale) vakwedstrijden (v)mbo.2 Momenteel worden de mogelijkheden verkend om een wettelijke basis te creëren voor WSNL voor de uitvoering van de vakwedstrijden. Daarbij worden ook de aanbevelingen betrokken uit de evaluatie van de huidige subsidieregeling.3 In het licht van deze motie lijkt het niet wenselijk om de organisatie van de vakwedstrijden voor de tussenliggende jaren open te stellen voor andere partijen en wordt de regeling met één jaar verlengd.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, C en D

Het betreffen technische wijzigingen om de regeling met een jaar te verlengen.

Onderdeel B

Met dit onderdeel zijn verschillende subsidieplafonds verhoogd ter verwerking van de loon- en prijsbijstelling (zie nader het algemene deel van deze toelichting).

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van de systematiek dat ministeriële regelingen minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, aangezien door snelle inwerkingtreding wordt voorkomen dat de subsidieontvanger zijn financiële reserves uitput.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
1

Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VIII, nr. 77.

X Noot
2

Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VIII, nr.100.

X Noot
3

KBA Nijmegen, Evaluatie regeling vakwedstrijden vmbo en mbo, 2023.

Naar boven