Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 26 november 2024, nr. 5869928, houdende vaststelling van de wijziging van de subsidieregeling vrijwilligersactiviteiten bij de sanctietoepassing 2023–2025 in verband met de motie Bikker en Van Dijk van 8 februari 2024 inzake indexering van de subsidie voor vrijwilligersorganisaties

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 34 en 35 van de Wet Justitie-subsidies en artikel 2, 3, 4 en 8 Kaderwet overige JenV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De subsidieregeling vrijwilligersactiviteiten bij de sanctietoepassing 2023–2025 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1.4 komt te luiden:

Voor de uitvoering van deze regeling is per kalenderjaar een bedrag beschikbaar. Dit bedrag betreft:

  • a. voor het kalenderjaar 2023 een bedrag ter grootte van € 4.100.000,–;

  • b. voor het kalenderjaar 2024 een bedrag ter grootte van € 4.499.260,–;

  • c. voor het kalenderjaar 2025 een bedrag ter grootte van € 4.299.260,–.

Deze bedragen gelden als subsidieplafond in de zin van artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht, zij het dat de bedragen over 2024 en 2025 jaarlijks geïndexeerd worden op basis van de door het Ministerie van Financiën toegekende middelen voor loonbijstelling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie

TOELICHTING

Artikel I

Aanleiding voor deze wijziging is de motie Bikker en Van Dijk van 8 februari 2024, die door de Tweede Kamer is aangenomen. In deze motie verzoeken de Kamerleden Bikker en Van Dijk de regering om per 2024 weer te beginnen met het indexeren van het subsidiebedrag dat beschikbaar is voor de vrijwilligersorganisaties.

Daarnaast verzoeken zij vanwege de misgelopen indexatie in de afgelopen jaren deze organisaties eenmalig tegemoet te komen met een bedrag van € 200.000,–. Dit bedrag van € 200.000,– dient volgens de motie verdeeld te worden over de vrijwilligersorganisaties die in 2023 al subsidie van mij ontvingen. Dit bedrag word echter in 2024 uitbetaald aangezien betaling met terugwerkende kracht niet mogelijk is.

Hierdoor is het beschikbare subsidiebedrag voor 2024 dus eenmalig € 4.499.260,– in plaats van € 4.100.000,–, hetgeen ook uit het aangepaste artikel 1.4 blijkt. Het bedrag genoemd in artikel 1.4 is het bedrag na toevoeging van de toegezegde € 200.000,– en na indexatie van het totale bedrag inclusief deze toevoeging van € 200.000,–. Voor 2025 geldt het bedrag van € 4.299.260,– voor het gehele jaar. Dit bedrag wordt vervolgens nog geïndexeerd waarmee het subsidiebedrag dan zoals de motie oproept voor de jaren 2024 en 2025 op grond van de motie jaarlijks geïndexeerd is.

Artikel II

De motie Bikker en Van Dijk van 8 februari 2024 ziet op een indexatie met terugwerkende kracht, gerekend vanaf 1 januari 2024. Deze indexatie is noodzakelijk omdat het subsidiebedrag dat de vrijwilligersorganisaties ontvangen al sinds 2017 niet geïndexeerd is. Dat terwijl hun taken niet zijn afgenomen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie

Naar boven