Overlaten besluitvorming over de uitbreiding van het 380kV hoogspanningsstation Lelystad in de gemeente Lelystad, Ministerie van Klimaat en Groene Groei

Datum 25 november 2024

Nummer DGKE-DRE / 95620151

DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI,

overwegende:

  • Dat TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) het voornemen heeft het bestaande 380kV hoogspanningsstation Lelystad uit te breiden in de gemeente Lelystad;

  • dat het Rijk voor de besluitvorming inzake dit project op grond van artikel 20a van de Elektriciteitswet 1998 de projectprocedure volgt, als bedoeld in afdeling 5.2 van de Omgevingswet;

  • dat de projectprocedure, voor zover hier van belang, gelet op artikel 20a, vierde lid van de Elektriciteitswet 1998 met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een projectbesluit kan worden vastgesteld door de Minister van Klimaat en Groene Groei (hierna: KGG)1 in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO);

  • dat de Minister van KGG, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 20a, vierde lid Elektriciteitswet 1998 kan besluiten geen projectbesluit vast te stellen als naar zijn oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van de provincie of gemeente het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden, en het college van gedeputeerde staten van de betreffende provincie respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente daarmee instemmen;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat de gemeente Lelystad ervaring heeft met ruimtelijke planprocedures voor projecten van TenneT en bekend is met de lokale situatie;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde besluitvorming, zonder dat de projectprocedure door het Rijk wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, TenneT door middel van brief van 10 juni 2024 de Minister van KGG heeft verzocht af te zien van het vaststellen van een Rijksprojectbesluit;

  • dat ter voorbereiding van het besluit om af te zien van het vaststellen van een Rijksprojectbesluit, de provincie Flevoland en de gemeente Lelystad zijn gehoord over dit voornemen;

  • dat de provincie Flevoland bij brief van 2 oktober 2024 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de gemeente Lelystad bij brief van 25 september 2024 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen en bereid te zijn om als bevoegd gezag de planologische besluitvorming over de uitbreiding van het 380kV hoogspanningsstation Lelystad op zich te nemen;

Gelet op:

Artikel 20a, vierde lid Elektriciteitswet 1998

Besluit:

Artikel 1

Inzake de uitbreiding van het bestaande 380kV hoogspanningsstation Lelystad in de gemeente Lelystad wordt geen Rijksprojectbesluit vastgesteld en wordt de besluitvorming over het project overgelaten aan gemeente Lelystad.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop het bekend is gemaakt. De bekendmaking geschiedt door toezending van het besluit aan het bestuursorgaan waaraan besluitvorming wordt overgelaten.

Van dit besluit wordt kennis gegeven in de Staatscourant. Tevens wordt van dit besluit mededeling gedaan door toezending aan de initiatiefnemer.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, namens deze: T.W.G.M.M. Albers, MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet.


X Noot
1

Artikel 9b lid 4 Elektriciteitswet 1998 spreekt van ‘Onze Minister’. Daarmee werd bedoeld de Minister van Economische Zaken en Klimaat, deze bevoegdheid is overgegaan op de Minister voor Klimaat en Groene Groei.

Naar boven