Besluit van de Minister Justitie en Veiligheid van 25 oktober 2024, nr. 5849256, houdende instelling van het adviesorgaan Stelsel bewaken en beveiligen

De Minister van Justitie en Veiligheid;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Justitie en Veiligheid;

b. adviesorgaan:

het adviesorgaan zoals bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. Instelling en taak

• 1. Er is een adviesorgaan ‘Stelsel bewaken en beveiligen’

• 2. Het adviesorgaan heeft tot taak binnen het bestaande beleidskader te adviseren over de uitvoering en uitwerking van het stelsel bewaken en beveiligen.

Artikel 3. Leden

Het adviesorgaan bestaat uit een voorzitter en drie andere leden.

Artikel 4. Samenstelling, benoeming en ontslag

• 1. De voorzitter en de andere leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

• 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd.

• 3. De benoeming geschiedt voor de duur van het adviesorgaan.

• 4. De voorzitter en overige leden kunnen (op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden) worden geschorst en ontslagen door de minister.

Artikel 5. Instellingsduur

Het adviesorgaan wordt opgeheven vier weken nadat het eindrapport is uitgebracht.

Artikel 6. Werkwijze

• 1. Het adviesorgaan stelt haar eigen werkwijze vast.

• 2. De minister voorziet in het secretariaat van het adviesorgaan.

Artikel 7. Kosten en beheer

• 1. De kosten van het adviesorgaan komen voor rekening van de minister. Onder kosten worden in onder andere verstaan:

  • a. kosten verbonden aan het inhuren van expertise;

  • b. de kosten voor oplevering van tussenrapporten en het eindrapport.

Artikel 8. Eindrapport tussenrapport en uiterste datum voor oplevering

• 1. De voorzitter brengt voor 1 januari 2026 een eindrapport uit aan de minister.

• 2. Het adviesorgaan is bevoegd één of meer tussenrapporten uit te brengen.

• 3. De voorzitter kan tot 1 december 2025 aan de minister om uitstel verzoeken voor wat betreft het uitbrengen van het eindrapport.

• 4. Een verzoek tot uitstel van het eindrapport is met redenen omkleed en vermeldt een nieuwe einddatum die redelijk is ten opzichte van de in lid 1 genoemde datum.

Artikel 9. Archiefbescheiden

Het adviesorgaan draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de NCTV van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2024.

Artikel 11. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviesorgaan Stelsel Bewaken en Beveiligen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

TOELICHTING

Het huidige stelsel bewaken en beveiligen is in 2002 ingericht. Het doel van het stelsel is het voorkomen van (terroristische) aanslagen op personen, objecten en diensten. Het vorige kabinet heeft een groot versterkingstraject van het stelsel Bewaken en Beveiligen ingezet om het toekomstbestendig te maken en fundamenteel te vernieuwen tot het stelsel beveiligen van personen. Dit is aangekondigd en toegelicht in de Kamerbrief d.d. 31 maart 2023¹. De verantwoordelijkheid voor het stelsel is namens de Minister van Justitie en Veiligheid belegd bij de NCTV.

In de Kamerbrief d.d. 31 maart 2023 heeft de Minister van Justitie en Veiligheid aangekondigd een onafhankelijke adviesorgaan in te richten. Het adviesorgaan wordt gevraagd binnen de bestaande beleidskaders de uitvoering en uitwerking van het nieuwe stelsel te beschouwen en daarbij te beoordelen of hiermee de beoogde doelstellingen – zoals verwoord in de Kabinetsreactie van 31 maart 2023 – worden behaald. Onder uitvoering van beleid wordt niet alleen de transitie naar het nieuwe stelsel bedoeld, maar breder het functioneren van het stelsel in het hier en nu. In het adviesorgaan neemt onder meer een wetenschapper, een voormalig te beveiligen persoon en (oud)-functionarissen zitting om verschillende invalshoeken te kunnen belichten.

Artikelsgewijs

Artikelen 1 en 2

Het adviesorgaan heeft tot taak om binnen de bestaande beleidskaders de uitvoering en uitwerking van het nieuwe stelsel te beschouwen en daarbij te beoordelen of hiermee de beoogde doelstellingen – zoals verwoord in de Kabinetsreactie van 31 maart 2023 – worden behaald. Onder uitvoering van beleid wordt niet alleen de transitie naar het nieuwe stelsel bedoeld, maar breder het functioneren van het stelsel in het hier en nu. Het adviesorgaan zal keuzes maken op welke onderwerpen zij in haar eerste tussenrapport ingaat en welke onderwerpen in een vervolgrapport aan bod komen.

Artikelen 3 en 4

Bij de samenstelling van het adviesorgaan is gekozen voor leden die ruime kennis en ervaring hebben met het veiligheidsdomein. Zo nemen onder meer een wetenschapper, een voormalig te beveiligen persoon en oud-functionarissen zitting om verschillende invalshoeken te kunnen belichten.

De leden nemen deel op persoonlijke titel en vertegenwoordigen niet een organisatie(belang) binnen het stelsel.

Artikel 6

Het adviesorgaan stelt haar eigen werkwijze vast – zonder last en ruggespraak – om zo een objectief proces te kunnen borgen. Het adviesorgaan verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikelen 7

De leden van het adviesorgaan krijgen de keuze om een vergoeding voor hun werkzaamheden te ontvangen, conform de vastgestelde richtlijnen. Daarbij kan een lid kiezen voor een vaste maandelijkse vergoeding, dan wel een vaste vergoeding per vergaderdag. Een keuze kan niet tussentijds meer worden aangepast. De kosten van het adviesorgaan komen voor de rekening van de minister. Onder de kosten van het adviesorgaan worden onder meer verstaan de kosten van inschakelen van aanvullende externe deskundigen en de kosten voor publicatie van rapporten.

Artikel 8

Gezien de urgentie van het vraagstuk, is het adviesorgaan bevoegd desgewenst een of meer tussenrapporten uit te brengen. Deze bepaling geeft het adviesorgaan de ruimte tussentijds inhoudelijke (deel) aspecten van de onderzoeksresultaten naar buiten te brengen. De voorzitter brengt uiteindelijk voor 1 januari 2026 een eindrapport uit aan de minister. De kwaliteit en zorgvuldigheid van het advies staat echter voorop. De voorzitter van het adviesorgaan kan tijdig (maar uiterlijk 1 december 2025) in overleg treden om de einddatum te verplaatsen.

Artikel 9

Het adviesorgaan draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de NCTV van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Indien de vertrouwelijkheid daartoe noopt kunnen nadere afspraken worden gemaakt tussen adviesorgaan en minister omtrent het beheer en de toegankelijkheid van het archief van het adviesorgaan na overdracht daarvan. Zo zullen persoonsgegevens en gespreksverslagen van individuen worden geanonimiseerd en niet toegankelijk worden voor derden.

Artikel 10

Dit besluit treedt op 1 oktober 2024 in werking.

---

1 Kamerstukken II 2022/23, 29 911, nr. 395.