Besluit overlaten besluitvorming over netuitbreiding van het 220kV hoogspanningsstation Bergum in de gemeente Tytsjerkeradiel, Ministerie van Klimaat en Groene Groei

Datum 11 november 2024

Nummer DGKE-DRE / 89902793

De Minister van Klimaat en Groene Groei,

overwegende:

• dat TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) het voornemen heeft het al bestaande 220 kV-hoogspanningsstation in Bergum uit te breiden in de gemeente Tytsjerkeradiel;

• dat het Rijk voor de besluitvorming inzake dit project op grond van 20a, lid 1 onder a van de Elektriciteitswet 1998 de projectprocedure volgt, als bedoeld in afdeling 5.2 van de Omgevingswet;

• dat de projectprocedure, voor zover hier van belang, gelet op artikel 20a, lid 4 van de Elektriciteitswet 1998 met zich mee brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een projectbesluit kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Groene Groei (hierna: KGG)¹ in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: BZK);

• dat de Minister van KGG, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 20a, lid 4 Elektriciteitswet 1998 kan besluiten geen projectbesluit vast te stellen als naar zijn oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van de provincie of gemeente het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden, en het college van gedeputeerde staten van de betreffende provincie respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente daarmee instemmen;

• dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat het een kleinschalige aanpassing betreft binnen de hekken van het al bestaande station, die doormiddel van een BOPA kan worden gerealiseerd. Bovendien heeft de gemeente Tytsjerkeradiel kennis van het grondgebied en de omgeving, waardoor zij de procedure sneller kan oppakken;

• dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde besluitvorming, zonder dat de projectprocedure door het Rijk wordt toegepast;

• dat, gelet op het voorgaande, TenneT door middel van een brief van 4 oktober 2024 de Minister van KGG heeft verzocht af te zien van het vaststellen van een Rijksprojectbesluit;

• dat ter voorbereiding van het besluit om af te zien van het vaststellen van een Rijksprojectbesluit, de provincie Friesland en de gemeente Tytsjerkeradiel zijn gehoord over dit voornemen;

• dat de provincie Friesland per brief van 14 mei 2024 heeft aangegeven akkoord te zijn met het voornemen om de projectprocedure Rijk buiten toepassing te verklaren waardoor de gemeente Tytsjerkeradiel de aanpassing aan het bestaande 220kV station ruimtelijk kan verzorgen;

• dat de gemeente Tytsjerkeradiel per brief van 15 mei 2024 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen en heeft aangegeven zich te zullen inspannen om de uitbreiding van het 220kV hoogspanningsstation Bergum planologisch mogelijk te maken met behulp van een BOPA.

Gelet op:

Artikel 20a, lid 4 van de Elektriciteitswet 1998

Besluit:

Artikel 1

Inzake de uitbreiding van het al bestaande 220kV hoogspanningsstation Bergum in de gemeente Tytsjerkeradiel wordt geen Rijksprojectbesluit vastgesteld en wordt de besluitvorming over het project overgelaten aan de gemeente Tytsjerkeradiel.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop het bekend is gemaakt. De bekendmaking geschiedt door toezending van het besluit aan het bestuursorgaan waaraan besluitvorming wordt overgelaten.

Van dit besluit wordt kennis gegeven in de Staatscourant. Tevens wordt van dit besluit mededeling gedaan door toezending aan de initiatiefnemer.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, namens deze: T.W.G.M.M. Albers, MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet.

---

1 Artikel 20a lid 4 Elektriciteitswet 1998 spreekt van ‘Onze Minister’. Daarmee werd bedoeld de Minister van Economische Zaken en Klimaat, deze bevoegdheid is overgegaan op de Minister van Klimaat en Groene Groei.