Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 25 november 2024, nr. IENW/BSK-2024/333515, tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer in verband met de indexering voor het jaar 2025

(KetenID WGK026997)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 81, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 1a van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 4,02’ vervangen door ‘€ 4,15’.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 2,96’ vervangen door ‘€ 3,05’.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘€ 0,49’ vervangen door ‘€ 0,50’.

4. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 8,17’ vervangen door ‘€ 8,44’.

5. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 3,72’ vervangen door ‘€ 3,85’.

6. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 0,55’ vervangen door ‘€ 0,57’.

7. In het derde lid wordt ‘€ 55,35’ vervangen door ‘€ 57,20’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

TOELICHTING

Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer (hierna: de regeling) in verband met de verwachte kostenontwikkeling voor het jaar 2025. Hiertoe worden de in de regeling vastgestelde maximumtarieven aangepast.

Indexering tarieven

Sinds 2010 worden de maximumtarieven voor taxivervoer jaarlijks geïndexeerd. Per 1 januari 2017 gebeurt dit op basis van de Landelijke Tarievenindex (LTI). Aanleiding hiervoor is de evaluatie van de tariefstructuur in de taxisector, waarover de Tweede Kamer bij brief van 16 juni 2016 is geïnformeerd.1

Voor 2025 komt uit de berekening een LTI van 3,34%. Dit betekent dat de vaste bedragen, de bedragen per kilometer en de bedragen per minuut hiermee worden verhoogd. Hetzelfde geldt voor het tarief dat de vervoerder, mits afgesproken met de consument, in rekening mag brengen voor de wachtperiode bij aanvang van de rit (zie artikel I).

De tarieven zijn bepaald door de LTI toe te passen op de niet afgeronde maximumtarieven van 2024.2 Zodoende wordt voorkomen dat de maximumtarieven over de jaren heen feitelijk minder stijgen dan op grond van de index gerechtvaardigd zou zijn.

Nalevingslasten

Als taxiondernemers op basis van de nieuwe (geïndexeerde) maximumtarieven kiezen voor het aanpassen van hun tarieven, dan kan dit nalevingslasten tot gevolg hebben. Deze lasten hangen samen met de volgende handelingen:

  • het (laten) aanpassen van de taxameter;

  • het downloaden, printen en invullen van nieuwe tariefkaarten; en

  • het vervangen van tariefkaarten binnen en buiten het taxivoertuig.

De eenmalige lasten die samenhangen met de aanpassing van de taxameters zijn: 38.800 taxi’s x 0,25 uur x € 28 = € 271.600. De eenmalige lasten die samenhangen met de nieuwe taxi-informatiekaarten zijn: 38.800 taxi’s x 0,5 uur x € 28 = € 543.200. Als alle taxiondernemingen deze handelingen verrichten zijn de totale lasten € 814.800. Per taxivoertuig zou dit neerkomen op € 21,00. De feitelijke lasten zullen echter lager uitvallen. Niet alle taxi’s verrichten vervoer waarvoor de maximumtarieven gelden. Dit geldt voor contractvervoer en in het geval dat uitsluitend taxivervoer wordt verricht waarbij de prijs vooraf is overeengekomen. Bovendien is het mogelijk dat in de praktijk niet alle taxiondernemers de (geïndexeerde) maximumtarieven doorberekenen.

Consultatie

Door middel van Internetconsultatie is aan een ieder de gelegenheid geboden om te reageren op een concept van deze regeling. Hiermee wordt voldaan aan artikel 106 van de Wet personenvervoer 2000. Van 18 oktober tot en met 15 november 2024 kon worden gereageerd op deze regeling en de toelichting. Er zijn in totaal 8 reacties ingediend, hiervan zijn er 5 openbaar.

Indieners zijn:

  • Bedrijfsleven en branche: 5 reacties;

  • Particulieren: 2 reacties;

  • Maatschappelijke organisaties: 1 reactie;

In veel reacties wordt aandacht gevraagd voor de hoge kosten van taxivervoer in Nederland. Daarnaast pleit de Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) voor indexering met de zogenaamde NEA-kostenontwikkelingsindex, aangezien deze het meest toegesneden zou zijn op de taxibranche en voor het afschaffen van de wettelijke maximumtarieven omdat deze niet zouden passen bij een geliberaliseerde markt. Deze regeling regelt enkel een jaarlijkse indexering en beoogt geen wijzigingen in de bestaande tariefstructuur. Het reguleren van de maximumtarieven is een belangrijk middel om met name kwetsbare consumenten, zoals ouderen en toeristen, te beschermen wanneer zij een taxi nemen op straat. Het zij benadrukt dat de maximumtarieven niet gelden voor contractvervoer en voor taxivervoer dat wordt aangeboden tegen een vast tarief per rit dat vooraf met de reiziger is overeengekomen.

KNV heeft in haar reactie gewezen op het aantal taxivoertuigen dat werd genoemd in de concept-regeling. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor de berekening van eenmalige lasten. Het aantal taxivoertuigen in het rekenvoorbeeld is in de definitieve regeling op basis van de RDW gegevens bijgesteld naar 38.800. De berekening voor eenmalige lasten zal met het oog op 2026 geactualiseerd worden.

Een ontwerp van deze regeling is niet aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd voor een formele toets omdat ministeriële regelingen die naar hun aard geen aanmerkelijke gevolgen voor de regeldruk zullen hebben, zoals regelingen betreffende de enkele vaststelling of wijziging van tarieven, geen voorafgaande toetsing door de ATR behoeven.

Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, conform de vaste verandermomenten voor ministeriële regelingen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen


X Noot
1

Kamerstukken II 2015/16, 31 521, nr. 100.

X Noot
2

Dat wil zeggen de maximumtarieven van 2023 waarop de LTI van 2024 is toegepast.

Naar boven