Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 3 december 2024, nr. 2024-0000039953, tot wijziging van de Meerjarige regeling specifieke uitkering herstructurering volkshuisvesting ten behoeve van het verhogen van het plafond van de meerjarige regeling specifieke uitkering herstructurering volkshuisvesting

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 2, eerste lid, onderdeel h, en derde lid, en artikel 3, van het Besluit van 29 oktober 2022, houdende het stellen van regels over het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten of provincies voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving;

Besluit:

ARTIKEL I

De Meerjarige regeling specifieke uitkering herstructurering volkshuisvesting wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, tweede lid, onderdeel a, wordt ‘10% bedraagt van het uitkeringsplafond per tranche als bepaald in bijlage 1’ vervangen door ‘€ 11,4 miljoen bedraagt’.

B

In bijlage 1 wordt ‘€ 113.996.000,–‘ vervangen door ‘€ 149.923.000,–.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling wordt het uitkeringsplafond van de Meerjarige regeling specifieke uitkering herstructurering volkshuisvesting verhoogd. Deze regeling omvat een specifieke uitkering (bekend onder naam ‘Volkshuisvestingsfonds’) waarmee gemeenten de leefbaarheid kunnen verbeteren en de veiligheid kunnen bevorderen in kwetsbare gebieden, primair door woningen te herstructureren (in het bijzonder de particuliere woningvoorraad) en secundair door inrichting van de omringende openbare ruimte en realisatie van maatschappelijke voorzieningen in de nabijheid van betreffende woningen.

Een verhoging van het tranchebedrag met 35,9 miljoen euro maakt het mogelijk dat aan meer gemeenten een bijdrage kan worden verstrekt. Het aanvraagloket is immers al op 1 oktober 2024 gesloten en er is meer dan het hiervoor geldende uitkeringsplafond aangevraagd. Het eerder verhogen van het plafond was niet mogelijk. De middelen waarmee het plafond worden verhoogd zijn opgenomen in de 2e suppletoire begroting van 2024, welke zal terugwerken tot en met 1 december 2024.

Het maximum van het aan te vragen bedrag per gemeente wordt gefixeerd op 11,4 miljoen euro. Dit is hetzelfde bedrag als de voorheen opgenomen 10% van het plafond (voordat het plafond werd opgehoogd). Het is in deze fase niet realistisch om het maximaal aan te vragen bedrag per gemeente te handhaven op 10% van het tranchebedrag. Het loket is immers al op 1 oktober 2024 gesloten en gemeenten zijn bij het voorbereiden van hun aanvraag uitgegaan van 10%, wetende dat het maximum 11,4 miljoen euro bedraagt. Materieel worden gemeenten niet benadeeld door het maximum te met het wijzigen van het tranchebedrag te fixeren op 11,4 miljoen euro. Het maximale bedrag dat zij – uitgedrukt in euro’s – kunnen aanvragen wijzigt ten opzichte van de eerdere versie van deze regeling namelijk niet.

Met deze regeling wordt afgeweken van de minimale invoeringstermijn en de vaste verandermomenten. Dit is noodzakelijk omdat de middelen voor dit jaar zijn opgenomen op de rijksbegroting, en hierom ook nog in 2024 moeten worden uitgekeerd. Wachten tot inwerkingtreding op 1 januari 2025 is hierom niet mogelijk.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

Naar boven