Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 29 november 2024, nr. IENW/BSK-2024/320878 tot wijziging van de Regeling luchtverkeersdienstverlening en de Regeling boorduitrusting in verband met de vaststelling van TMZ Schiphol Area met communicatiewacht alsmede in verband met enkele correcties

(KetenID 26881)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 8, tweede lid, en artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De bijlage bij deze regeling vervangt bijlage 3 bij de Regeling luchtverkeersdienstverlening.

ARTIKEL II

De Regeling boorduitrusting wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan de tabel in artikel 7a, tweede lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

j. TMZ Schiphol Area

Van 500 ft AMSL tot 1500 ft AMSL

2. Na artikel 7a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7b

• 1. In de TMZ Schiphol Area, genoemd in punt 1, onderdeel l, van bijlage 3 bij de Regeling luchtverkeersdienstverlening, is het verplicht voor alle luchtvaartuigen om de radiofrequentie te monitoren zoals vastgesteld door de Minister en opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstuk ENR 2.1.

• 2. De verplichting in het eerste lid geldt niet voor zweefvliegtuigen, zeilvliegtuigen, schermvliegtuigen, modelvliegtuigen en paramotors.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 21 maart 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

BIJLAGE 3 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 9, EERSTE LID, VAN DE REGELING LUCHTVERKEERSDIENSTVERLENING

1. TMZ – permanent

a. TMZ A	- De laterale begrenzing komt overeen met de Nieuw Milligen TMA A.
	– De ondergrens is FL 055.
b. TMZ B1	– De laterale begrenzing komt overeen met het zuidelijk deel van de Nieuw Milligen TMA B.
	– De ondergrens is FL 055.
c. TMZ B2	– De laterale begrenzing komt overeen met het zuidelijk deel van de Nieuw Milligen TMA B.
	– De ondergrens is FL 055.
d. TMZ C1	– De laterale begrenzing komt overeen met de Nieuw Milligen TMA C1.
	– De ondergrens is FL 065.
e. TMZ C2	– De laterale begrenzing komt overeen met de Nieuw Milligen TMA C2
	– De ondergrens is FL 055.
f. TMZ D	– De laterale begrenzing is gelijk aan de Nieuw Milligen TMA D en omvat niet het luchtruim onder de Schiphol TMA 3, 4 en 5.
	– De ondergrens is 2500 voet AMSL.
	– Laterale begrenzing van Malden: Vanaf de kruising van de snelweg A50 met de rivier de Neder-Rijn de zuidelijke rivieroever van de Neder-Rijn naar het oosten volgen tot aan de Amsterdam FIR grens, vervolgens via de Amsterdam FIR grens naar het zuiden tot aan 51°44’35”N herkenbaar als het midden van het bosgebied oost van de grens, vanaf 51°44’35”N een lijn langs radiaal 270 naar de Volkel CTR, via de noordelijke begrenzing van de Volkel CTR naar de snelweg A50 en vervolgens via de snelweg A50 naar het noorden tot aan de kruising met de rivier de Neder-Rijn.
g. TMZ E	– De laterale begrenzing komt overeen met de Nieuw Milligen TMA E.
	– De ondergrens is FL 055.
h. TMZ Eelde	– De laterale begrenzing komt overeen met de Eelde TMA
	– De ondergrens is 1500 voet AMSL.
i. TMZ Maastricht	– De laterale begrenzing komt overeen met de Maastricht TMA 1 en 2, met uitzondering van de Schinveldgebieden op bepaalde tijden.
	– De ondergrens is 1500 voet AMSL.
j. TMZ Rotterdam	– De laterale begrenzing in het noorden, oosten en westen is gelijk aan de buitenste contouren van de Rotterdam TMA 1, 2 en 3. De zuidelijke begrenzing van TMA 1 en 2 is vervangen door de waters Hollandsch Diep en Grevelingen te definiëren als rechte lijnen tussen de coördinaten: 51°43’11”N 004°41’50”E; 51°38’38”N 004°23’46”E; 51°38’42”N 004°19’24”E; 51°42’55”N 004°01’05”E; 51°45’28”N 003°59’10”E; 51°45’28”N 003°37’37”E.
	– De ondergrens is 2500 voet AMSL.
k. TMZ North Sea area Amsterdam	– De laterale begrenzing komt overeen met de RMZ North Sea area Amsterdam en is gedefinieerd door lijnen tussen de coördinaten 55°00'00.00"N 005°00'00.00"E; langs parallel 55°00'00.00"N 006°30'00.00"E; 53°40'00.00"N 006°30'00.00"E; 53°30'00.00"N 005°34'00.00"E; 53°26'24.00"N 005°10'00.00"E; 53°22'29.07"N 004°52'20.47"E; tegen de klok in over een cirkelboog met straal 8 nautische mijlen rond punt 53°15'00.00"N 004°57'00.00"E naar 53°15'00.00"N 004°43'40.92"E; langs parallel 53°15'00.00"N 004°37'01.38"E; tegen de klok in over een cirkelboog met straal 12 nautische mijlen rond punt 53°15'00.00"N 004°57'00.00"E naar 53°11'06.00"N 004°38'07.51"E; 53°09'17.00"N 004°40'28.00"E; 53°06'10.00"N 004°30'56.00"E; 53°05'00.00"N 004°21'00.00"E; 52°48'19.15"N 004°21'00.00"E; 52°45'25.00"N 004°28'03.00"E; 52°43'30.00"N 004°33'40.00"E; 52°43'49.91"N 004°36'45.15"E; 52°31'28.84"N 004°33'57.79"E; 52°25'22.30"N 004°31'28.45"E; 52°16'49.35"N 004°25'35.00"E; 52°12'17.73"N 004°21'31.43"E; 52°08'56.80"N 004°17'31.07"E; 51°59'40.04"N 004°04'25.04"E; 52°00'26.39"N 004°00'34.71"E; 51°49'19.04"N 003°49'57.08"E; 51°44'23.05"N 003°40'35.57"E; 51°35'50.00"N 003°28'43.68"E; langs parallel 51°35'50.00"N 003°13'49.65"E; 51°23'55.58"N 003°06'00.49"E; 51°30'00.00"N 002°00'00.00"E; terug naar beginpunt. – de ondergrens is 500 voet AMSL.
l. TMZ Schiphol area	– De laterale begrenzing in het noorden en noordoosten komt overeen met de Schiphol TMA 1 tot aan het snijpunt van de Schiphol TMA 1 met de Lelystad CTR 2. Vanaf dit snijpunt volgt de laterale begrenzing de buitenste contouren van de Lelystad CTR 2 en Lelystad CTR 1 tot aan het snijpunt van de Lelystad CTR 1 met de Schiphol TMA 1. Vanaf dit snijpunt komt de laterale begrenzing in het zuidoosten en zuiden overeen met de Schiphol TMA 1. De laterale begrenzing in het westen komt overeen met de oostelijke begrenzing van de TMZ North Sea area Amsterdam. – De ondergrens is 500 voet AMSL.
m. TMZ LE2	– De laterale begrenzing komt overeen met de Lelystad TMA 2.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
n. TMZ LE3	– De laterale begrenzing komt overeen met de Lelystad TMA 3.
	– De ondergrens is 1500 voet AMSL.
o. TMZ LE4	– De laterale begrenzing komt overeen met de Lelystad TMA 4.
	– De ondergrens is 2500 voet AMSL.
p. TMZ LE5	– De laterale begrenzing komt overeen met de Lelystad TMA 5.
	– De ondergrens is FL 045.
q. TMZ Copter Area West	– De laterale begrenzing komt overeen met de Copter Area West CTA.
	– De ondergrens is 5500 voet AMSL.

2. TMZ – op werkdagen van 0900-1700 lokale tijd:

a. TMZ A	– De laterale begrenzing komt overeen met de Nieuw Milligen TMA A.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
b. TMZ B1	– De laterale begrenzing komt overeen met het noordelijk deel van de Nieuw Milligen TMA B en omvat ook het luchtruim onder de Schiphol TMA 3, 4 en 5.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
c. TMZ B2	– De laterale begrenzing bestaat uit het zuidelijk deel van de Nieuw Milligen TMA B.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
d. TMZ C1	– De laterale begrenzing komt overeen met de Nieuw Milligen TMA C1.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
e. TMZ C2	– De laterale begrenzing komt overeen met de Nieuw Milligen TMA C2.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
f. TMZ D	– De laterale begrenzing is gelijk aan de Nieuw Milligen TMA D en omvat niet het luchtruim onder de Schiphol TMA 3, 4 en 5.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
g. TMZ E	– De laterale begrenzing komt overeen met de Nieuw Milligen TMA E.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
h. TMZ Eelde	– De laterale begrenzing komt overeen met de TMA Eelde.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
i. TMZ G1	– De laterale begrenzing komt overeen met de Nieuw Milligen TMA G1.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
j. TMZ Maastricht	– De laterale begrenzing komt overeen met de Maastricht TMA 1 en 2, met uitzondering van de Schinveldgebieden op bepaalde tijden.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
k. TMZ Rotterdam	– De laterale begrenzing in het noorden, oosten en westen is gelijk aan de buitenste contouren van de Rotterdam TMA 1, 2 en 3. De zuidelijke begrenzing van TMA 1 en 2 is vervangen door de wateren Hollandsch Diep en Grevelingen te definiëren als rechte lijnen tussen de coördinaten: 51°43’11”N 004°41’50”E; 51°38’38”N 004°23’46”E; 51°38’42”N 004°19’24”E; 51°42’55”N 004°01’05”E; 51°45’28”N 003°59’10”E; 51°45’28”N 003°37’37”E.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
l. TMZ LE3	– De laterale begrenzing komt overeen met de Lelystad TMA 3.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
m. TMZ LE4	– De laterale begrenzing komt overeen met de Lelystad TMA 4.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.
n. TMZ LE5	– De laterale begrenzing komt overeen met de Lelystad TMA 5.
	– De ondergrens is 1200 voet AMSL.

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Deze regeling (hierna: de wijzigingsregeling) wijzigt de Regeling luchtverkeersdienstverlening en de Regeling boorduitrusting met betrekking tot de vaststelling van een nieuwe Transponder Mandatory Zone (TMZ): TMZ Schiphol Area. In een TMZ is het verplicht om een transponder mee te nemen tenzij wordt voldaan aan alternatieve voorschriften die door de verlener van luchtvaartnavigatiediensten worden opgelegd. In de nieuw vastgestelde TMZ Schiphol Area is het voeren van een Mode S transponder¹ verplicht voor alle luchtvaartuigen, waarbij een uitzondering geldt voor schermzweeftoestellen, zeilvliegtuigen en eventuele ander luchtverkeer waarvoor een alternatief voorschrift is vastgesteld door de luchtvaartnavigatiedienstverlener. Voorts geldt in deze TMZ een verplichting om een in de luchtvaartgids gepubliceerde radiofrequentie te monitoren. Tot slot wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele correcties door te voeren in de geografische begrenzing van reeds bestaande TMZ’s in bijlage 3 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening.

2. Hoofdlijnen

Luchtvaartactiviteiten die strijdig zijn met de regels die gelden in het luchtruim (zoals luchtruimschendingen) kunnen een veiligheidsrisico opleveren voor de luchtvaart. Het vergroten van de contactmogelijkheden tussen de luchtruimgebruiker en de luchtverkeersleiding komt de veiligheid ten goede. Door het voeren van een transpondercode tezamen met een verplichte uitluisterfrequentie kan Amsterdam Flight Information Centre (FIC) bij een (dreigende) luchtruimschending in de Schiphol TMA (terminal control area) of Schiphol CTR (control zone) direct in contact komen met de betreffende vlieger. Zo kunnen luchtruimschendingen worden voorkomen of kan de duur van de schending worden gereduceerd en de kans op een mogelijke botsing met ander verkeer worden verkleind.

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft erop aangedrongen dat het aantal luchtruimschendingen door met name de recreatieve luchtvaart, rondom Schiphol omlaag gaat. Met name in het gebied onder een deel van de Schiphol TMA is het voor de verkeersleiding belangrijk om waar nodig, ter voorkoming van een luchtruimschending, op basis van transpondergegevens direct contact op te kunnen nemen met de betreffende vlieger en deze via de radio te waarschuwen. Als maatregel is op 13 juli 2023 een Tijdelijk Gebied met Beperkingen (TGB) onder de Schiphol TMA-1 ingesteld. Als beperking geldt dat luchtruimgebruikers verplicht zijn om binnen dit gebied de transpondercode 7020 te voeren en de radiofrequentie 124.300 Mhz uit te luisteren. Hierbij geldt een uitzondering voor zweefvliegtuigen, zeilvliegtuigen, schermvliegtuigen en paramotors omdat deze luchtruimgebruikers veelal niet over een transponder beschikken. Daarnaast zijn het lokale circuitverkeer bij vliegveld Hilversum en vluchten die volgens de zichtvliegvoorschriften (visual flight rules, VFR) vanuit het oosten via de VFR route, ’Mike-arrival’ op een hoogte van 1500 ft naar het circuit van de luchthaven Lelystad vliegen, uitgezonderd. Met deze luchtruimgebruikers zijn alternatieve afspraken gemaakt om de veiligheid te borgen. Invoering van deze aanvullende verplichtingen heeft een significante verbetering laten zien.

Op 21 maart 2025 vervalt deze TGB. Tussen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), LVNL en de grootste belangenverenigingen van de General Aviation (Koninklijke Nederlandse Vereniging voor luchtvaart, Aircraft Owners & Pilots Association en Netherlands Association of Commercial Aviation) is overeenstemming bereikt om de tijdelijke maatregel in de TGB om te zetten naar een permanente situatie. Vanuit veiligheidsoptiek is het belangrijk dat de gekozen oplossing structureel wordt geborgd middels een vaststelling van een nieuwe TMZ, de TMZ Schiphol Area, onder een groot deel van de Schiphol TMA.

Op grond van paragraaf 6005.b van de Standardised European Rules of the Air (hierna: SERA) van verordening 923/2012² is het in TMZ’s verplicht om “een transponder mee te nemen en te gebruiken in Mode A en Mode C of Mode S, tenzij wordt voldaan aan alternatieve voorschriften die door de verlener van luchtvaartnavigatiediensten voor het desbetreffende luchtruimgedeelte worden opgelegd”. Door toevoeging van de TMZ Amsterdam Area aan artikel 7a, eerste lid, van de Regeling boorduitrusting is het voeren van een mode S transponder verplicht voor alle luchtvaartuigen die gebruik maken van deze TMZ, met uitzondering van schermzweeftoestellen en zeilvliegtuigen van maandag tot en met vrijdag en op nationale feestdagen tussen 09.00 en 17.00 uur. LVNL zal een alternatief voorschrift opleggen inhoudende de verplichting om een specifieke transpondercode te voeren.

LVNL zal hierbij voor een aantal categorieën luchtverkeer een afwijkend alternatief voorschrift opleggen, waarbij géén verplichting geldt om een transponder mee te nemen en te gebruiken. Dit alternatieve voorschrift zal in beginsel gelden voor zweefvliegtuigen, schermvliegtuigen, modelvliegtuigen en paramotors omdat deze luchtvaartuigen veelal niet beschikken over een transponder. Bovendien is vluchtuitvoering door deze luchtruimgebruikers over het algemeen lokaal gebonden en zijn met de luchtverkeersleiding afdoende operationele afspraken gemaakt. VFR vluchten vanuit het oosten op de Mike-arrival met bestemming de luchthaven Lelystad alsmede het lokale VFR-circuitverkeer bij het vliegveld Hilversum krijgen een afwijkend voorschrift inhoudende de verplichting om transpondercode 7000 te voeren. Dit voorkomt een zware werklast voor de piloot, omdat deze niet steeds van transpondercode hoeft te wisselen in het grensgebied met een TMZ. Afhankelijk van technische ontwikkelingen en nieuwe veiligheidsinzichten kan in de toekomst de invulling van deze alternatieve voorschriften gewijzigd worden.

In de nieuw vastgestelde TMZ Schiphol Area geldt op grond van paragraaf 14080 van SERA een communicatiewacht. Dit houdt in dat alle luchtvaartuigen, met uitzondering van zweefvliegtuigen, zeilvliegtuigen, schermvliegtuigen, modelvliegtuigen en paramotors, verplicht zijn om een in de luchtvaartgids gepubliceerde radiofrequentie te monitoren. Deze maatregel is bevorderlijk voor de veiligheid omdat het FIC in staat stelt om bij eventuele luchtruimschendingen direct contact op te nemen met de luchtruimgebruiker om zo de ernst en de duur van de luchtruimschending te beperken.

Het gebied waarvoor de TMZ geldt is lateraal gedefinieerd als de grens van de Schiphol TMA-1, en sluit aan de westkant aan op de TMZ North Sea area Amsterdam. Aan de oostkant volgt het gebied de grenzen van de Lelystad CTR’s. Het gebied is in hoogte gedefinieerd van 500 t/m 1500 ft en behoudt luchtruimklasse G.

Correctie bijlage 3

Met deze wijzigingsregeling worden ook enkele correcties aangebracht in bijlage 3. Allereerst zijn er voor TMZ Lelystad (LE)5 en TMZ Rotterdam andere ondergrenzen opgenomen op de kaart en in de tabel. De ondergrenzen op de kaart worden gecorrigeerd en in overeenstemming gebracht met de ondergrenzen in de tabel zoals die eerder per regeling zijn vastgesteld.

Ten tweede wordt de TMZ North Sea area Amsterdam toegevoegd aan de tabel in bijlage 3. In de regeling zoals die voorheen luidde, was deze zone opgenomen op de kaart, maar abusievelijk niet in de tabel bij de kaart. Het is al sinds 1 november 2008 verplicht om een transponder te gebruiken in dit gebied op grond van artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling boorduitrusting.

3. Administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige regeling brengt geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee voor burgers en bedrijven en is dus niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk. De wijzigingen zijn louter operationeel van aard. Met deze regeling ontstaan geen nieuwe verplichtingen. Voor deze wijzigingsregeling was het voeren van een transponder en het uitluisteren van een radiofrequentie ook al verplicht. Het verschil was dat deze verplichting gold op basis van een TGB. Voorts voorziet deze regeling in uitzonderingen op de transponder en uitluisterplicht voor luchtvaartuigen die naar hun aard niet aan deze verplichtingen kunnen voldoen.

4. Uitvoering en handhaving

Het toezicht op de naleving van de Regeling luchtverkeersdienstverlening is belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). De onderhavige wijzigingen zijn voor een Handhaafbaarheid-, Uitvoerbaarheid- en Fraudebestendigheidtoets (HUF-toets) aan de ILT voorgelegd. De ILT heeft geconcludeerd dat de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar is.

5. (Internet)consultatie

Er is geen internetconsultatie uitgevoerd voor deze wijzigingsregeling, omdat hier sprake is van een ministeriële regeling die geen ingrijpende veranderingen teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Deze wijzigingsregeling is tot stand gekomen in nauw overleg met LVNL.

6. Vaste verandermomenten, invoeringstermijn en inwerkingtreding

De wijzigingsregeling treedt met ingang van 21 maart 2025 in werking. Hierbij wordt op grond van artikel 4.17, vijfde lid, onderdeel d, van de Aanwijzingen voor de regelgeving afgeweken van de vaste verandermomenten om de wijzigingen in het luchtruim aan te laten sluiten bij de publicatie in de luchtvaartgids. Aanpassing van de luchtvaartgids vindt alleen plaats op vooraf gestelde data in Europees verband. Deze internationale regelgeving biedt geen ruimte voor toepassing van de beginselen van de vaste verandermomenten. In overeenstemming met de minimuminvoeringstermijn van twee maanden is deze wijziging voor 21 januari 2025 gepubliceerd.

Artikelsgewijs

Artikel I Regeling luchtverkeersdienstverlening

Op grond van artikel 9, eerste lid, van de Regeling luchtverkeersdienstverlening worden de in bijlage 3 opgenomen gebieden aangewezen als TMZ. Met de nieuwe bijlage wordt de TMZ Schiphol Area vastgesteld. De kaart met de indeling van het luchtruim in TMZ’s is vervangen door een kaart waarin tevens de nieuwe TMZ opgenomen is. De tabel met begrenzingen van de TMZ’s is vervangen en bevat de begrenzingen van de nieuwe TMZ Schiphol Area. Aan deze tabel is voorts de TMZ North Sea area Amsterdam toegevoegd.

De kaart wordt ook op twee punten gecorrigeerd zodat deze aansluit bij de tabel onder de kaart. Ten aanzien van de TMZ Lelystad 5 wordt de ondergrens aangepast van 2500/1200 AMSL (above mean sea level) naar FL045/1200 AMSL. Voor de TMZ Rotterdam wordt de ondergrens gecorrigeerd van 1500/1200 AMSL naar 2500/1200 AMSL.

Aangezien zowel de kaart als de tabel in de bijlage op meerdere punten gewijzigd worden, is gekozen voor het opnieuw vaststellen in plaats van wijzigen van de bijlage. Dit komt de leesbaarheid van deze wijzigingsregeling ten goede.

Artikel II Regeling boorduitrusting

Op grond van artikel 7a van de Regeling boorduitrusting zijn alle luchtvaartuigen die gebruik maken van een TMZ verplicht om een mode S SSR-transponder te voeren. Dit verbod is niet van toepassing op schermzweeftoestellen en zeilvliegtuigen in de TMZ’s zoals opgesomd in het tweede lid van maandag tot en met vrijdag en op nationale feestdagen tussen 09.00 en 17.00 uur plaatselijke tijd. De TMZ Schiphol Area wordt aan het tweede lid toegevoegd, zodat de uitzondering op het voeren van een mode S SSR-transponder ook geldt in deze TMZ.

Met deze wijzigingsregeling wordt artikel 7b toegevoegd aan de Regeling boorduitrusting. Artikel 7b verplicht alle luchtvaartuigen die gebruik maken van de TMZ Schiphol Area om een in de luchtvaartgids opgenomen radiofrequentie te monitoren, waarbij een uitzondering gemaakt wordt voor zweefvliegtuigen, zeilvliegtuigen, schermvliegtuigen, modelvliegtuigen en paramotors.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

---

1 Een transpondermodus verwijst naar verschillende manieren waarop een transponder kan communiceren met luchtverkeersleiding en andere vliegtuigen. Mode A zendt een code uit voor identificatie en positiebepaling, mode C levert informatie over de drukhoogte van het vliegtuig en mode S levert naast identificatie, positiebepaling en drukhoogte ook andere informatie, zoals o.a. snelheid, koers en klim- en daalgegevens.

2 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PbEU 2012, L 281).